Steven Lambert, schepen
Artikel 170 §4 van de grondwet
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 40, 41, 285 t.e.m. 288 en 330
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en wijzigingen
Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit
Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over het belastingreglement op dragende verticale instructies en zendmasten
Masten en pylonen worden als landschapsverstorend ervaren, beperken de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en brengen derhalve hinder mee voor de plaatselijke bevolking. Deze belasting kan als stimulans dienen voor het beperken van het plaatsen van masten en pylonen en is bijgevolg bevorderlijk voor de ruimtelijke ordening van de gemeente.
Het is aangewezen een vrijstelling te verlenen voor constructies voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten gezien zij primaire overheidstaken uitoefenen (RvS 16 juni 2015, nr. 231.593). Het is eveneens aangewezen een vrijstelling te verlenen voor constructies voor de productie van groene stroom om een bijdrage te kunnen leveren aan het stimuleren van groene stroom dat kadert in de zogenaamde “groene fiscaliteit”.
Tot slot is het ook om budgettaire redenen nuttig en aangewezen om de belasting op masten en pylonen te handhaven. Op basis van een benchmark (zie bijlage) en het gegeven dat de belasting tot op heden ook nog nooit werd verhoogd of geïndexeerd, wordt de belasting opgetrokken van 1.500 euro naar 4.500 euro per mast of pyloon met een jaarlijkse indexering op basis van de gezondheidsindex.
De inkomsten uit deze belasting worden geregistreerd op jaarbudgetrekening xxxx/GBB-FIN/0020-00/7360900/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (masten en pylonen).
Belastingreglement op masten en pylonen
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031, wordt een jaarlijkse belasting gevestigd op masten en pylonen die zich op het grondgebied van de gemeente Lievegem bevinden, in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Als mast wordt beschouwd: iedere individuele op zichzelf staande verticale structuur die geplaatst wordt op een dak of op een andere bestaande constructie met een totale minimale hoogte van 20 meter.
Als pyloon wordt beschouwd: iedere individuele op zichzelf staande verticale structuur, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht is op het niveau van het maaiveld met een minimale hoogte van 20 meter.
Artikel2
De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon op 1 januari van het aanslagjaar.
Er wordt een vrijstelling verleend voor:
Indien de mast of pyloon eigendom is van meerdere eigenaars, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.
Artikel 3
De belasting bedraagt 4.500 euro per mast of pyloon.
Artikel 4
Het bedrag vermeld in artikel 3 wordt vanaf het aanslagjaar 2027 jaarlijks geïndexeerd volgens onderstaande formule:
Belasting jaar X = Basistarief belasting * gezondheidsindex oktober jaar X-1 (basis 2013 = 100)
Gezondheidsindex december 2025 (basis 2013 = 100)
Het na indexering bekomen bedrag wordt afgerond overeenkomstig volgende afrondingsregels:
Voor elk bedrag binnen de aangegeven schijven (‘Van’–‘Tot’) gebeurt de afronding naar het eerstvolgende hogere veelvoud van het onder ‘Afronding’ vermelde afrondingsbedrag.
Artikel 5
De belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtigen die geen aangifteformulier hebben ontvangen zijn niettemin verplicht om spontaan en uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen vaststellen.
Artikel 6
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening, om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig ingekohierd.
Artikel 7
De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 8
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10
De belastingschuldige, of zijn vertegenwoordiger, kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en wijzigingen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet op straffe van verval gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de derde werkdag na de datum van verzending van het aanslagbiljet. De belastingplichtige die een hoorzitting wenst, dient dit uitdrukkelijk te vermelden in het bezwaarschrift.
Artikel 11
De toezichthoudende overheid wordt van de bekendmaking van dit besluit op de hoogte gebracht overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Team financiën.
ABB via digitaal loket.
Op de gemeentelijke website.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het belastingreglement op masten en pylonen vast.
Artikel 2
Het belastingreglement op masten en pylonen treedt in werking op 1 januari 2026.
Artikel 3
Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende het belastingreglement op dragende verticale constructies en zendmasten wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.