De voorzitter opent de zitting op 28/06/2023 om 20:00.
De vergadering wordt om 20.21 uur tijdelijk geschorst tussen agendapunten 2 en 3 om de gelegenheid te geven aan de raad voor maatschappelijk welzijn om inzonderheid in zijn agendapunt 2 deel OCMW van de jaarrekening 2022 vast te stellen. Deze vaststelling is noodzakelijk om de gemeenteraad toe te laten zijn agendapunt 3, jaarrekening 2022 deel OCMW goed te keuren.
De vergadering wordt hernomen met punt 3 om 20.23 uur.
Raadsleden Wouter De Muynck en Matthias De Block zijn tijdelijk verontschuldigd en vervoegen de zitting bij de behandeling van punt 2 van de agenda.
Nicholas Spinel, voorzitter
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is te bekijken op https://youtu.be/sJhKCBdyl58
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 31 mei 2023 goed.
Kim Martens, schepen
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 41, 3°, 249, 250, 260 en 262
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 1 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 1 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 22 december 2021 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 2 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 22 december 2021 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 2 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 21 december 2022 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 3 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 21 december 2022 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 3 deel OCMW Lievegem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2023 over de jaarrekening 2022: kennisname ontwerp
Overeenkomstig artikel 260 , tweede en derde lid, van het Decreet Lokaal Bestuur bestaat de jaarrekening uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting en wordt deze vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
De jaarrekening werd 14 dagen voor de gemeenteraadszitting via het notuleringsprogramma ter beschikking gesteld van de raadsleden.
Conform artikel 249 § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Het boekjaar sluit per 31 december 2022 af met volgende kerncijfers :
Evenwichtscriteria
Balans op 31 december 2022
Staat van opbrengsten en kosten op 31 december 2022
Na opmaak van de jaarrekening 2022 blijkt het “beschikbaar budgettair resultaat” dus 6.380.890 euro beter in vergelijking met wat voor boekjaar 2022 was vooropgesteld in het meerjarenplan 2020 - 2025 zoals vastgesteld door de raad op 22 december 2021.
Er werden echter nog heel wat investeringskredieten overgedragen van 2022 naar 2023 (cfr. decreet lokaal bestuur, art. 258) op basis van het collegebesluit van 28 februari 2023 waarbij voor 4.290.627 euro aan kredieten voor investeringsontvangsten en 10.034.169 euro aan kredieten voor investeringsuitgaven werden overgedragen. Per saldo is dit 5.743.542 euro dat in de loop van het boekjaar 2023 nog kan worden aangewend.
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2022, deel gemeente Lievegem, vast zoals terug te vinden in bijlage en als dusdanig deel uitmakend van dit besluit.
Kim Martens, schepen
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 41, 3°, 249, 250, 260 en 262
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 1 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 1 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 22 december 2021 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 2 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 22 december 2021 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 2 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 21 december 2022 houdende vaststelling meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 3 deel gemeente Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 21 december 2022 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025 - aanpassing 3 deel OCMW Lievegem
Gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2023 houdende jaarrekening 2022 deel gemeente Lievegem: vaststelling
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 juni 2023 houdende jaarrekening 2022 deel ocmw Lievegem: vaststelling
Overeenkomstig artikel 260 , tweede en derde lid, van het Decreet Lokaal Bestuur bestaat de jaarrekening uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting en wordt deze vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
De jaarrekening werd 14 dagen voor de gemeenteraadszitting via het notuleringsprogramma ter beschikking gesteld van de raadsleden.
Conform artikel 249 § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Het boekjaar sluit per 31 december 2022 af met volgende kerncijfers :
Evenwichtscriteria
Balans op 31 december 2022
Staat van opbrengsten en kosten op 31 december 2022
Na opmaak van de jaarrekening 2022 blijkt het “beschikbaar budgettair resultaat” dus 6.380.890 euro beter in vergelijking met wat voor boekjaar 2022 was vooropgesteld in het meerjarenplan 2020 - 2025 zoals vastgesteld door de raad op 22 december 2021.
Er werden echter nog heel wat investeringskredieten overgedragen van 2022 naar 2023 (cfr. decreet lokaal bestuur, art. 258) op basis van het collegebesluit van 28 februari 2023 waarbij voor 4.290.627 euro aan kredieten voor investeringsontvangsten en 10.034.169 euro aan kredieten voor investeringsuitgaven werden overgedragen. Per saldo is dit 5.743.542 euro dat in de loop van het boekjaar 2023 nog kan worden aangewend.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de jaarrekening 2022, deel van het OCMW, goed zoals terug te vinden in bijlage en als dusdanig deel uitmakend van dit besluit.
Jeroen Van Acker, schepen
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 en 41, 2° bevoegdheid gemeenteraad vaststellen van gemeentelijke reglementen
Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006 en van 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017, artikelen 8 tot en met 10
Koninklijk besluit van 24 september 2006 over de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie, artikelen 8 tot en met 24
Gemeenteraadsbesluit van 20 november 2019 over het reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen
Gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2023 over het reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen - aanpassing
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2023 over de principiële goedkeuring van de aanpassen van het kermisreglement
In de gemeenteraad van 29 maart 2023 werd een aanpassing van het reglement goedgekeurd.
De organisatie van het kinderuurtje en bijhorende voorwaarden werden toegevoegd aan het reglement.
Voor Gemeentekermis Lovendegem werd het kinderuurtje vastgelegd op zondag van 16.00 uur tot 17.00 uur.
Voorgesteld wordt om de bepalingen rond het kinderuurtje aan te vullen:
'Tijdens het prikkelarm kinderuurtje worden stroboscopen uitgezet en felle lichten gedimd.'
'Het College van Burgemeester en Schepenen kan een afwijking toestaan ingeval van een feestdag.'
Na overleg met het feestcomité van Lovendegem en enkele foorkramers werd beslist om het kinderuurtje in Lovendegem aan te passen naar maandag van 16.00 tot 18.00 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het aangepast reglement over de kermisactiviteiten op de openbare kermissen vast.
Artikel 2
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2023.
Martine Lataire-Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
Het besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2020 over de vaststelling van erkennings- en subsidiereglement voor seniorenverenigingen Lievegem.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 mei 2023 over de principiële goedkeuring van de aanpassing van het erkennings- en subsidiereglement seniorenverenigingen Lievegem
Naar aanleiding van een aantal vaststellingen over het huidige subsidiemodel van de seniorenverenigingen werd een werkgroep aangesteld om een evaluatie op te maken en nieuwe verbeterpunten aan te brengen.
De vaststellingen in het huidige subsidiemodel zijn:
• Er is geen administratieve vereenvoudiging aanwezig noch voor de aanvrager (seniorenvereniging) noch voor de administratie in de beoordeling (seniorenconsulent).
• Het huidige model is teveel onderhevig aan interpretatie. Dit bemoeilijkt de beoordeling (zoals in het onderscheid van drie categorieën aan activiteiten, het al dan niet opgeven van repetitieve activiteiten, activiteiten georganiseerd door koepelorganisaties…).
• Het opvragen van bepaalde gegevens zijn geen meerwaarde in de beoordeling (zoals het opvragen van het aantal leden of het al dan niet inzetten van de seniorenvereniging op publicatie).
Deze werkgroep kwam het afgelopen jaar verschillende keren samen en bestond uit leden van de Ouderenadviesraad en uit vertegenwoordiging van enkele seniorenverenigingen, in aanwezigheid van de administratie. Elk overlegmoment werd telkens teruggekoppeld op de eerstvolgende Ouderenadviesraad en met de bevoegde schepen.
Intussen werd er een finaal voorstel uitgewerkt op basis van een simulatiemodel. Dit werd reeds teruggekoppeld en goedgekeurd op de Ouderenadviesraad van 20 april 2023.
Belangrijkste wijzigingen
• Het optrekken van de basissubsidie van 20% naar 40%. De basissubsidie is de puur reguliere werking.
• Herverdeling van de variabele werkingssubsidie van 80% naar 60%.
• De variabele werkingssubsidie wordt niet langer toegekend op basis van vier criteria (leden, activiteiten, vorming en publicatie), maar op twee criteria (activiteiten en vorming)
o Het aantal leden en het luik publicatie (samen goed voor 20%) wordt niet langer opgevraagd en stroomt met andere woorden door naar de vaste basissubsidie.
o Activiteiten: in het nieuwe model wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen leden-, open- en samenwerkingsactiviteiten.
o Repetitieve activiteiten tellen mee als 1 punt. Een extra activiteit gekoppeld aan deze repetitieve activiteit krijgt ook 1 punt.
• Er is een duidelijk kader omschreven aan de hand van een afsprakennota.
De gemeenteraad moet de aanpassing van het reglement vaststellen.
In het meerjarenplan 2020-2025 is voor de uitvoering van het erkennings- en subsidiereglement voor seniorenverenigingen Lievegem een krediet van 8.250 euro voorzien op jaarbudgetrekening xxx/GBB-EVENT/0959-00/6493000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het aangepast erkennings- en subsidiereglement seniorenverenigingen Lievegem vast.
Artikel 2
Het reglement erkennings- en subsidiereglement seniorenverenigingen Lievegem treedt vanaf 1 september 2023 in werking.
Vincent Laroy, schepen
Decreet lokaal bestuur, artikel 40 §3 en 41, 14°
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit
Omzendbrief BB 2018/02 van 20 juni 2018 over de budgetten en de éénjarige meerjarenplannen 2019
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema)- 17 februari 2012
Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) - 23 december 2011
Uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval: 16 september 2016 en gewijzigd op 17 mei 2019
Gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2019 over retributiereglement voor de tarieven voor de recyclageparken en afvalstoffen
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2023 over de principiële goedkeuring van de aanpassing van het retributiereglement voor de tarieven voor de recyclageparken en afvalstoffen
Jaarlijks wordt door IVM een prijsvraag georganiseerd voor het ophalen en verwerken van afvalstoffen die worden ingezameld op de recyclageparken. De overeenkomst van de prijzen is geldig gedurende 1 jaar en kan voor 1 jaar verlengd worden. Dit gebeurt ook meestal wel, tenzij men betere prijzen zou kunnen afdwingen dan de gehanteerde prijzen voor ophalen en verwerken van de afvalstoffen die worden ingezameld op de recyclageparken.
Bij de nieuwe prijsvraag voor 2023 (en eventueel verlengd voor 2024) voor de verwerking van houtafval werd een opbrengst voorgesteld aan een tarief van 5 euro/ton te verwerken houtafval. Vervoerskosten en huur containers blijven bestaan maar worden aangepast.
De gemeente is verplicht om bij het diftarsysteem van de recyclageparken de werkelijke kosten aan te rekenen of ten minste een tarief dat aanleunt bij de werkelijke kosten. Dit betekent ook dat, als bij een nieuwe prijsvraag blijkt dat er opnieuw een verwerkingskost moet betaald worden, het tarief opnieuw zou moeten wijzigen.
De berekening van de werkelijke kosten en opbrengsten van 2022 en mogelijke kosten wanneer het houtafval gratis mag gebracht worden naar de recyclageparken.
Omgerekend naar kost voor de gemeente per kg ingezameld houtafval (dit werd berekend door de kosten/opbrengsten te delen door het ingezamelde gewicht van 2022):
2022: betalende fractie (0,03 euro/kg < 500kg/jaar; 0,06 euro/kg > 500 kg/jaar) : 0.0464 euro/kg - kost
2023: gratis fractie : 0.0287 euro/kg - kost
2023: betalende fractie (0,03 euro/kg < 500kg/jaar; 0,06 euro/kg > 500 kg/jaar) : 0.0013 euro/kg - opbrengst
*De negatieve waarden in de tabel zijn ontvangsten.
* Voor de berekeningen werden de hoeveelheden en aantallen gebruikt van 2022. De verschillen van bedragen zijn dus enkel door verschil in kosten dat wordt aangerekend
*Indien houtafval gratis kan ingezameld worden op de recyclageparken zal er minstens ook 1 container moeten voorzien worden op het recyclagepark van Waarschoot, dus kosten voor huur en transport zullen daardoor hoger zijn en zijn niet mee gerekend in de tabel
* kosten voor openhouden recyclageparken werden hier niet in opgenomen.
Voordelen voor het gratis aanbieden van houtafval op de recyclageparken:
- bij handhaving kan gezegd worden aan de overtreder dat zij het houtafval gratis naar het recyclagepark kunnen brengen
- inzameling kan ook op het recyclagepark van Waarschoot gebeuren
Nadelen voor het gratis aanbieden van houtafval op de recyclageparken:
- Door het tarief naar gratis te brengen blijft er een kost van 22.695,32 euro bestaan. Dit cijfer is een schatting op basis van de gegevens en de nieuwe tarieven voor verwerking, huur containers en transportkosten;
- Er zal een extra kost zijn voor huur en transport van de containers in Waarschoot die nog niet is meegenomen in de berekeningen;
- Uit de berekeningen blijkt dat als er een laag tarief wordt aangerekend voor het inzamelen en verwerken van houtafval er een winst is van ongeveer 1.000 euro.
