Besluit  Gemeenteraad

Bevoegd lid

Freddy Haegeman, schepen

Regelgeving

Decreet over het lokaal bestuur van 21 december 2017, artikel 40 en 41
Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004
Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria
Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten
Huishoudelijk reglement begraafplaatsen Lievegem goedgekeurd in de gemeenteraad van 29 januari 2020
Collegebesluit van 20 april 2021 over de begraafplaatsen Lovendegem en Vinderhoute - éénmalige regularisatie niet-geconcedeerde graven in volle grond: principiële goedkeuring

Feiten en motivering

Team Burger krijgt soms verzoeken om meer dan twee urnen bij te zetten in een urnenveld.  Het college van burgemeester en schepenen stelt het volgende voor:
Op het aantal urnen in een urnenveld kan het college van burgemeester en schepenen een afwijking toestaan die grondig gemotiveerd is.
(artikel 3.1)

Op 1 maart 2020 is er volgens het collegebesluit een procedure gestart van ontruiming van niet-geconcedeerde vervallen graven in volle grond van 1991 tot 2009. De hoofdreden hiervoor was de opstart van concessies in volle grond op de begraafplaatsen in Lovendegem en Vinderhoute. Omdat de begraafplaatsen bijna vol liggen, moest hiervoor  plaats gemaakt worden.

De geplande ontruiming stootte echter op veel kritiek. Voor sommige nabestaanden is het ondenkbaar dat hun kind, ouder zou ontgraven worden. Na lang overleg met nabestaanden en betrokken diensten stellen we voor om af te stappen van het initieel plan en om over te gaan tot een éénmalige regularisatie van  beide begraafplaatsen.

In Lovendegem en Vinderhoute waren geen concessies mogelijk in volle grond. Heel veel families van overledenen waren destijds slecht of onvolledig ingelicht door de begrafenisondernemers en waren in de veronderstelling dat het graf veel langer kon blijven liggen dan de wettelijke termijn van 10 jaar.

Het gewijzigd voorstel ( regularisatie) houdt het volgende in:

De volgende opties zijn mogelijk:

1)    Ontgraving en herbegraving op concessiegrond (1000 euro ontgraving+400 euro concessie volle grond + kosten grafmaker aanpassing grafsteen)
2)    Ontgraving en herbegraving in een grafkelder voor 2 personen ( 1000 euro ontgraving+1250 € + kosten grafmaker en nieuwe grafsteen)
3)    Ontgraving en crematie (1000 euro ontgraving + kosten begrafenisondernemer en crematie en naargelang de optie dat de burger kiest:
       •    Thuisbewaring van de urne (geen verdere kosten)
       •    Urnenkelder voor 2 personen ( 800 € concessie + kosten nieuwe steen)
       •    Columbariumnis voor 2 personen ( 500 € concessie + kosten plaatje)
       •    Urne in volle grond ( 100 € concessie + kosten steen)
4)    Bestaand graf houden, zerk verwijderen en urnenkelder boven kist éénmalige regularisatie, (regularisatieconcessie 1200 euro (nieuwe urnenkelder + graf in volle grond) +
       retroactieve kost genaamd retro-retributie na rato van het aantal jaren men al in graf ligt.

We starten onmiddellijk met concessies in volle grond na vaststelling door de gemeenteraad.

Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing op de vervallen graven van 1991 tot en met 2009 (eerdere kennisgeving van 1 maart 2020 tot 1 maart 2021)

Het gaat over 407 graven in het totaal.

(Hoofdstuk 6)

Voor de administratieve duidelijkheid wordt het reglement volledig hernomen.

Bijlagen die integraal deel uitmaken van het besluit

Huishoudelijk reglement gemeentelijke begraafplaatsen Lievegem

Hoofdstuk 1
Algemeenheden

Artikel 1.1
In de gemeente Lievegem kan op de volgende plaatsen begraven worden :

Lovendegem
Begraafplaats Lovendegem, Kasteeldreef
Begraafplaats Vinderhoute, Molenslag

Waarschoot
Begraafplaats Centrum, Hovingen
Begraafplaats Beke, Oude Staatsbaan

Zomergem
begraafplaats Zomergem, Kerkhofstraat
begraafplaats Oostwinkel, Oostwinkeldorp
begraafplaats Ronsele, Kerkplein

Op deze laatste 3 begraafplaatsen zijn er afscheidsbomen aanwezig waar ter nagedachtenis van ontgraven personen en verwanten waarvan de as buiten de begraafplaats wordt bewaard linten kunnen worden aangebracht.

Foetussen kunnen, geheel vrijblijvend, op de kinderbegraafplaats van de hiernavolgende begraafplaatsen en mits onderstaande voorwaarden,  begraven worden :
Lovendegem Kasteeldreef : kinderpark 0- 3 j met aanwezige Vlinderboom en Urnenpaddestoel
Vinderhoute Molenslag : kinderpark 0-12 j met aanwezige Vlinderboom en Urnenpaddestoel
Waarschoot Hovingen : kinderpark 0-12 j
Zomergem, Kerkhofstraat : kinderpark 0-12 j
Oostwinkel, Oostwinkeldorp: kinderpark 0-12 j
Ronsele, Kerkplein: kinderpark 0-12 j

Artikel 1.2
Onder “begraving” wordt verstaan :
•    Het begraven van stoffelijke overschotten
•    Het bijzetten van asurnen in het columbarium
•    Het begraven van asurnen
•    De verstrooiing van de as op een strooiweide

Zolang het technisch mogelijk is, zijn begravingen in kelders toegestaan

Artikel 1.3
Elk overlijden in de gemeente moet zo snel mogelijk aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.  
Diegene die voor de begraving instaat regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis.  Bij  ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.

Het gemeentebestuur beslist over de dag en het uur van de begraving.
De begravingen zijn mogelijk op de werkdagen, tussen 09.00 uur en 15.30 uur.
Op zaterdagen tussen 09.30 uur en 13.30 uur.  Op  wettelijke feestdagen en op de dagen, jaarlijks aangeduid door het college van burgemeester en schepenen, zijn geen begravingen mogelijk.
Er moet vooraf een toelating tot begraven aangevraagd worden bij de dienst burgerlijke stand.

Artikel 1.4
Behoudens de wettelijke bepalingen, voorzien in het decreet en in de lokale reglementering, is de manier van teraardebestelling, zoals vermeld bij de aangifte, definitief.

De volgorde van de begravingen en de bijzettingen wordt bepaald door het gemeentebestuur, meer bepaald door het college van burgemeester en schepenen, op voorstel van Team Burger in overleg met Team infrastructuur - groen en begraafplaatsen.  Vooraleer een overlijden heeft plaats gehad, kunnen geen plaatsen worden gereserveerd.
Enkel de daartoe door het gemeentebestuur aangestelde personen zijn gemachtigd begravingen uit te voeren.
De as wordt uitgestrooid door een gemeentelijke aangestelde.

Artikel 1.5
Een stoffelijk overschot wordt begraven in een kist of in een lijkwade.

Een kist moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21/10/2005. *

Een lijkwade is een lijkomhulsel dat in de plaats van een doodskist wordt gebruikt bij de lijkbezorging.  Een lijkwade moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21/10/2005. *

*Belgisch Staatsblad, publicatie 15/12/2005.  Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden.

De burgemeester of zijn gemachtigde mag een kisting bijwonen.

Artikel 1.6
De rouwenden kunnen bij het gehele verloop van de begrafenis aanwezig zijn.

Hoofdstuk 2
Niet-geconcedeerde graven

Artikel 2.1
Zonder concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden :
-    personen welke op datum van hun overlijden ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van Lievegem;
-    stoffelijke overschotten, ontdekt op het grondgebied van Lievegem;
-    personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters van Lievegem.
personen, die gedurende een termijn van 20 jaar, al dan niet aaneensluitend ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van Lievegem.

Een niet-geconcedeerde begraving wordt  10 jaar bewaard.  
Het is verboden meer dan 1 stoffelijk overschot in 1 graf te begraven.
Slecht 1 asurne per urnenveld of nis is toegelaten.  
Tenzij mits ontgraving, is de omzetting van een niet-geconcedeerde begraving, naar een begraving in een concessie niet toegelaten.  De modaliteiten, voorzien in het gemeentelijk politiereglement en in het tariefreglement zijn van toepassing.

Artikel 2.3
Wanneer niet-geconcedeerde begravingen worden ontruimd,  zal een afschrift van de beslissing tot ontruiming gedurende 1 jaar, bekendgemaakt worden :

•    aan het betrokken graf en/of in de nabijheid van het te ontruimen perceel.
•    aan de ingang van de begraafplaats.
•    door middel van andere gemeentelijk informatiekanalen.

De belanghebbenden zullen, te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking bedoeld in vorige alinea, beschikken over een termijn van 1 jaar om de grafmonumenten en/of de graftekens weg te nemen.
Na die termijn worden zij eigendom van de gemeente en worden ze van ambtswege verwijderd.  Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van deze materialen.

Voor de ruiming van een niet-geconcedeerd perceel wordt een draaiboek opgemaakt.

Artikel 2.4
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van een asurne uit een niet-geconcedeerd perceel of nis, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis, van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals tot op heden gewijzigd, moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.

De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de procedure van  ontruiming van de niet-geconcedeerde graven loopt.  
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.

De voorwaarden betreffende de ontgraving, opgenomen in hoofdstuk 2 van dit politiereglement, zijn van toepassing.

Wanneer de thuisbewaring ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van de gemeentelijke begraafplaats, of een andere bestemming krijgen.

Hoofdstuk 3
Concessies

Artikel 3.1
Zolang de omvang van de begraafplaatsen dit mogelijk maakt, worden concessies verleend voor het begraven van stoffelijke overschotten en asurnen en voor het bijzetten van asurnen, volgens de tarieven opgenomen in het gemeentelijk tariefreglement.

Een concessie wordt toegekend voor maximum 4 personen.

Bij de toekenning van een concessie van meer dan  2 personen, worden 2 percelen naast elkaar toegewezen.
Bij de toekenning van een concessie van meer dan 2 urnen, worden 2 percelen (urnenveld) of 2 nissen  toegewezen.

Op het aantal urnen in een urnenveld kan het college van burgemeester en schepenen een afwijking toestaan die grondig gemotiveerd is.


Artikel 3.2
De concessie wordt schriftelijk aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.  De begunstigden van de concessie worden in de aanvraag  vermeldt.

Naar aanleiding van elke bijbegraving of bijzetting wordt de concessie ambtshalve hernieuwd.

Artikel 3.3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessies te verlenen conform de modaliteiten van het huishoudelijk reglement en de vastgestelde tarieven, voorzien in het tariefreglement.  
Het college van burgemeester en schepenen wordt eveneens gemachtigd om de concessies te beëindigen bij toepassing van een procedure van verwaarlozing en naar aanleiding van een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie.


Artikel 3.4
Er kunnen geen concessies verleend worden vóór het overlijden, behoudens in het kader van een meervoudige concessie, waarbij de toegewezen plaats onmiddellijk benut wordt voor een overleden persoon en de overige concessies, tot maximum 4 personen, voorbehouden wordt aan :
•    de overlevende echtgeno(o)t(e) van de overledene;
•    de bloedverwanten eerste en tweede graad van de overledene;
•    de persoon die met de overledene een feitelijk gezin vormt.
de persoon die, samen met de overledene, een wilsbeschikking tot samenbegraving heeft ondertekend.


Artikel 3.5
Concessies aangevraagd na 01/01/2020
De concessies, aangevraagd na 01/01/2020, worden nominatief toegekend voor max. 4  personen, en voor een termijn van 20 jaar per perceel,  die aanvangt op de datum van de eerste begraving.
Het volledige tarief van de concessie wordt, op het ogenblik van de aanvraag van de concessie en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Hernieuwing van de concessie, naar aanleiding van een bijbegraving.
Naar aanleiding van elke bijbegraving in het geconcedeerd perceel, wordt de concessie ambtshalve hernieuwd tot de vervaldatum, toegekend aan het perceel.

Hernieuwing van de concessie zonder bijbegraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de  concessie hernieuwd worden met een termijn van 10 of 20 jaar, die aanvangt op de  datum van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing.  Het tarief van de hernieuwing van de concessie wordt, op het ogenblik van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.

Toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
De aanvraag tot retro-actieve thuisbewaring van een asurne uit een concessie in het columbarium of het urnenveld, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis, van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals tot op heden gewijzigd, moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de termijn van de concessie loopt of tot zolang de procedure van de hernieuwing van de concessie loopt.  
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De modaliteiten betreffende de ontgraving, opgenomen in het gemeentelijk politiereglement en het gemeentelijk tariefreglement zijn van toepassing.  
De geconcedeerde nis of perceel wordt gedurende een termijn van 2 jaar bewaard.  
De bewaringstermijn heeft geen invloed op de oorspronkelijk toegekende concessietermijn.
Wanneer de thuisbewaring na de termijn van 2 jaar ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van één van de gemeentelijke begraafplaatsen, of een andere bestemming krijgen.

Voortijdige beëindiging van de concessie tijdens de retroactieve thuisbewaring.
Wanneer op het ogenblik van de aanvraag tot retroactieve thuisbewaring, door de nabestaanden reeds gekozen wordt om de asurne niet meer terug te brengen of wanneer door de nabestaanden gekozen wordt voor een asverstrooiing op een andere plaats dan de begraafplaats, dan worden de modaliteiten van artikel 3.8 van het gemeentelijk huishoudelijk reglement toegepast.
Hernieuwing van de concessie tijdens de retroactieve thuisbewaring.
Wanneer de concessie tijdens de periode van bewaring moet hernieuwd worden, zijn de modaliteiten van artikel 3.5 van  het gemeentelijk huishoudelijk reglement van toepassing.  Wanneer de concessie, tijdens de periode van de bewaring, niet hernieuwd wordt, is deze vervallen.  

Wanneer, na een termijn van twee jaar,  de asurne niet wordt teruggebracht naar de begraafplaats, wordt de concessie ambtshalve opgeheven.

De betaalde concessieprijs kan noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.

Artikel 3.6
Op de kinderbegraafplaats worden begravingen toegestaan tot de leeftijd van 12 jaar.
Er wordt het hiernavolgend concessiessysteem toegepast  :

Concessies, aangevraagd na 01/01/2020
De concessies, aangevraagd na 01/01/2020, worden ambtshalve en nominatief toegekend voor een termijn van 20 jaar,  die aanvangt op de datum van de begraving.
Hernieuwing van de concessie.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de  concessie ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 10 of 20 jaar, die aanvangt op de  datum van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing.  

Artikel 3.7
De voorafgaande schikkingen omtrent de duur en de hernieuwing van de concessies doen geen afbreuk aan het recht op kosteloze hernieuwing van de reeds eerder toegekende eeuwigdurende concessies, zoals voorzien in de wet van 21 juli 1971


Artikel 3.8
Eenieder kan een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie schriftelijk indienen bij  het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot voortijdige beëindiging van de concessie wordt gedurende een termijn van 6 maanden  aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats en aan het desbetreffende perceel.
Bezwaren tegen een aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Bij een voortijdige beëindiging van de concessie kan het betaalde concessietarief noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.

Artikel 3.9
In geval van terugneming van een perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Zij hebben slechts het recht op het kosteloos bekomen van een perceel of een nis van dezelfde afmetingen op een ander deel van de begraafplaats of een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de reeds toegekende concessietermijn.

Hoofdstuk 4
Percelen – Afmetingen Grafmonumenten – Graftekens – Gedenkplaten – Beplantingen – Onderhoud

Artikel 4.1  
Een ieder heeft het recht om een grafmonument te plaatsen.  
Op het perceel, waarin een stoffelijk overschot of een asurne begraven of bijgezet in een concessie, mogen ten vroegste binnen de 6 maanden en ten laatste binnen de 12 maanden aanwezig zijn :
-    ofwel wordt het perceel voorzien van een natuurlijke aanplanting; ingezaaid met gras, aanplant van vaste planten tot een hoogte van maximum 50 cm. Losse afboording of het aanbrengen van granulaten is niet toegestaan.
-    ofwel een grafzerk waarop de naam, voornaam en de datum of het jaartal van overlijden van de aldaar begraven perso(o)n(en) aangebracht worden.

Op een geconcedeerde nis van het columbarium, moet uiterlijk binnen de 6 maanden een naamplaat worden aangebracht.

Op een geconcedeerd perceel van het urnenveld, moet uiterlijk binnen de 6 maanden een naamplaat geplaatst worden.

Ingeval van bijbegraving moet na de begrafenis het perceel onverwijld in een ordentelijke staat gebracht worden en dienen de afzoming, de graftekens of de afdekplaten geplaatst binnen hogervermelde termijn.

Indien binnen de voorziene termijn de plaatsing van de afzoming, de grafzerk of de afdekplaat niet is uitgevoerd, of indien tijdens de verdere duur van de concessie niet langer aan die voorwaarden voldaan is, kan zulks aanleiding geven tot het treffen van dezelfde maatregelen als deze die ingevolge de wet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging zijn voorzien bij verwaarlozing van graven.

Artikel 4.2
Een perceel, voor de niet-geconcedeerde begraving van een stoffelijk overschot of urne moet de hiernavolgende afmetingen hebben :

Begraafplaats Waarschoot

Begraafplaats Zomergem

Begraafplaats Lovendegem




Artikel 4.3
Een perceel, voor de geconcedeerde begravingen van stoffelijke overschotten en/of urnen moet de hiernavolgende afmetingen hebben :

Begraafplaats Waarschoot

Begraafplaats Zomergem



Begraafplaats Lovendegem




Artikel 4.4
Een grafmonument, geplaatst op een niet-geconcedeerd perceel, moet de hiernavolgende afmetingen hebben :

Begraafplaats Waarschoot:  

 

Begraafplaats Zomergem

Begraafplaats Lovendegem

De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat zij de veiligheid en doorgang niet belemmeren en zonder schade aan te brengen aan de aangrenzende graftekens en graven.
Alle bouwwerken en plaatsingen van graftekens gebeuren onder toezicht van het gemeentepersoneel.
De afstand tussen twee rug-aan-rug geplaatste grafmonumenten bedraagt 0,30 m.

Artikel 4.5
Een grafmonument, geplaatst op een geconcedeerd perceel, moet de hiernavolgende afmetingen hebben, gemeten vanop de maaihoogte :

Begraafplaats Waarschoot




Begraafplaats Zomergem




Begraafplaats Lovendegem



De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat zij de veiligheid en doorgang niet belemmeren en zonder schade aan te brengen aan de aangrenzende graftekens en graven.
Alle bouwwerken en plaatsingen van graftekens gebeuren onder toezicht van het gemeentepersoneel.
De afstand tussen twee rug-aan-rug geplaatste grafmonumenten bedraagt 0,30 m.


Artikel 4.6
De afdekplaat van het columbarium wordt geleverd door het gemeentebestuur.(alleen begraafplaats Lovendegem en Vinderhoute).

Aan de nissen van de columbarium worden op verzoek van de nabestaanden en door de zorgen van de gemeente standaard gedenkplaatjes aangebracht. Deze plaatjes zijn vervaardigd uit geanodiseerd goudkleurig aluminium met standaardafmetingen.(alleen begraafplaats Lovendegem en Vinderhoute).
Op deze plaatjes wordt in zwarte kleur de naam, voornaam, geboorte- en overlijdensjaar gegraveerd. De kostprijs die hiervoor wordt aangerekend, wordt vastgelegd in een retributiereglement.

Artikel 4.7
De afdekplaat van het urnenveld wordt geleverd door het gemeentebestuur.
Bij de begraving van een urne in volle grond wordt, op verzoek van de nabestaanden, door de gemeente een standaard afdekplaat van 0,60 m op 0,60 m op 0,04 m in blauwe hardsteen geleverd aan een tarief vastgelegd in het retributiereglement. De plaatsing en belettering van de dekplaat gebeurt ten laste van de nabestaanden. Foto’s en gedenkteksten zijn toegelaten tot op 0,10 m van de rand van de afdekplaat en met een maximumdikte van 0,02 m boven de plaat.
De betonkaders voor de dekplaat dienen waterpas en op 0,40 m afstand van de boordsteen van het aanpalend voetpad geplaatst te worden. De bovenzijde van de betonkaders dient zich op dezelfde hoogte te bevinden van de bovenzijde van de boordsteen.
De nabestaanden kunnen zelf ook instaan voor het leveren en plaatsen van een afdekplaat in natuursteen van 0,60 m op 0,60 m en een dikte van maximaal 0,05 m. De plaatsing, de belettering en het aanbrengen van foto’s en gedenkstenen moet voldoen aan de bovenvermelde voorschriften. Eventuele beplanting mag aangebracht worden doch mag niet hoger groeien tot 50 cm en mag niet buiten de boordsteen groeien.
In geval van een bijzetting in een urnenkelder wordt de kelder met een standaard afdekplaat van 0,60 m op 0,60 m op 0,04 m in blauwe hardsteen geplaatst door de gemeente aan een tarief vastgesteld in het retributiereglement. door de gemeente, prijs inbegrepen bij de concessie vastgelegd in het retributiereglement. De nabestaanden moeten zelf voorzien in een nieuw aan te brengen gedenksteen met opschrift op de blauwe hardsteen. De gedenksteen moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Materiaal: Gepolijst Jasberg graniet 400 mm x 400 mm en 30 mm dik
Verplicht vlak te monteren in het midden van de deksteen van de urnenkelder.
De gravering kan vrij ingevuld worden door de familie. Eventuele foto’s moeten vlak aangebracht worden op deze granietplaat.
Het verticaal of onder hoek monteren van foto’s of ornamenten van gelijk welke aard zijn niet toegestaan.
De grondoppervlakte rond de urnenkelder wordt ingevuld met siersteentjes tot de onderrand van de blauwe hardsteen en binnen de afgebakende boordsteen door de gemeente.
Verticale ornamenten (tekstplaten, religieuze symbolen, beelden enz) zijn niet toegelaten.
Eventuele beplanting mag aangebracht worden doch mag niet hoger groeien tot 50 cm en mag niet buiten de boordsteen groeien.

Overgangsmaatregel: artikel 4.7 gaat van kracht op de urnenkelders van zodra er nieuwe urnenkelders worden geplaatst, tot zolang blijven de regels gelden van de desbetreffende begraafplaatsen.
Op urnen in volle grond is het artikel onmiddellijk van toepassing.


Artikel 4.8
Naamplaatjes op het herdenkingsmonument aan de strooiweide, geplaatst na 01/01/2020.
De naamplaatjes op de herdenkingsmonument aan de strooiweide worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen.
De kostprijs die hiervoor aan betrokkenen wordt aangerekend, wordt vastgelegd in een retributiereglement.


Artikel 4.9
De aanplantingen op de grafmonumenten en eventuele andere voorwerpen moeten derwijze geplaatst en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken belemmeren.  De hoogte moet beperkt worden tot 0,50 m.

Verwelkte beplanting wordt ambtshalve verwijderd.

Artikel 4.10
De verwijdering en de herplaatsing van de afdekplaat van het columbarium, naar aanleiding van een aanvraag tot retroactieve thuisbewaring, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis, van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals tot op heden gewijzigd,  wordt in eigen beheer geregeld.  
De verwijdering en de herplaatsing van het monument van het urnenveld, ingevolge voormelde toepassing, gebeurt in opdracht en op kosten van de aanvrager van de thuisbewaring.
Voor de verwijdering en de herplaatsing wordt een afspraak gemaakt met het gemeentebestuur.  

De herplaatsing van de afdekplaat en de herplaatsing van het urnenveldmonument moet binnen een termijn van 30 dagen worden uitgevoerd.

De aanvrager van de retroactieve thuisbewaring is verantwoordelijk voor eventuele schade.

Artikel 4.11
Wanneer een begraving om gelijk welke reden ten einde loopt, worden de niet-weggenomen graftekens en de nog bestaande constructies eigendom van de gemeente.  Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de bestemming van de grafmonumenten.  

Artikel 4.12
Met betrekking tot de plaatsing van de grafmonumenten moeten de voorbereidende werken volledig buiten de muren van de begraafplaatsen uitgevoerd worden.  Na de plaatsing van de grafmonumenten mogen geen materialen achtergelaten worden.


Hoofdstuk 5
Graven van lokaal historisch belang – Peterschap

Artikel 5.1
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt autonoom welke graven van historisch belang zijn.
Deze grafmonumenten worden gedurende 50 jaar bewaard. De termijn is verlengbaar.


Artikel 5.2
Eenieder kan een aanvraag indienen om het peterschap over een bepaald grafmonument op een geconcedeerd perceel te verwerven.

Door de toekenning van het peterschap verbindt  de aanvrager er zich toe om, gedurende een welbepaalde periode, een welbepaald grafmonument te behouden.  De aanvrager mag onderhouds- en restauratiewerken uitvoeren, zonder de oorspronkelijke staat van het grafmonument te wijzigen.
Het gemeentebestuur blijft eigenaar van het grafmonument.  In het betrokken perceel worden geen nieuwe begravingen toegestaan.

Het peterschap kan enkel aangevraagd worden voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van ontruiming en voor grafmonumenten, van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van hernieuwing van concessies, waarvan de concessie niet hernieuwd wordt.

De aanvraag tot peterschap wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, en moet gemotiveerd worden.

Het college van burgemeester en schepenen kent het peterschap toe.

Voor het peterschap wordt een overeenkomst gesloten.  Hierin worden de richtlijnen van de restauratie en het onderhoud van het grafmonument opgenomen, alsook de termijn van het peterschap.
De aanvrager is aansprakelijk voor eventuele schade aan het grafmonument die, als gevolg van werken, in zijn of haar opdracht zijn uitgevoerd.   

De verwerving van het peterschap is gratis.  De aanvrager kan geen aanspraak maken op vergoedingen of compensaties.

Het peterschap kan bekend gemaakt worden aan het grafmonument, op de in de overeenkomst vastgestelde plaats, door middel van een plaatje.

Hoofdstuk 6
Eenmalige regularisatie Lovendegem-Vinderhoute niet-geconcedeerde graven in volle grond

Artikel 6.1
De nabestaanden van de niet-geconcedeerde graven van 1 januari 1991 tot 31 december 2009, krijgen kans tot 15 maart 2022 om de volgende opties te volgen:

1)    Ontgraving en herbegraving op concessiegrond
2)    Ontgraving en herbegraving in een grafkelder voor 2 personen
3)    Ontgraving en crematie en naargelang de optie dat de burger kiest:
       •    Thuisbewaring van de urne
       •    Urnenkelder voor 2 personen
       •    Columbariumnis voor 2 personen
       •    Urne in volle grond
4)    Bestaand graf houden, zerk verwijderen en urnenkelder boven kist.

Artikel 6.2
De concessie wordt verleend voor een termijn van 20 jaar vanaf datum aanvraag of eventuele ontgraving en eventuele plaatsing in concessiegrond, grafkelder, urnenkelder, urne in volle grond of columbarium.
Voor de concessie wordt, overeenkomstig een tarief betaald naargelang welke concessie wordt aangevraagd en een eventuele retro-retributie.
Voor min 12 jarige zal er geen retro-retributie worden aangerekend en ook geen regularisatieconcessie. Kinderen onder de 12 jaar krijgen een gratis eeuwigdurende concessie.
Een verlenging van 10 of 20 jaar voor de regularisatieconcessie is mogelijk en is opgenomen in het retributiereglement.

 

Bekendmaking

Dit besluit wordt opgestuurd aan de lokale begrafenisondernemers.
Dit besluit wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website.
ABB via digitaal loket