De voorzitter opent de zitting om 21:22.
Door de coronacrisis wordt deze raad via een digitale vergadering door middel van MS Teams gehouden.
De vergadering werd om 21.24 uur tijdelijk geschorst tussen agendapunten 2 en 3 om de gelegenheid te geven aan de gemeenteraad, om na vaststellen door de raad voor maatschappelijk welzijn van haar gedeelte van aanpassing 1 meerjarenplan 2020-25, de gemeenteraad op haar beurt aanpassing 1 meerjarenplan 2020-25 deel ocmw goed te keuren.
De zitting werd met punt 3 hernomen om 22.46 uur.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32 en 74
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement ocmw-raad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de OCMW-raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de OCMW-raadsleden.
Elk OCMW-raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de OCMW-raad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de OCMW-raad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is te bekijken op https://youtu.be/Ndaf9VKMR4Y
De OCMW-raad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 18 november 2020 goed.
Kim Martens, schepen
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 78, 4° en 10°, 249 t.e.m. 257
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
Het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het Ministerieel besluit van 13 november 2018 betreffende de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen die de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen toepassen vanaf 1 januari 2019, onder andere de gemeente Lievegem en het ocmw Lievegem
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende vaststelling meerjarenplan 2020-2025 deel ocmw Lievegem
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende vaststelling meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 1 deel gemeente Lievegem
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
Het decreet lokaal bestuur voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het OCMW. Dit beleidsrapport omvat dus de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de gemeente als het OCMW. Gezien beide entiteiten als aparte rechtspersonen blijven bestaan, stemmen de gemeenteraad en de ocmw-raad in uitvoering van artikel 249 §3 van het decreet lokaal bestuur elk over hun deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025, waarna de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025, zoals vastgesteld door de OCMW-raad, goedkeurt.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 is in financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor geen enkel van de onderliggende jaren negatief is en de autofinancieringsmarge voor het boekjaar 2025, het laatste jaar van de meerjarenplanning, minstens gelijk is aan nul. Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2025 is positief. Gezien de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan 2020 - 2025 hebben opgesteld, wordt het financieel evenwicht ook beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Er zijn geen nominatieve investeringen voor het OCMW.
De OCMW-raad stelt het deel van het OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 vast.
Beschikbaar budgettair resultaat in 2020: 11.960.989 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2021: 793.827 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2022: 3.349 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2023: 7.339 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2024: 3.565 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2025: 2.259.394 euro
Autofinancieringsmarge in 2025: 1.757.774 euro
Enig artikel
De aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020 - 2025, deel OCMW Lievegem, wordt vastgesteld zoals gevoegd in bijlage.
Kim Martens, schepen
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 78,17°
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
OCMW-raadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring lijst OCMW nominatieve subsidies 2020
OCMW-raadsbesluit van 16 december 2020 houdende vaststelling aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 voor haar gedeelte.
Jaarlijks wordt de lijst met nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan en voorgelegd aan de raad.
Omdat bij deze eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 ook nominatieve subsidies voor 2020 gewijzigd zijn, worden zowel de subsidies voor 2020 als 2021 voorgelegd aan de raad.
Artikel 1
De OCMW-raad keurt de lijst met nominatieve subsidies voor 2020 en 2021 goed.
Artikel 2
Het OCMW-raadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring lijst OCMW nominatieve subsidies 2020 wordt opgeheven.
Hilde De Graeve, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77 over de volheid van bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn
Besluit van de OCMW-raad van 30 januari 2019 over de goedkeuring van het reglement van de mindermobielencentrale OCMW Lievegem
Taxistop vzw bracht de verantwoordelijken van de MMC's, via e-mail, op de hoogte van de aanpassing van de tarieven in 2021.
Het lidmaatschap voor de leden wordt lichtjes verhoogd van € 10 naar € 12 voor een jaar, het lidmaatschap komt dan op € 1 per maand.
Lidmaatschap na 30 juni wordt dan € 6.
Voor een groeps- of gezinslidmaatschap worden de tarieven € 18 voor een jaar en € 9 na 30 juni.
