De voorzitter opent de zitting om 21:54.
Door de coronacrisis wordt deze raad via een digitale vergadering door middel van MS Teams gehouden.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32 en 74
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement ocmw-raad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de OCMW-raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de OCMW-raadsleden.
Elk OCMW-raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de OCMW-raad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de OCMW-raad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is te bekijken via https://www.youtube.com/watch?v=LX0-9G8QRRk
De OCMW-raad keurt de notulen en het zittingsverslag van de ocmw-raadszitting van 14 oktober 2020 goed.
Hilde De Graeve, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 78-3° betreffende de bevoegdheid van de OCMW-Raad bij de vaststelling van reglementen
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 tot toekenning van steun aan de sociaal-toeristische sector en het Iedereen verdient vakantiefonds tot beperking van de negatieve economische impact die voortvloeit uit de dringende maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 in te dijken
Iedereen heeft recht op vakantie en verdient het om er even tussenuit te zijn. Daarom kunnen Lievegemnaren die het financieel of op een andere manier moeilijk hebben terecht in het Rap op Stap-kantoor van team Welzijn. Deze dienstverlening werd opgestart door OCMW Waarschoot en werd verdergezet in OCMW Lievegem.
Een Rap op Stap-kantoor is een zeer laagdrempelig reisbemiddelingskantoor voor mensen met een beperkt budget. Het kantoor helpt iedereen met een klein budget aan een leuke uitstap. Er kunnen vakanties, daguitstappen en sport- en cultuuractiviteiten worden geboekt. Bovendien helpen de medewerkers ook met praktische zaken, zoals het samenstellen van een budget voor de uitstap en het uitzoeken van geschikt vervoer.
De Vlaamse minister van toerisme heeft op 2 juni 2020 steunmaatregelen in het kader van corona aangekondigd waarbij o.a. 372.000 euro voorbehouden werd voor de Rap op Stap kantoren.
Elk Rap op stap kantoor ontving half oktober een eenmalige forfaitaire financiële ondersteuning ter waarde van 4.000 euro.
Het besluit voorziet volgende voorwaarden voor besteding van dit budget:
De Rap op Stap kantoren moeten de financiële bijdrage uit het eerste lid hierboven aanwenden tot dekking van volgende kosten:
Omdat ons Rap op Stap kantoor nog te weinig gekend is in Lievegem willen we de toelage gebruiken om de drempel naar het Rap op Stap kantoor te verlagen (en toeleiding te verhogen) door hiermee een laagdrempelige uitstap te financieren die we gratis aanbieden wanneer mensen langskomen.
Er werd daarom gezocht naar een goedkope laagdrempelige culturele uitstap die een breed publiek aanspreekt en die aantrekkelijk is voor volwassenen en kinderen. Team Welzijn stelt daarom voor om cinematickets aan te kopen. Twee van de drie OCMW's kochten in het verleden reeds cinematickets aan (met een andere subsidie) en de interesse hiervoor was telkens groot.
Door de verhoogde maatregelen zijn de bioscopen ondertussen dicht voor minstens drie weken. Uiteraard zal dit reglement nog niet worden kenbaar gemaakt en zal de dienstverlening niet worden opgestart zolang deze maatregel van kracht is.
Voor de verantwoording van de middelen is het wel belangrijk dat wij voor het eind van november aan de Vlaamse overheid rapporteren wat we van plan zijn om met deze premie te doen. Daarom vragen we om dit reglement toch al in november goed te keuren.
Met het budget kunnen we 400 cinematickets aankopen waarover we een eindrapport moeten indienen tegen eind juni 2020. De cinematickets hebben na aankoop een geldigheid van één jaar.
We wachten evident met het aankopen van de tickets tot wanneer de bioscopen terug open gaan.
De subsidie van 4.000 euro werd reeds gestort en is voorzien op de jaarbudgetrekening : 2020/GBB-WELZYN/0900-00/7406999/OCMW/VB/IP-GEEN
Het uitgavenkrediet wordt voorzien op jaarbudgetrekening : 2020/GBB-WELZYN/0900-00/6040000/OCMW/VB/IP-GEEN
Artikel 1
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn stelt het reglement 'extra toelage Rap op Stap kantoor Lievegem – gratis cinematickets' vast. Dit reglement zal uitwerking hebben nadat de bioscoop terug open gaat (einde Vlaamse corona-maatregel).