- mogelijks kosten voor de aanpassing van de toegangsborden, communicatie naar de burgers is zeer belangrijk
Indien we het tarief willen wijzigen voor de inzameling van houtafval, moet dit voor advies worden voorgelegd aan de Gemina en de wijziging van het politiereglement worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Naast de gebruikelijke afvalstoffen die reeds lange tijd worden ingezameld op de recyclageparken is men sinds januari 2023 gestart met de inzameling van kurk, CD's en doosjes van CD's en videocassetten.
Deze zaken zijn nu nog niet opgenomen in het politiereglement. Het politiereglement moet dus aangepast worden.
Het voorstel werd ter advies voorgelegd aan de Gemina:
5. Tariefaanpassing materiaalstromen recyclagepark - advies
• IVM is exploitant van onze recyclageparken. Afvalstromen moeten ingezameld (huur container), getransporteerd (transport) en verwerkt worden (verwerkingsprijs).
• Op dit moment is de verwerkingsprijs voor hout positief (we ontvangen geld per ton hout).
• Kurk, CD’s, CD-doosjes, videocassettes en -doosjes worden vanaf nu ook ingezameld op het recyclagepark (gratis fracties).
• Voorstel om het tarief op het recyclagepark aan te passen en hout als gratis fractie te zetten. Naast voordeel dat dit goedkoper is voor de inwoner is er een bijkomend voordeel voor de handhaving van sluikstoken (houtafval kan gratis naar het recyclagepark gebracht worden, dus een alternatief voor het illegaal opstoken). Voordeel voor de burger: zal ook aangeboden kunnen worden in Waarschoot.
Nadeel voor de gemeente: kostenplaatje loopt op.
• Moeten we elke keer aanpassen? De vraag naar hout is op dit moment wel hoog en zal vermoedelijk ook nog even zo blijven.
Mensen die opstoken doen dit omdat ze geen proper hout hebben, of andere goedkope energiebron en niet omdat ze het niet gratis kwijt kunnen.
• Of welke cijfers spreken we? Ramingen voor 2023: gratis => 22.695 euro kost voor de gemeente, betalend => 1.053 euro inkomst voor de gemeente.
• Lijkt een goed idee wanneer dit organisatorisch haalbaar is.
• Advies Gemina: gunstig advies van de Gemina om deze fractie gratis te maken.
Voor de administratieve duidelijkheid wordt het reglement volledig hernomen.
Omgerekend naar kost voor de gemeente per kg ingezameld houtafval (dit werd berekend door de kosten/opbrengsten te delen door het ingezamelde gewicht van 2022):
2022: betalende fractie (0,03 euro/kg < 500kg/jaar; 0,06 euro/kg > 500 kg/jaar) : 0.0464 euro/kg - kost
2023: gratis fractie : 0.0287 euro/kg - kost
2023: betalende fractie (0,03 euro/kg < 500kg/jaar; 0,06 euro/kg > 500 kg/jaar) : 0.0013 euro/kg - opbrengst
*De negatieve waarden in de tabel zijn ontvangsten.
* Voor de berekeningen werden de hoeveelheden en aantallen gebruikt van 2022. De verschillen van bedragen zijn dus enkel door verschil in kosten dat wordt aangerekend
*Indien houtafval gratis kan ingezameld worden op de recyclageparken zal er minstens ook 1 container moeten voorzien worden op het recyclagepark van Waarschoot, dus kosten voor huur en transport zullen daardoor hoger zijn en zijn niet mee gerekend in de tabel
* kosten voor openhouden recyclageparken werden hier niet in opgenomen
Alle verwerkingskosten voor de exploitatie van de recyclageparken worden geboekt op jaarbudgetrekening xxxx/GBB-OMG/0309-00/6159999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN, de inkomsten op jaarbudgetrekening xxxx/GBB-OMG/0309-00/7010003/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Rekening houdend met een opbrengst van 5 euro per ton (cfr. nieuwe prijsvraag IVM) en de aangeleverde hoeveelheid houtafval in 2022, zou het gratis aanleveren van houtafval voor de gemeente resulteren in een kost van 22.695,32 euro. Indien het aanleveren van deze fractie betalend zou blijven, zou dit resulteren in een opbrengst van 1.053,88 euro. Per saldo is de financiële impact van deze beslissing dus circa 23.750 euro op jaarbasis.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de wijziging van het tarief voor de inzameling houtafval op de recyclageparken van laag tarief naar gratis vast.
Artikel 2
Het gewijzigde retributiereglement treedt vanaf 10 juli 2023 in werking.
De beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2019 inzake retributiereglement voor de tarieven voor de recyclageparken en afvalstoffen - vaststelling wordt met ingang van 10 juli 2023 opgeheven
Vincent Laroy, schepen
Internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio De Janeiro in 1992
Protocol van Kyoto van 11 december 1997 bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
'FIT for 55'-pakket van de Europese Commissie: Europese regelgeving in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Unie
Vlaams Energie- en klimaatplan (VEKP) 2021-2030
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 2 en 56
Beslissing gemeenteraad van 24 april 2019: Burgemeestersconvenant - klimaatplan en actieplan (luik mitigatie): goedkeuring
Beslissing gemeenteraad van 1 juli 2020: Gemeente Lievegem - adaptatieplan: goedkeuring
Beslissing gemeenteraad van 20 oktober 2021: Lokaal energie- en klimaatpact: goedkeuring
Beslissing gemeenteraad van 23 november 2022: Lokaal Energie- en KlimaatPact 2.0: goedkeuring
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2023: Lokaal Energie- en KlimaatPact 2.1: principiële goedkeuring
Op 24 april 2019 bevestigde de gemeenteraad de ondertekening van het burgemeestersconvenant met de daarbij horende actieplannen voor mitigatie en adaptatie.
Op 20 oktober 2021 bevestigde de gemeenteraad de ondertekening van het Lokaal Energie- en KlimaatPact (LEKP). Dit omvat de uitwerking van het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2023.
Op 23 november 2022 bevestigde de gemeenteraad de ondertekening van het Lokaal Energie- en KlimaatPact 2.0 (LEKP 2.0). Dit in lijn met de verscherpte Europese klimaatdoelstellingen vermeld in het Fit for 55-pakket (met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 'Bijkomende maatregelen Klimaat').
Op 13 juni 2023 keurde het college van burgemeester en schepenen het Lokaal Energie- en KlimaatPact 2.1 (LEKP 2.1) principieel goed.
Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 (LEKP 2.1) is een addendum bij het in 2022 gelanceerde LEKP 2.0 en bevat een aanscherping en uitbreiding van de doelstellingen vermeldt in werf 2 “verrijk je wijk”. Dit addendum kwam als gevolg van de energiecrisis waarmee we eind 2022 werden geconfronteerd. Hierdoor werd namelijk duidelijk dat we als samenleving weerbaarder moeten worden voor prijsschokken en minder afhankelijk moeten zijn van fossiele brandstoffen.
Het LEKP 2.1 volgt dezelfde principes als de eerdere versies. Zoals hierboven vermeld werd werf 2 uitgebreid met een specifieke focus op het wijkniveau, om de energievraag te beperken en de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte en uitgebreide engagementen zoals hieronder vermeld:
Lokale besturen engageren zich om:
• Realisatie van minstens één thematisch wijkverbeteringscontract waarbinnen een collectieve renovatie wordt gefaciliteerd voor einde 2025. Een thematisch wijkverbeteringscontract kenmerkt zich door 4 elementen: (i) het is gericht op de uitvoering van een collectieve renovatie, (ii) het betreft een nieuwe samenwerkingsvorm, (iii) binnen een specifieke wijk, (iv) met oog voor sociale diversiteit;
• Opmaak van een voorgesteld renovatietraject op maat van elke bewoner waar de klimaattafel georganiseerd wordt, voor 50 per 1.000 huishoudens en dit voor einde 2025;
• Een verdubbeling en versnelling voor de doelstelling: ‘1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030’: minstens 36 kWp in plaats van 18 kWp per 500 inwoners, waarvan 18 kWp per 500 inwoners wordt gerealiseerd voor einde 2025.
• Toegang tot de activiteiten van een energiegemeenschap operationaliseren voor 1 per 500 inwoners voor einde 2025.
De Vlaamse overheid engageert zich om:
• Een sterke kennisoverdracht te organiseren tussen lokale besturen met de eerste leerlessen uit de 11 lopende wijkverbeteringscontracten wat betreft het vernieuwd instrumentarium in het kader van de werkplatformen (deze zijn begin 2023 van start gegaan);
• De beoogde wijkrenovatietool uit te breiden met de ontwikkeling van een digitaal platform (de ‘Digital Twin’) waarbij (i) databronnen gecombineerd worden met de best beschikbare instrumenten en analyses (zoals bijvoorbeeld warmtezoneringskaarten) en (ii) waarop publieke of private instrumenten op kunnen aansluiten (overheden, Energiehuizen, bouwsector, applicatie- en softwarebedrijven, …). Deze wordt niet enkel aan lokale besturen aangereikt, maar kan dus ook gekoppeld worden aan Energiehuizen om renovatietrajecten procesmatig te begeleiden;
• Het aanbieden van een technische assistentiehub om lokale besturen en hun OCMW’s te ondersteunen in het opstarten van lokale energiegemeenschappen waarbij activiteiten ten gunste van mensen met risico op energie armoede kan worden uitgerold. De hub wordt aanbesteed in 2023 en zal zich inzetten voor het inhoudelijk technische, het aanbestedingsmatige, juridische en financiële maatwerk bij de realisatie van de activiteiten van de energiegemeenschap.
• Het voorzien van een additionele budgettaire impuls van 16 miljoen euro voor de capaciteit bij lokale besturen ter realisatie van de versterkte engagementen in de komende twee jaren:
o 9.000.000 in 2023,
o 7.000.000 in 2024.
Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft de gemeente Lievegem aan actie te ondernemen om de doelstellingen zoals hierboven vermeld in het LEKP 2.1 met de wijzigingen met betrekking tot Werf 2.
De doelstellingen van LEKP 1.0, LEKP 2.0 en LEKP 2.1 zijn verspreid over 4 werven (groen, renovatie en HE, mobiliteit en water). Dit is ook nodig om een integraal klimaatbeleid te doen slagen. Het bereiken van deze doelstellingen kan enkel door samenwerking over de teams heen. Door het ondertekenen van deze LEKP's gaat het bestuur impliciet akkoord met inzet van de hele organisatie om bij te dragen aan de vooropgestelde doelen.
Inkomsten:
De financiële opvolging vanuit de Vlaamse Overheid gebeurt op basis van de informatie in de jaarrekening (BBC-rapportering). De verschillende bestedingen (zoals uitvoerings- en personeelskosten) worden aan de hand van een code ('ABB-LEKP-202X') gekoppeld aan de uitvoering van het Pact.
De koppeling van deze code aan de juiste acties met de juiste budgetten dient opgevolgd en uitgebreid te worden.
Trekkingsrecht voor Lievegem in 2021 voor LEKP 1.0 is 88.354,39 euro (subsidiebedrag ontvangen).
Trekkingsrecht voor Lievegem in 2022 voor LEKP 1.0 is 90.375,38 euro en voor LEKP 2.0 is 37.462,76 euro (totaal subsidiebedrag ontvangen van 127.838,14 euro).
De trekkingsrechten voor Lievegem voor 2023 voor LEKP 1.0 en LEKP 2.0 (en eventueel LEKP 2.1) zijn nog niet gekend.
In totaal werd in 2023 voor LEKP 2.1 door de Vlaamse regering een subsidiebedrag voorzien van 9.000.000 euro, te verdelen over de gemeenten die het LEKP 2.1 ondertekenden. Voor het LEKP 2.1 werd voor 2024 door de Vlaamse regering een subsidiebedrag voorzien van 7.000.000 euro eveneens verspreid over alle besturen die intekenen op het LEKP 2.1.
Uitgaven:
Het gaat hier nog steeds om een inspanningsverbintenis (en niet een resultaatsverbintenis). De financiële ondersteuning wordt gekoppeld aan het ondertekenen van het Pact. Het betreft een trekkingsrecht met 50% cofinanciering: we hanteren het '1 euro voor 1 euro'-principe; de totale uitgaven voor klimaatacties algemeen moeten minstens het dubbele van de verkregen subsidie bedragen.
Er zijn kredieten voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 binnen verschillende acties. O.a. onderstaande acties werden geoormerkt:
-ACT 014: kleine klimaatacties
-ACT 018: opmaak autodeelactieplan
-ACT 019: subsidies en premies voor klimaatmitigatie en adaptatie
-ACT 020: advies en ontzorging aanbieden rond duurzaam bouwen (Woonwijzer)
-ACT 023: opmaak gemeentelijk hemelwaterplan
-ACT 174: Appensvoordestraat- Beiaard - Meersstraat - Waalken - Wegenis- en rioleringswerken en aanleg fietspaden
-ACT 451: Rooien, uitfrezen en heraanplanten 30-tal bomen Leest + aanpassen plantvakken
-ACT 479: Herinrichten Tempelhof
-ACT 506: Lokaal Energie- en Klimaatpact
-ACT 507: Subsidies kleine landschapselementen
-ACT 508: Boombeheerplan
-ACT 509: Omgevingscontract
Hierin zitten ook o.a. personeelskosten (die ook kunnen geoormerkt worden) vervat.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het Lokaal Energie- en KlimaatPact 2.1 goed en gaat akkoord met de ondertekening.
Guy De Neve, schepen
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikelen 2.1.1 t.e.m. 2.1.4 en artikelen 2.1.8 tot en met 2.1.10
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning
De gemeente Lievegem heeft zich gebogen over het lijvig beleidsplan. Het advies wordt opgebouwd als volgt. Eerst worden een aantal algemene opmerkingen verwoord en vervolgens wordt de strategische visie behandeld en daarna de 3 beleidskaders.
1. Algemene opmerkingen
1.1. Leesbaarheid
De strategische doelstellingen en ruimtelijke principes zijn in lijn van de verwachtingen aangaande de ruimtelijke uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden, maar deze zitten verwerkt in een heel complex structuur en hebben een groot volume. De omvang en de inhoudelijke complexiteit leidt ertoe dat het beleidsplan moeilijk leesbaar is.
Door de omvang, de gebruikte terminologie en het abstract niveau van de teksten zijn de teksten ook moeilijk te begrijpen en is het onduidelijk wat de concrete consequenties zijn van het beleidsplan.
1.2. Betrokkenheid gemeentelijk niveau
De gemeente is quasi telkens aanwezig geweest op de overlegtafels die de provincie organiseerde omtrent het beleidsplan. Op deze overlegtafels kwam telkens aan bod dat alles wat voor lag steeds heel abstract bleef en het moeilijk in te schatten was wat de concrete impact zou zijn naar de gemeenten algemeen en naar de gemeente zelf. Tijdens die overlegtafels zijn telkens ook de ruimtelijke uitdagingen waarmee elke gemeente geconfronteerd wordt, aangehaald, waarin er een duidelijke rode draad zit die best op een hoger schaalniveau wordt bekeken. Telkens werd gesteld dat dit in het actieplan zou worden verwerkt, maar een uitgewerkte versie van een actieplan of concrete acties werden nooit voorgelegd, zodat de discussies steeds op een heel abstract niveau bleven hangen.
Een rondgang of een bevraging bij elke gemeente waarbij de concrete ideeën/visie van het provinciaal beleidsplan ten aanzien van het grondgebied van elke gemeente specifiek werden voorgelegd binnen het groter geheel van de provincie Oost-Vlaanderen, zou zeker wenselijk geweest zijn, zodat onjuistheden en onnauwkeurigheden niet als basis zouden zijn gebruikt om de provinciale visie op te enten en deze visie effectief zou stroken met de lokale realiteit.
1.3. Relatie met andere beleidsplannen: het (in opmaak zijnde) Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, andere provinciale en gemeentelijke beleidsplannen en het regionaal mobiliteitsplan
Op Vlaams niveau is er momenteel een strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, waarbij 10 kernkwaliteiten werden geïntroduceerd.
Deze zaken zitten verwerkt in het “gedachtegoed” van de uitwerking van het provinciaal beleidsplan, maar er is niet effectief bekeken wat dit concreet betekent voor de provincie Oost-Vlaanderen en wat dit verder concreet betekent ten aanzien van elke gemeente, waaronder Lievegem.
Deze bovenlokale uitdagingen moeten een vertaalslag krijgen op alle niveaus en dan lijkt het wenselijk dat het provinciaal niveau dit eerst in handen neemt. Hierbij is het dan ook relevant om te kijken naar de andere provinciale beleidsplannen en in gesprek te gaan met deze provincies, zodat de samenhang gegarandeerd wordt over de provinciale grenzen heen.
Daarnaast is de gemeente Lievegem bezig met de opmaak van haar gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan. Thans zit de gemeente momenteel in de fase van het voorontwerp. Bepaalde elementen uit dit beleidsplan zijn gebaseerd op conclusies van studies die deels haaks zijn op de studies van de provincie en sommige gemeentelijke keuzes staan dan ook haaks op de voorstellen van de provincie in haar beleidsplan, zoals de keuze voor Beke als lokale kern in tegenstelling tot de gemeentelijke verdichtingsstrategie. Op die manier is het onduidelijk hoe de provincie de gemaakte keuzes zal bekijken en dit consequenties zal hebben voor ons beleidsplan.
Er is verder recent een ontwerp regionaal mobiliteitsplan voor de Vervoersregio Gent opgemaakt. De transitie naar een slimme en duurzame mobiliteit wordt als transversaal transitiepad meegenomen over de 3 beleidskaders heen, waarbij de ruimtelijke koppeling met het regionaal mobiliteitsplan niet gebeurt.
1.4. Actieplannen
Een ruimtelijk beleidsplan moet realisatiegericht zijn en actieplannen actiegericht voor de middellange termijn. De voorliggende actieplannen blijven echter op een abstract niveau hangen, waarbij het niet duidelijk blijkt welke acties de provincie concreet gaat ondernemen en met wie.
Thans is er ook geen sprake van een gebiedsgerichte gedifferentieerde uitwerking van concrete acties. Daarnaast worden bij de acties ook verschillende bestaande zaken opgelijst en bevestigd, zonder een bijkomende insteek.
De vraag stelt zich verder op welke acties men vooral zal inzetten en welke zaken men prioritair wenst aan te pakken.
1.5. Aanpak met potentiekaarten en transitiekaarten
De bestaande toestand op het terrein is niet in kaart gebracht in het kader van dit beleidsplan, waardoor de potentiekaarten en transitiekaarten moeilijk te interpreteren zijn. Ook de onderlaag van de kaarten is niet handig om je te oriënteren bij het lezen van de kaarten.
Bij de potentiekaarten worden de potenties van de plekken in kaart gebracht om specifieke doelstellingen te bereiken. Echter vallen de contouren van de potenties uiteraard niet steeds samen met de huidige toestand van een plek, maar in sommige gevallen wel. Het feit dat potentiekaarten bedoeld zijn om dynamisch te zijn, neemt niet weg dat je steeds een vergelijking wilt maken ten opzichte van de bestaande toestand of een vorige toestand. Thans kan dit niet.
Ook bij de transitiekaarten mis je het startpunt, de bestaande toestand om meer zicht te krijgen op de exacte veranderingen die worden beoogd.
1.6. Gebrek aan het benoemen van gemeenten, steden, plaatsnamen, regio’s, …
In de beleidskaders “De transitie naar een circulaire samenleving” en “De transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte” wordt gewerkt met kaarten om enige duiding te geven van locaties, maar het beleidsplan blinkt uit in het niet benoemen van locaties of regio’s. Dit leidt niet alleen tot een gebrekkige leesbaarheid en weinig transparanties, maar leidt tot veel onduidelijkheid.
Het lijkt net alsof het niet benoemen ervoor moet zorgen dat dit beleidsplan ongewijzigd kan blijven. Hierdoor voelt het beleidsplan aan als een lege doos en als veel tekst, maar weinig concreet verhaal. Binnen de ruimtelijke planning schreeuwt alles locatie, locatie, locatie en thans zien we dit enkel vertaald in moeilijk leesbare kaarten. Door geen enkele regio of locatie ook maar te benoemen, blijven de ambities hangen in vaagheid en onduidelijkheid en blijft het een heel abstract document om te lezen.
Het is niet omdat er op een gegeven moment blijkt dat een bepaalde ambitie voor een bepaalde regio niet makkelijk uitvoerbaar blijkt te zijn of blijkt niet helemaal overeen te stemmen, dat hierdoor een herziening van het beleidsplan nodig zal zijn.
2. Strategische visie
De strategische visie heeft een complexe structuur, door de opdeling in 7 waarden, 4 strategische doelstellingen, 5 ruimtelijke principes en 5 werkvelden. Sommige zaken kunnen meer verweven worden met elkaar zonder effectief in dergelijke structuur op te delen.
Bij de 7 waarden wordt bij de waarde “Identiteit en authenticiteit” gewezen op de regio’s, zoals het Meetjesland en de stad Gent. Dit blijft zeer vrijblijvend, zonder deze identiteit enigszins te omschrijven. Voor het overige blijft deze visie niet specifiek toegespitst op de provincie Oost-Vlaanderen.
Het is jammer dat bij de 5 ruimtelijke principes als voorbeeldsituaties geen reële situaties zijn genomen. Het is een gemiste kans om geen effectieve Oost-Vlaamse gemeenten als voorbeeld te nemen waarop ontwerpend onderzoek is toegepast. Hierdoor blijft de visie abstract, vaag en vrijblijvend. Ze doet geen goesting krijgen in actie, want het blijft hangen in een fictieve wereld.
Bij de 5 werkvelden wordt bij de gebiedsgerichte benadering vermeld dat de provincie een aantal gebieden zal selecteren waarin ze hefbomen wil creëren om lokale “families van opgaven” aan te pakken. In deze visie wordt geen enkel gebied vermeld, waardoor de visie geen gebiedsgericht gevoel krijgt. Het is onduidelijk waarom de provincie geen gebieden wenst te omschrijven of op kaart deze strategische visie wenst te vertalen. De regio’s kunnen vanuit “Identiteit en authenticiteit” een insteek geven.
Hetzelfde bij het werkveld “Realisatiegericht aan de slag” wordt melding gemaakt van “icoonprojecten of experimenten”, maar het is onduidelijk welke ruimtelijke uitdagingen men exact hiermee wenst op te lossen. Het blijft heel algemeen vertaald, terwijl er voldoende waarden, doelstellingen en principes zijn om minstens een vertaling te geven waaraan deze icoonprojecten of experimenten moeten trachten een oplossing te bieden of welke zaken ze minstens in de verf moeten zetten. In de visie blijft alles algemeen en worden momenteel geen keuzes of prioriteiten gesteld waarop men in de eerste plaats wil inzetten.
3. Beleidskader “Transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte 2035”
3.1. Gouden Gronden
De kaart van de "Gouden gronden" duidt aan dat geheel Lievegem essentieel gebied betreft, maar dat Lievegem niet behoort tot de meest essentiële gebieden van Oost-Vlaanderen. In Lievegem is er echter veel agrarisch gebied aanwezig, zelfs herbevestigd agrarisch gebied en zijn er nog heel veel landbouwbedrijven in exploitatie.
Daarnaast wordt in het beleidsplan voor de transitiekaart gesteld dat de niet potentieel overstromingsgevoelige gebieden in acht genomen zijn. Hierbij is het onduidelijk of de nieuwe watertoetskaarten zijn gebruikt, aangezien er geen onderscheid is gemaakt tussen overstromingsgevoelige gebieden fluviaal en overstromingsgevoelige gebieden pluviaal. Op de nieuwe kaarten blijkt dat er in Lievegem weinig overstromingsgevoelige gebieden fluviaal zijn.
Bij de potentiekaart en transitiekaart met de Gouden Gronden wordt verder abstractie gemaakt van de zonevreemde bedrijven en gebouwen, terwijl het juist de beleidslijn is om in de essentiële gebieden het bestaande ruimtebeslag niet af te bouwen. Door dit bestaande ruimtebeslag niet in kaart te brengen, reiken de essentiële gebieden verder dan hun potentieel reikt als Gouden Gronden. Het lijkt dan ook vreemd dat deze gronden vol ruimtebeslag worden beschouwd als gouden gronden, want ze gaan hun naam niet kunnen waarmaken.
3.2. Gebruikte potentie- en transitiekaarten
Het is onduidelijk of er specifieke bestaande kaarten zijn gebruikt om de potentiekaarten en transitiekaarten vorm te geven of de kaarten van nul zijn opgebouwd op basis van de omschreven beperkte criteria in het beleidsplan.
Hierdoor komen de kaarten onnauwkeurig over en geven ze soms een vertekend beeld (zie hierboven opmerking Gouden Gronden).
3.3. Koppelkanskaarten wind en recreatie
De koppelkanskaart wind omvat alle gronden die in openruimtegebied gelegen zijn vrij van bebouwing, nabij een aansluiting op het hoogspanningsnet en in de robuuste ruimte voor land- en tuinbouw.
Voor de gemeente Lievegem klopt deze kaart niet, aangezien het aangeduid gebied niet per se vrij is van bebouwing. Bovendien is er geen rekening gehouden met wettelijke drempels, zodat deze potentiekaart een heel vertekend beeld geeft. In dat opzicht zorgt deze kaart dan ook niet voor een verrijking, maar enkel voor verwarring.
In het geval van energie, waaronder wind, biedt de kaart geen meerwaarde. In dit geval was de verwoording in louter tekst beter geweest.
De koppelkanskaart recreatie brengt dan weer enkel de bestaande recreatiegebieden in kaart met een bovenlokale aantrekkingskracht in de robuust open ruimte. In de gemeente Lievegem betreft dit het provinciaal domein Het Leen. Er zijn echter meer locaties in onze gemeente die een bovenlokale aantrekkingskracht hebben voor zachte recreatie, zoals het Schipdonkkanaal, de Lieve, de Vallei van de Oude Kale en de Vinderhoutse Bossen.
Deze kaart betreft dan ook geen potentie/transitiekaart, maar betreft een kaart van de provinciale domeinen? Het is jammer dat hier opnieuw geen locaties worden benoemd, terwijl in dit geval er zelfs een puntsgewijze selectie is gebeurd.
3.4. Sterk groenblauw netwerk
Bij de groenblauwe verbinden wordt letterlijk als beleidslijn gesteld om de hiaten en barrières binnen het netwerk weg te werken. Opnieuw ontbreekt een duidelijke oplijsting van de hiaten en barrières, terwijl het bestaande netwerk duidelijk is en de bestaande hiaten ook. Het is jammer dat de locaties niet benoemd worden, waardoor het lijkt alsof de hiaten elk moment kunnen veranderen en ze daarom niet benoemd worden, zodat het beleidsplan niet hoeft herzien te worden op een bepaald moment… Het benoemen zou het beleidsplan leesbaarder maken voor de gemeenten en ook transparanter.
We zien op de potentiekaart groenblauwe verbinden duidelijk het Leen als te beschermen gebied. De Kwadebossen/Lembeekse bossen staan meer versnipperd aangeduid, maar wel met de hoge potentie van uitbreiding naar Het Leen.
3.5. Robuustheid en veerkracht is overal
Bij de potenties wordt gesteld dat de aanleg van kleine landschapselementen, net als de ontwikkeling van blauwe dooradering en de ontwikkeling van groene dooradering in bebouwd gebied belangrijk is.
Vervolgens wordt bij de transitie gesteld dat de transitie betekent een netwerk van kleine landschapselementen versterken, op maat van de landschappelijke regio.
Echter nergens blijken er landschappelijke regio’s afgebakend of benoemd, terwijl dit mogelijks wel duidelijkheid biedt hoe men een specifieke regio kan en wil versterken. Hierdoor blijft ook dit heel vaag.
4. Beleidskader ‘Transitie naar een circulaire samenleving’
4.1. Bouwshift – ruimtebeslag in balans
De provincie streeft naar een balans tussen het ruimtebeslag in 2024 en het ruimtebeslag in 2035 voor haar eigen provinciale acties, waarbij ze andere overheden wil inspireren om hetzelfde te doen. Onder ruimtebeslag wordt alle ruimte voor menselijke activiteiten begrepen, zowel verhard als onverhard. Volgende ‘sporen’ worden uitgezet: harde bestemmingen omzetten naar zachte bestemmingen, onderbenutte plekken activeren, bijkomend ruimtebeslag enkel op strategische plekken en open ruimte herstellen.
Echter, het gebrek aan duidelijke acties en concrete prioriteiten komt sterk tot uiting. De provincie dient immers haar verantwoordelijkheid te nemen om het ruimtebeslag, ook van andere actoren (overheden, particulieren, ondernemingen), aan te pakken. Concrete ondersteuning vanuit de provincie is noodzakelijk onder de vorm van provinciale herbestemming en provinciale financiering van ruimtelijke projecten om bijvoorbeeld slecht gelegen bestemmingen te neutraliseren.
De bouwshift is een cruciaal onderdeel van het toekomstig ruimtelijk beleid, dat verder onderzocht en uitgewerkt moet worden.
Voor Lievegem wordt bijkomend opgemerkt dat de kaartlaag met weergave van het ruimtebeslag onvolkomenheden vertoont. Zo is bijvoorbeeld de uitgebreide sportsite te Lovendegem alsook de verkaveling Rijvers-Kleitstraat te Zomergem, niet of onvolledig aangeduid als ruimtebeslag.
4.2. Ruimtegebruik op strategische plekken
Binnen het beleidsplan worden drie strategische plekken onderscheiden waar verschillende bovenlokale stromen samenkomen, met name de stedelijke en (boven)lokale kernen, de strategische plekken voor niet-verweefbare activiteiten en de strategische plekken ter organisatie van een circulaire HUB.
De potentie van alle bedrijventerreinen werd onderzocht, waarbij alle bestaande en nieuwe verweefbare activiteiten zich enkel zouden mogen vestigen binnen de kernen. Voor niet-verweefbare activiteiten worden eveneens specifieke bedrijventerreinen geselecteerd. Het is echter onduidelijk hoe de herlocalisatie van de verweefbare activiteiten zullen gefaciliteerd worden. Waar zal de noodzakelijke ruimte binnen de kernen bovendien beschikbaar zijn?
Concreet is binnen Lievegem één bestaand bedrijventerrein aangeduid als een zeer hoge potentie voor niet-verweefbare activiteiten, namelijk ‘Bierstal’ te Lovendegem. Echter, binnen de huidige situatie wordt dit bedrijventerrein voornamelijk gekenmerkt door kmo’s, die vallen onder de zogenaamde ‘verweefbare activiteiten’. Wat betekent dit concreet in de toekomst? Een volledige herlocalisatie?
Verder wordt aan de bedrijventerreinen Spinnerij en Ververij te Waarschoot een agroHUB (toelevering) toegekend. Dit betekent dat de vestiging van agro-gerelateerde niet-verweefbare activiteiten met het oog op toelevering op deze specifieke locatie het meest efficiënt te organiseren zijn. Gezien de ligging nabij de dorpskern van Waarschoot, waarbij het transport veelal door de kernen gebeurt, wordt dergelijke HUB sterk in vraag gesteld.
5. Beleidskader ‘Transitie naar een solidaire (be)leefomgeving’
5.1. Selectie van de kernen
In het ontwerp provinciaal beleidsplan werden (grote) stedelijke kernen, bovenlokale kernen en lokale kernen geselecteerd.
Bij de gemeente Lievegem worden de kernen van Zomergem, Waarschoot en Lovendegem geselecteerd als bovenlokale kernen en wordt Beke geselecteerd als lokale kern.
Deze selectie van Beke als lokale kern is uiterst vreemd, gelet op het feit dat dit nooit een effectieve deelgemeente is geweest in het verleden en vooral bestaat uit een hoofdstraat, met een aantal zijstraten.
De gemeente Lievegem is bezig met de opmaak van haar gemeentelijk beleidsplan en beschouwt de centrumgebieden van Beke, Ronsele, Vinderhoute en Oostwinkel op eenzelfde niveau in de gewenste verdichtingsstrategie.
En in deze vergelijking van deze kleinere kernen van Lievegem springt eigenlijk Vinderhoute eruit, aangezien de woondichtheid van Vinderhoute momenteel hoger ligt dan de andere kleinere kernen, meer bepaald ongeveer 25 wooneenheden per hectare, ten opzichte van ongeveer 15 à 25 wooneenheden per hectare.
De gemeente Lievegem vraagt dan ook dat deze selectie wordt herbekeken en rekening wordt gehouden met het reeds gevoerde onderzoek door de gemeente in het kader van haar eigen beleidsplan.
Daarnaast is het vooropgestelde beleidsplan van de provincie in tegenstrijd met het huidig juridisch woongebied. Het is onduidelijk hoe de provincie zal omgaan bij het bebouwen van bestaande bouwgrond buiten de vooropgestelde kernen?
5.2. Verdeelsleutel van de woonopgave
Voor de gemeente Lievegem betekent de vooropgestelde verdeelsleutel het volgende:
Bovenlokale kernen Zomergem, Waarschoot en Lovendegem: maximum 35% van de toekomstige bovenlokale woonopgave. Prioritair binnen bestaand ruimtebeslag
Lokale kern Beke: maximum 5% van de toekomstige bovenlokale woonopgave. Het totale ruimtebeslag mag per kern niet toenemen.
Hierin wordt gesteld dat de woonopgave prioritair binnen het bestaand ruimtebeslag moet worden ingevuld. Echter ter hoogte van de stationsomgeving van Waarschoot bevindt zich een stukje agrarisch gebied, die volledig omgeven wordt door bebouwde ruimte en de zone voor sport en recreatie conform het gemeentelijk RUP Groen-Recreatieve As deelzone 4. Dit stukje agrarisch gebied is niet relevant in het kader van de landbouw, maar heeft wel zijn relevantie in het kader van de ontwikkeling van de kern. Het is onduidelijk wat de visie van de provincie is ten aanzien van dergelijk restperceel en een mogelijke herbestemming hiervan.
De woonopgave betreft de behoefte aan bijkomende woongelegenheden op basis van de prognose bevolkingsgroei. In bijlage 2 “Tabel woonverdeling” bij dit beleidskader wordt verduidelijkt dat de woonopgave 2020-2050 voor de gemeente Lievegem in cijfers het volgende betekent:
Zomergem: 354 woongelegenheden
Waarschoot: 522 woongelegenheden
Lovendegem: 549 woongelegenheden
Beke: 8 woongelegenheden
Vinderhoute, Lo en Oostwinkel: 0 woongelegenheden
Los van de bedenkelijke selectie van kernen, is ook de vooropgestelde verdeling niet conform met de gewenste verdichtingsstrategie van het in opmaak zijnde beleidsplan van de gemeente Lievegem. Voor de bovenlokale kernen wordt in ons beleidsplan het consolideren van de bestaande sterke verdichting vooropgesteld, waarbij Waarschoot een hoge woondichtheid heeft van 30 à 35 wooneenheden per hectare en Zomergem en Lovendegem ongeveer 20 à 30 wooneenheden per hectare. In dat opzicht strookt de verdeelsleutel niet met onze wenselijke verdichting.
De gemeente Lievegem wenst dan ook dat de verdeelsleutel wordt herbekeken, want de gekozen verdeling over de verschillende bovenlokale kernen binnen de gemeente leidt tot een onevenwichtige verdeling.
Daarnaast is het onduidelijk hoe de provincie dit wenst te realiseren, zeker gelet op het juridisch potentieel aan bouwgrond.
5.3. Consequenties voor kleine kernen en overige bebouwingsconcentraties
De kleine kernen/bebouwingsconcentraties Ronsele, Vinderhoute en Oostwinkel hebben geen aandeel in de bijkomende woonopgave, zodat onbebouwde percelen woongebied op deze locaties niet meer zouden mogen bebouwd worden.
Dit is echter juridisch niet afdwingbaar, gelet op de bestaande woongebieden en verkavelingen.
Daarnaast zijn sommige huiskavels enorm groot, zodat in dit optiek ook een bestaande vrijstaande woning niet zou kunnen vervangen worden door twee grote vrijstaande woningen, terwijl dit mogelijks wel passend zou zijn in de onmiddellijke omgeving.
Het is onduidelijk hoe de provincie dit wenst te realiseren, gelet op het juridisch potentieel aan bouwgrond.
5.4. Woonuitbreidingsgebieden
In het ontwerp provinciaal beleidsplan wordt woonuitbreiding enkel nog uitzonderlijk toegelaten bij stedelijke kernen en heel uitzonderlijk bij bovenlokale kernen (mits onderbouwing).
Dit leidt ertoe dat de meeste woonuitbreidingsgebieden zouden moeten worden geneutraliseerd. In ons in opmaak zijnde beleidsplan voorzien wij dat het merendeel van het woonuitbreidingsgebied niet mag ontwikkeld worden, maar zijn er wel 3 locaties in Lievegem waar we deze woonuitbreidingsgebieden wel wensen te behouden.
De gemeente Lievegem wenst dat de provincie rekening houdt met deze 3 locaties:
- WUG Zomergem Koning Leopold III laan – Guido Gezellestraat: maximum 50% van dit woonuitbreidingsgebied wordt behouden als woonreserve
- WUG Zomergem Rijvers-Reeuwstro: Langs de bestaande wegenis van Schuthof en Prieelke wordt een beperkte oppervlakte (max. 1 ha) van het woonuitbreidingsgebied behouden voor een beperkte afwerking met groepswoningbouw, maar zonder de realisatie van bijkomende wegenis en met behoud van open doorzichten naar het achterliggende landschap
- WUG Waarschoot, Jagerpad – spoorweg: maximum 50% van dit woonuitbreidingsgebied wordt behouden als reserve voor wonen en/of recreatie.
Enig artikel
De gemeenteraad besluit de gemaakte opmerkingen, opgenomen bij feiten en motivering, als advies ten aanzien van het provinciaal Beleidsplan "Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050" af te leveren aan de provincie Oost-Vlaanderen.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Decreet van 19 december 2014 over de Vlaamse Vastgoedcodex, waarbij de bevoegdheid van de Vlaamse commissarissen werd vastgelegd tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechterlijke verrichtingen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse gemeenschaps- en gewestinstellingen en bepaalde entiteiten zoals de gemeenten
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2022 over de Meerjarenplan 2020 - 2025 aanpassing 3 deel gemeente Lievegem: vaststelling waarbij de nominatieve investeringen werden goedgekeurd, inzonderheid ACT-135 'Fietspad Ronselestraat - Leischoot'
Het collegebesluit van 12 januari 2021 waarbij Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo werd aangesteld als ontwerper
Het collegebesluit van 29 juni 2021 waarbij de ontwerpversie van de startnota principieel werd goedgekeurd
Het collegebesluit van 14 december 2021 met het principieel akkoord voor het ontwerpplan en de bijhorende innemingsplannen voor het aan te leggen fietspad on de Ronselestraat en Leischoot
Het collegebesluit van 17 mei 2022 waarbij de aanvraag voor de opmaak van het schattingsverslag voor de in te nemen percelen voor de realisatie van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot werd goedgekeurd
Het collegebesluit van 25 oktober 2022 waarbij kennis werd genomen van het schattingsverslag en principieel werd beslist opdracht te geven aan Vastgoedtransacties om de aankoop van de gronden voor de realisatie van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot voor te bereiden
Het gemeenteraadsbesluit van 23 november 2022 met de goedkeuring van de grondinnemingsplannen en de opdracht aan Vastgoedtransacties tot onderhandeling en opmaak van de koopakten om deze gronden minnelijk te verwerven
Er werd een ontwerpversie voor de aanleg van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot opgemaakt door het studiebureau Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo. Dit ontwerp werd besproken met en principieel goedgekeurd door het college en de projectstuurgroep.
In uitvoering van dit ontwerpplan werden ook bijhorende innemingsplannen (24 innemingen) en overzichtsplannen opgemaakt door Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA.
De dienst Vastgoedtransacties heeft een schattingsverslag opgemaakt voor de in te nemen delen van percelen (24 innemingen) voor het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot. De schatting bedraagt 260.000,00 euro.
De opdracht voor de minnelijke verwerving verloopt via de dienst Vastgoedtransacties. De akten wordt steeds aan de gemeenteraad voorgelegd.
Het betreft de grondinname nr. 14 van het goedgekeurde grondinnemingsplan fietspad Ronselestraat-Leischoot opgemaakt door het Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo op 9 maart 2023.
Het betreft een strook grond van 292,33 m² met het gereserveerd perceelsidentificatienummer afdeling 7, sectie I, nr 514B.
De dienst Vastgoedtransacties heeft een ontwerpakte minnelijke verwerving opgemaakt voor inneming nr. 14. Zie bijlage.
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De kosten voor de grondinneming nr. 14 bedragen in totaal 2.500,00 euro.
In het meerjarenplan 2020 - 2025 is voor de grondinname voor de realisatie van het fietspad Ronselestraat - Leischoot een krediet voorzien van 300.000 euro onder jaarbudgetrekening 2023/ACT-135-G/0200-00/2200000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte minnelijke verwerving voor inneming nr. 14 tussen Sylvain Ernest, Nicole Van Hoorebeke, Peggy Minoodt, Mathieu Thibo, Delphine Thibo enerzijds en de gemeente Lievegem anderzijds, opgemaakt door Nele Droesbeke, Vlaams commissaris bij de dienst Vastgoedtransacties, ter hoogte van het perceel te Leischoot, 9931 Lievegem, kadastraal gekend als afdeling 7, sectie I, nr 514B met een in te nemen oppervlakte volgens het grondinnemingsplan van 292,33 m².
Artikel 2
De gemeente verwerft het in artikel 1 bedoeld goed:
- voor de prijs van in totaal 2.500,00 euro voor inneming nr. 14.
- onder de voorwaarden vastgelegd in de bij deze beslissing en als dusdanig deel uitmakend van deze beslissing gevoegde ontwerpakte minnelijke verwerving met dossiernummer 14257-010 opgemaakt door Nele Droesbeke, Vlaams commissaris bij de dienst Vastgoedtransacties.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11° en artikel 56
Decreet van 19 december 2014 over de Vlaamse Vastgoedcodex, waarbij de bevoegdheid van de Vlaamse commissarissen werd vastgelegd tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechterlijke verrichtingen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse gemeenschaps- en gewestinstellingen en bepaalde entiteiten zoals de gemeenten
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2022 over de Meerjarenplan 2020 - 2025 aanpassing 3 deel gemeente Lievegem: vaststelling waarbij de nominatieve investeringen werden goedgekeurd, inzonderheid ACT-135-G 'Fietspad Ronselestraat - Leischoot'
Het collegebesluit van 12 januari 2021 waarbij Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo werd aangesteld als ontwerper
Het collegebesluit van 29 juni 2021 waarbij de ontwerpversie van de startnota principieel werd goedgekeurd
Het collegebesluit van 14 december 2021 met het principieel akkoord voor het ontwerpplan en de bijhorende innemingsplannen voor het aan te leggen fietspad on de Ronselestraat en Leischoot
Het collegebesluit van 17 mei 2022 waarbij de aanvraag voor de opmaak van het schattingsverslag voor de in te nemen percelen voor de realisatie van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot werd goedgekeurd
Het collegebesluit van 25 oktober 2022 waarbij kennis werd genomen van het schattingsverslag en principieel werd beslist opdracht te geven aan Vastgoedtransacties om de aankoop van de gronden voor de realisatie van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot voor te bereiden
Het gemeenteraadsbesluit van 23 november 2022 met de goedkeuring van de grondinnemingsplannen en de opdracht aan Vastgoedtransacties tot onderhandeling en opmaak van de koopakten om deze gronden minnelijk te verwerven
Het besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2023 over de goedkeuring van de ontwerpakte voor de inname 14 te Leischoot
Er werd een ontwerpversie voor de aanleg van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot opgemaakt door het studiebureau Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo. Dit ontwerp werd besproken met en principieel goedgekeurd door het college en de projectstuurgroep.
In uitvoering van dit ontwerpplan werden ook bijhorende innemingsplannen (24 innemingen) en overzichtsplannen opgemaakt door Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA.
Het betreft de grondinname nr. 14 van het goedgekeurde grondinnemingsplan fietspad Ronselestraat-Leischoot opgemaakt door het Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo op 9 maart 2023.
De afdeling Vastgoedtransacties heeft onderhandeld met de pachter en de ontwerpakte pachtbeëindiging onder opschortende voorwaarde met dossiernummer 14257-010A onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad opgemaakt.
Als bijlage de pachtbeëindiging voor de grondinneming nr. 14 in Leischoot te 9931 Lievegem.
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De kosten voor deze pachtbeëindiging bedragen in totaal 200,00 euro voor inname 14.
In het meerjarenplan 2020 - 2025 is voor de realisatie van het fietspad Ronselestraat - Leischoot een krediet voorzien van 300.000 euro onder jaarbudgetrekening 2023/ACT-135-G/0200-00/2200000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte pachtbeëindiging onder opschortende voorwaarde voor inneming nr. 14 tussen Pascal Mattheeuws, Evy Moens enerzijds en de gemeente Lievegem anderzijds, opgemaakt door Nele Droesbeke, Vlaams commissaris bij de dienst Vastgoedtransacties, ter hoogte van het perceel te Leischoot, 9931 Lievegem, kadastraal gekend als afdeling 7, sectie I, nr 514B met een in te nemen oppervlakte volgens het grondinnemingsplan van 292,33 m².
Artikel 2
De gemeente beëindigt het pachtrecht op het in artikel 1 bedoelde goed:
- voor de prijs van in totaal 200,00 euro.
- onder de voorwaarden vastgelegd in de bij deze beslissing en als dusdanig deel uitmakend van deze beslissing gevoegde ontwerpakte pachtbeëindiging onder opschortende voorwaarde met dossiernummer 14257-010A opgemaakt door Nele Droesbeke, Vlaams commissaris bij de dienst Vastgoedtransacties.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11° en artikel 56
Decreet van 19 december 2014 over de Vlaamse Vastgoedcodex, waarbij de bevoegdheid van de Vlaamse commissarissen werd vastgelegd tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechterlijke verrichtingen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse gemeenschaps- en gewestinstellingen en bepaalde entiteiten zoals de gemeenten
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2022 over de Meerjarenplan 2020 - 2025 aanpassing 3 deel gemeente Lievegem: vaststelling waarbij de nominatieve investeringen werden goedgekeurd, inzonderheid ACT-135-G 'Fietspad Ronselestraat - Leischoot'
Het collegebesluit van 12 januari 2021 waarbij Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo werd aangesteld als ontwerper
Het collegebesluit van 29 juni 2021 waarbij de ontwerpversie van de startnota principieel werd goedgekeurd
Het collegebesluit van 14 december 2021 met het principieel akkoord voor het ontwerpplan en de bijhorende innemingsplannen voor het aan te leggen fietspad on de Ronselestraat en Leischoot
Het collegebesluit van 17 mei 2022 waarbij de aanvraag voor de opmaak van het schattingsverslag voor de in te nemen percelen voor de realisatie van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot werd goedgekeurd
Het collegebesluit van 25 oktober 2022 waarbij kennis werd genomen van het schattingsverslag en principieel werd beslist opdracht te geven aan Vastgoedtransacties om de aankoop van de gronden voor de realisatie van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot voor te bereiden
Het gemeenteraadsbesluit van 23 november 2022 met de goedkeuring van de grondinnemingsplannen en de opdracht aan Vastgoedtransacties tot onderhandeling en opmaak van de koopakten om deze gronden minnelijk te verwerven
Er werd een ontwerpversie voor de aanleg van het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot opgemaakt door het studiebureau Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo. Dit ontwerp werd besproken met en principieel goedgekeurd door het college en de projectstuurgroep.
In uitvoering van dit ontwerpplan werden ook bijhorende innemingsplannen (24 innemingen) en overzichtsplannen opgemaakt door Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA.
De dienst Vastgoedtransacties heeft een schattingsverslag opgemaakt voor de in te nemen delen van percelen (24 innemingen) voor het fietspad in de Ronselestraat en Leischoot. De schatting bedraagt 260.000,00 euro.
De opdracht voor de minnelijke verwerving verloopt via de dienst Vastgoedtransacties. De akten wordt steeds aan de gemeenteraad voorgelegd.
Het betreft de grondinname nr. 23 en 24 van het goedgekeurde grondinnemingsplan fietspad Ronselestraat-Leischoot opgemaakt door het Studiebureel Goegebeur - Van Den Bulcke BVBA, Herbakkersplein 5 te 9900 Eeklo op 9 maart 2023.
Het betreft 2 stroken grond van:
- 232,24 m² met het gereserveerd perceelsidentificatienummer afdeling 6, sectie A, nr 299P (inname 23)
- 34,89 m² met het gereserveerd perceelsidentificatienummer afdeling 6, sectie A, nr 299R (inname 24)
De dienst Vastgoedtransacties heeft een ontwerpakte minnelijke verwerving opgemaakt voor inneming nr. 23 en 24. Zie bijlage.
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De kosten voor de grondinnemingen nr. 23 en 24 bedragen in totaal 6.500,00 euro.
In het meerjarenplan 2020 - 2025 is voor de grondinname voor de realisatie van het fietspad Ronselestraat - Leischoot een krediet voorzien van 300.000 euro onder jaarbudgetrekening 2023/ACT-135-G/0200-00/2200000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte minnelijke verwerving voor inneming nr. 23 en 24 tussen Peter Vermeersch enerzijds en de gemeente Lievegem anderzijds, opgemaakt door Nele Droesbeke, Vlaams commissaris bij de dienst Vastgoedtransacties, ter hoogte van de percelen te Ronselestraat, 9932 Lievegem, kadastraal gekend als afdeling 6, sectie A, nr 299P en 299R met een in te nemen oppervlakte volgens het grondinnemingsplan van 232,24 m² en 34,89 m².
Artikel 2
De gemeente verwerft het in artikel 1 bedoeld goed:
- voor de prijs van in totaal 6.500,00 euro voor inneming nr. 23 en 24.