De afrekening met Taxistop blijft in dezelfde verhouding: per lid betalen we respectievelijk € 6 en € 3. Per groeps- of gezinslidmaatschap betalen we respectievelijk € 9 en € 4,5. Dit impliceert dus dat het bedrag dat we als centrale overhouden aan het lidmaatschap, ook verhoogt.
De tarieven die dienen toegepast te worden, worden opgelegd door Taxistop vzw. We stellen voor om deze tarieven automatisch toe te passen als deze wijzigen, zonder telkens het reglement te moeten aanpassen. Andere wijzigingen aan het reglement worden wel aan de OCMW-raad voorgelegd ter goedkeuring.
De uitgaven (lidmaatschap aan Taxistop, inclusief verzekering) worden aangerekend op de jaarbudgetrekening: GBB-WELZYN/0900-00/6150006/OCMW/VB/IP-GEEN
De inkomsten (jaarlijks lidgeld van de gebruikers) worden aangerekend op de jaarbudgetrekening :GBB-WELZYN/0900-00/7010002/OCMW/VB/IP-GEEN
Artikel 1
De OCMW-raad stelt de aanpassing van het reglement voor de mindermobielencentrale vast.
Artikel 2
De OCMW-raad is akkoord dat de aanpassingen aan de tarieven, opgelegd door Taxistop vzw, automatisch worden toegepast. Andere wijzigingen aan het reglement worden wel ter goedkeuring voorgelegd aan de OCMW-raad.
Artikel 3
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021 en heft het reglement van 30 januari 2019 op.
Hilde De Graeve, schepen
Guy De Neve, schepen
Het Burgerlijk Wetboek
Decreet lokaal bestuur van 27 december 2017, artikel 78-11°
Beslissing vast bureau van 25 augustus 2020 over de toegangsweg naast Dam 12-14 : vestiging erfdienstbaarheid
Situatieschets
Op 17 juli 2020 richtte de Notaris Mondelaers een schrijven aan het OCMW Lievegem.
De familie Valcks is eigenaar van de woningen Dam 12 en 14, 9950 Lievegem, kadastraal gekend als Lievegem 4e afdeling/Waarschoot, sectie A, nrs. 307D en 308P.
Rechts van de woningen loopt een weg, kadastraal gekend als Lievegem 4e afdeling/Waarschoot, sectie A, nr. 309D.
Op heden wordt de woning Dam 12 (achterliggende woning) verkocht. Deze woning heeft geen uitweg naar de openbare weg, behoudens door middel van overgang over de toegangsweg van het OCMW Lievegem. Helaas werd in geen enkele eigendomstitel een erfdienstbaarheid van overgang gevestigd in het voordeel van de woningen Dam 12 en 14 teneinde hun “gebruik” van de weg te garanderen.
Deze toegangsweg wordt volgens verklaring van de familie Valcks al tientallen jaren niet meer gebruikt door het OCMW of door landbouwers. De weg zou momenteel enkel en alleen gebruikt door de bewoners van Dam 12 en 14.
De nieuwe kopers willen zekerheid dat ze toegang langs deze toegangsweg mogen nemen.
Overweging
Deze toegangsweg loopt naar het achterliggend perceel nr. 310A (weiland), tevens in eigendom van het OCMW. Momenteel wordt dit weiland verpacht aan Christiaan Haegeman (Dam 32, 9950 Lievegem). Aangezien de huidige pachter tot dit weiland waarschijnlijk toegang neemt vanaf zijn eigendom, wordt deze weg momenteel niet veel gebruikt worden door deze huidige pachter, maar dit blijft wel de toegangsweg tot het achterliggend weiland.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt:
Indien voor (één van) desbetreffende woning(en) een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend wordt, zal een ontsluiting van de woning(en) naar een voldoende uitgeruste weg steeds een vereiste zijn voor de behandeling van de aanvraag (artikel 4.3.5 §1 VCRO). Beide woningen moeten met andere woorden via eigen perceel of een erfdienstbaarheidsweg de openbare weg kunnen bereiken.
Vanuit oogpunt eigendom:
De notaris vroeg in zijn mail het akkoord van het OCMW om de weg als uitweg te mogen gebruiken, maar een louter akkoord is juridisch niet sluitend.
Een officiële erfdienstbaarheidsakte lijkt de meest complete optie, maar dit betekent officieel een verzwaring op het gebruik van deze weg.
Vermits dit enkel in het voordeel is van de eigenaars van Dam 12 en 14, is het logisch dat kosten voor de opmaak van de erfdienstbaarheidsakte, de notaris- en registratiekosten door deze eigenaars/verkopers worden gedragen.
De vestiging van een erfdienstbaarheid zal een bevestiging zijn van het huidig gebruik, maar op dit moment is dit gebruik voor discussie vatbaar, vermits Dam 14 zelf rechtstreeks toegang kan nemen tot de wegenis Dam en vermits de eigenaars van Dam 12 dezelfde zijn als van Dam 14, zouden ze eigenlijk even goed een erfdienstbaarheid kunnen leggen op de grond van Dam 14. Maar gelet op het gebruik gedurende ettelijke jaren, lijkt een weigering van gebruik of weigering van het vestigen van een erfdienstbaarheid niet opportuun.
Conclusie vast bureau van 25 augustus 2020
Het vast bureau is principieel akkoord met de vestiging van een erfdienstbaarheid op de weg, kadastraal gekend als Lievegem 4e afdeling/Waarschoot, sectie A, nr. 309D, onder de voorwaarde dat alle kosten, rechten en ereloon van deze erfdienstbaarheidsakte en haar gevolgen ten laste zijn van de eigenaars van Dam 12 en 14, 9950 Lievegem en dit onder voorbehoud van goedkeuring van de erfdienstbaarheidsakte door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Dit is dan ook aan het notariskantoor meegedeeld eind augustus 2020.
Stand van zaken
Op 6 november 2020 neemt het notariskantoor voor de eerste keer na augustus 2020 contact op met het OCMW om mee te delen dat ze akkoord zijn met dit principieel akkoord en maken ze het voorstel van ontwerpakte over.
Vervolgens zijn de nodige opmerkingen ten aanzien van de ontwerpakte overgemaakt aan het notariskantoor op 13 november 2020.
Op 16 november 2020 bezorgde het notariskantoor de aangevulde ontwerpakte aan het OCMW.
Na goedkeuring door de raad zal het verlijden van de akte gebeuren op 21 december 2020.
Alle kosten die verbonden zijn aan de vestiging van de erfdienstbaarheid worden door de eigenaars moeten gedragen.
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de erfdienstbaarheidsakte goed voor de vestiging van een erfdienstbaarheid op de weg, kadastraal gekend als Lievegem 4e afdeling/Waarschoot, sectie A, nr. 309D, onder de voorwaarde dat alle kosten, rechten en ereloon van deze erfdienstbaarheidsakte en haar gevolgen ten laste zijn van de eigenaars van Dam 12 en 14, 9950 Lievegem.
Chris De Wispelaere, schepen
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
De wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
De wet 28/ maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de modaliteiten voor de oprichting van een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk;
Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers
Het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk
Het koninklijk besluit van 24 april 2014 betreffende de wijziging van diverse bepalingen in het kader van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Elke werkgever is verantwoordelijk voor de structurele planmatige aanpak van preventie, door middel van een dynamisch risicobeheersingssysteem.
Het dynamisch risicobeheersingssysteem is gesteund op de algemene preventiebeginselen en heeft betrekking op de volgende domeinen:
1° de arbeidsveiligheid;
2° de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk;
3° de psychosociale aspecten van het werk;
4° de ergonomie;
5° de arbeidshygiëne;
6° de verfraaiing van de arbeidsplaatsen;
7° de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu, wat betreft hun invloed op de
punten 1° tot 6°.
Het dynamisch risicobeheersingssysteem heeft tot doel de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk mogelijk te maken.
Dit beleid heeft tot doel arbeidsongevallen en beroepsziekten te voorkomen en de verhouding tussen mens en werk nader te bepalen, zodat beter rekening gehouden wordt met de mens in zijn totaliteit. Dit preventiebeleid dient rekening te houden met een aantal specifieke wettelijke en reglementaire bepalingen, die door de overheid werden
uitgevaardigd om het kader aan te geven waarbinnen dit preventiebeleid kan tot stand komen.
De veruitwendiging van dit dynamisch risicobeheersingssysteem is het globaal preventieplan (GPP) dat de werkgever in overleg met de leden van de hiërarchische lijn en team voor Preventie en Bescherming op het werk opstelt. Dit GPP wordt opgesteld voor een termijn van vijf jaar maar dient minstens jaarlijks herzien te worden in functie van de wijzigende risico’s, prioriteiten en veranderingen in de organisatie.
Het bestuur legt de noodzakelijke middelen, de taakverdeling, eventuele fasering en de doelstellingen vast.
Uit het globaal preventieplan (GPP) wordt het jaaractieplan (JAP) getrokken. Dit jaaractieplan bepaalt de acties voor 1 jaar. Dit jaaractieplan dient steeds door het college
van burgemeester en schepenen, het vast bureau en het HOC BOC te worden goedgekeurd, voor 1 november voorafgaand aan het jaar van het JAP.
Het globaal preventieplan en jaaractieplan 2021 werden behandeld in het comité preventie en bescherming van het werk van het vakbondsoverleg op 8 oktober 2020.
Gegevens en bronnen waaruit het GPP kan worden opgemaakt
De resultaten van de risicoanalyses:
Risicoanalyses dienen te worden uitgevoerd over gans de organisatie, per functie, per werkpost, per taak.
De preventiemaatregelen die nodig zijn om de vastgestelde risico’s in te dekken, worden opgenomen in het GPP.
De bevindingen van de arbeidsongevallenanalyse:
Elk arbeidsongeval wordt geanalyseerd om maatregelen te kunnen treffen om dergelijke ongevallen in de toekomst te vermijden.
Indien deze maatregelen niet onmiddellijk uitgevoerd kunnen worden, zullen deze opgenomen worden in het GPP.
De werkplaatsbezoeken:
Werkplaatsbezoeken kunnen worden uitgevoerd door verschillende diensten: brandweer, politie, Inspectie Toezicht Welzijn op het Werk (TWW), onderwijsinspectie, Kind & Gezin, de verzekeraar en de interne en externe preventiedienst (Securex). Opmerkingen van deze inspecties worden opgenomen in het GPP of in een aparte actietabel, die een onderdeel vormt van het GPP.
De resultaten van de audit:
indien het bestuur kiest om een audit te laten doen, zullen opmerkingen betreffende welzijn op het werk worden opgenomen in het GPP.
De adviezen van het HOC BOC:
De maandverslagen van de interne dienst voor preventie op het werk worden besproken op het HOC BOC en de opmerkingen op die vergaderingen
worden opgenomen in het GPP.
De te bereiken doelstelling:
De werkgever streeft naar een veilige, aangename werkomgeving voor zijn werknemers.
Dit plan is een dynamisch gegeven dat elk jaar kan bijgestuurd worden, ook in functie van invulling formatie en mensen en middelen die beschikbaar zijn.
Er werd ook overeengekomen dat voor de implementatie van de GPP de volgorde is waarin we best te werk gaan de volgende is:
- Inventariseren;
- risico analyse opdracht – toestel – omgeving
- opmaak instructie kaarten
Het is de overtuiging dat er wel al heel wat aanwezig is maar dat dit op niveau van Lievegem nog moet in kaart gebracht worden.
Voor de risico analyses (RA) werd volgende verduidelijking gegeven. Een algemene RA zal vooral in overzicht de organisatie bekijken en de risico’s in het algemeen benaderen. Dit vraagt ook meestal organisatorische maatregelen.
Een RA per functie is eigenlijk een taakrisicoanalyse. Die ontleedt in detail elke taak die een medewerker in zijn functie uitvoert.
RA’s worden opgemaakt op niveau organisatie, op niveau afdeling en op niveau medewerker.
Artikel 1
Het Globaal Preventie Plan (GPP) 2021–2026 wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De OCMW-raad neemt akte van het Jaar Actie Plan (JAP) 2021.
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur artikel 78 en 286
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Besluit van de gemeenteraad van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring, gewijzigd door de besluiten van 1 juli 2020 en 18 november 2020
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring, gewijzigd door de besluiten van 1 juli 2020 en 18 november 2020
Agendapunt van het college van burgemeester en schepenen van 2 juni 2020 over Personeel - Ontwerp arbeidsreglement, uurregelingen en reglement tijdsregistratie: bespreking
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 november 2020 over Personeel - Ontwerp arbeidsreglement, uurregelingen en reglement tijdsregistratie: principiële goedkeuring
Team personeel is bezig met de opmaak van het arbeidsreglement. Prioritair is alles wat met de implementatie van ons nieuw tijdsregistratiesysteem te maken heeft. Dit gaat voor op het volledige arbeidsreglement. In concreto gaat dit over het hoofdstuk arbeidsduur, bijlage uurregelingen (zowel vaste als glijdende) en bijlage reglement tijdsregistratie.
Er werd geopteerd voor één arbeidsreglement voor gemeente en OCMW samen. Een eerste voorontwerp werd besproken op de zitting van het College van 2 juni 2020. Het aangepaste voorontwerp werd bezorgd aan alle personeelsleden via e-mail van 12 juni 2020. Dit voorontwerp werd besproken op een informeel vakbondsoverleg van 3 juli 2020 (verslag in bijlage).
Het tweede voorontwerp houdt rekening met de opmerkingen die geformuleerd werden door de teamleiders en tijdens het informeel vakbondsoverleg. Verder werden de ontbrekende uurregelingen van een aantal teams toegevoegd. Enkel de uurregelingen voor de begeleiders BKO ontbreken nog; zij behouden voorlopig hun bestaande uurregeling. Het tweede voorontwerp principieel goedgekeurd op de zitting van het College van 24 november 2020. Het aangepaste voorontwerp werd bezorgd aan alle personeelsleden via e-mail van 30 november 2020.
In bijlage ook een vergelijkingstabel. Hierbij wordt vertrokken van het ontwerp Lievegem en daarnaast wat er eventueel in de prefusiebesturen hieromtrent was bepaald.
Het ontwerp van arbeidsreglement werd voorgelegd aan het bijzonder onderhandelingscomité van 4 december 2020 (verslag in bijlage). Bij de bespreking werd bevestigd dat het uitvoerend personeel van team infrastructuur hun middagpauze niet moet registreren. Zij nemen immers hun middagpauze op de plaats waar ze op dat moment aan het werk zijn. Dit kan dus buiten het magazijn zijn waardoor ze niet kunnen badgen. Dit is bij vergetelheid niet opgenomen in het ontwerp van arbeidsreglement; de tekst wordt bijgestuurd bij artikel 10 in bijlage I.
Er kon met het ACV - Openbare diensten geen akkoord bereikt worden over de uurregeling van de bibliotheekmedewerkers. Ook de vakbondsafgevaardigde van het ACOD - Openbare diensten had geen mandaat om al dan niet een akkoord te sluiten. Om die reden werd een tweede bijzonder onderhandelingscomité gehouden op 7 december 2020 (verslag in bijlage). Er is een protocol van akkoord met beide vakorganisaties onder de voorwaarde dat de uurregeling van de bibliotheekmedewerkers - met overuren op zaterdag of zondag via een beurtrolsysteem - wordt geëvalueerd na een termijn van vier maanden. Tegen 30 april 2021 hebben de medewerkers enkele weekenddiensten (ongeveer driewekelijks) gedaan en kan er nagegaan worden of de gepresteerde overuren binnen de termijn van vier maanden kunnen gerecupereerd worden. Tegen dan zijn ook de nieuwe openingsuren al vier maanden in voege evenals het nieuwe tijdsregistratiesysteem met glijtijdregeling voor alle bibliotheekmedewerkers.
Dit beperkte luik van het arbeidsreglement wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de raad. We starten sowieso met het nieuwe tijdsregistratiesysteem SynCore en SynMobile (de mobiele app) vanaf 1 januari 2021. Team personeel is volop bezig met inbrengen van de diverse uurregelingen en ook het testen is begonnen. De huidige systemen Protime (Waarschoot) en Primetime (Lovendegem) kunnen niet meer gebruikt worden vanaf 2021.
Artikel 1
Het arbeidsreglement voor gemeente en OCMW Lievegem - deel arbeidsduur, uurregelingen en reglement tijdsregistratie - wordt vastgesteld. De uurregeling voor de bibliotheekmedewerkers (artikel 9 in bijlage I) wordt geëvalueerd na vier maanden.
Namens OCMW-raad,
Eddy De Mits
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter