Terug
Gepubliceerd op 19/12/2025

Besluit  Gemeenteraad

wo 17/12/2025 - 20:00

Retributiereglement huishoudelijk afval - Aanpassing verkoop van afvalzakken (restafval, P+MD, P+MD scholenproject) en verkoop stickers voor de inzameling van GFT: vaststelling

Aanwezig: Ann Boterdaele, voorzitter
Kim Martens, burgemeester
Caroline Fredrick, Freddy Haegeman, Jurgen Blomme, Chris De Wispelaere, Steven Lambert, Hilde De Graeve, schepenen
Vincent Laroy, Judith De Muynck, Tim Maenhout, Dirk De Poorter, Nik Braeckman, Patrick Dossche, Wouter De Muynck, Matthias De Block, Christophe Huysman, Daan Blomme, Quinten Van de Walle, Thibo Ryckaert, Eveline Matthys, Gunther Batsleer, Hans Nauwynck, Kristof Creël, Ria Goethals, Philippe Lorez, raadsleden
Kenneth Pauwels, algemeen directeur
Verontschuldigd: Jeroen Van Acker, schepen
Peter Van Arnhem, Ann Delbeke, raadsleden
Bevoegd lid

Steven Lambert, schepen

Regelgeving

Decreet lokaal bestuur, artikel 40  §3 en 41, 14° 
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit
Omzendbrief BB 2018/02 van 20 juni 2018 betreffende de budgetten en de éénjarige meerjarenplannen 2019

Het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval voor de periode 2023 - 2030 goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 26 mei 2023 (Lokaal materialenplan)

Het Lokaal Materialenplan (2023) dat de lokale besturen oplegt om vanaf 2024 een afzonderlijke ophaling van GFT te organiseren omdat het OBA niet meer met het restafval mag worden ingezameld;
Het uitstel dat door de OVAM is toegestaan aan 7 gemeenten uit het werkingsgebied van IVM waar op 1/1/2024 nog geen GFT kon worden opgehaald, maar dit uiterlijk op 1 januari 2026 moet worden ingevoerd;
Het Lokaal Materialenplan (2023) dat de lokale besturen uit de IVM-regio oplegt om tegen 2030 nog max. 90 kg restafval per inwoner te noteren;
Het Lokaal Materialenplan (2023) dat de lokale besturen binnen éénzelfde intergemeentelijke samenwerking de mogelijkheid biedt om een gezamenlijk ’90 kg plan’ in te dienen, waarbij o.m. moet worden gewerkt aan een gezamenlijke aanpak van tariefstructuren en ophaalsystemen;
Het gezamenlijk ‘90 kg plan’ dat op de gemeenteraden van alle aangesloten steden en gemeenten is goedgekeurd op de gemeenteraad van 18 september 2025

Gemeenteraadsbesluit van 20 november 2019: Retributiereglement huishoudelijk afval - verkoop van afvalzakken (restafval, P+MD, evenementenzakken, P+MD scholenproject): goedkeuring

Gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2020: Retributiereglement huishoudelijk afval - verkoop van afvalzakken (restafval 45 liter - uitdoofscenario): vaststelling

Gemeenteraadsbesluit van 20 maart 2025: Retributiereglement huishoudelijk afval - Aanpassing verkoop van afvalzakken (restafval, P+MD, P+MD scholenproject) en verkoop stickers voor de inzameling van GFT: vaststelling

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 november 2025 over IVM - advies Raad van Bestuur IVM over gezamenlijk tarief voor restafval, grof vuil, GFT en tarieven recyclageparken: principiële goedkeuring

Feiten en motivering

Pleidooi voor een gezamenlijk tarief voor restafval, grofvuil en voor GFT - advies (rekening houdend met het respect voor de gemeentelijke autonomie) van Raad van Bestuur IVM

Feiten en argumentering voor toepassing van gestandaardiseerde tarieven

Kostenstijging ophaling van restafval en van GFT

Met het oog op de veralgemeende invoering van de GFT-ophaling heeft IVM in 2025 nieuwe marktbevragingen georganiseerd. Dit heeft geleid tot een sterke kostenstijging voor de huis aan huisophaling. De tarieven zullen op 1 januari 2026 daardoor flink toenemen.

De gesolidariseerde ophaalkost wordt vanaf 2026 geraamd op € 28/inwoner, terwijl deze kost voor 2025 nog geraamd werd op circa € 19,6/inwoner.

Ook de kosten voor de verwerking van het restafval (en van GFT) nemen toe.
De afvalenergiecentrale van IVM heeft te kampen met stijgende onderhoudskosten (duurdere materialen, duurdere uurlonen) en sterk stijgende kosten voor chemicaliën die noodzakelijk zijn voor de rookgasreiniging en om te voldoen aan de wettelijke emissienormen. Ook de bijdragen voor de brandverzekering zijn zeer sterk toegenomen (van € 250.000 naar meer dan € 1.000.000 per jaar).

Daartegenover staat een daling van inkomsten wegens dalende energieprijzen wat een impact heeft op de verkoop van elektriciteit.

Om de kosten van ophaling én verwerking van een 60-literzak restafval te kunnen dekken, zou de prijs van de restafvalzak op heden minstens € 2,50 moeten bedragen (rekening houdend met de toekomstige kostenstijgingen ligt deze prijs zelfs de komende jaren onder druk).

Tenslotte heeft de Vlaamse Regering op 22 september in haar ‘Septemberverklaring’ aangekondigd dat de milieuheffing die wordt aangerekend voor het verwerken van het huishoudelijk afval, gelijkgesteld wordt met de milieuheffing die aan bedrijven wordt aangerekend voor het verwerken van bedrijfsafval. Dit betekent dat de huidige milieuheffing vanaf 2026 quasi verdubbelt. Deze maatregel moet Vlaanderen jaarlijks ca. 12 miljoen opleveren en wordt aangerekend aan de ‘afvalintercommunales’ die het afval namens de gemeenten verwerken. IVM moet deze tarieven doorrekenen aan de aangesloten steden en gemeenten, wat ook een kostenstijging impliceert.

Actuele prijs van de restafvalzak is lang niet toereikend

De meeste gemeenten hebben de laatste jaren geen of slechts beperkte stijging van het tarief voor een restafvalzak ingevoerd. Gemeenten die ca.15 jaar het tarief van € 1,50 hebben aangehouden, hadden mits indexering nu al een tarief van € 2,3 à € 2,4 moeten aanrekenen.

Dit is niet gebeurd en het ‘tekort’ werd hetzij bijgepast vanuit de gemeentefinanciën, maar werd vaak ook deels goedgemaakt door de lage werkingsbijdrage die de gemeente aan IVM moest betalen omdat de afvalenergiecentrale (AEC) jarenlang ca. 100.000 ton heeft kunnen verwerken (dankzij aanvoer van contractanten die zorgden voor goede inkomsten) en ook jarenlang heeft kunnen genieten van hoge opbrengsten van verkoop van de elektriciteit. Nu de inkomsten bij IVM niet meer toenemen, doch de kosten flink stijgen, kan er vanuit IVM geen garantie worden geboden dat bij het afsluiten van de jaarrekening een saldo overblijft dat aan de gemeenten kan worden uitgekeerd. Dit zorgt derhalve voor een stijging in de werkingsbijdrage waarin de verwerkingskost is ingebed.

De vervuiler betaalt als verantwoording voor stijging restafval en grofvuil

Het alom gekende principe werd in de jaren 1990 in de regelgeving ingebed en is ook in Europese regelgeving richtinggevend voor het afvalbeleid dat de lid-staten dienen uit te werken.

In dit kader stelt overigens de OVAM ook voor om rekening te houden met tariefvorken die in de bijlage bij Vlarema zijn toegevoegd (en die jaarlijks worden geactualiseerd).

De huidige tarieven (in de meeste gemeenten € 1,50/zak) vallen nog mooi binnen de vork, maar de actualisatie van deze vorken leert dat waar vroeger het tarief in het midden van de vork zat, dit nu eerder naar de kant van ‘het minimum’ opschuift.

Als het principe van ‘de vervuiler betaalt’ ook wordt vertaald in de bijdrage die aan de burger wordt gevraagd voor het inzamelen en het verwerken van het restafval, dan is een verhoging van de prijs naar € 2,50 ook in dit licht te verantwoorden/nodig.
Dezelfde redenering kan worden gevolgd voor het aanrekenen van tarieven voor inzamelen van grofvuil. Ook hiervoor legt de OVAM een tarievenvork op (eveneens uit de bijlagen bij Vlarema).

Ook voor de acceptatie van grofvuil worden in de gemeenten en steden op heden nog verschillende tarieven gehanteerd. IVM adviseert om deze tarieven aan te passen en op te trekken als volgt:
- ophaling van grofvuil aan huis op afroep: € 45 voorrijdkost (waarin de eerste 300 kg grofvuil begrepen zijn) en voor elke kg boven de 300 kg wordt € 0,15 aangerekend. Dit impliceert een kostenverhoging tegenover het huidige tarief in de meeste gemeenten van € 5 voor de voorrijdkost en € 0,05/kg extra boven de 300 kg.
- inzameling van grofvuil op de recyclageparken: € 0,15/kg voor parken met weegbrug of € 25/m³ voor parken met volumeschatting.

Ook al stijgen de kosten voor ophaling en verwerking van GFT: géén kostenstijging voor de inwoners die GFT aanbieden

Ook de ophaalkosten en verwerkingskosten van GFT stijgen. Niettegenstaande de aantrekkelijke voorwaarden die IVM bekomen heeft bij collega intercommunale IVVO, stijgen de verwerkingskosten vanaf 2026 met ca. € 4 à 5/ton. Ook de ophaalkosten zijn na de marktbevraging in 2025 zeer sterk gestegen.

Toch heeft de raad van bestuur van IVM aan de lokale besturen geadviseerd om de kost voor het aanbieden van een 120-litercontainer niet te doen stijgen en de prijs te handhaven op € 1,50.

De reden hiervoor is dat inwoners gestimuleerd moeten worden om de GFT-container effectief te gebruiken. Dit kan door de prijs lager te houden dan het tarief voor een restafvalzak, zodat het OBA (Organisch Biologisch Afval) niet meer in de dure restafvalzak terechtkomt.

NB: moest de effectieve kost van ophalen en verwerken worden doorgerekend, dan zou voor een 120-litercontainer (gemiddeld 15 kg) meer dan € 7/ophaalbeurt moeten worden aangerekend. Dat zou het effect van een gescheiden GFT-ophaling volledig teniet doen.


Lokaal Materialenplan en de 90 kg norm

Het Lokaal Materialenplan dat in 2023 door de Vlaamse overheid aan de lokale besturen is opgelegd, bepaalt dat de steden en gemeenten uit de IVM-regio tegen 2030 nog maximaal 90 kg per inwoner ingezameld restafval mogen noteren. Op vandaag scoren de gemeenten uit de regio alle samen gemiddeld 35 kg boven dat streefgetal.  Er moet dus samen nog een hele weg worden afgelegd.

Daarom hebben de IVM-steden en -gemeenten samen het engagement genomen om een ‘gezamenlijk 90 kg plan’ uit te werken. De invoering van de selectieve ophaling van GFT, maar ook het invoeren van een correct tarief voor het inzamelen en verwerken van de restafvalzak en het grofvuil zullen bijdragen tot beter sorteren en uiteindelijk leiden naar een daling van het restafval.

Uit sorteeranalyses blijkt dat in een restafvalzak gemiddeld slechts 23% echt restafval zit. Er wordt  voor 43% organisch materiaal in de zak meegegeven (dit is dus perfect mee te geven met het GFT of deels thuis te composteren) en de overige 34% zijn perfect te recycleren materialen (zoals PMD, afgedankt elektro, glas, papier, folies…).
Het is dan ook belangrijk om via communicatie en sensibilisatie de inwoners duidelijk te maken dat een correct afvalgedrag niet direct leidt tot een kostenstijging, maar wie correct handelt niet persé meer zal moeten betalen voor de stijgende inzamel- en verwerkingskosten.
Dit zal IVM samen met de gemeenten en steden in het 90-kg plan nastreven: door doorgedreven sensibilisatie en ‘nudging’ de inwoners stimuleren tot correct sorteergedrag waardoor er minder afval als ‘duur restafval’ moet worden verwerkt.

Op deze manier draagt de tariefverhoging voor de restafvalzak ook bij tot het behalen van de opgelegde ’90 kg norm’, maar wie goed sorteert, zal de tariefverhoging nauwelijks merken omdat de alternatieven voor de inwoner voordeliger zijn (voordeliger tarief voor GFT, voor PMD en op de recyclageparken blijft het tarief voor grofvuil het hoogste tarief zodat ook daar voordeligere alternatieven zijn voor de selectieve stromen).

Indexeren
Voorgesteld wordt om de tarieven te indexeren zodat op het einde van de beleidsperiode de kostenstijging in de tarieven worden meegenomen. Op aangeven van de OVAM en o.w.v. de indexering toegepast in Vlarema, gebeurt de indexering op basis van de gezondheidsindex.

Het advies is om deze stijging in fasen door te rekenen.
Voorbeeld voor de restafvalzak van 60 liter. Gestart wordt met de basisprijs van 2,50/zak. 
Indien door de index de prijs zou verhogen, doch na 1 jaar niet voldoende om een aanpassing te doen ‘naar een hoger tiental’, kan na twee jaar een aanpassing worden voorzien van 2,50 naar € 2,60. Een daaropvolgende indexering kan leiden naar een aanpassing naar € 2,70.

Op basis van budgetopvolging i.f.v. opmaak van begrotingen kan de evolutie van de werkingsbijdrage van IVM aanleiding geven tot snellere indexering naar een hoger tiental.

Toelichting team milieu en klimaat:

Uniforme tarieven in het ganse IVM-gebied heeft alleen maar voordelen:

- in de buurgemeenten wordt hetzelfde aangerekend voor ophaling van afval of aanlevering op de recyclageparken

- veel minder afvaltoerisme omdat men toch overal hetzelfde betaalt

- de voorstellen van IVM houden rekening met de werkelijke kosten voor de inzameling, vervoer en verwerking van het afval

- de kosten voor de inzameling, vervoer en verwerking van de verschillende afvalstromen lopen steeds hoger op

- diftar en het principe 'de vervuiler betaalt' toepassen is een eerlijk systeem: hoe meer afval je produceert, hoe meer je betaalt

Wij stellen voor om volgende tarieven aan te passen met ingang van 1 januari 2026:

Restafvalzak 60 liter: € 2,50
Restafvalzak 30 liter: € 1,25
GFT sticker 120 liter: € 1,5
GFT sticker 40 liter: € 0,5

In de gemeenteraad van 20 maart 2025 werd de prijs van de GFT stickers en restafvalzakken vastgelegd.  Er werd beslist om €2 aan te rekenen voor een sticker voor een GFT container van 120l en €0,70 voor een sticker voor een GFT container van 40l. Voor de restafvalzakken werd beslist om €2 aan te rekenen voor een 60l zak en €1,1 voor een 30l zak.  

Uit de toelichting van IVM blijkt dat de kostprijs voor de restafvalzakken ontoereikend is om de kosten van de huis aan huis inzameling en verwerking te dekken.

De Raad van Bestuur van IVM heeft op 7 oktober 2025 een voorstel gedaan voor de aanpassing van de tarieven van de GFT stickers en de restafvalzakken waarbij gestreefd wordt naar uniformiteit bij alle gemeenten die deel uit maken van IVM.

Zij stellen voor om een retributie te voorzien van €1,5 voor een GFT container van 120l en €0,5 voor een GFT container van 40l.  Daarnaast stellen ze voor om €2,5 voor een restafvalzak van 60l en €1,25 voor een restafvalzak van 30l aan te rekenen.

Het college van burgemeester en schepenen heeft dit voorstel op 4 november 2025 principieel goedgekeurd.

Er werd advies gevraagd aan de Gemina.


Advies van Gemina:

Gemina gaat akkoord met het principe van de uniformiteit binnen het IVM-gebied en geeft positief advies aan de gemeenteraad.

Financiële impact

De inkomsten worden geregistreerd onder jaarbudgetrekening xxxx/GBB-OMGMIL/0300-00/7003100/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (Zakken, klevers, recipiënten). De aankoop van de restafvalzakken en de GFT stickers wordt geregistreerd op jaarbudgetrekening xxxx/GBB-PATRIM/0300-00/6040000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.

Bijlagen die integraal deel uitmaken van het besluit

Retributiereglement  huishoudelijk afval - verkoop van afvalzakken (restafval, P+MD en P+MD scholenproject) en stickers voor inzameling van GFT (120l en 40l)

Artikel 1
Voor de verkoop van zakken voor inzameling van restafval en P+MD en de stickers GFT worden volgende retributies aangerekend:

Omschrijving Tarief
Restafvalzak 60l   2,5 euro
Restafvalzak 30l   1,25 euro
P+MD zakken 60l  0,15 euro
P+MD zakken scholenproject 120l 0,15 euro
GFT-sticker voor 120l-container 1,5 euro
GFT-sticker voor 40l-container 0,5 euro


Er worden geen gratis afvalzakken en stickers voorzien voor scholen en verenigingen.

Artikel 2
De restafvalzakken en P+MD zakken moeten verplicht gebruikt worden voor de huis aan huis inzameling.  

Artikel 3    
De P+MD-zakken van 120 liter moeten verplicht gebruikt worden voor de scholen en de afvaleilandjes.

Artikel 4
De stickers voor 120l en 40l moeten verplicht gebruikt worden bij de ophaling van het GFT. De sticker wordt bevestigd aan de GFT container, zodat de ophaler deze kan ontwaarden.

Artikel 5    
Er wordt een kostenvergoeding van 2% toegekend aan de handelaars, die de restafvalzakken, P+MD zakken en stickers voor GFT (120l en 40l) verkopen in hun handelszaak.

Artikel 6    
De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de aanvrager.

Artikel 7
De betaling gebeurt binnen de dertig dagen na verzending van de factuur (aan de detailhandelaars). Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering van de retributie gebeuren overeenkomstig de bepalingen van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur voor onbetwiste en opeisbare niet fiscale ontvangsten of via wetsbepalingen betreffende de burgerlijke procedure voor betwiste niet fiscale ontvangsten.
Betwistingen van de factuur dienen te gebeuren binnen de dertig dagen volgend op de verzending van de factuur ter attentie van het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 8
Artikel 8.1
Met het oog op de invordering van de onbetwiste en opeisbare retributie kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot.
Artikel 8.2
Met het oog op de invordering van de betwiste en opeisbare retributie kan beroep worden gedaan op de burgerrechtelijke invorderingsprocedure.





Bekendmaking

Dit besluit wordt opgestuurd naar Team financiën.
Bekendmaking op de website.
Naar ABB via digitaal loket.

Naar de winkeliers.

Publieke stemming
Aanwezig: Ann Boterdaele, Kim Martens, Caroline Fredrick, Freddy Haegeman, Jurgen Blomme, Chris De Wispelaere, Steven Lambert, Hilde De Graeve, Vincent Laroy, Judith De Muynck, Tim Maenhout, Dirk De Poorter, Nik Braeckman, Patrick Dossche, Wouter De Muynck, Matthias De Block, Christophe Huysman, Daan Blomme, Quinten Van de Walle, Thibo Ryckaert, Eveline Matthys, Gunther Batsleer, Hans Nauwynck, Kristof Creël, Ria Goethals, Philippe Lorez, Kenneth Pauwels
Voorstanders: Ann Boterdaele, Kim Martens, Caroline Fredrick, Freddy Haegeman, Jurgen Blomme, Chris De Wispelaere, Steven Lambert, Hilde De Graeve, Vincent Laroy, Judith De Muynck, Tim Maenhout, Dirk De Poorter, Nik Braeckman, Patrick Dossche, Wouter De Muynck, Matthias De Block, Christophe Huysman, Daan Blomme, Quinten Van de Walle, Thibo Ryckaert, Eveline Matthys, Gunther Batsleer, Hans Nauwynck, Kristof Creël, Ria Goethals, Philippe Lorez
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1
De gemeenteraad stelt het retributiereglement "Retributiereglement huishoudelijk afval - Aanpassing verkoop van afvalzakken (restafval, P+MD, P+MD scholenproject) en verkoop stickers voor de inzameling van GFT" vast.

Artikel 2
Het retributiereglement treedt vanaf 18 december 2025 in werking.

Artikel 3
Het gemeenteraadsbesluit van 20 maart 2025 'Retributiereglement huishoudelijk afval - verkoop van afvalzakken (restafval, P+MD, P+MD scholenproject) en verkoop stickers voor de inzameling van GFT' wordt per 18 december 2025 opgeheven.