- onder de voorwaarden vastgelegd in de bij deze beslissing en als dusdanig deel uitmakend van deze beslissing gevoegde ontwerpakte minnelijke verwerving met dossiernummer 14257-010 opgemaakt door Nele Droesbeke, Vlaams commissaris bij de dienst Vastgoedtransacties.
Chris De Wispelaere, schepen gebouwen
Caroline Frederick, schepen onderwijs en BKO
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 over het bestuurlijk toezicht.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 over de plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2022 over de Meerjarenplan 2020 - 2025 aanpassing 3 deel gemeente Lievegem: vaststelling waarbij de nominatieve investeringen werden goedgekeurd, inzonderheid ACTIE 388 - realisatie nieuwe schoolgebouwen afdeling Eeksken en ACTIE 393 - renoveren en aanpassen nieuwbouw GBS Eeksken naar BKO.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 over de Gemeentelijke Basisschool Eeksken - gedeeltelijk sloepen, gedeeltelijk verbouwen en nieuwbouw - gunning ontwerper
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 21 juni 2022 over de Gemeentelijke Basisschool Eeksken - gedeeltelijk slopen, gedeeltelijk verbouwen en nieuwbouw - raming en aanvraag subsidie bij Agion
Het besluit van de gemeenteraad van 22 februari 2023 over de Gemeentelijke Basisschool Eeksken - gedeeltelijke afbraak en oprichten nieuwe basisschool inclusief omgevingsaanleg - lastvoorwaarden en gunningswijze
De ontwerpopdracht voor de opdracht “Gedeeltelijke afbraak en oprichting nieuwe basisschool incl. omgevingsaanleg BKO” werd gegund aan CORBEY RINGOIR ARCHITECTS BV, Visserij 109 te 9000 Gent.
In het kader van deze opdracht werd een bestek opgesteld door de ontwerper, CORBEY RINGOIR ARCHITECTS BV, Visserij 109 te 9000 Gent.
De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op 6.651.591,76 euro excl. btw of 7.050.687,27 euro incl. btw.
De gemeenteraad verleende in zitting van 22 februari 2023 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 12 mei 2023 om 12.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 180 kalenderdagen eindigt op 8 november 2023.
Er werden 3 offertes ontvangen :
- Mevaco NV, Durmelaan 6 te 9880 Aalter (7.534.300,07 euro excl. btw of 8.016.248,07 euro incl. btw);
- Stadsbader nv, Kanaalstraat 1 te 8530 Harelbeke (7.434.354,49 euro excl. btw of 7.910.852,65 euro incl. btw);
- nv Vandenbussche, Groendreef 21 te 9880 Aalter (7.025.034,75 euro excl. btw of 7.477.651,41 euro incl. btw);
De ontwerper, CORBEY RINGOIR ARCHITECTS BV, Visserij 109 te 9000 Gent, stelde op 31 mei 2023 het verslag van nazicht van de offertes op.
De ontwerper stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde nv Vandenbussche, Groendreef 21 te 9880 Aalter BE 0433.164.683 tegen het nagerekende offertebedrag van 7.025.034,75 euro excl. btw of 7.477.651,41 euro incl. btw mits het verkrijgen van een visum.
De veiligheidscoördinator, iGenia, Achterstraat 4/e te 9550 Herzele, stelde op 7 juni 2023 het verslag van veiligheid op.
Beschikbaar krediet
In de meerjarenplanning 2020 - 2025 is dit project uitgesplitst over twee acties :
1) ACT-388 "Realisatie nieuwe schoolgebouwen afdeling Eeksken"
Uitgavekrediet
ACT-388/0800-00/2200007/GEMEENTE/CBS/IP-009: € 7.020.326,83
Ontvangstenkrediet
ACT-388/0800-00/1500000/GEMEENTE/CBS/IP-009: € 4.360.000,00
Gemeentelijk aandeel: € 2.660.326,83
De raming voor het realiseren van het project bedraagt: € 6.651.591,76 excl. btw of € 7.050.687,27 incl. 6 % btw.
De raming voor het ereloon van de architect bedraagt 7,8 % x € 6.651.591,76 = € 518.824.16 excl. btw of € 627.777,23 incl. 21 % btw. Hiervan is inmiddels al € 97.809,83 betaald. Voor de 2de en 3de plaats van de ontwerpwedstrijd werd respectievelijk € 3.000,00 en € 2.000,00 betaald. Voor juridisch advies werd € 834,10 betaald. Tot slot werd voor het opvragen van eigendomstitels van de percelen van de gemeenteschool ook al 266,20 euro betaald en 726 euro voor het opmaken van een opmetingsplan.
Dit resulteert in een totaal budget van :
werken: € 7.050.687,27 incl. 6 % btw
erelonen: € 627.777,23 incl. 21 % btw
wedstrijdvergoedingen: € 5.000,00
erelonen advocaat: € 834.10 incl. 21 % btw
eigendomstitels: € 266,20
opmetingsplan: € 726,00
TOTAAL: € 7.685.290,80
2) ACT-393 "Renoveren en aanpassen nieuwbouw GBS Eeksken naar BKO"
Uitgavekrediet
2023/ACT-393/0800-00/2210007/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN: € 180.000,00
De raming voor het realiseren van het project bedraagt: € 192.746,36 excl. btw of € 233.223,10 incl. 21% btw.
De raming voor het ereloon van de architect bedraagt 7,8 % x € 192.746,36 excl. btw = € 15.034,22 excl. btw of € 18.191,40 incl. 21 % btw.
Het totale budget bedraagt aldus :
werken: € 233.223,10 incl. 21 % btw
erelonen: € 18.191,40 incl. 21 % btw
TOTAAL: € 251.414,50 incl. 21 % btw
Bedrag van de gunning
De gunning voor het realiseren van het project bedraagt 7.025.034,75 euro excl. btw of 7.477.651,41 euro incl. btw waarvan € 6.817.337,60 excl. btw of € 7.226.337,86 incl. 6 % btw betrekking heeft op ACT-388 en € 207.697,15 excl. btw of € 251.313,55 incl. 21% btw betrekking heeft op ACT-393.
1) ACT-388 "Realisatie nieuwe schoolgebouwen afdeling Eeksken"
De gunning voor het ereloon van de architect bedraagt 7,8 % x € 6.817.337,60 = € 531.752.,33 excl. btw of € 643.420,32 incl. 21 % btw.
Dit resulteert in een totaal budget van :
werken: € 7.226.337,86 incl. 6 % btw
erelonen: € 643.420,32 incl. 21 % btw
wedstrijdvergoedingen: € 5.000,00
erelonen advocaat: € 834,10 incl. 21 % btw
eigendomstitels: € 266,20
opmetingsplan: € 726,00
incl. 5% mogelijks onvoorziene werken € 393.529,91
schoolborden € 75.000 incl. btw
aftoetsen bouwaanvraag Toegankelijk Vlaanderen: € 393,25 incl. btw
Ondersteuning opmaak projectnota Veneco: € 2.471,25 incl. btw
TOTAAL: € 8.347.978,89
Op basis van voorliggende gunning voor de Gemeentelijke Basisschool Eeksken - gedeeltelijk slopen, gedeeltelijk verbouwen en nieuwbouw , zouden hoger vermelde kredieten als volgt moeten worden bijgestuurd :
Uitgavekrediet
ACT-388/0800-00/2200007/GEMEENTE/CBS/IP-009: € 8.347.978,89
Ontvangstenkrediet
ACT-388/0800-00/1500000/GEMEENTE/CBS/IP-009: € 4.360.000,00
Gemeentelijk aandeel: € 3.987.987,89
Voor de realisatie van de nieuwe schoolgebouwen (ACT-388) betekent het gunningsbedrag een meerprijs voor de gemeente van € 1.327.652,06.
2) ACT-393 "Renoveren en aanpassen nieuwbouw GBS Eeksken naar BKO"
De gunning voor het realiseren van het project bedraagt: € 207.697,15 excl. btw of € 251.313,55 incl. 21% btw.
De gunning voor het ereloon van de architect bedraagt 7,8 % x € 207.697,15 excl. btw = € 16.200,38 excl. btw of € 19.602,46 incl. 21 % btw.
Het totale budget bedraagt aldus :
werken: € 251.313,55 incl. 21 % btw
erelonen: € 19.602,46 incl. 21 % btw
bijkomend grondonderzoek: € 1.471,92 incl. 21% btw
5% mogelijks onvoorziene werken: € 13.545,80 incl. 21% btw
TOTAAL: € 285.933,73 incl. 21 % btw
Op basis van voorliggende gunning voor de Gemeentelijke Basisschool Eeksken - gedeeltelijk slopen, gedeeltelijk verbouwen en nieuwbouw , zou hoger vermeld krediet voor ACT-393 als volgt moeten worden bijgestuurd :
Uitgavekrediet
2023/ACT-393/0800-00/2210007/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN: € 285.933,73
Voor de renovatie en aanpassing nieuwbouw GBS Eeksken naar BKO (ACT-393) betekent deze kredietaanpassing een meerprijs voor de gemeente van € 105.933,73.
Voor het verhogen van de kredieten is voor beide acties interne kredietverschuiving 2023-49 als bijlage toegevoegd. In de wetenschap dat de uitvoering van dit project nog zal doorlopen in 2024 en de betaling dus ook nog voor een groot gedeelte zal plaatsvinden in 2024, wordt deze kredietverschuiving overwegend doorgevoerd in het investeringsbudget van 2024.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van nazicht van de offertes van 31 mei 2023, opgesteld door de ontwerper, CORBEY RINGOIR ARCHITECTS BV, Visserij 109 te 9000 Gent en het verslag van de veiligheidscoördinator, iGenia, Achterstraat 4/e te 9550 Herzele, opgesteld op 7 juni 2023 .
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van het totale budget van dit project, incl. 5% meerwerken: voor de school € 8.347.978,89 incl. 6 % btw en voor BKO € 285.933,73 incl. 21 % btw.
Artikel 3
De opdracht zal worden gegund door het college van burgemeester en schepenen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde nv Vandenbussche, Groendreef 21 te 9880 Aalter BE 0433.164.683 tegen het nagerekende offertebedrag van 7.025.034,75 euro excl. btw of 7.477.651,41 euro incl. btw.
Chris De Wispelaere, schepen patrimonium
Freddy Haegeman, schepen openbare werken
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 euro niet).
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het Decreet lokaal bestuur, en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 326 tot en met 334 56, betreffende het bestuurlijk toezicht.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
In het kader van de opdracht “Aankoop nieuwe elektrische heftruck” werd een bestek met nr. 2023/PATR/VC/20230606 opgesteld door Team patrimonium.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Er is een krediet van 202.807,07 euro op 2023/ACT-261/0680-00/2430000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN, aankoop duurzame bestelwagens. De heftruck in het magazijn van Zomergem dateert van het jaar 1983 en is aan vervanging toe. We willen inzetten op duurzaamheid en wensen een deel van voornoemd krediet te gebruiken om een nieuwe elektrische heftruck aan te kopen. Er werd advies gevraagd aan de preventieadviseur.
Omdat deze aankoop niet is opgenomen in het overzicht van nominatieve investeringen en de kostprijs hoger geraamd wordt dan 25.000 euro kan deze aankoop niet beschouwd worden als een overheidsopdracht vallend onder dagelijks bestuur en wordt het dossier voorgelegd aan de gemeenteraad.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 45.000,00 euro excl. btw of 54.450.00 euro incl. 21% btw.
Voor de uitgave voor deze opdracht is in budget zal er een interne kredietverschuiving gebeuren voor dit bedrag vanaf 2023/ACT-261/0680-00/2430000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN, aankoop duurzame bestelwagens naar 2023/ACT-569/0200-00/2430000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN, aankoop heftruck.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2023/PATR/VC/20230606 en de raming voor de opdracht “Aankoop nieuwe elektrische heftruck”, opgesteld door team patrimonium goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 45.000,00 euro excl. btw of 54.450.00 euro incl. 21% btw.
Artikel 2
De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Kim Martens, burgemeester
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 40 §3 over de bevoegdheid van de gemeenteraad om de gemeentelijke reglementen vast te stellen en artikel 302 over de organisatie van een systeem van klachtenbehandeling bij reglement door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 mei 2023 over de principiële goedkeuring van het klachtenreglement van lokaal bestuur Lievegem
1. Strategisch kader
1.1 Algemeen
1.2 Basisregels uit werkgroep dienstverlening
Uit de werkgroep dienstverlening kwamen 10 basisregels waar eensgezindheid over was in een workshop rond klantencontacten:
2. Een klachtenreglement
Een lokaal bestuur moet een klachtenreglement hebben volgens het decreet lokaal bestuur.
Dat klachtenreglement bevat het systeem (= de manier) waarop klachten behandeld worden. Een bestuur is vrij om het systeem te kiezen, maar dat moet natuurlijk voldoen aan grondbeginselen van behoorlijk bestuur. Anderzijds willen we het proces ook niet te complex maken.
Wat van belang is, is dat de inwoner binnen de kortst mogelijke termijn geholpen wordt.
3. Doel
Uit het kader en de parameters destilleren we een doel.
Het doel bestaat uit kernwoorden die de lading van de 10 basisregels dekken en de algemene parameters respecteren:
Klachten efficiënt, tijdig, grondig, empathisch en als kans behandelen.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het klachtenreglement van het lokaal bestuur Lievegem vast.
Artikel 2
Het klachtenreglement van het lokaal bestuur Lievegem treedt vanaf 1 juli 2023 in werking.
Caroline Fredrick, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 40, 41 en 56
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Het decreet van 5 mei 2023 over leersteun
Het decreet van 2 april 2004 over participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad
Het protocol landschap leersteuncentrum van 10 februari 2023
De omzendbrief leersteun in het basis- en secundair onderwijs van 5 mei 2023
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2023 over de goedkeuring van de aansluiting bij het leersteuncentrum door de gemeenteschool Lievegem
Het M-decreet wordt vanaf 1 september 2023 vervangen door het leersteundecreet.
De huidige werking van ondersteuningsnetwerken wordt omgevormd tot leersteuncentra.
Het decreet leersteun bepaalt dat een schoolbestuur moet aansluiten bij één leersteuncentrum (LSC) naar keuze, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, georganiseerd door een bestuur van het eigen of een ander onderwijsnet, om leersteun te kunnen ontvangen voor de leerlingen en leerkrachten van zijn school/scholen voor gewoon basisonderwijs.
Een dergelijk LSC biedt leersteun aan scholen voor gewoon basisonderwijs die leerlingen hebben met:
- een GC-verslag (verslag gemeenschappelijk curriculum, dit is een verslag dat toegang geeft tot leersteun bij een gemeenschappelijk curriculum, vermeld in artikel 16 van het decreet basisonderwijs en artikel 352 van de Codex Secundair Onderwijs),
- IAC-verslag (verslag individueel aangepast curriculum, dit is een verslag dat toegang geeft tot een individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 15 van het decreet basisonderwijs en in artikel 294, §2, 1° van de Codex Secundair Onderwijs) of
- OV4-verslag (dit is het verslag vermeld in artikel 294, §2, 2° van de Codex Secundair Onderwijs).
Onze gemeenteschool heeft leerlingen met de hierboven vermelde verslagen.
Een dergelijk LSC kan deel uitmaken van een school voor buitengewoon onderwijs of kan een zelfstandige instelling zijn. Een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 is een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs en dat alleen leersteun biedt voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type 4, type 6 of type 7, in het gewoon basisonderwijs.
Deze LSC’s komen in de plaats van de huidige ondersteuningsnetwerken. Het schoolbestuur is momenteel aangesloten bij het ondersteuningsnetwerk “Ondersteuningsnetwerk Meetjesland”.
De Vlaamse Regering kiest hiermee voor een nieuw ondersteuningsmodel:
- Mensen, middelen en expertise worden geconcentreerd in deze nieuwe leersteuncentra, die anders georganiseerd zijn dan de huidige ondersteuningsnetwerken.
- Er wordt gekozen voor een beperkt aantal leersteuncentra die de mogelijkheden maximaal bundelen én garanderen met een voldoende kritische massa.
- Scholen voor gewoon onderwijs kiezen vrij het leersteuncentrum waarbij ze willen aansluiten (los van het net of de koepel waartoe ze behoren) en nemen een belangrijke rol op in de leersteunraad. Jaarlijks kunnen ze kiezen om hun middelen in dat leersteuncentrum onder te brengen waar hun noden optimaal beantwoord worden.
De Vlaamse Regering heeft met de representatieve verenigingen van inrichtende machten (waaronder OVSG) en het gemeenschapsonderwijs op 10 februari 2023 een protocol afgesloten over waar de Leersteuncentra mogen worden opgericht en door welke besturen (protocol landschap leersteuncentrum - LSC).
Het schoolbestuur moest zijn keuze meedelen aan het betrokken leersteuncentrum en aan AGODI uiterlijk een maand na de publicatie van dit protocol landschap LSC. Door deze zeer strakke timing heeft het college van burgemeester bij hoogdringendheid op 7 maart 2023 de volgende voorlopige beslissing genomen om aan te sluiten bij de zelfstandige instelling: leersteuncentrum OGO - Leersteuncentrum Oost- Vlaanderen.
Dit leersteuncentrum heeft dezelfde werking en schoolbestuur als het vroegere ondersteuningsnetwerk “ondersteuningsnetwerk Meetjesland”.
Procedurele vormvereisten:
De beslissing voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 21 van het decreet van 2 april 2004 over participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Op 6 juni 2023 heeft het overleg in de schoolraad plaatsgevonden en het gemeentebestuur volgt het resultaat.
De keuze van het leersteuncentrum werd besproken op het OCSG van 7 februari 2023 en op het ABOC van 7 juni 2023.
Verantwoording:
Het schoolbestuur wenst aan te sluiten bij het leersteuncentrum OGO - Leersteuncentrum Oost- Vlaanderen om voor de leerlingen en leerkrachten van de eigen school te voorzien in professionele leersteun. Deze leersteun komt in de plaats van de ondersteuning door het huidige ondersteuningsnetwerk “ondersteuningsnetwerk Meetjesland” dat ophoudt te bestaan.
Dit leersteuncentrum is opgenomen in het protocol landschap LSC waardoor het voorlopig erkend zal zijn voor het schooljaar 2023-2024 en het schooljaar 2024-2025. Dit leersteuncentrum is een zelfstandige instelling.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2023 om aan te sluiten bij een welbepaald leersteuncentrum.
Het schoolbestuur sluit op 1 september 2023 met de gemeentelijke basisschool Lievegem aan bij het leersteuncentrum OGO - Leersteuncentrum Oost- Vlaanderen te Gent.
Caroline Fredrick, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41
Gelet het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikelen 27,28,33,37,54 en 172 quinquies
Gelet op het decreet over de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding van 18 april 2018
Gemeenteraadsbesluit van 11 september 2019 over de retributie op faciliteiten en materiaal van de gemeenteschool
Gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2022 over het schoolreglement van de gemeenteschool
Het schoolbestuur moet voor zijn basisscholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt.
Het huidige schoolreglement is toe aan actualisatie.
De aanpassing van het schoolreglement werd besproken op de schoolraad van 6 juni 2023.
Meer specifieke afspraken worden opgenomen in een infobrochure.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het schoolreglement gewoon basisonderwijs voor de gemeenteschool Lievegem vast.
Artikel 2
Het bestaande schoolreglement gewoon basisonderwijs, goedgekeurd door de gemeenteraad 29 juni 2022 wordt opgeheven.
Artikel 3
De meer specifieke regels en afspraken worden opgenomen in een infobrochure.
Caroline Fredrick, schepen
Decreet van 27 maart 1991 over de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 40 §3: de gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
Gemeenteraadsbesluit van 14 september 2022 over het arbeidsreglement van de gemeenteschool Lievegem
Een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur. Het arbeidsreglement legt de relatie tussen het schoolbestuur en het personeel vast.
Het arbeidsreglement stelt de algemene arbeidsvoorwaarden vast en informeert de werknemers over de werking en de organisatie van het werk binnen de onderneming of binnen de instelling die hen tewerkstelt.
Alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het gemeentelijk onderwijs worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.
Het decreet rechtspositie en het decreet basisonderwijs laten voldoende ruimte om lokaal en autonoom concrete afspraken te maken rond rechten en plichten van het personeel en het schoolbestuur.
Het huidige arbeidsreglement is aan actualisatie toe.
Het voorstel van arbeidsreglement werd opgemaakt voor de scholengemeenschap Meetjesland zodat het voor alle personeelsleden van de scholengemeenschap hetzelfde is.
Het onderhandelingscomité op het niveau van de scholengemeenschap vond plaats op 7 juni 2022.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het arbeidsreglement gewoon basisonderwijs voor de gemeenteschool Lievegem goed. Het reglement treedt in werking per 1 oktober 2022.
Artikel 2
Het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Lievegem van 14 september 2022 over het arbeidsreglement gewoon basisonderwijs voor de gemeenteschool wordt opgeheven.
Chris De Wispelaere, schepen mobiliteit
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 40
Decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid, in het bijzonder artikel 8 betreffende de taakstelling van de vervoerregioraad
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met de integratie van de milieueffectrapportage, in het bijzonder artikel 7 §1 artikel betreffende de vaststelling van het voorlopig ontwerp van Regionaal Mobiliteitsplan
Het Regionaal Mobiliteitsplan kadert binnen basisbereikbaarheid, de Vlaamse visie op mobiliteit. Met basisbereikbaarheid zet Vlaanderen in op een efficiënter, duurzamer en flexibeler vervoer waarin het combineren van verschillende vervoermiddelen centraal staat. Voor de realisatie van basisbereikbaarheid werden de driehonderd Vlaamse steden en gemeenten opgedeeld in 15 vervoerregio’s. Binnen deze vervoerregio’s werken de gemeenten samen een mobiliteitsplan uit, specifiek voor hun regio.
De vervoerregio Gent heeft een voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan uitgewerkt. Dat plan legt de globale mobiliteitsvisie voor de komende 10 jaar (met een doorkijkperiode van 30 jaar) vast voor de vervoerregio op een strategisch niveau, en dat voor alle vervoerswijzen. In dit voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan werd rekening gehouden met het Ontwerp plan-MER. Het Ontwerp plan-MER bevat de rapportage over de milieueffectenbeoordeling die bij de opmaak van het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan mee in overweging werd genomen.
De voorbereiding van dit Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan voor Vervoerregio Gent werd voorbereid door de verschillende organen van de vervoerregio: de ambtelijke werkgroep, team MOW, de vervoerregioraad en het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Gent. De oriëntatienota werd goedgekeurd op de vervoerregioraad van 7 juli 2020. Vervolgens werden de visienota en een ontwerp synthesenota voorgelegd ter kennisname aan de vervoerregioraad op resp. 28 januari 2022 en 21 oktober 2022.
Daarbij wordt een participatietraject doorlopen in overeenstemming met het participatieplan dat op de vervoerregioraad van 4 december 2019 en 4 april 2021 werd goedgekeurd. De participatie gebeurt/gebeurde in de vorm van mobiliteitsateliers, mobiliteitscafés, logistieke werkgroepen, bevragingen van burgers en gemeenteraadsleden.
De minister heeft op 8 mei 2023 het Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan goedgekeurd.
Om het Regionaal Mobiliteitsplan definitief vast te stellen dienen nog volgende stappen doorlopen te worden:
De vervoerregioraad heeft volgende bezorgdheden geformuleerd op het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan:
Enig artikel
De gemeenteraad geeft gunstig advies over het Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan.
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 en 41, 2 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad tot vaststelling van dit reglement
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 286 inzake de bekendmaking van de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad
Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De gemeenteraad is bevoegd om politiereglementen op de gemeentewegen vast te stellen.
Op 3 en 26 april 2023 werd melding gemaakt van een beperkte zichtbaarheid ter hoogte van Nekke 21-25c bij het verlaten van de private oprit door een geparkeerde vrachtwagen op de strook naast de rijbaan.
Op 24 april 2023 heeft de politie gunstig advies gegeven voor parkeerverbod door de plaatsing van een bord E9b met opwaartse (ter hoogte van Nekke 25c) en neerwaartse pijl (ter hoogte van Nekke 21)
Artikel 1
De gemeenteraad stelt volgend aanvullend reglement op het wegverkeer vast:
Parkeerverbod voor vrachtwagens ter hoogte van Nekke 21-25c
Artikel 2
Deze verkeersmaatregel wordt als volgt gesignaleerd:
Bord E9b met opwaartse (ter hoogte van Nekke 25c) en neerwaartse pijl (ter hoogte van Nekke 21)
Artikel 3
Dit aanvullend reglement op het verkeer gaat in voege vanaf 1 juli 2023.
Kim Martens, burgemeester
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 67 en 68
Koninklijk Besluit van 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 1-2
Gemeenteraadsbesluit van 23 november 2022 over de goedkeuring van de exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2023 van de Hulpverleningszone Centrum
Mail van 30 september 2022 van de Hulpverleningszone centrum over de goedkeuring van de dotatie 2023 aan de Hulpverleningszone Centrum
De zoneraad van Hulpverleningszone Centrum heeft op 26 oktober 2022 de begroting voor het dienstjaar 2023 goedgekeurd.
De dotaties van de gemeenten aan de Hulpverleningszone Centrum worden jaarlijks goedgekeurd door de gemeenteraad. In functie van het ontwerp van de begroting en de door de gemeenten aanvaarde verdeelsleutel werden voor 2023 door de gemeente Lievegem volgende dotaties toegekend aan de Hulpverleningszone Centrum:
Voor exploitatie: 908.359 euro
Voor investeringen: 78.235 euro
Bijdrage voor de pensioenen: 2.904,52 euro.
Net als de vorige jaren wordt de initiële begroting van de hulpverleningszone bijgestuurd. Na de bespreking ervan in de begrotingscommissie op 31 mei 2023 keurde het college van de hulpverleningszone op 31 mei 2023 het ontwerp van de begrotingswijziging voor het dienstjaar 2023 goed.
Een belangrijke aanpassing van de begroting betreft het verwerken van het begrotingsresultaat van het vorig dienstjaar. Het begrotingsresultaat van 2022 van in totaal 2,2 miljoen euro wordt in deze budgetwijziging geristorneerd naar de verschillende gemeenten volgens het aandeel van iedere gemeente in dit resultaat, m.a.w. volgens de verdeelsleutel voor het jaar 2022. Het ristorno zal verwerkt worden via de uitgavenkredieten van de zone en staat bijgevolg los van de hieronder vermelde gewijzigde dotatie(s).
Een andere belangrijk element betreft de aanpassing van de personeelsbegroting aan de recente evoluties inzake de wedde-index. In de oorspronkelijke begroting werden nog de vooruitzichten van april van vorig jaar gehanteerd. De voorliggende budgetwijziging houdt rekening met een aanpassing van deze index in de maanden januari en november, conform de recente verwachtingen van het Federaal Planbureau. Wat betreft de werkingskosten wordt de begroting van de hulpverleningszone in beperkte mate bijgestuurd.
Langs ontvangstenzijde worden de geïndexeerde federale dotaties in de begroting ingeschreven. In totaal liggen de federale dotaties 1,1 miljoen euro hoger dan geraamd in de oorspronkelijke begroting. Ook de subsidie van de FOD Volksgezondheid voor de financiering van het ambulancevervoer wordt bijgestuurd en aangepast aan het werkelijke bedrag voor 2023.
Bovenstaande aanpassingen hebben tot gevolg dat de gemeentelijke dotaties, dewelke als sluitpost van de begroting van de hulpverleningszone dienen, herberekend moeten worden. Het gevolg is dat de gemeentelijke exploitatiedotaties opgetrokken dienen te worden, en dat de investeringsdotaties ongewijzigd blijven. Ook de bijdragen van de gemeenten voor de financiering van de pensioenen wijzigen niet.
De gewijzigde dotaties van de gemeenten aan de hulpverleningszone moeten goedgekeurd worden door de gemeenteraad. In functie van het ontwerp van de begrotingswijziging en de door de gemeenten aanvaarde verdeelsleutel worden voor het jaar 2023 door Lievegem volgende dotaties toegekend aan de Hulpverleningszone Centrum:
Voor exploitatie: 920.160 euro (+ 11.801 euro)
Voor investeringen: 78.235 euro
Bijdrage voor de pensioenen: 2.904,52 euro
De definitieve goedkeuring van de begrotingswijziging 2023 door de zoneraad is gepland op 21 juni 2023.
De goedkeuring van de toezichthoudende overheid is vereist opdat de begrotingswijziging uitvoerbaar zou zijn. Het bestuurlijk toezicht dient daarom een afschrift van de gemeenteraadsbesluiten betreffende de dotaties aan de zone te ontvangen om de begrotingswijziging voor het dienstjaar 2023 definitief te kunnen goedkeuren.
Het begrotingsresultaat 2022 van de hulpverleningszone resulteert voor de gemeente in een ristorno van 37.755 euro, een bedrag dat zal worden verrekend met het vierde kwartaalvoorschot op de exploitatiebijdrage.
Voor het lopende boekjaar 2023 werd als exploitatiebijdrage een krediet van 908.359 euro voorzien in het meerjarenplan 2020 - 2025 onder jaarbudgetrekening 2023/GBB-SSC/0410-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN. Het bijkomend benodigd krediet van 11.801 euro ingevolge de verhoging van de dotatie in het exploitatiebudget tot 920.160 euro, kan worden gefinancierd door middel van hoger vermelde ristorno.
De bijdrage voor de pensioenen ten bedrage van 2.904,52 euro blijft ongewijzigd en werd in het meerjarenplan 2020 - 2025 opgenomen in het exploitatiebudget onder jaarbudgetrekening 2023/GBB-SSC/0410-00/6494001/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Ook de investeringsbijdrage van 78.235 euro blijft ongewijzigd en werd in het meerjarenplan 2020 - 2025 opgenomen in het investeringsbudget onder jaarbudgetrekening 2023/GBB-SSC/0410-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Voor de verhoogde exploitatiebijdrage van 920.160 euro (+ 11.801 euro) is voldoende krediet beschikbaar in de begroting gezien de ristorno van 37.755 euro van het begrotingsresultaat 2022 dat zal worden verrekend met het vierde kwartaalvoorschot van de dotatie voor 2023.
Voor de budgetwijziging van hulpverleningszone Centrum wordt bijgevolg een gunstig advies verleend.
Gunstig visum FD/2023/012 van Bart Kerkhof van 08 juni 2023
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de gewijzigde dotaties voor het dienstjaar 2023 als volgt goed:
Voor exploitatie: 920.160 euro
Voor investeringen: 78.235 euro
Bijdrage voor de pensioenen: 2.904,52 euro.
Nicholas Spinel, voorzitter
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 31 en 278
Gemeenteraadsbesluit van 14 september 2022 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Voor het stellen van een vraag is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. Een kopie van de vraag en het antwoord worden per e-mail bezorgd aan de raadsleden.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.
Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
De behandeling van een mondelinge vraag beperkt zich tot vraag en antwoord en kan geen aanleiding geven tot een discussie tussen raadsleden.
In de notulen van de zitting wordt melding gemaakt van de naam van de vraagsteller, aan wie de vraag is gericht en het onderwerp.
Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad vermeldt de mondelinge en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
Vragen en antwoorden omtrent :
1. Schriftelijke vragen
1.1. Raadslid Wouter Ryckaert: Initiatief Fietsburgemeester
Omdat de burgemeester er niet was op de vorige zitting werd het antwoord verdaagd naar de huidige zitting.
Antwoord burgemeester: Hij licht de aanstelling van de fietsburgemeester toe en verwijst hiervoor naar de nota hieromtrent gemaakt door de administratie. Deze zal worden overgemaakt.
We gaan dit koppelen aan bestaande acties en zien hoe het evolueert naar de toekomst, bijvoorbeeld vooraf bekijken van plannen wegenwerken, opening fietspad,..
Relatief nieuw in Vlaanderen, komt een beetje overwaaien vanuit Nederland.
2. Mondelinge vragen
2.1. Raadslid Gunter Lippens: kermis Waarschoot was pover
Deze vraag werd reeds besproken in de zitting van april (toen antwoord van de burgemeester in afwezigheid van schepen Freddy Haegeman die de kermis in Waarschoot opvolgt), maar wordt nu hernomen om schepen Freddy Haegeman de gelegenheid te geven om hier op te antwoorden.
Raadslid Gunter Lippens geeft aan eigenlijk geen echt antwoord meer te hoeven. Hij stelt voor dat gelet op het succes van Zomergemkermis afgelopen weekend om aan het kermiscomité van Waarschoot voor te stellen om eens naar Zomergem te gaan kijken.
Schepen Freddy Haegeman wenst toch te antwoorden, hij heeft de opmerkingen met het kermiscomité overlopen:
U was teleurgesteld. Geen programma:
je hebt toch de affiches gezien die ruim waren verspreid onder andere in de cafés.
Vrijdagavond 10 man en zaterdagavond 15 man.
Akkoord weinig volk, was ook zeer koud, max 5 ° met noordenwind. Toch hebben die 10 man goed gedronken: vrijdag 763 € en zaterdag 604 € .
Subsidies: wat gebeurt er met dat geld?
Door een perfecte boekhouding weten wij waaraan iedere euro besteed is .
Vergelijking Zomergem-Waarschoot: Zondag: niets .
Zondagavond van Pasen is er nooit een toevloed geweest van volk. Waren ook reeds in de weer van 10 u .Was een drukke dag dankzij het goede weer .
Kinderen -paashazen niet aangekondigd.
Zie affiche - flyers . Geef wel toe: de flyers raakten verzeild tussen de reclamefolders.
Bonnetjes Beke:
Is traditie van vroeger dat Beke altijd meegaat met Zomergem maar door met de kortingkaarten te werken kan dat er wel bijgenomen worden.
Niet meer zien zitten, dan moeten ze het maar uit handen geven:Trekt op niets , zware subsidies.
De groep ziet het wel degelijk zitten maar aan de weersomstandigheden verander je niets , bij 5 ° kan je de mensen niet buiten krijgen. Over de vele kermissen dat het plein vol stond wordt er niet gesproken. Afgelopen weekend in Zomergem was het schitterend weer met 30 °.
Budgetten van tijden van corona en dan niets gedaan ,waar zijn die budgetten naartoe?
In de coronajaren zijn er geen subsidies gegeven, die bemerking ligt hen wel zwaar op de maag, nogmaals volledige boekhouding ligt ter inzage.
Minder swung:
Het engagement is er, iedereen gaat ervoor . Er zijn wel een paar mensen vertrokken uit de commissie, 1 door verhuis buurgemeente en 1 andere reden .
Leestjeskermis: Massa volk.
Klopt maar bij slecht weer is het ook reeds pover geweest qua opkomst . Alles hangt af van weer
Gemeente moet zeggen: Is dat al en moet ingrijpen?
Het bestuur van de kermiscommissie werkt autonoom, ik vertrouw die mensen in hun beslissingen. In een andere deelgemeente is het ook niet evident om een kermis te organiseren,laten overnemen door dienst evenementen zal ook niet van een leien dakje lopen.
Vb. Iedere 6 weken wordt er met 7 mensen vergaderd, groepen contacteren enz. Bijkomend: Met septemberkermis wordt een etentje aan de senioren georganiseerd en bediend door de kermiscommissie zonder tussenkomst gemeente . De mensen spenderen er ook een verlofdag aan en meestal draait dit financieel uit op nuloperatie of zelfs een beetje verlies .
M.a.w.: Voor mijn part mag het ganse kermiscomité blijven. Zullen wel eens gaan luisteren in Zomergem naar de kosten van de muziekinstallatie.
2.2. Raadslid Jurgen Blomme: stand van zaken reglement evenementenplein
De burgemeester antwoordt dat er een draft is gemaakt en principieel afgeklopt door het college in april. Maar het is nu te laat om dit voor de zomer nog in te brengen en nu nog een oproep te doen. Er is immers al veel gepland voor deze zomer. We gaan dit terug opnemen in september. Bedoeling is om een deel van het dorpsplein voor langere termijn ter beschikking te stellen.
2.3. Raadslid Didier Garré: project indienen voor renovatie noodwoningen?
Schepen Hilde De Graeve antwoordt dat we er voorlopig niet op intekenen, omdat onze noodwoningen in vrij goede staat zijn, zeker Vinderhoute. We hebben een bijkomende noodwoning gecreëerd in Waarschoot. En nu zijn de noodwoningen evenredig verdeeld in de deelgemeenten. Het is nu wel iets krap door de Oekraïnekwestie, maar er komt nu weer wel al wat ruimte. Dus niet onmiddellijk behoefte om hier iets mee te doen.
2.4. Raadslid Patrick Dossche: foute plaatsing verkeersborden
Het raadslid geeft aan dat er hier en daar toch wat verkeerd is gelopen met het plaatsen van de verkeersborden, inzonderheid dan de snelheidsborden in bijvoorbeeld de Durmstraat. Er was heel wat kritiek op facebook en toen werd dat bord na een paar weken weggenomen, maar de paal staat er nog. Zo komt de draagkracht van het mobiliteitsplan in gevaar. Er is ook de kritiek dat op een kort traject zoals bvb van Merendree naar Zomergem veel verschillende snelheidszones zijn aangebracht, meer overleg met de buurgemeente?
Toch nog over een aantal zaken goed na te denken.
Schepen Chris De Wispelaere geeft toe dat er een fout is gebeurd bij het plaatsen. Bord was al weg na een paar dagen weg. Er was het probleem dat men niet van zone 70 naar 30 mag zonder de overgang er tussen van een zone 50. We volgen dit goed op.
De voorzitter sluit de zitting op 28/06/2023 om 22:04.
Namens Gemeenteraad,
Eddy De Mits
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter