Ann Boterdaele, voorzitter
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 87, 88, 90, 93, 97 en 102
Het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen
De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
Er is een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ingediend bij de algemeen directeur op donderdag 17 oktober 2024.
De algemeen directeur heeft de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De voorzitter heeft vastgesteld dat:
De kandidaat-voorzitter is geen voorzitter of lid van het vast bureau en moet volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.”.
Aangezien de kandidaat-voorzitter nog geen lid is van het college van burgemeester en schepenen, wordt hij vanaf zijn eedaflegging van rechtswege als schepen toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen.
De voorgedragen kandidaat-voorzitter kan verkozen worden verklaard.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de ontvankelijkheid van de akte van voordracht voor de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. De voorgedragen kandidaat-voorzitter Hilde De Graeve wordt verkozen verklaard als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 2
Hilde De Graeve wordt vanaf haar eedaflegging van rechtswege toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt vast dat Hilde De Graeve, conform artikel 90, §4 van het decreet over het lokaal bestuur, de eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.