Artikel 2
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn gaat akkoord met de aankoop van maximum 400 cinematickets t.b.v. 9,70 euro per stuk. De tickets worden per 100 of 200 stuks aangekocht tussen november 2020 en mei 2021 bij Decascoop Gent.
Chris De Wispelaere, schepen
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Wet van 17 mei 2019 tot wijzigingen van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen tot invoering van een recht op verlof voor erkende mantelzorgers
Wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen
Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 78, °2, 186 en 286
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Omzendbrief KB/ABB 2020/2 van 28 mei 2020 over sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen
Besluit van de gemeenteraad van 27 maart 2019 over Personeel - invoering aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden - toetreding tot het tweede pensioenpijlerplan van de Federale Pensioendienst: goedkeuring
Het sectoraal akkoord lokale en provinciale besturen 2020 van 8 april 2020
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling OCMW Lievegem: goedkeuring
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 1 juli 2020 over Rechtspositieregeling OCMW Lievegem - wijziging: goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 oktober 2020 over Personeel - Toepassing sectoraal akkoord 2020 - Ontwerp wijzigingen rechtspositieregeling: principiële goedkeuring
Op 8 april 2020 werd een nieuw sectoraal akkoord voor het personeel van de lokale en provinciale besturen goedgekeurd. Dit sectoraal akkoord bestaat uit drie luiken.
1. Verhoging van de maaltijdcheques
De personeelsleden ontvangen vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques tot het fiscale maximum, met een maximum van € 100 per VTE.
Onze RPR bepaalt in artikel 309 dat de werkgever een maximale bijdrage levert in de maaltijdcheque a rato van het maximum vastgesteld in de fiscale wetgeving. Dit werd toegepast vanaf 1 juli 2019 zodat Lievegem als werkgever al voldoet aan dit eerste luik van het sectoraal akkoord.
2. Recurrente koopkrachtverhoging van € 200
Elk personeelslid ontvangt vanaf 1 januari 2020 een recurrente koopkrachtverhoging van € 200 per VTE. Dit bedrag wordt toegekend via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques, via de invoering van ecocheques (maximum € 250 per jaar per werknemer), via de invoering van cultuur- of sportcheques (maximum € 100 per jaar per werknemer), via de invoering van lokale handelaarsbonnen (cadeaucheques of geschenkcheques naar aanleiding van Sinterklaas, Kerstmis of nieuwjaar voor maximum € 40 per jaar per werknemer) of door een combinatie van vooropgesomde cheques. Sinds de totstandkoming van het sectoraal akkoord is er voor het jaar 2020 nog een andere vorm van cheques bijgekomen, namelijk de consumptiecheque (maximum € 300 in 2020 per werknemer) die kan worden besteed in de horeca, de culturele handelszaken, de sportverenigingen en de kleine handelszaken die minstens één maand lang hun deuren moesten sluiten naar aanleiding van de coronacrisis. Gezien het sectoraal akkoord ook voor de volgende jaren moeten toegepast worden en het voortbestaan van de consumptiecheque momenteel onzeker is, wordt deze laatste buiten beschouwing gelaten.
De bedragen van de cheques hierboven vermeld, mogen niet overschreden worden opdat ze vrijgesteld zouden zijn van sociale bijdragen en belastingen. Het College stelt voor om € 200 elektronische ecocheques toe te kennen om volgende redenen:
De toekenning van ecocheques moet opgenomen worden in de rechtspositieregeling van het bestuur opdat ze vrijgesteld zouden zijn van sociale bijdragen en belastingen.
3. Verhoging minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler contractueel personeel
Vanaf 1 januari 2020 wordt de minimale bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel opgetrokken naar 2,5%. De bijdragevoet van de tweede pensioenpijler bedraagt momenteel en sinds 1 januari 2019 2%.
Volgens de wet van 30 maart 2018 kunnen lokale besturen een korting op hun responsabiliseringsbijdrage krijgen wanneer ze een tweede pensioenpijler aan hun contractueel personeel toekennen die aan de wettelijke voorwaarden voldoet. De responsabiliseringsbijdrage is de aanvullende werkgeversbijdrage die een bestuur moet betalen als de pensioenlasten van dat bestuur van een bepaald jaar groter zijn dan de basispensioenbijdrage die het bestuur voor dat jaar betaalt.
Het OCMW Lievegem is voor het jaar 2019 een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd; de gemeente nog niet. Voldoet het bestuur aan de wettelijke voorwaarden dan komt het bestuur in aanmerking voor een korting op zijn responsabiliseringsbijdrage met betrekking tot het jaar 2019. Het OCMW heeft de korting gekregen (er werd nog geen minimumpercentage opgelegd). Vanaf 2020 wordt er wel een minimumpercentage opgelegd, namelijk 2% en vanaf 1 januari 2021 minstens 3%.
Om die reden stelt het College voor om het sectoraal akkoord strikt toe te passen en vanaf 1 januari 2020 een pensioentoelage van 2,5% van het pensioengevend jaarloon toe te kennen en dit vanaf 1 januari 2021 te verhogen naar 3% om van een eventuele korting op de responsabiliseringsbijdrage te kunnen genieten en een boete te vermijden. Bovendien draagt dit bij tot het verkleinen van de kloof tussen een ambtenarenpensioen en een werknemerspensioen en kunnen we ons meer profileren als een aantrekkelijke werkgever.
4. Wijzigingen rechtspositieregeling
De rechtspositieregeling voor gemeente en OCMW Lievegem werd goedgekeurd in de raad van 3 juli 2019 en volledig hernomen in de raad van 1 juli 2020. Ondertussen zijn er, naast de aanpassingen in verband met het sectoraal akkoord 2020, ook een aantal bepalingen die we wensen aan te passen, te verduidelijken, te verbeteren.
De voorgestelde wijzigingen werden besproken in het managementteam van 21 oktober 2020 en het College van 20 oktober 2020.
Het ontwerp van de wijzigingen van de rechtspositieregeling werd besproken op een vakbondsoverleg op 29 oktober 2020 en resulteerde in een protocol van akkoord.
Wijziging artikel 118 en tabel in bijlage I - Volgens onze RPR telt op dit moment onbetaald verlof als gunst voor minder dan een maand niet mee voor opbouw geldelijke anciënniteit en schaalanciënniteit, alhoewel deze afwezigheid is gelijkgesteld met dienstactiviteit. Wanneer iemand enkele dagen onbetaald verlof als gunst opneemt (bv. toekenning bij onvolledige vakantierechten) dan wordt de opbouw van anciënniteit vertraagd/geblokkeerd. Dit is geenszins de bedoeling en dit passen we ook niet toe. Het onbetaald verlof als gunst minder dan een maand en gelijkgesteld met dienstactiviteit wordt daarom ook gelijkgesteld voor de toekenning van geldelijke anciënniteit en schaalanciënniteit en dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2019.
Toevoeging artikel 254-1 bij I. De federale thematische verloven van loopbaanonderbreking - Vanaf 1 september 2020 kan de werknemer die als mantelzorger is erkend, dit nieuwe thematisch verlof bij zijn werkgever aanvragen en bij de RVA de uitkering aanvragen waarop hij recht heeft (meer info in bijlage). Dit mantelzorgverlof is van toepassing op contractuele personeelsleden. Het is niet automatisch van toepassing op statutaire personeelsleden; dit moet eerst opgenomen worden in de RPR vandaar deze toevoeging.
Wijziging artikel 321 - De pensioentoelage van het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden bedraagt vanaf 1 januari 2020 2,5% en vanaf 1 januari 2021 3 % van het pensioengevend jaarloon.
Toevoeging van X. De ecocheques en artikels 324-1 t.e.m. 324-4 in Titel V. De sociale voordelen - Het reglement voor de toekenning van ecocheques vanaf het kalenderjaar 2020 wordt toegevoegd.
Als bijlage een overzicht van alle voorgestelde wijzigingen.
Voor de personeelsleden die behoren tot de zogenaamde VIA-diensten worden de koopkrachtmaatregelen gefinancierd door Vlaanderen in uitvoering van het VIA5-akkoord van 8 juni 2018. De VIA-diensten zijn alle door Vlaanderen erkende, vergunde of gesubsidieerde diensten, vallend onder publiek recht, die behoren tot de volgende sectoren: ouderenzorg, thuiszorg, kinderopvang, zorg voor personen met een handicap, jeugdzorg, sociale economie en lokale diensteneconomie, vrije tijd (cultuur, jeugd en sport), integratie en inburgering . Besturen met VIA-diensten, waaronder ook Lievegem, zullen een bedrag ontvangen om de koopkrachtmaatregelen uit dit sectoraal akkoord op te vangen
De gegevens voor de verdeling van de middelen zullen opgevraagd worden bij de RSZ via de DMFA-aangifte. Elk bestuur moet hiervoor sinds 2019 een bijkomende code invullen voor het VIA-personeel. Op basis van deze gegevens kunnen de nodige berekeningen gemaakt worden.
Het totale pakket aan middelen zal over alle rechthebbende besturen verdeeld worden op basis van een verdeelsleutel, gebaseerd op de inspanning per VTE die elk bestuur zal moeten leveren. Op 23 oktober 2020 hebben we van de VIA-coördinator een communicatie ontvangen met daarin het bedrag waar ons bestuur recht op heeft. De toelage voor de uitvoering van de maatregelen zoals vastgelegd in het sectoraal akkoord voor het OCMW bedraagt voor 2020 € 33.472,36.
De kostprijs voor toepassing van het sectoraal akkoord 2020 bedraagt:
1. Invoering ecocheques
De maximale totale jaarlijkse waarde van de ecocheques bedraagt voor een voltijds personeelslid € 200; voor deeltijdse personeelsleden wordt dit bedrag verhoudingsgewijze verminderd. Daarnaast wordt het aantal toe te kennen ecocheques bepaald door het aantal dagen in de referteperiode waarvoor het personeelslid een salaris ontvangen heeft.
Voor 2020 komt dit neer op € 34.720 voor de gemeente en € 12.730 voor het OCMW.
Voor 2021 komt dit neer op € 38.850 voor de gemeente en € 12.490 voor het OCMW.
De kredieten worden voorzien in de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 onder de jaarbudgetrekeningen XXXX/GBB-PER/xxxx-xx/6230099/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN en XXXX/GBB-PER/xxxx-xx/6230099/OCMW/VB/IP-GEEN.
2. Verhoging tweede pensioenpijler contractanten
Een toename van de bijdragevoet voor de 2de pensioenpijler voor contractueel personeel met 0,50% betekent een bijkomende financiële impact van 37.200 euro per jaar voor gemeente en OCMW samen (onderhevig aan indexatie).
Voor het financieren van de verhoging van de bijdragevoet in 2020 van 2% naar 2,50% kan beroep worden gedaan op resterende personeelskredieten, bvb. voor personeelsleden die uiteindelijk niet op pas later in dienst traden of voor personeelsleden die de organisatie verlieten en waarvoor de vacature niet tijdig opnieuw werd ingevuld.
Voor de verhoging van de bijdragevoet tot 3% vanaf boekjaar 2021 is het benodigd krediet opgenomen in het voorontwerp van meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 zoals ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad van december.
Overeenkomstig art. 266 van het decreet lokaal bestuur wordt hiervoor bijgevolg een visum verleend, onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020
Artikel 1
In artikel 118, paragraaf 2, wordt het tweede lid gewijzigd als volgt: "De volgende periodes van onbezoldigde afwezigheid komen in aanmerking voor de toekenning van schaalanciënniteit:
- disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit;
- onbetaald verlof als gunst minder dan een maand en gelijkgesteld met dienstactiviteit."
Artikel 2
Artikel 254-1 wordt toegevoegd: "§1. Het personeelslid dat als mantelzorger is erkend heeft recht op mantelzorgverlof overeenkomstig de wet van 17 mei 2019 tot wijzigingen van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen tot invoering van een recht op verlof voor erkende mantelzorgers.
§2. De aanvraag wordt ingediend bij de algemeen directeur."
Artikel 3
Artikel 321 wordt gewijzigd als volgt: "Het bestuur heeft een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden. De pensioentoelage bedraagt:
- Vanaf 1 januari 2019 2% van het pensioengevend jaarloon;
- Vanaf 1 januari 2020 2,5% van het pensioengevend jaarloon;
- Vanaf 1 januari 2021 3% van het pensioengevend jaarloon."
Artikel 4
In Titel V. De sociale voordelen wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd:
"X. De ecocheques
Artikel 324-1
Het personeelslid, met uitzondering van de job- en werkstudent, heeft elk jaar en dit vanaf het kalenderjaar 2020 recht op ecocheques. De nominale waarde van één ecocheque bedraagt € 10. De maximale totale jaarlijkse waarde van de ecocheques bedraagt voor een voltijds personeelslid € 200; voor deeltijdse personeelsleden wordt dit bedrag verhoudingsgewijze verminderd.
Artikel 324-2
§1. Het aantal toe te kennen ecocheques wordt bepaald door het aantal dagen in de referteperiode waarvoor het personeelslid een salaris ontvangen heeft.
De referteperiode is de periode van twaalf maanden die loopt vanaf 1 december (eerste maal vanaf 1 december 2019) tot en met 30 november in het volgend kalenderjaar.
§2. Bij afwezigheden zonder recht op salaris of afwezigheden wegens deeltijdse prestaties wordt het aantal toe te kennen ecocheques verhoudingsgewijze verminderd aan de hand van volgende formule:
(20 – ((20 * Y) / 260)) * A / 38
- waarbij 20 = het maximum aantal ecocheques;
- waarbij Y = het totaal aantal afwezigheidsdagen gedurende de beschouwde twaalf maanden;
- waarbij 260 = het aantal werkdagen per jaar;
- waarbij A = het aantal wekelijkse uren van de aanstelling;
- waarbij 38 = het maximum aantal wekelijkse uren voor een voltijds personeelslid.
Als deze berekening leidt tot een niet geheel getal wordt het aantal ecocheques waarop het personeelslid recht heeft afgerond naar boven, tot het eerstvolgende gehele getal.
§3. Volgende onbezoldigde dagen waarvoor het personeelslid een uitkering ontvangen heeft, komen in aanmerking voor de toekenning van ecocheques:
- arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval gedurende de eerste twaalf maanden;
- jeugdvakantiedagen;
- seniorvakantiedagen;
- Europese vakantiedagen;
- bevallingsverlof, vaderschapsverlof en opvangverlof.
§4. Als een personeelslid in de loop van de referentieperiode in dienst treedt of zijn functie definitief neerlegt, worden de ecocheques in evenredige mate verminderd aan de hand van bovenstaande formule.
Als een personeelslid in de loop van de referentieperiode meerdere periodes van niet-gelijkgestelde afwezigheden zonder recht op salaris bekomt of één of meerdere wijzigingen van het aantal uren wekelijkse prestaties, dan wordt bij de berekening van het aantal ecocheques telkens rekening gehouden met de bedoelde afwezigheden of de deeltijdse prestaties alsof ze één geheel vormden.
Artikel 324-3
De ecocheques worden eenmaal per jaar toegekend in de maand december van het kalenderjaar waarop de ecocheques betrekking hebben.
Bij uitdiensttreding worden de ecocheques toegekend in de maand volgend op de uitdiensttreding.
Artikel 324-4
§1. De ecocheques worden voor alle personeelsleden elektronisch aangemaakt en kunnen noch geheel, noch gedeeltelijk omgeruild worden voor geld. Het personeelslid ontvangt daartoe gratis een elektronische betaalkaart; deze is dezelfde als voor de elektronische maaltijdcheques.
§2. De geldigheidsduur van de elektronische ecocheques is beperkt tot 24 maanden, te rekenen vanaf het ogenblik dat ze op de ecochequerekening geplaatst worden. Voor het gebruik van de elektronische ecocheques kan de werknemer het saldo en de geldigheidsduur nagaan van de ecocheques die hem werden toegekend en die nog niet opgebruikt werden.
§3. Het personeelslid meldt eventuele schade aan de kaart, verlies of diefstal onmiddellijk aan team personeel. Een nieuwe betaalkaart zal voor het personeelslid worden aangevraagd. Hier zijn voor het personeelslid geen kosten aan verbonden."
Artikel 5
Artikel 345 wordt toegevoegd: "§1. Deze rechtspositieregeling werd gewijzigd door de raad op 18 november 2020. De gewijzigde bepalingen treden in werking op 1 december 2020.
§2. In afwijking van paragraaf 1 treedt volgende nieuwe bepaling in werking op 1 januari 2019:
- artikel 118, paragraaf 2 in verband met gelijkstelling voor schaalanciënniteit van onbetaald verlof als gunst minder dan een maand en gelijkgesteld met dienstactiviteit.
§3. Bepaling van deze paragraaf van de rechtspositieregeling van de gemeente over de salarisschalen van de omgevingsambtenaar van Veneco is niet van toepassing voor het OCMW.
§4. In afwijking van paragraaf 1 treedt volgende nieuwe bepaling in werking op 1 januari 2020:
- artikel 321 in verband met de pensioentoelage van 2,5% voor de tweede pensioenpijler contractanten.
§5. In afwijking van paragraaf 1 treedt volgende nieuwe bepaling in werking op 8 april 2020, datum afsluiten sectoraal akkoord 2020:
- artikels 324-1 t.e.m. 324-4 in verband met toekennen ecocheques.
§6. In afwijking van paragraaf 1 treedt volgende nieuwe bepaling in werking op 1 januari 2020:
- artikel 321 in verband met de pensioentoelage van 3% voor de tweede pensioenpijler contractanten.
§7. In afwijking van paragraaf 1 treedt volgende nieuwe bepaling in werking op 1 september 2020:
- artikel 254-1 in verband met mantelzorgverlof."
Artikel 6
In de bijlagen wordt:
I. Overzicht van de verloven en afwezigheden, de administratieve toestand en de geldelijke en administratieve gevolgen de tabel aangepast;
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 78
Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid
Sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008
Toewijzing van 29 juli 2010 van de opdracht door RSZPPO aan een samenwerking tussen Dexia Verzekeringen en Ethias in de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap
Wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen
Beslissing van het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 14 oktober 2018 tot goedkeuring van het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van toepassing vanaf 1 januari 2019
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 maart 2019 over Personeel - invoering aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden - toetreding tot het tweede pensioenpijlerplan van de Federale Pensioendienst: goedkeuring
Het sectoraal akkoord lokale en provinciale besturen 2020 van 8 april 2020
Wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid
Omzendbrief KB/ABB 2020/2 van 28 mei 2020 over sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 oktober 2020 over Personeel - Toepassing sectoraal akkoord 2020 - Ontwerp wijzigingen rechtspositieregeling: principiële goedkeuring
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 november 2020 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem - Toepassing sectoraal akkoord 2020 - wijziging: goedkeuring
Op 8 april 2020 werd een nieuw sectoraal akkoord voor het personeel van de lokale en provinciale besturen goedgekeurd. Dit sectoraal akkoord bestaat uit drie luiken. Eén daarvan is de verhoging van de minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler voor het contractueel personeel.
Vanaf 1 januari 2020 wordt de minimale bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel opgetrokken naar 2,5%. De bijdragevoet van de tweede pensioenpijler bedraagt momenteel en sinds 1 januari 2019 2%.
Volgens de wet van 30 maart 2018 kunnen lokale besturen een korting op hun responsabiliseringsbijdrage krijgen wanneer ze een tweede pensioenpijler aan hun contractueel personeel toekennen die aan de wettelijke voorwaarden voldoet. De responsabiliseringsbijdrage is de aanvullende werkgeversbijdrage die een bestuur moet betalen als de pensioenlasten van dat bestuur van een bepaald jaar groter zijn dan de basispensioenbijdrage die het bestuur voor dat jaar betaalt.
Het OCMW Lievegem is voor het jaar 2019 een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd; de gemeente nog niet. Voldoet het bestuur aan de wettelijke voorwaarden dan komt het bestuur in aanmerking voor een korting op zijn responsabiliseringsbijdrage met betrekking tot het jaar 2019. Het OCMW heeft de korting gekregen (er werd nog geen minimumpercentage opgelegd). Vanaf 2020 wordt er wel een minimumpercentage opgelegd, namelijk 2% en vanaf 1 januari 2021 minstens 3%.
Om die reden stelt het College voor om het sectoraal akkoord strikt toe te passen en vanaf 1 januari 2020 een pensioentoelage van 2,5% van het pensioengevend jaarloon toe te kennen en dit vanaf 1 januari 2021 te verhogen naar 3% om van een eventuele korting op de responsabiliseringsbijdrage te kunnen genieten en een boete te vermijden. Bovendien draagt dit bij tot het verkleinen van de kloof tussen een ambtenarenpensioen en een werknemerspensioen en kunnen we ons meer profileren als een aantrekkelijke werkgever.
Vanaf oktober 2020 wordt de pensioenbijdrage automatisch geïnd via de DMFAPPL-aangifte. Voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot de realisatie van de minimumbijdrage van 2,5% wordt een inhaaltoelage betaald.
Begin juli ontving het bestuur een brief van de pensioeninstelling in verband met een recente wetswijziging (zie bijlage). De periode van tijdelijke werkloosheid wordt normaal gezien niet gelijkgesteld met een gewerkte periode voor de opbouw van het aanvullend pensioen. Bijgevolg zijn de dekkingen voor het aanvullend pensioen niet meer verworven wanneer de arbeidsovereenkomst geschorst is.
In tegenstelling tot dit algemene principe voorziet de wet van 7 mei 2020 in een automatische voortzetting zonder administratieve formaliteiten, van de aanvullende pensioentoezeggingen en verzekeringscontracten ten voordele van de werknemers in tijdelijke werkloosheid wegens de COVID-19-crisis. Voorwaarde hierbij is dat de premie doorbetaald wordt en dat het lokaal bestuur niet afziet van deze gelijkstelling. Verder moet het bestuur het kaderpensioenreglement wijzigen tegen 31 december 2021. De pensioeninstellingen Belfius Insurance en Ethias werken momenteel nog een concreet tekstvoorstel uit.
Voor de personeelsleden die behoren tot de zogenaamde VIA-diensten worden de koopkrachtmaatregelen gefinancierd door Vlaanderen in uitvoering van het VIA5-akkoord van 8 juni 2018. De VIA-diensten zijn alle door Vlaanderen erkende, vergunde of gesubsidieerde diensten, vallend onder publiek recht, die behoren tot de volgende sectoren: ouderenzorg, thuiszorg, kinderopvang, zorg voor personen met een handicap, jeugdzorg, sociale economie en lokale diensteneconomie, vrije tijd (cultuur, jeugd en sport), integratie en inburgering . Besturen met VIA-diensten, waaronder ook Lievegem, zullen een bedrag ontvangen om de koopkrachtmaatregelen uit dit sectoraal akkoord op te vangen
De gegevens voor de verdeling van de middelen zullen opgevraagd worden bij de RSZ via de DMFA-aangifte. Elk bestuur moet hiervoor sinds 2019 een bijkomende code invullen voor het VIA-personeel. Op basis van deze gegevens kunnen de nodige berekeningen gemaakt worden.
Het totale pakket aan middelen zal over alle rechthebbende besturen verdeeld worden op basis van een verdeelsleutel, gebaseerd op de inspanning per VTE die elk bestuur zal moeten leveren. Op 23 oktober 2020 hebben we van de VIA-coördinator een communicatie ontvangen met daarin het bedrag waar ons bestuur recht op heeft. De toelage voor het OCMW voor de uitvoering van de maatregelen vastgelegd in het sectoraal akkoord bedraagt voor 2020 € 33.472,36.
Een toename van de bijdragevoet voor de 2de pensioenpijler voor contractueel personeel met 0,50% betekent een bijkomende financiële impact van € 37.200 per jaar voor gemeente en OCMW samen (onderhevig aan indexatie).
Voor het financieren van de verhoging van de bijdragevoet in 2020 van 2% naar 2,50% kan beroep worden gedaan op resterende personeelskredieten, bvb. voor personeelsleden die uiteindelijk niet of pas later in dienst traden of voor personeelsleden die de organisatie verlieten en waarvoor de vacature niet tijdig opnieuw werd ingevuld.
Voor de verhoging van de bijdragevoet tot 3% vanaf boekjaar 2021 is het benodigd krediet opgenomen in het voorontwerp van meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 zoals ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad van december.
Overeenkomstig art. 266 van het decreet lokaal bestuur wordt hiervoor bijgevolg een visum verleend, onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de ocmw-raad in zitting van 16 december 2020
Artikel 1
Het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden, ingevoerd vanaf 1 januari 2019, wordt gewijzigd.
De pensioentoelage bedraagt:
- Vanaf 1 januari 2019 2% van het pensioengevend jaarloon;
- Vanaf 1 januari 2020 2,5% van het pensioengevend jaarloon;
- Vanaf 1 januari 2021 3% van het pensioengevend jaarloon.
Artikel 2
De OCMW-raad gaat akkoord met het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van de Federale Pensioendienst, zoals vervangen vanaf 1 januari 2019. Dit kaderreglement maakt integraal deel uit van dit besluit.
Het bestuur gaat akkoord om de periode van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de corona-epidemie te valideren voor de pensioentoezegging. Er wordt gewacht op een concreet tekstvoorstel van de pensioeninstellingen vooraleer het kaderpensioenreglement aan te passen.
Artikel 3
Het vast bureau wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit, inzonderheid het op de hoogte brengen van de pensioenverzekeraar, met name de samenwerking tussen Belfius Insurance NV en Ethias NV in de vorm van een tijdelijk handelsvennootschap.
Namens OCMW-raad,
Eddy De Mits
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter