Kim Martens, burgemeester
De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen en de opeenvolgende wijzigingen
Het Koninklijk Besluit van 1 september 2004 houdende de beslissing om de elektronische identiteitskaart veralgemeend in te voeren
Het Koninklijk besluit van 28 april 2011 dat de omzetting beoogt van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs, o.a. de invoering van bankkaartmodel
Het Ministerieel Besluit van 15 maart 2013 werd gewijzigd door het Ministerieel Besluit van 28 oktober 2019 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemde onderdanen en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen. Dit Ministerieel Besluit van 28 oktober 2019 legt de tarieven vast die vanaf 1 januari 2020 van toepassing zullen zijn voor de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de verschillende categorieën van elektronische identiteitskaarten en elektronische identiteitsdocumenten die in het besluit worden opgesomd.
Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit
Omzendbrief Overheidsdienst Binnenlandse Zaken van 2 oktober 2025 over de tarieven van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2026
De omzendbrief betreffende procedures en leveringstermijnen van paspoorten en reisdocumenten in België (gewoon, dringend en superdringend)
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41 14°
Het besluit van de gemeenteraad van 18 september 2025 over belasting op het afleveren van administratieve stukken burgerzaken
Het besluit van de gemeenteraad van 23 oktober 2025 over de belastingen op de administratieve stukken
Identiteitskaarten, vreemdelingenkaarten, paspoorten, rijbewijzen ... worden aangevraagd bij de gemeente maar niet door de gemeente zelf aangemaakt. De kaarten worden gemaakt door FOD Binnenlandse Zaken en aan de gemeenten geleverd. De aanmaakkosten worden door de federale overheidsdienst gefactureerd aan de gemeente. De gemeente rekent deze kosten door aan de burger en heft daarop ook nog een eigen belasting.
De gemeenteraad is bevoegd voor de goedkeuring van de gemeentelijke belasting op die administratieve stukken.
Op 2 oktober 2025 ontving gemeente Lievegem de omzendbrief van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken over de verhoging van tarieven van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2026.
De ontvangsten zullen geboekt worden in het meerjarenplan op volgende jaarbudgetrekeningen:
xxxx/GBB-BURGER/0020-00/7315000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN : Identiteitsbewijzen/paspoorten/ uittreksels
xxxx/GBB-BURGER/0020-00/7318999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN : Rijbewijzen
REGLEMENT CONTANTBELASTINGEN OP AFGIFTE ADMINISTRATIEVE STUKKEN
Artikel 1 Belastbare grondslag
Er wordt een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken.
Artikel 2 Grondslag
Volgende gemeentelijke tarieven zijn van toepassing bovenop de eventuele rechten of kosten :
Artikel 3 Indexatie
De bedragen vermeld in artikel 2 worden vanaf 2027 jaarlijks op 1 januari geïndexeerd volgens onderstaande formule:
Belasting jaar X = Basisbedrag * gezondheidsindex oktober jaar X-1 (basis 2013 = 100)
Gezondheidsindex december 2025 (basis 2013 = 100)
Na samenvoeging van de geïndexeerde gemeentenbelasting en de federaal verschuldigde kostprijs worden de bekomen bedragen afgerond naar de hogere euro.
Artikel 4. Belastingplichtige
De belasting valt ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden afgegeven.
Artikel 5. Vrijgestelde stukken
Zijn van de belasting vrijgesteld:
1. de stukken die in uitvoering van een wet of gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgegeven
2. de stukken afgegeven aan gerechtelijke overheden, openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut
3. de attesten van verlies of diefstal.
Artikel 6. Betaling
1. De belasting wordt geheven op het ogenblik van de aanvraag van het belastbare stuk.
2. De belasting wordt contant geïnd tegen aflevering van een betalingsbewijs. Het betaalbewijs vormt het bewijs van kwijting van de belasting.
3. De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet binnen de drie maand vanaf de datum van de contante betaling worden ingediend. Het bezwaar wordt gedateerd en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:
1. de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige;
2. het voorwerp van het bezwaarschrift en een motivering (een opgave van de feiten en middelen).
Artikel 7. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en geldt voor alle aanvragen vanaf inwerkingtreding.
Team burger, communicatie en financiën.
ABB via digitaal loket.
Op de gemeentelijke website.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het reglement contantbelastingen op afgifte van administratieve stukken vast. Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2026.
Artikel 2
De kostprijs die aan de burger wordt aangerekend voor de administratieve documenten wordt als volgt bepaald: de tarieven die de gemeente moet betalen aan de Federale overheid vermeerderd met de lokale belasting zoals vermeld in artikel 2 van het reglement contantbelastingen op administratieve stukken, waarna het bekomen bedrag wordt afgerond naar de hogere euro.
Artikel 3
Bij prijsaanpassingen door de Overheidsdienst Binnenlandse Zaken zal voor de tariefbepaling aan de burger steeds het volgend principe worden toegepast: kostprijs van de administratieve stukken zoals opgenomen in de jaarlijkse omzendbrief van Federale overheid en geïndexeerde gemeentelijke contantbelasting, waarna het bekomen bedrag wordt afgerond naar de hogere euro.
Op voorwaarde dat dit principe wordt toegepast, is het college van burgemeester van schepenen bevoegd voor het vaststellen van deze tarieven.
Artikel 4
De gemeenteraad heft het besluit van 24 oktober 2025 op over belasting op het afleveren van administratieve stukken burgerzaken.