De voorzitter opent de zitting op 23/10/2024 om 20:00.
Kim Martens, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is te bekijken op https://youtu.be/1JBp2qQEzx8
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 12 september 2024 goed.
Kim Martens, burgemeester
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 333
Op 8 mei 2024 ontving het lokaal bestuur Lievegem een klacht die ingediend werd via het Agentschap Binnenlands Bestuur over een bespreking van het aanvullend reglement op het wegverkeer als voorbereidende handeling op een beslissing die tot de bevoegdheden van de gemeenteraad behoort. Dergelijke voorbereidende handelingen behoren tot de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Iedereen kan een klacht indienen tegen een beslissing van een lokaal of provinciaal bestuur bij Agentschap Binnenlands Bestuur. Als de beslissing strijdig is met het recht of het algemeen belang, kan de toezichthouder beslissen om het besluit te vernietigen en het bestuur daarvan op de hoogte brengen.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur stelde geen onregelmatigheden vast bij het handelen van het lokaal bestuur.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de mededeling van 22 juli 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur over de klacht tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 februari 2024 houdende bespreking van de petitie inwoners - Ro, Rohoek, Molenbergstraat e.o. - toelating plaatselijke verkeer die bij hen werd ingediend en waar geen onregelmatigheden werden vastgesteld.
Kim Martens, burgemeester
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 333
Op 8 mei 2024 ontving het lokaal bestuur Lievegem een klacht die ingediend werd via het Agentschap Binnenlands Bestuur over een gunning van het college van burgemeester en schepenen.
Iedereen kan een klacht indienen tegen een beslissing van een lokaal of provinciaal bestuur bij Agentschap Binnenlands Bestuur. Als de beslissing strijdig is met het recht of het algemeen belang, kan de toezichthouder beslissen om het besluit te vernietigen en het bestuur daarvan op de hoogte brengen.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur stelde geen onregelmatigheden vast bij het handelen van het lokaal bestuur en acht de toetsing van de offertes als redelijk.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de mededeling van 8 juli 2024 van het Agentschap Binnenlands Bestuur over de klacht die bij hen werd ingediend tegen het besluit van burgemeester en schepenen van 9 april 2024 over de opdracht voor het leveren en plaatsen van automatische beregeningsinstallatie tennisterreinen Waarschoot via Farys S-divisie en waar geen onregelmatigheden werden vastgesteld.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute en de wijzigingen goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 september 2021, 14 september 2022 en 18 oktober 2023
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 over het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Bavo
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd goedgekeurd door de kerkraad op 1 juni 2024
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd besproken met een afvaardiging van de gemeente op 18 juni 2024
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd samen met het gunstig advies van het Bisdom, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 29 augustus 2024.
Het budget 2025 past in het gewijzigd meerjarenplan hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
De exploitatiebijdrage voor 2025 bedraagt € 11.023,58 waarvoor het benodigd krediet in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing zal worden voorzien onder jaarbudgetrekening 2025/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Voor goedkeuring van het budget 2025 voor kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute is het krediet beschikbaar in de gemeentebegroting 2025 en wordt bijgevolg een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/022 van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48, 49 en 50 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 oktober 2023 over de kennisname van het budget 2024 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 over de budgetwijziging 2024/1
De budgetwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd goedgekeurd door de kerkraad op 28 februari 2024.
De budgetwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd besproken met een afvaardiging van het gemeentestuur op 18 juni 2024. De budgetcijfers werden in overeenstemming gebracht met de rekeningcijfers van 2024 en de reële cijfers voor de andere exploitatiekosten. De gevraagde exploitatietoelage blijft hetzelfde zoals voorzien is in het meerjarenplan. Enkel kennisname door gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen verleende gunstig advies.
De budgetwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd samen met het gunstig advies van het bisdom, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 29 augustus 2024.
De exploitatietoelage blijft onveranderd op € 20.039,93 (d.i. budgetneutrale budgetwijziging), er is geen investeringstoelage. Het beschikbaar krediet zoals voorzien onder jaarbudgetrekening 2024/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN is bijgevolg toereikend.
Voor goedkeuring van deze budgetwijziging 2024 voor kerkfabriek Sint-Ghislenus Waarschoot is op zich geen visum vereist gezien de exploitatiebijdrage onveranderd blijft. Gezien de vraag naar een visum en het gegeven dat het benodigd krediet beschikbaar is, wordt voor goedkeuring van deze budgetwijziging een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/019 van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Ghislenus.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 56
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Ghislenus
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 over het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Ghislenus
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd goedgekeurd door de kerkraad op 28 februari 2024.
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd samen met het gunstig advies van het Bisdom, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 10 juli 2025.
Het budget 2025 past in het meerjarenplan hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
De exploitatiebijdrage voor 2025 bedraagt € 20.528,18 (incl. de aanpassingen zoals geformuleerd in het overleg van 18 juni 2024). De toelage valt binnen de grenzen van het meerjarenplan 2020-2025 waarin voor 2025 een bijdrage van € 25.051,65 is voorzien.
Het benodigd krediet zal in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing worden voorzien onder jaarbudgetrekening 2025/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Voor goedkeuring van het budget 2025 voor kerkfabriek Sint-Ghislenus Waarschoot is het krediet beschikbaar in de gemeentebegroting 2025 en wordt bijgevolg een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/023 van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
Martine Lataire-Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48, 49 en 50 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem aangepast op 18 oktober 2024
Besluit van het college van 27 augustus 2024 over de Meerjarenplanwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
De meerjarenplanwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd goedgekeurd door de kerkraad op 25 april 2024.
Op 18 juni 2024 vond een bespreking met een afvaardiging van de gemeente plaats over o.a. de meerjarenplanwijzigingen.
De meerjarenplanwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend, via religiopoint, op 13 juli 2024.
Het college van burgemeester en schepenen verleende op 27 augustus 2024 gunstig advies.
De meerjarenplanwijziging wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
In de meerjarenplanwijziging 2023/1 (GR 11.10.2023) bedroeg de exploitatiebijdrage voor de boekjaren 2024 en 2025 nog respectievelijk € 19.369,64 en € 19.370.
Op basis van deze meerjarenplanaanpassing moeten deze bijdragen voor de boekjaren 2024 en 2025 onder jaarbudgetrekening xxxx/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN aangepast worden naar respectievelijk € 32.144,52 en € 16.350,27.
Voor aanpassing van deze bijdragen is het benodigd krediet voorzien onder jaarbudgetrekening 2024-2025/GBB-SSC/0790-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Voor goedkeuring van deze meerjarenplanwijziging voor kerkfabriek Sint-Martinus Lovendegem is het benodigd krediet beschikbaar in de gemeentebegroting voor 2024 en 2025 en wordt bijgevolg een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/024 van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem goed.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48, 49 en 50 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Besluit van de gemeenteraad van 18 oktober 2023 en 23 oktober 2024 over de goedkeuring van de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Besluit van het college van 27 augustus 2024 over de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Het kerkbestuur beslist het budget 2024 aan te passen met de reële energie- en verzekeringskosten en ontvangsten.
De budgetwijziging 2024 /1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd goedgekeurd door de kerkraad op 25 april 2024.
De budgetwijziging 2024 /1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 16 mei 2024.
De budgetwijziging 2024 /1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd besproken tijdens het overleg op 18 juni 2024 met een afvaardiging van de gemeente.
De budgetwijziging 2024 /1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd samen met het gunstig advies van het Bisdom, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 16 mei 2024
De budgetwijziging 2023/1 past binnen de grenzen van het gewijzigd meerjarenplan wat inhoudt dat de gemeenteraad hiervan enkel moet kennisnemen.
Voor het lopende boekjaar 2024 is een exploitatiebijdrage van € 19.369,64 voorzien. Omdat de vooropgestelde huurinkomsten voor 3 appartementen er nog niet zijn, moet de exploitatiebijdrage voor 2024 terug worden opgetrokken tot € 32.144,52 wat een toename betekent van € 12.774,08. De investeringstoelage voor 2024 blijft onveranderd op € 23.000.
De eerstvolgende meerjarenplanaanpassing wordt maar voorgelegd aan de gemeenteraad in januari 2025 waardoor het extra benodigd krediet niet meer kan worden voorzien in 2024.
Gezien voor Sint Martinus Zomergem echter geen exploitatiebijdrage meer nodig is voor het lopende boekjaar 2024, kan dat onbenodigd krediet van € 48.752 worden aangewend als tussenkomst in de verhoogde exploitatiebijdrage voor 2024 voor Sint Martinus Lovendegem.
Voor goedkeuring van deze budgetwijziging 2024 voor kerkfabriek Sint-Martinus Lovendegem is het benodigd krediet beschikbaar in de gemeentebegroting 2024 en wordt aldus een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/025 van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem goed.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem en de aanpassing op 18 oktober 2023 en 23 oktober 2024
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 over het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd goedgekeurd door de kerkraad op 25 april 2024.
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd besproken met een afvaardiging van de gemeente op 18 juni 2024.
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd samen met het advies van het Bisdom, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 28 augustus 2024.
Het budget 2025 past in het aangepaste meerjarenplan hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
In het meerjarenplan 2020-2025 is voor 2025 een exploitatiebijdrage van € 19.370 voorzien. De effectief benodigde bijdrage voor 2025 daalt met € 3.019,73 en wordt aldus aangepast naar € 16.350,27. Deze uiteindelijke raming voor 2025 is ook vervat in de wijziging van het meerjarenplan voor de kerkfabriek.
Het benodigd krediet is voorzien onder jaarbudgetrekening 2025/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Voor goedkeuring van het budget 2025 voor kerkfabriek Sint-Martinus Lovendegem is het krediet beschikbaar in de gemeentebegroting 2025 en wordt bijgevolg een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/021 van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
Martine Lataire-Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48, 49 en 50 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem en de aanpassing van 18 oktober 2023.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 met het advies over de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
De gemeenteraad keurt de meerjarenplannen en zijn wijzigingen van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem goed.
De meerjarenplanwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd goedgekeurd door de kerkraad op 2 juli 2024.
De meerjarenplanwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem en het advies van het Bisdom werden, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 27 augustus 2024.
Het college van burgemeester en schepenen verleende op 27 augustus 2024 gunstig advies.
De meerjarenplanwijziging wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De exploitatiebijdragen worden voorzien onder jaarbudgetrekening xxxx/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
In het meerjarenplan (GR 10.10.2023) bedroeg de investeringsbijdrage voor het boekjaar 2025 € 0. Op basis van deze meerjarenplanaanpassing moet de bijdrage onder jaarbudgetrekening 2025/GBB-SSC/0790-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN aangepast worden naar € 50.000.
Mits toevoeging van het benodigd krediet voor de vooropgestelde investeringstoelage van 50.000 euro in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing en goedkeuring ervan door de gemeenteraad, wordt voor goedkeuring van deze meerjarenplanwijziging voor kerkfabriek Sint-Martinus Zomergem een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/026/VW van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de wijziging 2024/1 van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem goed.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48, 49 en 50 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem en de aanpassing op 18 oktober 2023 en 23 oktober 2024
Gemeenteraadsbesluit van 18 oktober 2023 over de kennisname van het budget 2024 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Besluit van het college van 27 augustus 2024 over de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Het kerkbestuur beslist het budget 2024 aan te passen met de reële energie- en verzekeringskosten en ontvangsten.
De budgetwijziging 2024 /1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd goedgekeurd door de kerkraad op 23 april 2024
De budgetwijziging 2024/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem en het advies van het Bisdom werden, via Religiopoint, ingediend bij het gemeentebestuur op 27 augustus 2024.
De budgetwijziging 2024/1 past binnen de grenzen van het gewijzigd meerjarenplan wat inhoudt dat de gemeenteraad hiervan enkel moet kennisnemen mits de meerjarenplanwijziging werd goedgekeurd.
De initieel vooropgestelde exploitatiebijdrage voor 2024 ten bedrage van € 48.752,10 wordt volledig geschrapt. Dit volgt uit het opheffen van de geloofsgemeenschappen van Oostwinkel en Ronsele en de samenvoeging ervan met deze van Sint-Martinus Zomergem op basis waarvan een voldoende hoog overschot beschikbaar is.
Dit onbenodigd kredietsaldo kan worden aangewend als tussenkomst in de verhoogde exploitatiebijdrage voor 2024 voor Sint-Martinus Lovendegem gezien de kredieten voor het lopende boekjaar 2024 zelf niet meer kunnen worden bijgestuurd omdat de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing maar wordt voorgelegd aan de raad in januari 2025.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem goed.
Martine Gyssels, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 56
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem aangepast op 18 oktober 2023 en 23 oktober 2024
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 over het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Het budget 2024 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd besproken met een afvaardiging van de gemeente op 18 juni 2024. In functie van de herstellingen aan het torenuurwerk moest een meerjarenplanwijziging opgemaakt worden en het budget 2025 aangepast.
Het aangepaste budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd goedgekeurd door de kerkraad op 2 juli 2024.
Het budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 7 juli 2024.
De budget 2025 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem en het advies van het Bisdom werden, via Religiopoint, ingediend via religiopoint op 27 augustus 2024.
Het budget 2025 past in het aangepast meerjarenplan 2024/1 hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
In het meerjarenplan 2020-2025 is voor 2025 een exploitatiebijdrage van € 35.478,74 vooropgesteld. In navolging van het lopende boekjaar 2024 blijkt ook voor boekjaar 2025 finaal geen exploitatiebijdrage nodig.
Wel wordt een investeringstoelage ten bedrage van € 50.000 worden voorzien onder jaarbudgetrekening 2025/GBB-SSC/0790-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Kerkfabriek Sint-Martinus Zomergem vraagt geen exploitatiebijdrage voor het boekjaar 2025. Wel wordt een investeringstoelage van 50.000 euro vooropgesteld waarvoor het college van burgemeester en schepenen in zitting van 27 augustus 2024 al een principieel akkoord gaf.
Mits toevoeging van het benodigd krediet in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing en goedkeuring ervan door de gemeenteraad, wordt voor toekenning van deze investeringstoelage een visum verleend.
Gunstig visum FD/2024/020/VW van Bart Kerkhof van 03 oktober 2024
Enig artikel
De gemeenteraad neem kennis van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
Guy De Neve, schepen
Freddy Haegeman, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Het domeingoederendecreet van 30 november 2018
De omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2023 over het tijdelijk gebruik van een grond in de Nijverheidsstraat als publieke parking
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 juni 2024 over de goedkeuring van de prijsvraag voor de opmaak van een schattingsverslag voor een aanbod van een grond te Hugo Verriestlaan 26-28-30
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 juli 2024 over de gunning opmaak schattingsverslag voor een aanbod van een grond te Hugo Verriestlaan 26-28-30
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2024 met de kennisname van het schattingsverslag en de machtiging van de burgemeester om te onderhandelen over de aankoop van een grond te Hugo Verriestlaan 26-28-30
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 september 2024 met het akkoord opmaak aankoopbelofte van een grond te Hugo Verriestlaan 26-28-30
De gemeente ontving van Villavip VZW, Evolis 103 te 8530 Harelbeke, het voorstel voor de aankoop van een lot grond in de Hugo Verriestlaan 26-28-30 te 9950 Lievegem, met een totaal gemeten oppervlakte van 2.108,60 m².
Dit lijkt een interessante aankoop voor de gemeente om volgende redenen:
- Dit lot is gelegen in het centrum van Waarschoot, oa. vlakbij De Kring en het verenigingslokaal De Passage.
- Op deze gronden is een openbare parking vergunbaar.
- Een groene openbare parking zou een meerwaarde betekenen in het centrum van Waarschoot.
- De huur van de tijdelijke parking die de gemeente momenteel huurt in de Nijverheidsstraat kan stopgezet worden.
Deze parking is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.
Het college van burgemeester en schepenen besliste om deze opportuniteit te onderzoeken en een schattingsverslag te laten opmaken voor dit lot.
Dominique Goegebeur, beëdigd landmeter-expert, maakte het schattingsverslag van 19 augustus 2024 op (zie bijlage).
Op basis van dit schattingsverslag onderhandelde de burgemeester in opdracht van het college van burgemeester en schepenen over de aankoop van dit lot.
Op 6 september 2024 ontving de gemeente een mailwissel van Villavip met de geassocieerde notarissen De Smet & Willems te Zwalm (zie bijlage) waaruit blijkt dat Villavip bereid is om dit lot aan de gemeente te verkopen voor de som van 530.000 euro onder volgende opschortende voorwaarden:
De vraagprijs ligt binnen de geschatte verkoopwaarde van deze eigendom.
Het college van burgemeester en schepenen gaf een principieel akkoord voor deze aankoop onder de vermelde voorwaarden en legt dit voor aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De uitgave bedraagt 530.000 euro.
Voor de aankoop van deze gronden is er in het meerjarenplan 2020 - 2026 geen krediet voorzien.
De opschortende voorwaarde zal ten vroegste in 2025 gerealiseerd worden zodat het geen probleem is dat de kredieten zullen voorzien worden bij meerjarenplanaanpassing 5.
Gunstig visum AFD/2024/145/VW van Bart Van Petegem van 03 oktober 2024
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de opmaak van een aankoopbelofte goed voor het lot in de Hugo Verriestlaan 26-28-30 te 9950 Lievegem, voor een aankoopsom van 530.000 euro, met volgende opschortende voorwaarden:
Artikel 2
De gemeenteraad verzoekt notariaat De Raedt-Pauwels, Schoolstraat 60 te 9950 Lievegem, deze aankoop ten behoeve van de gemeente te realiseren, inclusief de opmaak van een aankoopbelofte met de vermelde voorwaarden.
Kim Martens, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en 286
Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Het besluit van de Gemeenteraad van 14 september 2022 waarbij beslist werd het volgende aanvullend reglement op het wegverkeer vast te stellen:
Het collegebesluit van 27 februari 2024 over de bespreking van de vraag van de buurtbewoners en de bijhorende petitie en waarbij beslist wordt om toegang te verlenen voor het plaatselijk verkeer voor Rohoek, Rostraat en Schipdonckstraat. Op basis hiervan zal het politiereglement worden aangepast.
De gemeenteraad is bevoegd om politiereglementen op de gemeentewegen vast te stellen.
Door de inwoners van Rohoek en omgeving werd een petitie ingediend met de vraag om plaatselijk autoverkeer toe te laten langs het jaagpad.
Deze petitie werd besproken door het college van burgemeester en schepenen op 27 februari 2024 waarbij het college beslist om toegang te verlenen voor het plaatselijk verkeer voor Rohoek, Rostraat en Schipdonckstraat.
Daartegenover staat de vraag van enkele buurtbewoners om de bestaande situatie (afsluiten voor alle doorgaand en plaatselijk verkeer uitgezonderd landbouwverkeer, toelatingen Vlaamse Waterweg, fietsers en bromfietsers klasse A+P" ) te behouden. Deze vraag werd versterkt door een op 26 juni 2024 ingediende petitie met als titel 'ja voor een veilig jaagpad'.
Omwille van de collegebeslissing van 27 februari 2024 wordt voorgesteld om het goedgekeurde aanvullende reglement te wijzigen:
"Rohoek (pad langs kanaal vanaf Durmstraat (Duivekeetbrug) tot Rohoek 7/22): verboden voor alle verkeer uitgezonderd landbouwverkeer, toelatingen Vlaamse Waterweg, fietsers en bromfietsers klasse A+P"
wordt vervangen door
"Rohoek (pad langs kanaal vanaf Durmstraat (Duivekeetbrug) tot Rohoek 7/22): verboden voor alle verkeer uitgezonderd plaatselijk verkeer voor Rohoek, Rostraat en Schipdonckstraat, landbouwverkeer, toelatingen Vlaamse Waterweg, fietsers en bromfietsers klasse A+P".
Bijkomend wordt het jaagpad ingericht als fietszone. In een fietszone is de snelheid beperkt tot 30 km/u. Dat geldt voor al het verkeer, ook voor de fietsers zelf dus. De snelheidslimiet geldt altijd, dus ook als er geen fietser te zien is. Fietsers mogen er de hele breedte van de rijbaan gebruiken als het een eenrichtingsstraat is. Is er verkeer toegelaten in beide richtingen, dan mogen fietsers de helft van de breedte aan de rechterzijde gebruiken. Auto’s en moto’s mogen fietsers niet inhalen, ook niet als de weg daarvoor breed genoeg is. Verder blijven alle andere regels gelden in een fietszone. Zo moet er bijvoorbeeld nog steeds voorrang verleend worden aan het verkeer dat van rechts komt.
Deze regeling wordt versterkt door een, op 26 juni 2024, ingediende petitie met als titel 'ja voor een veilig jaagpad'.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist het aanvullend reglement op het wegverkeer voor Rohoek en Haagstraat te wijzigen en vast te stellen als volgt:
Artikel 2
Deze verkeersmaatregel wordt als volgt gesignaleerd:
Artikel 3
Het jaagpad (deel tussen Durmstraat/Duivekeetbrug en Rohoek 7/22 wordt ingericht als fietszone.
Artikel 4
Deze verkeersmaatregel wordt als volgt gesignaleerd:
Artikel 5
Dit aanvullend reglement op het verkeer gaat in voege vanaf 1 november 2024.
Artikel 6
Het besluit van de gemeenteraad van 14 september 2022 wordt opgeheven.
Chris De Wispelaere, schepen
Freddy Haegeman, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 en 41, 2 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad tot vaststelling van dit reglement
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 286 inzake de bekendmaking van de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad
Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De gemeenteraad is bevoegd om politiereglementen op de gemeentewegen vast te stellen.
Door geparkeerde wagens ter hoogte van Stationsstraat 123-123a en Stationsplein 1 (kant Stationsstraat) bestaat de kans dat er fileopbouw is tot over de spoorweg voor het verkeer komende van Hoekje richting dorp indien er (te) veel verkeer van dorp naar station / Hoekje wil rijden.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt volgend aanvullend reglement op het wegverkeer vast:
Parkeerverbod ter hoogte van Stationsstraat 123-123a en Stationsplein 1 (kant Stationsstraat)
Artikel 2
Deze verkeersmaatregel wordt als volgt gesignaleerd:
Artikel 3
Dit aanvullend reglement op het verkeer gaat in voege vanaf 1 november 2024.
Chris De Wispelaere, schepen
Nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 130 bis
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 286
Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Het gemeenteraadsbesluit van 12 september 2024 over de vaststelling van het aanvullend reglement op het wegverkeer - parkeerplaatsen voorbehouden voor het opladen van elektrische personenwagens op verschillende locaties
De gemeenteraad is bevoegd om politiereglementen op de gemeentewegen vast te stellen.
Voor de plaatsing van de signalisatie voor het parkeren van elektrische voertuigen is een aanvullend reglement vereist.
Om de doelstellingen uit het lokaal energie- en klimaatpact te behalen, heeft het gemeentebestuur beslist om de 3 Lievegemse elektrische dienstwagens onder te brengen in een systeem van deelwagens. Door de gemeenteraad werd op 12 september 2024 beslist om op de parking 'de speelboom' één plaats voor te behouden voor een elektrische deelwagen. Omdat de vraag naar 'vrije' parkeerplaats aan de laadpaal op de parking 'de speelboom' groot is, wordt voorgesteld de voorbehouden parkeerplaats te verplaatsen naar parking 'de dreef'. Op die parking werd de laadpaal op 1 oktober 2024 actief gesteld.
Dit betekent de volgende aanpassingen in artikel 1 van het gemeenteraadsbesluit van 12 september 2024:
Dit betekent de volgende aanpassingen in artikel 3 van het gemeenteraadsbesluit van 12 september 2024:
Artikel 1
De gemeenteraad beslist volgend aanvullend reglement op het wegverkeer vast te stellen:
parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor het opladen van elektrische personenwagens op de volgende locaties:
Artikel 2
De verkeersmaatregel zoals vermeld in artikel 1 wordt als volgt gesignaleerd:
verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van een symbool “elektrische personenwagen”
Artikel 3
De gemeenteraad beslist volgend aanvullend reglement op het wegverkeer vast te stellen:
parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor het opladen van elektrische deelpersonenwagens op de volgende locaties:
Artikel 4
De verkeersmaatregel zoals vermeld in artikel 3 wordt als volgt gesignaleerd:
verkeersbord E9a met een onderbord voorzien van een symbool “elektrische personenwagen + autodelen”
Artikel 5
Dit aanvullend reglement op het verkeer gaat in voege vanaf 1 november 2024.
Artikel 6
Het aanvullend reglement op het verkeer van 12 september 2024 wordt opgeheven.
Chris De Wispelaere, schepen
Nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 119 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3 en 41.2 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 286 inzake de bekendmaking van de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad.
Koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Het besluit van de gemeenteraad van 26 januari 2022 over de vaststelling van het aanvullend reglement op het wegverkeer ‘snelheidsregimes 30-50-70’.
Het besluit van de gemeenteraad van 29 november 2023 over de vaststelling van een aanpassing in het aanvullend reglement op het wegverkeer ‘snelheidsregimes 30-50-70’.
Het besluit van de gemeenteraad van 24 april 2024 over de vaststelling van een aanpassing in het aanvullend reglement op het wegverkeer ‘snelheidsregimes 30-50-70’.
In het kader van de opmaak van het nieuwe mobiliteitsplan werd er, door Veneco in samenwerking met studiebureau Mint, op basis van voorbereidend overleg tussen de gemeente en Veneco een nota opgemaakt aangaande de toekomstige snelheidsregimes binnen Lievegem. Deze nota formuleert de volgende uitgangspunten die zullen worden gehanteerd bij de verdere uitwerking van het mobiliteitsplan:
Deze nota werd op 14 juli 2020 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Na de vaststelling van het aangepast aanvullend reglement op het wegverkeer ‘snelheidsregimes 30-50-70’ werd door de Gemeenteraad op 12 september 2024 bij de definitieve vaststelling van het mobiliteitsplan Lievegem beslist dat Larestraat en Vaartstraat volledig 'zone 30' worden.
Het aanvullend reglement 'snelheidsregimes 30-50-70' wordt bij artikel 2 aangepast:
artikel 2 - deelgemeente Lovendegem: Vaartstraat (deel tussen Koning Leopoldstraat en Larestraat) én artikel 2 - deelgemeente Lovendegem: Kort Eindeken, Laagland, Bosleentje, Basketballstraat, Tussenwege, Holstraatje, Sportstraat, Voetbalstraat, Tennisstraat, Warandestraat, Korfbalstraat, Golfstraat, Kasteeldreef (deel tussen Larestraat en Warandestraat), Molendreef (deel tussen Kasteeldreef en Sportstraat), Diepestraat, Dorp, Centrumstraat, Schachterijstraat en Kerkelare
worden vervangen door
artikel 2 - deelgemeente Lovendegem: Kort Eindeken, Laagland, Bosleentje, Basketballstraat, Tussenwege, Holstraatje, Sportstraat, Voetbalstraat, Tennisstraat, Warandestraat, Korfbalstraat, Golfstraat, Kasteeldreef (deel tussen Larestraat en Warandestraat), Molendreef (deel tussen Kasteeldreef en Sportstraat), Diepestraat, Dorp, Centrumstraat, Schachterijstraat, Kerkelare, Vaartstraat en Larestraat.
Dit betekent dat de zone 'Lovendegem centrum' wordt uitgebreid met de Larestraat en Vaartstraat (vanaf het kruispunt Larestraat/Kasteeldreef tot de kruispunten Vaartstraat/Koning Leopoldstraat, Vaartstraat/Diepestraat en Westerhofwegel/Lobrug).
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het (aangepast) aanvullend reglement op het wegverkeer ‘snelheidsregimes 30-50-70’ vast.
Artikel 2
Er wordt een zone 30 ingevoerd in de volgende straten:
Artikel 3
Er wordt een snelheidsbeperking van 50 km/uur ingevoerd in alle overige straten (deels of volledig) die niet gelegen zijn binnen een zone 30 zoals hiervoor vermeld of die niet gelegen zijn binnen de bebouwde kom.
Artikel 4
Er wordt een uitzondering gemaakt voor de hierna vermelde straten (deels of volledig). In deze straten, gelegen buiten de bebouwde kom, is er een maximale snelheid van 70 km/uur toegelaten.
Artikel 5
Op de gewestwegen N9 en N461 wordt een snelheidsbeperking van 70 km/uur voorzien met uitzondering voor de N9 in het deel vanaf Berg tot Hendrik Consciencelaan 14. Op die plaats wordt de snelheid beperkt tot 50 km/uur.
Artikel 6
Deze verkeersmaatregel zal worden gesignaleerd overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald:
Artikel 7
Dit aanvullend reglement op het verkeer gaat in voege vanaf 1 november 2024.
Artikel 8
Het besluit van de gemeenteraad van 12 september 2024 over de vaststelling van het aanvullend reglement op het wegverkeer ‘snelheidsregimes 30-50-70’ wordt opgeheven.
Kim Martens, burgemeester
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 67 en 68
Koninklijk Besluit van 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 1-2 en artikel 41, 23°
Gemeenteraadsbesluit van 23 november 2022 over de goedkeuring van de exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2023 van de Hulpverleningszone Centrum
Gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2023 over de goedkeuring van de gewijzigde exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2023 van de Hulpverleningszone Centrum
Gemeenteraadsbesluit van 18 oktober 2023 over de goedkeuring van de exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2024 van de Hulpverleningszone Centrum
Gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2024 over de goedkeuring van de wijziging van de exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2024 van de Hulpverleningszone Centrum
Mail van 31 mei 2024 van de Hulpverleningszone centrum over de goedkeuring van de dotatie 2023 aan de Hulpverleningszone Centrum
De zoneraad van Hulpverleningszone Centrum heeft op 25 oktober 2023 de begroting voor het dienstjaar 2024 goedgekeurd. Voor Lievegem waren de in de begroting van de zone opgenomen dotaties als volgt:
Voor exploitatie: € 987.220
Voor investeringen: € 92.368
Bijdrage voor de pensioenen: € 3.504,75
Net als de vorige jaren wordt de initiële begroting van de hulpverleningszone bijgestuurd. Na de bespreking ervan in de begrotingscommissie op 29 mei 2024 keurde het college van de hulpverleningszone op 29 mei 2024 het ontwerp van de begrotingswijziging voor het dienstjaar 2024 goed.
Een belangrijke aanpassing van de begroting betreft het verwerken van het begrotingsresultaat van het vorig dienstjaar. Het begrotingsresultaat van 2023 van in totaal 2,9 miljoen euro wordt in deze budgetwijziging geristorneerd naar de verschillende gemeenten volgens het aandeel van iedere gemeente in dit resultaat, m.a.w. volgens de verdeelsleutel voor het jaar 2023. Het ristorno zal verwerkt worden via de uitgavenkredieten van de zone en staat bijgevolg los van de hieronder vermelde gewijzigde dotatie(s).
Een andere belangrijk element betreft de aanpassing van de personeelsbegroting. Naast de laatste prognose inzake de evolutie van de wedde-index werd het personeelskrediet grondig bijgestuurd inzake de verwachte bezetting en invulling van de huidige vacante plaatsen op de personeelsplanning. In totaal worden de personeelskredieten met 1,1 miljoen euro verlaagd. Net als in de huidige begroting wordt er rekening gehouden met het aantal VTE dat in dienst is maar om diverse redenen (gedeeltelijk) onbetaald afwezig is.
Het totale investeringskrediet voor 2024 wordt in de voorliggende begrotingswijziging verhoogd. Globaal beschouwd verschuift een deel van het krediet voor aankopen van speciale voertuigen naar de kredieten voor aankopen van machines, interventiematerieel en uitrusting. De overige aanpassingen vinden we voornamelijk terug in het investeringsbudget voor ICT, waar het in de begroting opgenomen bedrag wordt opgetrokken. De bijsturing heeft betrekking op enerzijds de deelname van de zone aan een door de FOD Economie gesubsidieerd project inzake innovatieve 5G-toepassingen; anderzijds wordt het krediet voor ICT-investeringen bijgestuurd voor bijkomende ontwikkelingen en aanpassingen aan het huidige tijdsregistratiesysteem.
Bovenstaande aanpassingen hebben tot gevolg dat de gemeentelijke dotaties, dewelke als sluitpost van de begroting van de hulpverleningszone dienen, herberekend worden. Het gevolg is dat de gemeentelijke exploitatiedotaties dalen, en dat de investeringsdotaties beperkt stijgen. De bijdragen van de gemeenten voor de financiering van de pensioenen wijzigen niet.
Reden waarom deze beslissing wordt genomen
De gewijzigde dotaties van de gemeenten aan de hulpverleningszone dienen goedgekeurd te worden door de gemeenteraad. In functie van het ontwerp van de begrotingswijziging en de door de gemeenten aanvaarde verdeelsleutel worden voor het jaar 2024 door Lievegem volgende dotaties toegekend aan de Hulpverleningszone Centrum:
Voor exploitatie: € 969.378,00
Voor investeringen: € 94.445,00
Bijdrage voor de pensioenen: € 3.504,75
De definitieve goedkeuring van de begrotingswijziging 2024 door de zoneraad was op op 26 juni 2024.
Via brief van 24 juli 2024 van de federale dienst van de gouverneur van Oost-Vlaanderen kregen wij de melding dat er administratieve fout ingeslopen was in het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2024 over de goedkeuring van de wijziging van de exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2024 van de Hulpverleningszone Centrum:
In het tekstvak besluit werd €987.220 goedgekeurd voor exploitatie en €92.368 goedgekeurd voor investeringen, terwijl dit €969.378 en €94.445 moest zijn.
De exploitatiebijdrage van € 969.378,00 wordt, via bugdetwijzigng, in het meerjarenplan 2020 - 2025 opgenomen in het exploitatiebudget onder jaarbudgetrekening 2024/GBB-SSC/0410-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
De bijdrage voor de pensioenen ten bedrage van € 3.504,75 is in het meerjarenplan 2020 - 2025 opgenomen in het exploitatiebudget onder jaarbudgetrekening 2024/GBB-SSC/0410-00/6494001/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
De investeringsbijdrage van € 94.445,00 wordt, via budgetwijziging, in het meerjarenplan 2020 - 2025 opgenomen in het investeringsbudget onder jaarbudgetrekening 2024/GBB-SSC/0410-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
De exploitatiebijdrage daalt met € 17.842 terwijl de investeringstoelage toeneemt met € 2.077. Globaal genomen is er door deze budgetwijziging een positief effect op de gemeentelijke begroting van € 15.765.
Voor de budgetwijziging van hulpverleningszone Centrum wordt bijgevolg een gunstig advies verleend.
Gunstig visum FD/2024/015 van Bart Kerkhof van 06 juni 2024
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aanpassingen van de dotaties voor het dienstjaar 2024 als volgt goed:
Voor exploitatie: € 969.378
Voor investeringen: € 94.445
Bijdrage voor de pensioenen: € 3.504,75
Artikel 2
Het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2024 over de goedkeuring van de wijziging van de exploitatie- en investeringsdotatie voor het dienstjaar 2024 van de Hulpverleningszone Centrum wordt ingetrokken.
Tim Maenhout, vertegenwoordiger AV
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2019 over de aanduiding van de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van Westlede ov.
De gemeente Lievegem is lid van de opdrachthoudende vereniging Westlede .
De gemeente werd op 12 september 2024 opgeroepen voor de buitengewone algemene vergadering van Westlede op 19 november 2024
De gemeenteraad duidde op 30 januari 2019 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van Westlede aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Tim Maenhout, gemeenteraadslid, wonende te Daalmen 2a, Lievegem, als effectieve vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Westlede op 19 november 2024 vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Martine Gyssels, schepen, wonende te Kloosterstraat 21, Lievegem, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Westlede op 19 november 2024 vast.
Artikel 3
De agenda van de buitengewone algemene vergadering op 19 november 2024 bestaat uit volgende punten:
1. Goedkeuring verslag van de Algemene Vergadering van 11/06/2024
2. Activiteiten en strategie 2025
3. Begroting
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan voormelde algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Artikel 5
De gemeentelijk vertegenwoordiger binnen de intergemeentelijke vereniging beantwoordt de eventuele vragen over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur.
Marc Boterdaele, deskundige in de raad van bestuur
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Gemeenteraadsbesluit van 27 februari 2019 en 18 november 2020 over de aanduiding van de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van dv Veneco
Gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2023 over de aanduiding van de bestuurder/deskundige in de raad van bestuur van dv Veneco
Statuten van de dv Veneco
De gemeente Lievegem is lid van de dv Veneco.
De gemeente werd op 19 september 2024 opgeroepen voor de buitengewone algemene vergadering van Veneco op 27 november 2024.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Guy De Neve, schepen, wonende te Stoktevijver 50, 9930 Lievegem, als effectieve vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Veneco op 27 november 2024, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Ann Boterdaele, gemeenteraadslid, wonende te Arisdonk 141A, 9950 Lievegem, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Veneco op 27 november 2024, vast.
Artikel 3
De agenda van de algemene vergadering op 27 november 2024 bestaat uit volgende punten:
1. Akteneming/goedkeuring verslag Algemene Vergadering 13 juni 2024
2. Werkprogramma en begroting 2025
3. Benoeming en desgevallend ontslag van bestuurders en deskundigen
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering en de individuele agendapunten goed.
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan voormelde algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist en om deel te nemen aan elke latere algemene vergadering met dezelfde dagorde.
Artikel 5
De gemeentelijk vertegenwoordiger binnen de intergemeentelijke vereniging beantwoordt de eventuele vragen over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur.
Nick Braeckman, gemeenteraadslid
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Gemeenteraad van 30 januari 2019 over de aanduiding van de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van IVM voor de duurtijd van de huidige legislatuur
Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2020 over IVM - aanpassing vertegenwoordigers in de raad van bestuur
Gemeenteraadsbesluit van 23 november 2022 over IVM - aanpassing vertegenwoordiger in de algemene vergadering en in de raad van bestuur
Gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2023 over IVM - aanpassing leden in de raad van bestuur
Gemeenteraadsbesluit van 31 mei 2023 over IVM - aanpassing vertegenwoordiger in de algemene vergadering
De gemeente Lievegem is lid van de ov IVM .
De gemeente werd op 24 september 2024 opgeroepen voor de algemene vergadering van IVM op 20 november 2024.
De gemeenteraad duidde op 30 januari 2019, 25 november 2022 en op 31 mei 2023 vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van IVM aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van
Tim Maenhout gemeenteraadslid, wonende te 9932 Lievegem, Daalmen 2a
Ivan Goethals, gemeenteraadslid, wonende te 9920 Lievegem, Oostveld Kouter 12
Vincent Laroy, schepen, wonende te 9920 Lievegem, Varensbos 39
als effectieve vertegenwoordigers voor de algemene vergadering van IVM op 20 november 2024, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van
Steven Lambert, gemeenteraadslid, wonende te 9930 Lievegem, Kleitstraat 21,
Martine Gyssels, schepen, wonende te 9930 Lievegem, Kloosterstraat 21
Christophe Huysman, gemeenteraadslid, wonende te 9930 Lievegem, Oostwinkeldorp 35,
als plaatsvervangende vertegenwoordigers voor de algemene vergadering van IVM op 20 november 2024, vast.
Artikel 3
De agenda van de algemene vergadering op 20 november 2024 bestaat uit volgende punten:
1. Activiteiten en strategieën voor volgend boekjaar (2025) – bespreking.
2. Begroting IVM 2025 – goedkeuring.
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering en de individuele agendapunten goed.
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordigers van de gemeente die zullen deelnemen aan voormelde algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Artikel 5
In toepassing van artikel 30bis van de statuten van IVM, worden de stemmen van de gemeente (26.007 stemmen) waarover iedere vertegenwoordiger voor dit mandaat beschikt, evenredig verdeeld onder de verschillende vertegenwoordigers die aan de algemene vergadering van IVM van 20 november 2024 deelnemen.
Artikel 6
De gemeentelijk vertegenwoordiger binnen de intergemeentelijke vereniging beantwoordt de eventuele vragen over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur
Steven Lambert, bestuurder raad van bestuur Oost Imewo
Decreet lokaal bestuur 22 december 2017, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Energiedecreet van 8 mei 2009
Gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2019 over de aanduiding de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen aan en de voordracht van een bestuurder voor de raad van bestuur voor de ov Imewo
Statuten van IMEWO
De gemeente Lievegem is lid van de ov Imewo.
De gemeenteraad duidde op 30 januari 2019 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen aan en droeg een bestuurder voor de raad van bestuur van de ov Imewo voor.
De gemeente werd op 16 september 2024 opgeroepen voor de buitengewone algemene vergadering van Imewo op 18 november 2024.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Vincent Laroy, schepen, wonende te 9920 Lievegem, Varensbos 39, als effectieve vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Imewo op 18 november 2024, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Freddy Haegeman, schepen, wonende te 9950 Lievegem, Renning 15, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Imewo op 18 november 2024, vast.
Artikel 3
De agenda van de gewone algemene vergadering op 18 novermber 2024 bestaat uit volgende punten
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2025 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2025
2. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.
3. Desgevallend aanvaarding uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten.
4. Statutaire benoemingen.
5. Statutaire mededelingen
Artikel 3
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de gewone algemene vergadering op 18 november 2024, om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Artikel 4
De gemeentelijk vertegenwoordiger binnen de intergemeentelijke vereniging beantwoordt de eventuele vragen over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur.
Kim Martens, burgemeester
Vincent Laroy, schepen
Wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 21
Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 13 januari 2016
Gemeentedecreet van 22 december 2017 , artikel 40 over de bevoegdheid van de gemeenteraad
Gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2020 over het vaststellen van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem
Politieverordening van 31 maart 2021 over de inzameling en het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen
Gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2021 over het gebruik van 'tijdelijk' vaste camera's op een niet-besloten plaats inzake sluikstort en zwerfvuil
Gemeenteraadsbesluit van 23 februari 2022 over het gebruik van 'tijdelijk' vaste camera's op een niet-besloten plaats inzake sluikstort en zwerfvuil - GAS-vaststeller: aanstelling
Op 19 augustus 2024 heeft lokaal bestuur Lievegem een schrijven ontvangen van IVM over de aanstelling van een medewerker van IVM tot GAS-vaststeller voor zwerfvuil en sluikstort (brief in bijlage).
Hierin staat vermeld dat op 4 maart 2024 Andor Lavin Martinez in dienst kwam bij de organisatie IVM als deskundige afvalpreventie, sensibilisatie en communicatie. Hij zal toetreden tot het camerateam, dat reeds bestaat uit mevrouw Annelies Neyt en mevrouw Kimberly Huyghebaert.
Opdat hij zijn taak zou kunnen uitoefenen, is het noodzakelijk dat de gemeenteraad Andor Lavin Martinez benoemt in zijn functie als vaststeller GAS-overtredingen.
De voorwaarden om als GAS-vaststeller te mogen optreden zijn:
- Minimaal 18 jaar oud zijn
- Geen strafrechtelijke veroordeling hebben opgelopen (uittreksel strafregister in bijlage)
- Minstens beschikken over een getuigschrift hoger secundair onderwijs (kopie diploma in bijlage)
- In max. 10 dagen een opleiding van 40u hebben gevolgd in een erkende opleidingsinstelling (brevet vaststeller GAS uitgegeven door de politieschool in bijlage).
De documenten waaruit blijkt dat Andor Lavin Martinez aan bovenstaande voorwaarden voldoet, werden toegevoegd in bijlage.
Annelies Neyt en Kimberly Huyghebaert, eveneens aangesteld als GAS-vaststeller voor de gemeente Lievegem, blijven optreden als GAS-vaststeller voor de gemeente Lievegem.
Enige besluit
De gemeenteraad stelt Andor Lavin Martinez, in dienst bij de Intergemeentelijke opdrachthoudende Vereniging voor huisvuilverwerking Meetjesland (IVM), aan tot GAS-vaststeller voor de gemeente Lievegem om vaststellingen te doen welke uitsluitend kunnen bestraft worden met een gemeentelijke administratieve sanctie en die vallen onder de bevoegdheden inzake zwerfvuil en sluikstort zoals omgeschreven in de huidige artikels 36 en 38 van de Algemene Zonale Politieverordening Deinze- Zulte-Lievegem van 26 februari 2020 (hetzij, in geval van wijziging, enige latere rechtsgrond waarin diezelfde bepaling is opgenomen).
Kim Martens, burgemeester
Wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties, gewijzigd ingevolge de Wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties en inzonderheid artikel 6
Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties
Provincieraadsbesluit van 15 november 2023 waarin de provincieraad Piet Van Caenegem, licentiaat in de rechten, juridisch deskundige bij de Cel Administratieve Sancties van de Provincie Oost-Vlaanderen, heeft voorgedragen als sanctionerend ambtenaar met betrekking tot de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS)
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 over de bevoegdheden van de gemeenteraad
Mail van 20 september 2024 van de provincie Oost-Vlaanderen, departement POLIS, dienst Beleid en Ondersteuning, Cel Administratieve Sancties, waarbij het lokaal bestuur wordt uitgenodigd om Aline De Schepper aan te wijzen als bijkomende sanctionerend ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboetes.
Er is een aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar noodzakelijk om de continuïteit van de werking te verzekeren.
De aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar maakt dat de werklast bij de provinciale ambtenaren kan gedeeld worden met een extra kracht.
In bijlage het voordrachtsbesluit met de goedkeuring van de provincieraad van 11 september 2024.
De aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar brengt geen bijkomende kosten met zich mee omdat de gemeente betaalt per behandeld dossier.
Enig artikel
De gemeenteraad wijst Aline De Schepper aan als sanctionerend ambtenaar in het kader van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS).
Guy De Neve, schepen
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 4.4.24 e.v.
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest en wijzigingen
De gemeente Lievegem heeft de aanvraag tot planologisch attest van Aveve Lievegem - Van Hoorebeke, Lobrug 1, 9920 Lievegem, vertegenwoordigd door Christiaan Van Hoorebeke, goed ontvangen op 11 maart 2024.
De omgevingsambtenaar heeft echter op 29 maart 2024 vastgesteld dat de aanvraag onvolledig was en een aantal zaken ontbraken. Er werd een termijn voor de vervollediging gegeven tot 31 mei 2024.
Vervolgens heeft de aanvrager op 10 april 2024 de aanvraag aangevuld.
Vervolgens heeft de omgevingsambtenaar op 8 mei 2024 de aanvraag tot planologisch attest ontvankelijk en volledig verklaard.
Stedenbouwkundige basisgegevens
De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen te Lobrug 1, 9920 Lievegem, kadastraal gekend als Lievegem, 2e afdeling Lovendegem, sectie B, nrs. 697E, 697F, 717G, 1564A, 1564C.
Ligging volgens het gewestplan, plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingsvergunning
De aanvraag is thans volgens het gewestplan Gentse en Kanaalzone (KB 14.09.1977) gelegen in agrarisch gebied, waar de stedenbouwkundige voorschriften van het koninklijk besluit van 28.12.1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen gelden.
De aanvraag is deels gelegen binnen de afbakening van een op 26 juni 2006 goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) “Sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven”, deelplan 1/10 en heeft de bestemmingen: "gebouwen voor een groothandelszaak en aanverwante voorzieningen", "parkeer- en stapelplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen" en "bufferzone".
De aanvraag is tevens deels gelegen binnen de afbakening van een op 22 januari 2015 goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Historische Dorpskern Lovendegem” en heeft de bestemming: “woonzone met gemengde bebouwing”, waarbij de woning staat aangeduid als "gebouw opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed". De gewestplanbestemming is deels vervangen door dit ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen een vergunde, niet-vervallen verkaveling.
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
Beschrijving van de plaats
Het tuincentrum Van Hoorbeke is gelegen langs de Lobrug in Lievegem. Vanop de Lobrug is er een afslag richting de Koning Leopoldstraat. Via deze afslag kan het tuincentrum eenvoudig bereikt worden. Het is gelegen achter het woonlint van de Vaartstraat, waarbij de aanpalende percelen langs Lobrug weilanden betreffen.
Beschrijving van de huidige bedrijfsactiviteiten
Aard van de activiteiten: Tuincentrum Van Hoorebeke is een typische AVEVE die actief is in de land- en tuinbouw. Het betreft het verkopen van alles voor tuin en thuisbakken. De doelgroep van de AVEVE is zowel de directe verkoop aan de landbouw als de verkoop aan particulieren.
Opstartdatum op huidige locatie: Tuincentrum Van Hoorbeke is een familiebedrijf dat werd opgericht in 1961 en de eerste vergunning tot het bouwen van een stapelplaats voor landbouwproducten werd verkregen in 1963.
Aantal werknemers: 4
Vervoersbewegingen: Het personeel woont in de Vaartstraat, waardoor deze geen vervoersbewegingen maakt. De klanten maken ongeveer 200 à 600 transportbewegingen per dag/ongeveer 1000 à 3000 transportbewegingen per week. De leveranciers AVEVE maken 4 transportbewegingen per week met een vrachtwagen/oplegger. Andere leveranciers maken 6 à 8 transportbewegingen per week met de vrachtwagen en 40 à 50 transportbewegingen per week met de camionette.
Beschrijving van de aanvraag
Op korte termijn vraagt het bedrijf een duurzame serre te bouwen met een verbinding naar de bestaande winkelruimte en de parking uit te breiden en een ruimte voor het tentoonstellen van de kleine serres in te richten. (beschrijving uitbreiding + oppervlaktes bebouwing en verhar-ding).
Op lange termijn vraagt het bedrijf niets.
Door de geplande uitbreidingen zullen extra transportbewegingen gebeuren. Een stijging van 15% wordt geraamd, aangezien de winkelruimte wordt uitgebreid en er dus meer goederen verkocht kunnen worden. De gevraagde uitbreiding van de parking ligt in lijn van deze verwachting. Het aantal leveranciers en werknemers blijft hetzelfde.
Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek wordt georganiseerd van 3 juni tot en met 2 juli 2024. Er is een bezwaarschrift ontvangen.
Het bezwaar wordt als volgt samengevat:
Er is momenteel geen haag en bufferstrook uitgevoerd, terwijl dit wel onder die voorwaarden is vergund.
Daarnaast wordt de vraag gesteld of de serre winkelruimte of kweekruimte betreft, in het kader van eventueel licht 's nachts in de serre?
Het bezwaar kan als volgt worden geëvalueerd:
- De bufferstrook is noodzakelijk in het kader van de buffering van dit zonevreemd bedrijf/grootschalige handelsruimte naar de omliggende omgeving. Conform de omgevingsvergunningsvergunning van 30 januari 2024 moet deze bufferstrook het eerst komend plantseizoen worden uitgevoerd. Deze omgevingsvergunning was nodig in het kader van hoofdzakelijk vergund karakter van het bedrijf en kent directe uitvoering, vermits er tevens direct een planologisch attest is aangevraagd. Het bezwaar is gegrond.
- De serre is aangevraagd als handelsruimte en niet als kweekruimte. 's Nachts mag er dan ook geen lichthinder vanuit de nieuwe serre ontstaan naar de omliggende omgeving. Het bezwaar is gegrond en dit wordt als uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen.
Adviezen
Op 4 juni 2024 heeft het Agentschap Landbouw en Zeevisserij het volgende voorwaardelijk gunstig advies verleend:
"De aanvraag heeft betrekking op de Lobrug 1 te Lievegem, waar het Tuincentrum Van Hoorebeke – AVEVE wordt uitgebaat. De site is volgens het origineel gewestplan deels gelegen in woongebied en deels in agrarisch gebied. Voor het bestaande bedrijf werd in 2005 een BPA opgemaakt. Dit BPA wenst de aanvrager
met voorliggende aanvraag uit te breiden. De voorziene uitbreiding is gelegen in agrarisch gebied en herbevestigd agrarisch gebied.
Op 25/11/2022 verleende het Agentschap Landbouw en Zeevisserij een voorwaardelijk gunstig advies voor een eerdere aanvraag tot uitbreiding van het BPA (ons referentienummer 2022_006644_v1). In deze aanvraag werden dezelfde stedenbouwkundige handelingen gevraagd, maar in voorliggende aanvraag worden al deze
handelingen op korte termijn. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij is, behoudens vergissing, niet op de hoogte van een beslissing over de aanvraag in 2022.
In 2023 werd een omgevingsvergunningsaanvraag voor de regularisatie van diverse constructies aangevraagd. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij verstrekte op 12/12/2023 een voorwaardelijk gunstig advies, waarbij gesteld werd dat de stedenbouwkundige voorschriften van het geldend BPA gerespecteerd dienden te worden. Het CBS van Lievegem verleende op 30/01/2024 een omgevingsvergunning onder voorwaarden, waarbij de constructies gelegen in de bufferzone van het BPA en/of buiten de contouren van het BPA werden uitgesloten uit de vergunning.
Met voorliggende aanvraag tot uitbreiding van het planologisch attest worden dezelfde uitbreidingen zoals in 2022 opnieuw gevraagd, weliswaar allen op korte termijn. Het betreft het bouwen van een serre met overkapping, de uitbreiding van een parking en het inrichten van een tentoonstellingsplaats voor serres.
De voorziene uitbreiding situeert zich in agrarisch gebied dat tevens herbevestigd is (HAG).
Vooreerst herneemt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij het advies dat in 2022 geformuleerd werd:
"Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een voorwaardelijk gunstig advies bij:
Het tuincentrum AVEVE is ontstaan als handelsactiviteit in veevoeders en meststoffen. Het betreft nu een handelscentrum voor alles wat te maken heeft met tuin, dier en thuisbakken (sport- en hobbyvoeders, petfoods en dierenbenodigdheden, plantenvoedingen potgrond, plantenbeschermingsmiddelen, zaai- en pootgoed, thuisbakken, tuingereedschap en -decoratie, potterie, bloemschikmateriaal, vijvermateriaal, werken vrijetijdskledij, kolen). Het tuincentrum is ontsloten via de Lobrug alwaar de parking ook aanwezig is.
In de nota staat dat de doelgroep van deze AVEVE zowel de directe verkoop aan de landbouwer is als de verkoop aan particulieren. Echter de doelgroep is hier vooral de particulier.
Er is sinds 2007 ook een tweede onderneming actief: Baecke BV, een groothandel die zich richt op tuinaanleggers en bloemisten en vooral actief is in het hoogseizoen waarbij er (losse) potgrond, schors, sproei- en meststoffen worden geleverd aan klanten. Deze klanten bevinden zich in de ruime omgeving van Gent tot in Brugge.
De zaakvoerders wensen op korte termijn op de plaats van de weide een serre te bouwen om de verkoop van binnen- (en buiten)planten te bevorderen en aldus meer ruimte te voorzien in de bestaande verkoopsruimte in de bestaande loods. Dit is dus een uitbreiding vooral bedoeld voor de particuliere klanten.
Op lange termijn wensen de zaakvoerders om de parking in noordelijke richting uit te breiden. Door de gewenste uitbreiding op KT worden meer klanten verwacht. Om de parkeeroverlast op de omgeving te vermijden wordt een uitbreiding van parking op lange termijn aangevraagd.
Door het uitbreiden van de parking zal de huidige tentoonstellingszone voor kleine hobbyserres verplaatst moeten worden. Dit maakt ook onderdeel uit van de gewenste ontwikkelingen op lange termijn.
De bedrijfssite is volgens het origineel gewestplan deels gelegen in woongebied en deels in agrarisch gebied. Voor het bestaande AVEVE-bedrijf werd er in 2005 een BPA opgemaakt. De voorziene uitbreiding is gelegen in agrarisch gebied en herbevestigd agrarisch gebied (HAG).
Het departement Landbouw en Visserij stelt vast dat het bedrijf gelegen is aan het einde van de dorpskern in een woonlint en dat het bedrijf (en ook de voorziene mogelijkheden van uitbreidingen) eerder gelegen is in een agrarisch gebiedsdeel dat geprangd zit tussen de Vaartweg en de bijhorende lintbebouwing en de Lobrug en een fiets-voetgangerspad. De impact op landbouw is hierdoor niet zo heel groot. Het betreft er wel herbevestigd agrarisch gebied (HAG) en deze moet gecompenseerd worden bij inname ervan via een bestemmingswijziging.
In het advies op het plan MER had het departement Landbouw en Visserij het volgende meegegeven:
Ten laatste bij het voorleggen van het planologisch attest moeten ook volgende aspecten duidelijk beschreven worden.
- De inname van herbevestigd agrarisch gebied (HAG) moet voldoende gemotiveerd en ook gecompenseerd worden conform omzendbrief RO/2010/01 bij de opmaak van het RUP.
- De opvang van regenwater moet binnen het plangebied zelf gebeuren en op zodanige wijze dat de waterhuishouding van de omliggende landbouwgronden er geen nadelige effecten van ondervindt.
- Alle nodige bufferzones moeten binnen het plangebied zelf aangelegd worden.
- Andere milderende maatregelen die uit de uitvoering van het plan voortvloeien, moeten binnen het plangebied zelf uitgevoerd worden of buiten het plangebied zonder de agrarische structuur aan te tasten. Hierbij wordt gedacht aan zaken zoals bos- en natuurcompensaties.
Het is niet duidelijk waarom het advies in een vorige fase (plan MER) gevraagd wordt, maar waarom hier dan niets mee gedaan wordt.
We gaan er dan ook vanuit dat eventuele bufferzones, en milderende maatregelen ifv verharding op het terrein zelf gecompenseerd worden (binnen de plannen die nu worden meegegeven voor korte en lange termijn), want deze worden niet in de motivatienota vermeld.
Ook moet de verharding in zo waterdoorlatend mogelijk materiaal aangelegd worden, teneinde de verhardingsgraad in het agrraisch gebiedsgedeelte toch wat te beperken.
De inname van HAG wordt in deze aanvraag niet gemotiveerd, wat wel een must is en er wordt niet gesproken over de compensatie van de inname van HAG.
Bovenvermelde zaken moeten minstens aangevuld worden in het planologisch attest met een verantwoordingsnota en een voorstel tot compensatie.
Er wordt een gunstig advies gegeven als er wordt voldaan aan bovenvermelde voorwaarden.
In feite blijven alle voorwaarden die in 2022 geformuleerd werden gelden. Het is dan ook niet duidelijk waarom met voorliggende aanvraag niet verder ingegaan werd op deze bemerkingen, bv. wat betreft de compensatie van het herbevestigd agrarisch gebied. Deze bemerking blijft pertinent, des te meer in het licht
van de planologische compensatieplicht i.k.v. het nieuw bekrachtigde Verzameldecreet.
Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij behoudt zijn voorwaardelijk gunstige standpunt. Als voorwaarde wordt gesteld dat volgende zaken minstens aangevuld moeten worden in het planologisch attest met een uitgebreidere verantwoordingsnota en voorstel tot compensatie:
- Verantwoording en compensatie inname HAG
- Verharding zo waterdoorlatend mogelijk aan te leggen
- Compensatie van bufferzone en milderende maatregelen i.f.v. verharding aan te leggen op het terrein zelf."
Op 20 juni 2024 verleende de deputatie het volgende voorwaardelijk gunstig advies:
Motivering
Inhoud aanvraag
Het plan betreft een aanvraag tot planologisch attest ten behoeve van een tuincentrum gelegen aan de Lobrug 1 te 9910 Lievegem (Lovendegem). Het tuincentrum is een Aveve vestiging die actief is in de land- en tuinbouw.
Het tuincentrum is gegroeid vanuit een handelsruimte voor fourage, stro en het verhandelen van kolen en aardappelen. Het is opgericht in 1961. De doelgroep is zowel de directe verkoop aan de landbouwer als de verkoop aan particulieren.
Met dit planologisch attest wenst de zaakvoerder het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven “Van Hoorebeke”, waarbinnen het gelegen is, uit te breiden, dit om de economisch rendabiliteit en concurrentiële positie van het bedrijf veilig te stellen. Op korte termijn wil men een serre met overkapping bouwen. De serre dient voor de verkoop van binnen- en buitenplanten. Deze worden vandaag aangeboden in een tent die ieder jaar wordt gehuurd en telkens na het hoogseizoen wordt
afgebroken. Het is ook de bedoeling om een deel van de parking uit te breiden en een tentoonstellingsplaats voor serres te verplaatsen.
Door de nieuwe serre wordt ruimte gecreëerd in de bestaande verkoopruimte om te evolueren naar een concept waarbij men insteekt op meer beleving en meer gezelligheid in de winkels. Visueel zal de nieuwbouw één geheel vormen met de bestaande bedrijfsloodsen.
Door de uitbreiding van de bedrijfsgebouwen verwacht het tuincentrum op termijn meer klanten.
De huidige toestand op de site is hoofdzakelijk vergund en conform het BPA. De gewenste uitbreiding van de parking, serre en de verplaatsing van de tentoonstellingsruimte voor serres bevinden zich deels binnen en deels buiten de zone afgebakend door het BPA. De gewenste uitbreiding situeert zich
binnen het agrarisch gebied.
De bedrijfssite is gelegen aan de rand van de dorpskern van Lovendegem en wordt omsloten door een een bruginfrastructuur.
Planningscontext
De aanvraag tot planologisch attest is gelegen aansluitend aan de kern van Lovendegem (Lievegem).
De site is gelegen binnen het Westelijk Openruimtegebied. Lovendegem werd in het PRS geselecteerd als hoofddorp in het buitengebied.
Er wordt – met het voorontwerp van het beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ als startpunt – werk gemaakt van een nieuw ontwerp beleidsplan. Het voorontwerp van het beleidsplan ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen’ blijft behouden. Er wordt naar gestreefd het nieuw ontwerp beleidsplan voorlopig vast te stellen in de loop van 2027. Er zal voorafgaandelijk een ruime nieuwe participatieronde worden georganiseerd met de stakeholders, waaronder minstens de Oost-Vlaamse gemeentebesturen.
Het voorontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ bestaat uit een Strategische Visie en 3 beleidskaders: ‘Transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte’, ‘Transitie naar een solidaire (be)leefomgeving’ en ‘Transitie naar een circulaire samenleving’
De strategische visie gaat uit van enkele ‘centrale waarden’ die we voorop stellen voor de toekomst; waarden die onze samenleving en ruimte mee vorm geven en die voor ons allemaal van belang zijn.
Op basis van tendensen en uitdagingen, stellen we 4 strategische doelstellingen voorop om de centrale waarden in de toekomst te garanderen:
• Klimaatgezond zijn;
• Een duurzame maatschappelijke groei realiseren;
• Circulair en geïntegreerd denken en handelen;
• Het fysisch-natuurlijk systeem, de biodiversiteit en ecosysteemdiensten versterken.
Om deze doelstellingen te realiseren is een ommekeer in ons ruimtegebruik nodig. Het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief van deze strategische visie richting 2050 draait om het herstellen van de ruimtelijke draagkracht en het evenwicht tussen open ruimte en bebouwde ruimte.
Het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief, namelijk de ommekeer in ons ruimtegebruik om de strategische doelstellingen te realiseren en zo de waarden te garanderen, wordt geconcretiseerd in vijf ruimtelijke principes:
• Principe 1: Gezonde ecosystemen en ecosysteemdiensten garanderen
• Principe 2: Nabijheid en bereikbaarheid versterken
• Principe 3: Meervoudig en intensief ruimtegebruik versterken
• Principe 4: Klimaatneutraal en klimaatbestendig inrichten
• Principe 5: Maatschappelijke betaalbaarheid verhogen:
De strategische doelstellingen en de ruimtelijke principes vormen de leidraad voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. In de drie beleidskaders worden operationele doelstellingen geformuleerd die enerzijds inspelen op de grote uitdagingen waar we nu mee worden geconfronteerd en anderzijds
bijdragen tot het realiseren van de strategische doelstellingen. We zetten ruimte slim in om de vooropgestelde waarden veilig te stellen.
• Het beleidskader ‘Transitie naar een robuuste en veerkrachtige ruimte’ gaat uit van volgende 3 doelstellingen :
o Robuuste open ruimtegehelen
o Sterk groenblauw netwerk
o Robuustheid en veerkracht is overal
• Het beleidskader ‘Transitie naar een aangename (be)leefomgeving’ gaat uit van volgende 3 doelstellingen :
o Focus in een netwerk van kernen
o Alles op de juiste plek
o (Be)leefbare kernen
• Het beleidskader ‘Transitie naar een circulaire samenleving’ gaat uit van volgende 3 doelstellingen :
o Organiseren van ruimtegebruik op strategisch gelegen plekken
o Transformatie in functie van een circulaire gebiedsontwikkeling
o Circulariteit is overal
• Doorheen de 3 beleidskaders wordt uitwerking gegeven aan 3 transversale thema’s:
o Watersysteem: Transitie naar een robuust en veerkrachtig watersysteem
o Energiesysteem: Transitie naar een duurzaam energiesysteem
o Mobiliteitssysteem: Transitie naar een slimme en duurzame mobiliteit
Overeenstemming met het PRS, (ontwerp) PRUP's en direct werkende normen op provinciaal niveau.
Dit advies toetst de aanvraag aan het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, aan eventuele (ontwerp) provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP’s) en aan eventuele direct werkende normen op provinciaal niveau.
De uitbreiding gevraagd in het planologisch attest is niet strijdig met het PRS. Wel wordt de vraag gesteld als de inname van het volledig perceel beschouwd kan worden als een beperkte uitbreiding.
Het bijkomend aansnijden van ruimte (greenfield) moet beperkt worden tot het hoogst noodzakelijk. In deze lijkt het noodzakelijk de buffer te verschuiven van de kadastrale perceelsgrens tot achter de tentoonstellingsruimte voor de serre. De ruimte in te nemen voor wadi dient gemotiveerd te worden en aan te sluiten bij de bedrijfsruimte.
Bij de opmaak van het RUP dienen compenserende maatregelen meegenomen te worden.
Aandachtspunten vanuit de doelstellingen van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte in opmaak.
Er wordt bijzondere aandacht gevraagd voor optimaal en ook zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt gedacht aan bouwen in de hoogte, gebruik van dakoppervlakken, compacter gebruik van de ruimte….
Dit advies doet geen uitspraken over de overeenstemming van de aanvraag met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), (ontwerp) gewestelijke RUP’s, direct werkende normen op gewestelijk niveau, het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) en direct werkende normen op gemeentelijk niveau. Het is de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en schepenen om de verenigbaarheid van de aanvraag met het GRS en de direct werkende normen op gemeentelijk niveau te bewaken. Ook de naleving van de juridische vormvereisten behoort tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid.
Besluit
Artikel 1
De deputatie keurt onderhavig advies met opmerkingen in kader van het openbaar onderzoek over de aanvraag voor een planologisch attest van Tuincentrum Van Hoorebeke - Aveve te Lievegem goed."
Op 24 juni 2024 verleende het Departement Omgeving het volgende voorwaardelijk gunstig advies:
“De betreffende adviesvraag werd door het departement Omgeving per mail ontvangen op 17/5/2024.
Dit betreft een aangepaste heraanvraag. In de aanvraagdocumenten wordt aangegeven dat het bedrijf wenst uit te breiden met een serre & overkapping, het aanleggen van extra parkeermogelijkheden en een tentoonstellingsruimte voor kleine serres, alle op korte termijn. Het maximaal toegelaten vloeroppervlak dat gebruikt mag worden voor winkelruimte volgens het BPA wordt uitgebreid.
Het plandossier bevat een planmerscreening en beslissing van 2/3/2022 van team Omgevingseffecten. In voorliggend advies van het Departement Omgeving wordt geen uitspraak gedaan over de milieubeoordeling. Vanuit ruimtelijk oogpunt worden volgende overwegingen meegegeven:
Lovendegem is onderdeel van het buitengebied. Deze bedrijfssite werd in het verleden planologisch bestendigd in het gemeentelijk sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. De vooropgestelde uitbreiding heeft betrekking op aangrenzende percelen met een agrarische bestemming volgens het gewestplan die geselecteerd zijn als herbevestigd agrarisch gebied.
Er worden geen langetermijnperspectieven geformuleerd. Zoals blijkt uit de bepalingen van de VCRO moet de beslissing over een planologisch attest zich duidelijk over een aantal onderscheiden punten uitspreken waaronder de ontwikkelingsmogelijkheden op korte én op lange termijn (met eventuele voorwaarden).
De overwegingen aangegeven naar aanleiding van de vorige aanvraag tot planologisch attest blijven verder relevant:
“… Rekening houdend met de ligging aan de rand van de dorpskern en het ingesloten karakter van de landbouwgronden door de aangrenzende bruginfrastructuur kan vanuit Vlaams oogpunt verwezen worden naar de omzendbrief “Afwegingskader voor grootschalige detailhandel” waarbinnen tuincentra met een BVO tussen 1000 – 5000 m² in de meeste gevallen als opportuun kunnen afgewogen worden en waarbij de lokale situatie de doorslag geeft.
De ontwikkelingsperspectieven voor deze Aveve vragen dan ook vanuit de plaatselijke inpasbaarheid beschouwing binnen de criteria van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, de toetsing hieraan wordt beschouwd als een lokaal afweegbare aangelegenheid.
Bij deze afweging wordt gevraagd om maximaal uit te gaan van een zuinig ruimtegebruik en greenfield terreinuitbreidingen te beperken tot het hoogst noodzakelijke omwille van de bouwshiftambities welke het terugdringen van het aansnijden van bijkomende open ruimte vooropstelt. Desgevallend is het opportuun om compenserende maatregelen mee te beschouwen in de afweging richting opmaak van een RUP …’
Wat betreft de ligging in een herbevestigd agrarisch gebied wordt verwezen naar de omzendbrief RO 2010/01 “Ruimtelijk beleid binnen de herbevestigde agrarische gebieden”. Het advies van het departement Landbouw en Zeevisserij valt richtinggevend te beschouwen.
Nieuw element ten opzichte van de vorige aanvraag vormt het zgn. Verzameldecreet dat op 17 mei 2024 door de Vlaamse Regering bekrachtigd werd en weldra in voege zal treden. Dit decreet bevat de modaliteiten voor planologische compensatie die ook doorwerken in uitspraken over een planologische attest. Er wordt verwacht dat de uitspraak over een planologisch attest reeds anticipeert op de vereiste compensatie indien in uitbreidingen wordt voorzien.”
Op 25 juni 2024 verleende het college van burgemeester en schepenen het volgende voorwaardelijk gunstig advies aangaande de goede ruimtelijke ordening:
“Beoordeling goede ruimtelijke ordening
Met de aanvraag wensen ze de bestaande situatie te bestendigen en uit te breiden op korte termijn, zodat de totaal publiek toegankelijke binnenruimte 1642m² bedraagt. Dit houdt een verdubbeling in ten aanzien van de bestaande winkelruimte. Tegelijk wenst men de parking te uitbreiden, alsook een tentoonstellingsruimte voor serres te voorzien.
Ruimtelijke inpasbaarheid
Het perceel waarop de uitbreiding zal gebeuren, is gelegen binnen agrarisch gebied dat ingesloten zit tussen het woongebied, Lobrug en fiets- en voetgangerspad. Dit betreft een soort restperceel, geprangd tussen de lintbebouwing van de Vaartstraat en de wegenis Lobrug, zodat de aansnijding van dit gebied slechts geringe impact heeft op de landbouw.
Ruimtegebruik en schaal
Het perceel is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Het bijkomend aansnijden van het bestaande open ruimtegebied dient dan ook zo beperkt mogelijk te zijn. Op het vlak van ruimtegebruik heeft de aanvrager de inname van het agrarisch gebied echter niet tot een minimum beperkt. Zoals de deputatie terecht opmerkt, is het niet de bedoeling om het volledige agrarisch gebied tussen de huidige Aveve en de fietsers- en voetgangersdoorsteek in beslag te nemen in functie van deze bedrijvigheid.
De wadi wordt thans op 5m van de serre voorzien van de serre en op 8m van de tentoonstellingsruimte. Dit kan bezwaarlijk worden beschouwd als een compacte inname van de open ruimte worden beschouwd. Het is de bedoeling dat de wadi in eerste instantie wordt gerealiseerd binnen de contouren van het huidig BPA, zoals naast de bestaande handelsruimte en het voorziene sas. Indien deze ruimte niet voldoende is, kan de ruimte in het verlengde van de tentoonstellingsruimte voor serres worden gebruikt voor wadi, in de strook van 7m naast de serre, maar niet verder. Dit wordt dan ook als uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen.
De bufferstrook van 2m wordt voorzien langs de kadastrale grens ter hoogte van de fietsers- en voetgangersdoorsteek en niet onmiddellijk langs de gevraagde uitbreiding. Deze bufferstrook zorgt dan ook niet voor de nodige buffering van de nieuwe uitbreiding. Deze bufferstrook moet onmiddellijk naast de tentoonstellingsruimte worden voorzien en dus op maximaal 7m van de nieuwe serre. Dit wordt dan ook als uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen.
De voorziene parking is niet ingedeeld in duidelijke parkeerplaatsen, zodat de efficiënte invulling ervan niet blijkt. In de mobiliteitstoets bij de aanvraag wordt telkens gesproken van een stijging van 15% van het aantal klanten. Er is echter geen duidelijke berekening gemaakt van het aantal parkeerplaatsen die hiervoor nodig zijn, zelfs geen vergelijking met het huidig aantal parkeerplaatsen. Ook een afweging omtrent het aantal duurzame verplaatsingen zit niet vervat in de aanvraag. In het voorstel van nieuwe toestand wordt de ruimte tussen de perceelsgrens met Lobrug en de nieuwe overkapping quasi volledig verhard zonder enige afbakening. Er wordt dan ook als uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen dat er een grondige mobiliteitstoets dient te worden uitgevoerd en een efficiënte parkeerhaven wordt uitgedacht, zowel voor auto's als fietsverkeer.
Ook moet verduidelijkt worden hoe de leveringen en het laden en lossen gebeurt. In de omgevingsvergunning van 30 januari 2024 werd verduidelijkt dat de leveranciers via de Vaartstraat leveren. Het is onduidelijk of met deze uitbreiding dergelijk leveringspatroon behouden blijft. De voorziene parking wordt bediend via twee in-uitritten, maar laat geen vlotte doorstroming toe. Een duidelijke inrit en één duidelijke uitrit geniet de voorkeur.
Verder wordt aan de parking enkel een groene omranding voorzien, maar worden geen groene afbakeningen/hagen/bomen tussen stroken parkeerplaatsen voorzien, terwijl deze zorgen voor meer infiltratiemogelijkheden en groene inkleding van de parking. De verharding van de parking moet duidelijk waterdoorlatend zijn, zodat het gebruik van louter klinkerverharding niet wenselijk is. De parkeerplaatsen zelf dienen uitgewerkt te worden als grasdallen. Dit wordt tevens als uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen.
Compensatie
De inname van dit agrarisch gebied moet gecompenseerd worden. De aanvrager biedt op de in het verleden gestelde vraag tot compensatie geen antwoord, terwijl deze vraag reeds gesteld is geweest. De planologische overheid (zijnde de gemeenteraad) zal met deze vraag geconfronteerd worden op het moment van opmaak van een RUP.
Besluit
Enig artikel
Het college van burgemeester en schepenen verleent een voorwaardelijk gunstig advies ten aanzien van het aangevraagde planologisch attest van Aveve Lievegem - Van Hoorebeke, gelegen Lobrug 1, 9920 Lievegem, onder de volgende voorwaarden:
- De wadi moet in eerste instantie worden gerealiseerd binnen de huidige contouren van het BPA, o.m. naast de bestaande handelsruimte en het voorziene sas. Indien deze ruimte niet voldoende is, kan de ruimte in het verlengde van de tentoonstellingsruimte voor serres worden gebruikt voor wadi, in de strook van 7m naast de serre, maar niet verder.
- De bufferstrook van 2m (thans voorzien langs de linker perceelsgrens), moet onmiddellijk naast de tentoonstellingsruimte worden voorzien en dus op maximaal 7m van de nieuwe serre.
- Er moet een grondige mobiliteitstoets worden uitgevoerd, waarin de noodzaak voor deze grootorde van parking wordt aangetoond. Ook moet verduidelijkt worden hoe de leveringen en het laden en lossen gebeurt. Tevens dient de parking als een efficiënte parkeerhaven te worden uitgedacht, zowel voor auto's als fietsverkeer, zodat de verharding in functie van draaicirkels tot een minimum wordt beperkt. Een duidelijke inrit en één duidelijke uitrit geniet de voorkeur. Daarnaast dienen er groene afbakeningen/hagen/bomen tussen stroken parkeerplaatsen te worden voorzien, zodat de parking groen wordt ingekleed en meer directe infiltratie mogelijk wordt. De parkeerplaatsen zelf dienen uitgewerkt te worden in grasdallen.”
Er is ook advies gevraagd aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen, maar binnen de adviestermijn hebben ze geen advies verleend.
Op 28 augustus 2024 verleende de Gecoro het volgende voorwaardelijk gunstig advies:
"Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening en de ingediende adviezen
De aanvrager heeft ter visualisatie voor de Gecoro en gemeenteraad een aangepast plan van de gewenste toestand bezorgd, waarbij ze rekening hebben gehouden met de gemaakte opmerkingen van de ingediende adviezen en bezwaar.
De wadi is in dat opzicht opgedeeld in 2 zones, zijnde een zone binnen de contour van het BPA voorzien en een zone compact bij de nieuwe bebouwing. Daarnaast is de bufferzone tevens compact bij de gewenste uitbreiding voorzien en niet langere op verdere afstand. Ten slotte is de nieuw parking grondig aangepast, met een duidelijke inrit en uitrit en een andere materialisatie van de parking.
De Gecoro kan zich vinden in deze aangepaste versie van het plan
Wat het bouwvolume/gabarit van de serre betreft, is er geen duidelijkheid gecreëerd in de aanvraag. In het dossier zit geen duidelijke visualisatie. Op dit vlak moeten de stedenbouwkundige voorschriften van het geldend BPA worden toegepast. Het is onduidelijk of de serre inpandig volledig wordt uitgerust met een vloer of enkel paadjes tussen de plantbakken. De Gecoro zou dan graag advies verlenen ten aanzien van de omgevingsvergunningsaanvraag, die volgt na de goedkeuring van het planologisch attest, zodat ze het dossier ten gronde kan beoordelen.
Er moeten verder in het kader van de nodige compenserende maatregelen op het terrein een aantal inheemse streekeigen bomen worden voorzien. De groene buffering moet bovendien zo snel mogelijk worden gerealiseerd, ten laatste het eerstvolgend plantseizoen na de uitvoering van de bouwwerken.
De nieuwe verharding moet zeker uitgevoerd worden in waterpasserende verharding.
In het kader van de mobiliteit moet onderzocht wordt of de huidige doorstroming op de parking, de gekozen in- en uitrit, behouden kunnen blijven of best gewisseld worden. De keuze dient uit te gaan naar de situatie die leidt tot de minste verkeersconflicten.
De Gecoro adviseert dat de gemeente het RUP naar aanleiding van het planologisch attest binnen de 2 jaar laat opmaken, zodat de nodige compenserende maatregelen kunnen worden opgelegd.
Advies
Voorwaardelijk gunstig advies, waarbij rekening wordt gehouden met de bovenstaande opmerkingen."
Historiek
De volgende stedenbouwkundige vergunningen zijn verleend:
- 08/08/1963: Stedenbouwkundige vergunning college bouwen van een stapelplaats voor landbouwproducten
- 3/09/1988: Stedenbouwkundige vergunning college bouwen van een alleenstaande woning met autobergplaats, na afbraak van bestaande woning
- 5/12/1991: Stedenbouwkundige vergunning deputatie uitbreiden van een handelsmagazijn
- 4/08/1994: Stedenbouwkundige vergunning college voor het ombouwen van een veranda tot bijgebouwen rondplaatsen van façadesteen rond aanbouw
- 27/07/2011: Stedenbouwkundige vergunning college voor het uitbreiden van het bestaande bedrijfsgebouw
- 18/04/2013: Stedenbouwkundige vergunning deputatie voor het bouwen van een garage na het slopen van de bestaande
De volgende milieuvergunningen zijn verleend:
- 27/09/1990: ARAB-vergunning opslagplaats meststoffen
- 15/02/1993: Milieuvergunning opslagplaats meststoffen
- 31/01/2013: Milieuvergunning voor handel in meststoffen - verder exploiteren en veranderen door wijziging en uitbreiding van een klasse 2 inrichting
- 21/05/2015: Kleine verandering klasse 2-inrichting
De volgende omgevingsvergunningen/weigeringen zijn verleend:
- 8/7/2019: Omgevingsvergunning uitbreiden woning
- 12/07/2022: Weigering omgevingsvergunning voor het plaatsen van een zaakgebonden publiciteit
- 30/01/2024: Voorwaardelijk omgevingsvergunning voor de regularisatie van de uitbreiding van de parking, buitenopslagplaats, plaatsen overdekking en plaatsen deur en poort, waarbij de constructies, verharding en opslag in de bufferzone van 2m breed en het schuilhok uit de vergunning gesloten werden. Deze omgevingsvergunning betreft tevens omgevingsvergunning aangaande de ingedeelde inrichting en een regularisatie van de kleinhandelsactiviteiten.
Standpunt met betrekking tot het behoud van het bedrijf op de plaats waar het gevestigd is
Het tuincentrum werd in 2006 bestendigd met de goedkeuring van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, deelplan nr. 1/10 – Van Hoorebeke Christiaan – Vaartstraat 22. Het bedrijf kan behouden blijven op de locatie.
Standpunt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden op korte termijn
De gewenste uitbreiding zoals voorzien op het inplantingsplan gewenste toestand op korte termijn, waarvan de aangepaste versie bezorgd is op 26 augustus 2024, kan gunstig worden beoordeeld, voor zover de volgende voorwaarden worden nageleefd:
- De wadi in functie van deze ontwikkeling moet in eerste instantie worden gerealiseerd binnen de huidige contouren van het BPA, o.m. naast de bestaande handelsruimte en het voorziene sas. Indien deze ruimte niet voldoende is, kan de ruimte in het verlengde van de tentoonstellingsruimte voor serres worden gebruikt voor wadi, in de strook van 7m naast de serre, maar niet verder.
- De bufferstrook van 2m links van de gebouwen moet onmiddellijk naast de tentoonstellingsruimte worden voorzien en dus op maximaal 7m van de nieuwe serre.
- Er moet een grondige mobiliteitstoets worden uitgevoerd, waarin de berekening van het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen vervat zit, alsook een afweging omtrent duurzame verplaatsingen. Ook moet verduidelijkt worden hoe de leveringen en het laden en lossen gebeurt. Tevens dient de parking als een efficiënte parkeerhaven te worden uitgedacht, zowel voor auto's als fietsverkeer. De parking moet voorzien zijn van een duidelijke inrit en één duidelijke uitrit, waarbij de keuze dient te gaan naar de situatie die leidt tot het minste verkeersconflicten. De groene strook voorzien tussen de parkeerplaatsen moet worden uitgevoerd.
- De stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Zonevreemde bedrijven moeten worden nageleefd op het vlak van bouwvolume en gabarit.
- 's Nachts mag er dan ook geen lichthinder vanuit de nieuwe serre ontstaan naar de omliggende omgeving.
- De bufferstrook rondom het terrein heeft een breedte van 2m en dient over deze breedte volwaardig te worden ingevuld met een dikke winterharde en streekeigen haag die op minstens 1,8m hoogte onderhouden wordt.
- Er moeten minstens 6 bijkomende inheemse streekeigen hoogstammige bomen worden op het aangesneden terrein, op minstens 2m van de omliggende perceelsgrenzen.
- De parkeerplaatsen moeten in grasdallen worden uitgevoerd en de overige nieuwe verharding van de parking moet worden uitgevoerd in waterpasserende verharding.
Standpunt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn
Het bedrijf vraagt geen ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn.
Standpunt met betrekking tot de opmaak of wijziging van de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen
Het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, deelplan nr. 1/10 – Van Hoorebeke Christiaan – Vaartstraat 22 moet gewijzigd worden. Er zal dus een RUP moeten worden opgemaakt ter bestendiging van de mogelijkheden van het planologisch attest. Wat de planologische compensatie betreft volgens de bepalingen van artikel 2.2.6/1 VCRO, zal er dus een compensatie nodig zijn door de omvorming van agrarisch gebied naar een harde bestemming. Qua voorafname kan worden gesteld dat er nog KMO-zone aanwezig is, ter hoogte van de Ververij van Waarschoot, waarvan de ontwikkeling niet langer wenselijk wordt geacht en waarvan een bestemmingswijziging mogelijk is.
Motivering
Ruimtelijke inpasbaarheid
Het perceel waarop de uitbreiding zal gebeuren, is gelegen binnen agrarisch gebied dat ingesloten zit tussen het woongebied, Lobrug en fiets- en voetgangerspad. Dit betreft een soort restperceel, geprangd tussen de lintbebouwing van de Vaartstraat en de wegenis Lobrug, zodat de aansnijding van dit gebied slechts geringe impact heeft op de landbouw.
Ruimtegebruik en schaal
Het perceel is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Het bijkomend aansnijden van het bestaande open ruimtegebied dient dan ook zo beperkt mogelijk te zijn. In zijn oorspronkelijk ingediende plannen had de aanvrager de inname van het agrarisch gebied niet tot een minimum beperkt.
Op 26 augustus 2024 heeft de aanvrager een aangepast inplantingsplan van de gewenste toestand op korte termijn ingediend, naar aanleiding van de opgevraagde adviezen en de vergadering van de Gecoro op 28 augustus 2024, waarbij de footprint van de voorziene uitbreiding met wadi wordt voorzien binnen de contour van het BPA en in het verlengde van de gewenste tentoonstellingsruimte. Ook de bufferstrook wordt onmiddellijk naast deze tentoonstellingsruimte voorzien. Op die manier wordt de toekomstig ontwikkeling zo compact gehouden en is er geen sprake van een onnodig diepe aansnijding van het agrarisch gebied.
De opmerkingen van de Gecoro worden bijgetreden. Wat het bouwvolume/gabarit van de uitbreiding/serre betreft, is er geen duidelijkheid gecreëerd in de aanvraag. De geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA dienen in dat opzicht te worden toegepast. In het kader van compenserende maatregelen dienen 6 bijkomende inheemse streekeigen hoogstammige bomen te worden voorzien op het aangesneden terrein.
Wat de verharding betreft, wordt de nieuwe parkeerplaatsen voorzien in grasdallen. De overige verharding van de parking dient te worden uitgevoerd in waterpasserende verharding, zodat maximaal wordt ingezet op natuurlijke infiltratie.
Mobiliteitsimpact
Wat de mobiliteitsafwikkeling betreft, waren in het oorspronkelijk ingediende inplantingsplannen twee in- en uitritten voorzien en betrof de bijkomende parking één verharde oppervlakte zonder enige opdeling in parkeerplaatsen en kwam die louter naast de bestaande parking. Met het aangepast inplantingsplan wordt de bestaande parking geïntegreerd bij de nieuwe parking en wordt één logische parkeerhaven gecreëerd. Er moet gekozen worden voor één duidelijke inrit en één duidelijke uitrit, waarbij de keuze moet gaan naar de situatie met de minste verkeersconflicten. Ook is een beperkte groenstrook voorzien tussen de parkeerplaatsen, zodat de parking meer ingekleed is. In de aanvraag zelf ontbreekt een grondige mobiliteitstoets aangaande het aantal parkeerplaatsen nodig bij dergelijke uitbating en de mogelijke duurzame verplaatsingen. Dit dient dan ook nog te worden uitgevoerd in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag.
Enig artikel
De gemeenteraad verleent een positief planologisch attest aan Aveve Lievegem - Van Hoorebeke, gelegen Lobrug 1, 9920 Lievegem, onder de volgende voorwaarden:
- De wadi in functie van deze ontwikkeling moet in eerste instantie worden gerealiseerd binnen de huidige contouren van het BPA, o.m. naast de bestaande handelsruimte en het voorziene sas. Indien deze ruimte niet voldoende is, kan de ruimte in het verlengde van de tentoonstellingsruimte voor serres worden gebruikt voor wadi, in de strook van 7m naast de serre, maar niet verder.
- De bufferstrook van 2m links van de gebouwen moet onmiddellijk naast de tentoonstellingsruimte worden voorzien en dus op maximaal 7m van de nieuwe serre.
- Er moet een grondige mobiliteitstoets worden uitgevoerd, waarin de berekening van het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen vervat zit, alsook een afweging omtrent duurzame verplaatsingen. Ook moet verduidelijkt worden hoe de leveringen en het laden en lossen gebeurt. Tevens dient de parking als een efficiënte parkeerhaven te worden uitgedacht, zowel voor auto's als fietsverkeer. De parking moet voorzien zijn van een duidelijke inrit en één duidelijke uitrit, waarbij de keuze dient te gaan naar de situatie die leidt tot het minste verkeersconflicten. De groene strook voorzien tussen de parkeerplaatsen moet worden uitgevoerd.
- De stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Zonevreemde bedrijven moeten worden nageleefd op het vlak van bouwvolume en gabarit.
- 's Nachts mag er dan ook geen lichthinder vanuit de nieuwe serre ontstaan naar de omliggende omgeving.
- De bufferstrook rondom het terrein heeft een breedte van 2m en dient over deze breedte volwaardig te worden ingevuld met een dikke winterharde en streekeigen haag die op minstens 1,8m hoogte onderhouden wordt.
- Er moeten minstens 6 bijkomende inheemse streekeigen hoogstammige bomen worden op het aangesneden terrein, op minstens 2m van de omliggende perceelsgrenzen.
- De parkeerplaatsen moeten in grasdallen worden uitgevoerd en de overige nieuwe verharding van de parking moet worden uitgevoerd in waterpasserende verharding.
Guy De Neve, schepen
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en hun uitvoeringsbesluiten
Het decreet van 25 april 2014 over de omgevingsvergunning
Het decreet van 3 mei 2019 over de gemeentewegen
Omgevingsloketnummer: OMV_2024018767
Dossiernummer: V/2024/6
Inrichtingsnummer: Niet van toepassing
BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD OVER DE ZAAK VAN DE WEGEN IN HET KADER VAN DE VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING
De aanvraag ingediend door mevrouw Anne Adriaens wonende te Plein 109 te 9970 Kaprijke, de heer Henri Van Eeckhoudt wonende te Schapenstraat 22 te 1750 Lennik en de heer Jozef Van Eeckhoudt wonende te Plein 109 te 9970 Kaprijke werd ingediend op 17 mei 2024. De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2024.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen te Azaleastraat zn en Daalmstraat zn, te 9930 Lievegem, kadastraal bekend: afdeling 5 sectie D nrs. 35C, 60_ en 61_
Het betreft een aanvraag tot verkavelingsaanvraag voor 13 loten met wegenis.
De aanvraag omvat wegeniswerken.
Beschrijving van de omgevingsvergunningsaanvraag en wegeniswerken
Beschrijving van de plaats
Het terrein is momenteel in gebruik als weiland. Deze zijn gelegen in een binnengebied tussen de Azaleastraat en de Daalmstraat en sluiten tevens aan de woonwijk Park Ter Daelmen. Deze omgeving is gekenmerkt door open en halfopen eengezinswoningen. Het terrein is licht hellend ten opzichte van de Azaleastraat.
Beschrijving van de aanvraag
Deze verkavelingsaanvraag beoogt de realisatie van 13 bouwloten en 1 loten voor een elektriciteitscabine en de aanleg van nieuwe wegenis.
Aansluitend op de woonwijk Park Ter Daelmen wordt bijkomende wegenis aangelegd voor de creatie van 4 bouwloten, meer bepaald 2 loten voor vrijstaande eengezinswoningen en 2 loten voor halfopen eengezinswoningen. Deze nieuwe wegenis wordt gerealiseerd tussen de woningen Park Ter Daelmen 77 en 79, waarbij naast Park Ter Daelmen 77 een trage weg zich bevindt. Langs deze wegenis worden tevens 2 openbare parkeerplaatsen aangelegd.
Langs de Azaleastraat worden 2 bouwloten voor halfopen eengezinswoningen gecreëerd en wordt een bijkomende wegenis voorzien waarlangs 5 bouwloten ontsluiting nemen. Deze 5 bouwloten betreffen 4 loten voor half open eengezinswoningen en 1 bouwlot voor een vrijstaande eengezinswoning. Langs deze wegenis worden 7 openbare parkeerplaatsen voorzien en wordt een openbaar toegankelijke groenzone waarin een speelheuvel zit verwerkt.
Langs de Daalmstraat worden twee bouwloten voor vrijstaande eengezinswoningen voorzien.
In functie van voetgangers en fietsers wordt een kleine aansluiting voorzien op de verbinding van de recente verkaveling langs de Luitenant Dobbelaerestraat. Verder wordt er bijkomend een wandel- en fietsersverbinding gecreëerd op het einde van de nieuwe wegenis aansluitend op de Azaleastraatwordt naar de nieuwe wegenis bij de woonwijk Park Ter Daelmen die gelegen is naast de trage weg richting de Daalmstraat. Deze nieuwe verbinding wordt uitgevoerd in porfiersplit en heeft een breedte van 2m. Op die manier wordt de Azaleastraat verbonden met Park ter Daelmen en de Daalmstraat in functie van fietsers en voetgangers.
De nieuwe wegenis heeft telkens een totaal wegtracé van 8m breedte, waaronder de berm waarin de collectieve wadi wordt voorzien en de wegenis zelf. Er wordt bij elke nieuwe wegenis/doodlopende straat gewerkt met een soort pijpenkop waarbij de wegenis een breedte van 11m krijgt. Aansluitend op deze verbreding bevindt zich grindgazon, zodat de brandweer en de huisvuilophaling zich kunnen omkeren in de straat. De oorspronkelijke gracht, aansluitend op de Azaleastraat, wordt geprofileerd en verbreed en de bestaande doorvoerbuis wordt verwijderd en vervangen door een overstortconstructie naar het gemengd rioleringsstelsel gelegen in de Azaleastraat. De parkeerplaatsen worden uitgevoerd in grasdallen.
Bevoegdheid gemeenteraad
Als een omgevingsvergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, moet de gemeenteraad een beslissing nemen over de zaak van de wegen, met name het tracé en de inrichting van de nieuwe weg, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing kan nemen over de vergunningsaanvraag. De gemeenteraad moet daarbij kennis nemen van de ingediende bezwaren en opmerkingen.
Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar
Overeenkomstig de criteria van artikel 11-14 van het uitvoeringsbesluit van het decreet omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 27 juni 2024 tot en met 26 juli 2024. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ontvangen.
Bezwaar 1 wordt als volgt samengevat:
Punt 1: We zijn niet tegen de verkaveling maar wel tegen een uitrit naar Park Ter Daelmen. Er zijn uitritten voorzien in de Daalmstraat en Azaleastraat.
De toelating tot de uitrit in Park Ter Daelmen is te gevaarlijk omwille van de fietswegel en overlast verkeer (ook voor kinderen is dit een fietsvriendelijke omgeving)
Punt 2: Grachten moeten blijven bestaan, zoniet is er wateroverlast.
Punt 3: De bomen (3 stuks) achter de tuin van Park Ter Daelmen n° 83 zouden verwijderd moeten worden. (overlast, overhangen in tuin)
Punt 4: Vraag: wie onderhoudt de gracht en groenbeplanting aan de gracht?
Punt 5: Indien mogelijk, groenafsluiting aan elke tuin.
Bezwaar 1 wordt als volgt geëvalueerd in het kader van de wegeniswerken:
Punt 1: De uitrit in Park Ter Daelmen is beperkt tot het uitrijden in functie van 4 woningen. Het aantal bewegingen langs deze nieuwe wegenis zal dan ook beperkt zijn. De impact ten aanzien van fietsers en voetgangers is vergelijkbaar met de opritzones bij elke woning in Park Ter Daelmen, waarlangs fietsers en voetgangers moeten passeren. Het voordeel van deze wegenis is dat de auto's komende van deze 4 woningen bij het afrijden niet achterwaarts in kruising komen met voetgangers en fietsers, terwijl dit wel het geval is bij de opritzones. Dit bezwaar is ongegrond.
Punt 2: De bestaande gracht wordt behouden en zelfs verbreed. In dat opzicht wordt de infiltratiecapaciteit van de gracht zelfs vergroot. Het bezwaar is ongegrond.
Punt 3: De eventuele last van bestaande bomen betreft een burgerlijke kwestie en houdt geen verband met deze nieuwe verkaveling. Het bezwaar is ongegrond in het kader van de aanvraag.
Punt 4: Het onderhoud van de gracht (de kant van het openbaar domein) en de groenbeplanting bevinden zich in de strook die kosteloos aan de gemeente zal worden overgedragen. De vraag is bij deze beantwoord.
Punt 5: De manier van afsluiting wordt in het kader van de verkavelingsvoorschriften bekeken en geëvalueerd en wordt thans niet geëvalueerd in het kader van de beslissing van de gemeenteraad.
Bezwaar 2 wordt als volgt samengevat:
Onze conclusies na het bekijken van de verkavelingsaanvraag met dossiernummer OMV_2024018767
- Er moet duidelijk gesteld worden dat er in het verleden zware wateroverlast geweest is door het verwijderen van grachten en de nauwe afvoer en het oppompen naar het Schipdonkkanaal. De vele verhardingen en wateroverlast voor de omwonenden. Hierbij moet men preventief werken. Men moet de opwarming van de aarde en de klimaatveranderingen (plaatselijke harde stortregen) in beschouwing nemen. Deze afvoer moet zeker bekeken en aangepast worden vooraleer men heel de regio zal volbouwen (niet alleen dit betrokken gebied maar ook de twee aanpalende zones). Als er problemen komen kan de gemeente verantwoordelijk gesteld worden voor grove nalatigheid.
- We zien ook dat de nieuw aan te leggen baan naast onze eigendom het fietspad zal kruisen wat een onveilige situatie is. Dit moet zeker geanalyseerd worden.
- Inkijk. Door de grote concentratie van gebouwen zal er inkijk zijn bij buren (waaronder ook onze eigendom). Daarom moet er gestreefd worden naar (1) beperkt aantal woningen die er komen en (2) beperking in aantal bouwlagen bij huizen die dicht bij de bestaande huizen staan. Iedereen heeft het wettelijk recht op privacy.
- Er moet minder verharding komen in het dorp en wat zien we : meer en meer gebieden waar het hemelwater kan insijpelen worden verhard. In het hele gebied dat momenteel aangesneden wordt in dit gebied. (oa 35C, 60, 61 en aanpalende regio’s) zal er massaal veel hemelwater direct afgevoerd worden. Dit kan wettelijk niet. Er moet nagedacht worden aan het insluiten van een waternatuurbuffer waar het water kan opgevangen worden. Dit zal het water kunnen bufferen bij stortbuien en zal het water laten infiltreren, wat ten goede zal komen aan de tuintjes in de omgeving. Het zal ook het dorpsgevoel versterken. Het kan een plaatse worden waar de buurt samenkomt. Het is een win-win-win-situatie.
- Er moet aandacht besteed worden aan de groene aankleding van dit gebied. Het dorp is zijn groen karakter systematisch aan het verliezen door overijverige immobiliënbureaus/notarissen. Dit moet gecompenseerd worden door het aanbrengen van accent?bomen en hagen. Hier dienen de verkavelaars en de gemeente hun verantwoordelijkheid te nemen.
Hopende dat er aandacht wordt besteed aan onze bezwaren.
Bezwaar 2 wordt als volgt geëvalueerd:
- De aanvraag moet voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening en in dat opzicht afdoende infiltratiecapaciteit voorzien in het kader van deze bijkomende ontwikkeling. Daarenboven wordt de riolering en de eventuele aansluiting op het bestaande rioleringsstelsel geëvalueerd door Farys. Dit wordt in de beoordeling van de verkaveling getoetst.
- De nieuwe wegenis langs Park Ter Daelmen bevindt zich naast de bestaande trage verbinding, zodat er kruising van auto's en fietsers zal gebeuren in deze hoek. Het feit dat een fietspad gekruist moet worden, is in se niet abnormaal, vermits dit gebeurt aan elke opritzone bij elke woning in deze wijk. Het is belangrijk dat het visueel duidelijk is dat hier een fietspad uitkomt met de nodige verkeerssignalisatie en eventuele wegmarkering. Het bezwaar is ongegrond.
- De inkijk betreft een argument dat geëvalueerd wordt in het kader van de beoordeling van de omgevingsvergunningsaanvraag en wordt thans niet geëvalueerd in het kader van de wegenis.
- De aanvraag moet voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening en in dat opzicht afdoende infiltratiecapaciteit voorzien in het kader van deze bijkomende ontwikkeling. Daarenboven wordt de riolering en de eventuele aansluiting op het bestaande rioleringsstelsel geëvalueerd door Farys. Dit wordt in de beoordeling van de verkaveling getoetst en het bezwaar is in dat opzicht gegrond.
- In deze verkaveling komt er een groenzone met beplanting die kosteloos zal worden overgedragen aan de gemeente. Het bezwaar is gegrond.
Externe adviezen
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering ervan.
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan Proximus. Op 19 juli 2024 is het volgende voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning :
• Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.
• Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.
Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus. Via deze link kan u uw aanvraag officieel indienen:
• De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.
• Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werven.a12@proximus.com.
Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.”
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan Watering van de Wagemakerstroom. Op 14 juli 2024 is verduidelijkt dat zij geen advies verlenen, vermits dit gebied gelegen is buiten het gebied van de Watering van de Wagemakersstroom.
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan Farys. Op 2 augustus 2024 is het volgende voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Ingevolge de aanvraag via het omgevingsloket van 13/06/2024 verlenen wij graag volgende adviezen:
VK-24-666
Drinkwater
Deze aanvraag omvat een verkaveling van 8 kavels voor halfopen bebouwing, 5 kavels voor open bebouwing, 1 kavel voor tuinzone en 1 kavel voor een elektriciteitscabine, welke aansluit op het openbaar domein in woongebied met inbegrip van wegenis-, riolerings- en groenaanleg.
De loten 1 en 2 kunnen op normale en reglementaire wijze aangesloten worden op het bestaand drinkwaterdistributienet in de Daalmstraat.
De loten 12 en 13 kunnen op normale en reglementaire wijze aangesloten worden op het bestaand drinkwaterdistributienet in de Azaleastraat.
Voor deze loten is uiteraard geen uitbreiding noodzakelijk.
Om de loten 3 t.e.m. 11 op normale en reglementaire wijze aan te sluiten op het drinkwaterdistributienet zijn volgende werken noodzakelijk:
Uitbreiding van het drinkwaterdistributienet vanaf de bestaande waterleiding in Park Ter Daelmen en Azaleastraat tot in de volledige verkaveling.
Hiervoor dient een minimumstrook van 1m in niet-monoliete verharding te worden voorzien.
Gelieve in de verkavelingsvoorwaarde op te nemen:
De verkavelaar dient een schriftelijke aanvraag te richten aan Farys, Stropstraat 1 te 9000 Gent, vergezeld van een duidelijk verkavelingsplan met wegenis en riolering, ten einde een dossier te kunnen opmaken om de loten van drinkwaterleiding te voorzien. Na ontvangst van de offerte (prijzen 6 maand geldig) zal de verkavelaar het voorschot (of forfaitair bedrag) storten. Hiervan zal de stad ingelicht worden zodat het verkoopbaarheidsattest afgeleverd kan worden. Pas na ontvangst van het voorschot (forfaitair bedrag) kunnen de werken ingepland worden.
*De offerte wordt opgemaakt uitgaande dat binnen de projectzone van de ingediende verkaveling/ontwikkeling geen vervuiling aanwezig is in de ondergrond. Indien deze zone van de verkaveling gekend staat als een risicogrond bij OVAM, vragen wij u ons alle informatie te willen bezorgen zodat wij u afhankelijk van de graad van vervuiling een aangepaste offerte kunnen bezorgen die rekening houdt met geschikte materialen en met de extra voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen voor de aanleg en exploitatie van de drinkwaterleiding. In het bijzonder is het voorafgaandelijk ter beschikking stellen van de preventierichtlijnen voor aanleg en exploitatie een bindende voorwaarde om de aanleg van drinkwater-leidingnet aan te vatten.
Riolering
Algemeen
Op basis van het definitief zoneringsplan van de gemeente Lievegem ligt de verkaveling in het centraal gebied.
In de zone van de geplande verkaveling ligt nog geen riolering. Er dient nieuwe riolering aangelegd te worden die dan kan aansluiten op de bestaande riolering van de omliggende straten.
Toepasselijke reglementen, documenten en richtlijnen
Alle werkzaamheden dienen in overeenstemming te zijn met het ‘Bijzonder waterverkoopreglement deel huisaansluitingen’. Dit reglement kan u terugvinden op onze website www.FARYS.be/bijzonder-waterverkoopreglement-huisaansluitingen . Op eenvoudig verzoek kan u hiervan ook een schriftelijke versie verkrijgen.
Elk lot dient afzonderlijk te worden aangesloten. De aansluiting op het bestaand rioleringsstelsel van de Azaleastraat en Park ter Daalmen dient tijdig te worden afgestemd met Farys.
De richtlijnen uit de gewestelijke stedenbouwkundige verordening, inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dienen strikt gevolgd te worden.
Conform de Vlarem regelgeving dienen woningen te worden uitgerust met een goed werkende septische put met een inhoud van minimaal 2.000 liter tot 5 IE plus 300 liter per bijkomend IE (IE = Inwoner Equivalent), waarbij enkel zwart afvalwater moet aangesloten worden op de septische put. De nieuwe riolering van de verkaveling sluit immers aan op centraal gebied. Bijgevolg wordt het afvalwater afgevoerd naar een zuiveringsinstallatie.
Om lokale problemen van wateroverlast te vermijden adviseren wij volgende richtlijnen na te leven:
• het niveau van de gelijkvloerse verdieping dient minstens 20 cm boven maaiveld aangelegd te worden;
• overlopen van regenwaterputten, infiltratie en-of bufferbekken dienen beveiligd te worden tegen terugslag;
• kelders dienen waterdicht uitgevoerd te worden;
• inritten naar ondergrondse garages worden bij voorkeur voorzien van een drempel om deze te beveiligen tegen instromend water;
• de aanleg van verharding dient zoveel mogelijk beperkt te worden.
Specifieke opmerkingen
Aansluiting op bestaand stelsel
Aansluiting nieuw ontwerp op bestaande riolering in de straat: Jullie voorzien aan te sluiten op een gescheiden stelsel.
Graag detail put D1 overmaken ter goedkeuring
DWA
Detail gecombineerde put D2 over te maken ter goedkeuring
RWA
Nazicht van de hydraulische nota
Berekening van de openbare infiltratievoorziening
In rekening gebracht aangesloten oppervlakten volgens de nota
80 m²/kavel : ok – wadi’s voor buffering kavels zijn in orde
Wegenis: pijpekop Park Ter Daelmen + Verbindingspad: ok
Wegenis pijpekop Azaleastraat: OK
Algemeen besluit
Het ontwerp wordt gunstig geadviseerd.”
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan Hulpverleningszone Centrum. Op 24 juli 2024 werd het volgende voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Besluit: ONGUNSTIG, indien de nieuwe wegen geen duidelijke en ondubbelzinnige officiële straatnaam krijgen
Indien er een straatnaam wordt toegekend, verleent de brandweer GUNSTIG ADVIES mits te voldoen aan de hierna vermelde maatregelen en reglementeringen.
Te treffen maatregelen:
Voor de gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer ten minste in één punt een gevelopening kunnen bereiken die op herkenbare plaatsen toegang geeft tot iedere bouwlaag. Bijkomend dient elke woonentiteit bereikbaar te zijn voor de ladderwagen van de brandweer.
Daartoe moeten de voertuigen van de brandweer beschikken over een toegangsmogelijkheid en opstelplaats: ofwel op de bestaande berijdbare rijbaan van de openbare weg; ofwel op een (nieuwe) bijzondere toegangsweg vanaf de berijdbare openbare weg, die de volgende karakteristieken vertoont:
• minimale vrije (=obstakel en gewassenvrij) breedte: 4 meter, (zij bedraagt 8 meter indien de toegangsweg doodloopt en geen keerpunt is voorzien)
• afstand van de rand van de weg tot gebouwen bedraagt tussen de 4 en 10 meter,
• minimale draaistraal: 11 meter aan de binnenkant en 15 meter aan de buitenkant, beschouwd vanuit de as van de rijbaan
• minimale vrije (=obstakel en gewassenvrij) hoogte: 4 meter
• maximale helling: 6%
• het draagvermogen moet zo zijn dat de brandweervoertuigen met een maximale asbelasting van 13 ton, zonder te verzinken er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen
• voor de kunstwerken (zoals putdeksels, e.d.) die zich op de toegangswegen bevinden richt men zich naar de norm NBN B03-101
• mogelijkheid om tegelijkertijd 3 autovoertuigen van 15 ton te dragen (enkel voor hoogbouw);
• de verharde weg dient duidelijk herkenbaar te zijn bij alle weersomstandigheden en in alle seizoenen; de rand van de verharde weg dient duidelijk en duurzaam afgebakend te worden; de brandweerweg en/of aanwezigheid van zones in grasdallen dient te worden aangeduid met aangepaste verkeerssignalisatie
• bij de aansluiting van de openbare weg naar de brandweerweg (privaat of openbaar) dienen de boordstenen van het trottoir over de volledige breedte van de brandweerweg (draaistalen 11/15) verlaagd te worden met een maximale opstand 3 cm t.o.v. de rijbaan en dienen er voldoende antiparkeermaatregelen genomen te worden om deze doorgang te garanderen (bvb. parkeerverbod, voetpaduitstulping, parkeerhaken, arcering,…)
• brandwegen die niet toegankelijk zijn voor regulier gemotoriseerd verkeer moeten aangeduid worden met het opschrift “Toegang brandweer vrijhouden” op borden witte borden van 700 mm x 700 mm voorzien van rode omranding en rode belettering, dit ter hoogte van elke aansluiting
• deze ontsluitingsweg moet een openbaar karakter hebben en voorzien zijn van een officiële straatnaam die duidelijk zichtbaar aangeduid moet worden
• elke woonentiteit dient geadresseerd te worden op de wegenis waarlangs ze ontsloten wordt, eventuele automatische branddetectiecentrales dienen ook op deze wegenis geadresseerd te worden
Deze bijzondere brandweerweg dient gerealiseerd te zijn alvorens de entiteiten in gebruik worden genomen. De oplevering van de wegenis dient schriftelijk gemeld te worden aan de brandweer (preventie@brandweerzonecentrum.be)
Alle doodlopende straten, minder dan 8 meter breed dienen voorzien te zijn van een keerpunt. Een keerpunt dient geschikt te zijn voor het keren van een brandweervoertuig (min. lengte 11 meter – 3 assen; draaistralen 11/15). Deze mogelijkheid dient aangetoond te worden op tekening.
Verkeerremmende maatregelen:
Eventuele verkeersplateaus of verkeersdrempels dienen te beantwoorden aan de eisen van de openbare vervoersmaatschappij en de vigerende wetgeving.
Het plaatsen van verkeerremmende maatregelen (andere dan verkeersplateaus of drempels) mogen geen hinder opleveren voor de doorrit van de hulpdiensten en/of de opstelling van hun voertuigen of materiaal.
Het plaatsen van afsluitpaaltjes kan toegestaan worden voor zover men gebruik maakt van overrijdbare, wegneembare types (slotsysteem moet voldoen aan de eenvormige sleutelpaalbediening: driekantsleutel) of dynamische palen (voorwaarden: telefonisch of via PC verzinkbaar vanuit de dispatching brandweerkazerne, automatische afstandsbediening vanuit elk brandweervoertuig, noodbediening bij stroomuitval, 24u/24u onderhoudsdienst bij defect, knipperende LED verlichting op paal, aanduiding brandweerdoorgang op paal).
Wanneer sleutelpalen geplaatst worden moet het slotsysteem voldoen aan de eenvormige sleutelpaalbediening met Brandweerzone Centrum goedkeuring (zie onderstaande foto). Deze bediening moet zich minstens 10 cm boven de grond bevinden.
Alvorens men anti-parkeerpaaltjes en straatmeubilair plaatst, moet er een testrit gebeuren met de brandweervoertuigen om na te gaan of de voorziene paaltjes geen hinder veroorzaken en alle vereiste in- en uitdraaibewegingen mogelijk blijven.
Groenvoorzieningen (bomen, e.d.), straatmeubilair (verkeersborden, zitbanken, speelelementen, e.d.) en geparkeerde voertuigen mogen geen hinder opleveren voor de doorrit en opstelling van de voertuigen van de hulpdiensten. Een periodiek onderhoud van de groenvoorzieningen zal dan ook nodig zijn. Op de doorrit moet minimaal 1 rijstrook (met minimale breedte van 3 meter) vrijgehouden worden waar stationeren en parkeren verboden is.
Straatnaamgeving en huisnummering moeten duidelijk en ondubbelzinnig zijn voor hulpdiensten.
Huisnummers dienen duidelijk zichtbaar aangeduid te worden.
Er moeten hydranten, gevoed door het openbare waterleidingnet (minimale 100) voorzien worden derwijze dat de afstand tussen hydranten onderling maximaal 100 m bedraagt en de afstand van elke woonentiteit tot een hydrant maximaal 60 m bedraagt. De hydranten dienen in verharde (betonstraatstenen, KWS-verharding, beton, … - dus geen (grind)gazon of grasdallen) zones voorzien te worden van minstens 1mx1m waarbij de hydrant centraal gelegen is. De hydranten liggen op minstens 0,60m van de rand van de brandweerweg. De hydranten moeten voldoen aan de normen NBN EN 14339 en NBN EN 14384.
Gebouwen anders dan eengezinswoningen moeten integraal voldoen aan de minimale eisen inzake brandveiligheid, opgenomen in de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen (KB 7/7/1994 en wijzigingen). Belangrijk hierbij is dat elke woonentiteit bereikbaar moet zijn voor de ladderwagen van de brandweer.”
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan Fluvius. Op 6 augustus 2024 werd het volgende voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“We hebben de plannen van uw project goed ontvangen. Op basis van de gegevens waarover we vandaag beschikken, hebben wij de impact op onze netten ingeschat. Wij geven u alvast deze informatie mee:
- In deze verkaveling is de uitbreiding van onze nutsleidingen elektriciteit en openbare verlichting noodzakelijk.
- De oprichting van een distributiecabine elektriciteit is vereist, zoals voorzien op het ontwerpplan (lot 14).
Op onze website www.fluvius.be vindt u de gedetailleerde reglementen voor elektriciteit in verkavelingen, appartementen en wooncomplexen. U dient hieraan te voldoen.
Hou voor de timing van uw project rekening met het feit dat wij – na ontvangst van de verkavelingsvergunning – maximum 30 werkdagen nodig hebben om onze offerte op te maken. Bovendien loopt er ook nog een termijn tussen de ontvangst van uw akkoord op de offerte en de effectieve uitvoering van de werken – onder voorbehoud van de tijd nodig om eventuele vergunningen, wegenistoelatingen, … te verkrijgen.
Bovenstaande informatie geven we mee onder voorbehoud van latere wijzigingen.
Wij raden u aan om ons zo spoedig mogelijk te contacteren. Vermeld daarbij altijd duidelijk het referentienummer van uw project: 5000071165. Zo kunnen we uw dossier vlot opvolgen. Samen zullen we uw project verder bespreken. We helpen u graag verder.”
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan Omgevingsloket Wyre. Op 20 juni 2024 werd hetv volgende voorwaardelijk gunstig advies verleend:
“Netuitbreiding Wyre
Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
• Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
• Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.”
Op 13 juni 2024 werd advies gevraagd aan De Vlaamse Waterweg. Op 1 augustus 2024 maakt de Vlaamse Waterweg duidelijk dat ze geen advies geven:
“Het projectgebied ligt op meer dan 50m van het Afleidingskanaal van de Leie. Het projectgebied stroomt af naar het Afleidingskanaal van de Leie (beheerder: De Vlaamse Waterweg nv), maar de aangevraagde bijkomende verharding/bebouwing is niet groter dan 1 hectare. Het projectgebied ligt conform de watertoetskaart bovendien niet in overstromingsgevoelig gebied vanuit de waterweg. Bijgevolg is De Vlaamse Waterweg nv niet bevoegd voor het geven van watertoetsadvies. De vergunningverlenende overheid dient dit advies zelf op te maken.”
Interne adviezen
Het advies van Lievegem – deelteam wegen en mobiliteit luidt als volgt:
“Het ontwerp omvat de aanleg van 2 doodlopende straten in asfalt. Tussen de 2 straten wordt er een niet duurzaam verharde doorsteek (wel waterdoorlatend met porfiersplit) voorzien voor voetgangers en fietsers. De (7+2) publieke parkeerplaatsen worden voorzien in grasdallen. De opritten worden voorzien in waterdoorlatende betonstraatstenen.
De locaties van de opritten aan de loten 12-13 werden niet aangeduid op plan en zijn (nog) niet te beoordelen. Aandachtspunt is de locatie van de verlichtingspaal aan lot 13. Een ontsluiting van lot 13 via de nieuw aan te leggen rijbaan is niet mogelijk door de aanwezigheid van de wadi.
De draaicirkels op het einde van de doodlopende straten zijn minimaal maar lijken aanvaardbaar. Advies Brandweer en IVM hierover is zeker te volgen.
De rioleringsaanleg / -aansluiting op de Azaleastraat moet zowel inzake aanleg als uitvoeringsperiode worden afgestemd met de door Aquafin en gemeente geplande rioleringswerken (uitvoeringsperiode momenteel voorzien voor 2026-2028).
Er is een plan kosteloze grondafstand toegevoegd aan het dossier maar daarop wordt de zone tussen huidige eigendomsgrens en bestaande rooilijn Azaleastraat (1994) niet aangeduid als kosteloos af te staan.
Voorwaarden:
• De strook grond tussen de eigendomsgrens en de ontworpen rooilijn (1994) kosteloos wordt afgestaan aan de gemeente. Deze grondafstand ter hoogte van de loten 12-13 en lot B is nu niet voorzien op het plan kosteloze grondafstand
• Er geen waterdoorlatende betonstraatstenen worden gebruikt op openbaar domein. Grasdallen of waterpasserende betonstraatstenen kunnen wel worden aanvaard.
• De overgang tussen nieuwe rijbaan en bestaande wegel thv Park Ter Daelmen 77 moet vlak worden uitgewerkt (geen greppel maar wel platte kantstrook)”
Het advies van Lievegem - GRAR omtrent de huisnummering luidt als volgt:
“Wanneer een vergunning wordt afgeleverd zal een huisnummerplan en -attest worden opgemaakt. De loten 1 en 2 ontsluiten via de Daalmstraat. De loten 3 tem 6 ontsluiten via Park Ter Daelmen. De loten 12 en 13 ontsluiten via de Azaleastraat. De loten 7 tem 11 ontsluiten via een nieuw aan te leggen weg met nieuwe straatnaam.”
Het advies van Lievegem - deelteam groen luidt als volgt:
“- De bomenkeuze is momenteel een keuze waarbij de levensduur eerder beperkt is. Enkel in natte zones is Alnus glutinosa (zwarte els) een aanvaardbare keuze. Duurzame inheemse soorten zijn toe te voegen.
- Er dienen 2 picknickbanken te worden voorzien in plaats van 1 stuk; 1 aangepast voor mindervalide en 1 gewone bank, beide in gerecycleerd kunststof.
- Alle wadi’s dienen een ingangszone te bevatten met een laag hellingspercentage, zodat deze machinaal kunnen gemaaid worden; de breedte betreft bij voorkeur 2 meter. Een aanplanting van de wadi's geniet de voorkeur.
- De speelheuvel mag niet voorzien worden wegens moeilijk onderhoud. Er worden beter een tweetal natuurlijke lage speeltoestellen voorzien in de groenzone.
- Alle paden dienen onderhoudsvriendelijk te zijn. Dit door ofwel te bestaan uit een dichte structuur zoals beton of een verharding in combinatie met gras (grasdallen, grindgazon). Halfverhardingen zoals grind of split worden niet toegestaan.
- Opritten moeten voorzien worden in waterpasserende verharding.
- De overgang tussen nieuwe rijbaan en bestaande wegel thv Park Ter Daelmen 77 moet vlak worden uitgewerkt (geen greppel maar wel platte kantstrook). Dit dient ook te gebeuren bij de overgang tussen nieuwe rijbaan en de bestaande wegenis van de Azaleastraat.
- Het niveauverschil voor de rand van de gracht bemoeilijkt onderhoudswerken aan de gracht. Een vlakke uitwerking is nodig.
- Er zijn veel niveauverschillen in dit ontwerp ter hoogte van de groenzone. Het is de bedoeling dat deze niveauverschillen met een gering hellingspercentage worden uitgewerkt en niet zoals thans het geval is.
Algemeen betreft het een moeilijk te onderhouden verkaveling door zijn vele structuren aan waterbuffers en niveauverschillen binnen de groenzone en bermen.
De kleine wadi’s moeten bij voorkeur groter zijn, waarbij de hellingsgraad erg laag gehouden wordt, zodat je een onderhoudsvriendelijker geheel krijgt. Een aanplant in deze wadi’s zorgt voor een aangenamer straatbeeld en mooier visueel geheel.”
Advies omgevingsambtenaar
Inhoudelijke beoordeling
Als een vergunningsaanvraag, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, wordt de gemeenteraad samengeroepen om hierover een beslissing te nemen. De gemeenteraad spreekt zich in zijn beslissing uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegen én over de eventuele opname in het openbaar domein.
Er wordt een nieuwe wegenis voor autoverkeer voorzien aansluitend op de woonwijk Park Ter Daelmen en tevens een nieuwe wegenis als zijstraat op de Azaleastraat. Beide wegenissen betreffen doodlopende straten voor het autoverkeer, maar er wordt een trage verbinding voorzien tussen beide wegenissen. Op die manier komt er een functionele verbinding voor fietsers en voetgangers vanuit de Azaleastraat naar Park Ter Daelmen.
Deze functionele verbinding voor fietsers en voetgangers betreft een meerwaarde van de omgeving. Verder worden de nodige bezoekersparkeerplaatsen voorzien in functie van de nieuwe ontwikkeling en wordt een aangename groenzone voorzien die een meerwaarde betekent voor de hele omgeving en de aansluitende wijk, waarin dergelijk rustpunt ontbreekt.
Bespreking interne en externe adviezen
De adviezen van de nutsmaatschappijen Farys, Fluvius, Proximus en Wyre moeten worden nageleefd, in functie van de creatie van voldoende uitgeruste wegenis bij de nieuwe bouwloten. Het advies van de Hulpverleningszone Centrum moet worden nageleefd in kader van de brandveiligheid.
Deze nieuwe wegenis paalt aan de bestaande wegenis van de Daalmstraat en Azaleastraat. In het kader van deze nieuwe ontwikkeling moet vooreerst de bestaande rooilijn langs de Azaleastraat worden gerealiseerd, conform het rooilijnplan goedgekeurd door de gemeenteraad op 7 juli 1994. In het verkavelingsplan lijkt hiermee rekening te zijn gehouden, maar uiteraard dient deze rooilijn ook effectief gerealiseerd te worden. In dat opzicht wordt als uitdrukkelijke voorwaarde opgelegd dat de strook tussen de bestaande wegenis en de rooilijn conform het rooilijnplan goedgekeurd door de gemeenteraad op 7 juli 1994 moet worden afgepaald door een landmeter en kosteloos moet worden overgedragen aan de gemeente. De verkavelaar dient zelf een notaris aan te stellen voor het verlijden van de akte en in te staan voor alle kosten van de overdracht. Dergelijke kosteloze overdracht dient ook te gebeuren van deze nieuwe wegenis en het bijhorende toekomstig openbaar domein en dit na definitieve oplevering van de uitgevoerde werken.
Wat de uitvoering van de wegenis zelf betreft, wordt het gebruik van waterdoorlatende betonstraatstenen als niet wenselijk beschouwd, aangezien deze stenen na verloop van tijd hun waterdoorlatend vermogen verliezen en de infiltratie van hemelwater niet meer optimaal kan gebeuren. Daarnaast wordt grind en split niet wenselijk geacht in het kader van het onderhoud van het openbaar domein. In dat opzicht wordt als uitdrukkelijke voorwaarde opgelegd dat grasdallen en waterpasserende betonstraatstenen bij de inrichting van het toekomstig openbaar domein mag worden gebruikt, maar niet waterdoorlatende betonstraatstenen, grind of split.
In functie van de berijdbaarheid moet de overgang tussen de nieuwe wegenis in het verlengde van Park ter Daelmen en de bestaande wegel ter hoogte van Park Ter Daelmen 77 vlak uitgewerkt worden met een platte kantstrook en zonder greppel. Dit dient tevens te gebeuren bij de overgang tussen de nieuwe wegenis en de wegenis van Azaleastraat.
De standaardvoorwaarden omtrent de openbare verlichting conform de vereisten van Fluvius en de uitvoering van het openbaar domein conform de laatste versie van het standaardbestek 250 worden als uitdrukkelijke voorwaarde opgelegd.
De groenzone is verder momenteel minimaal uitgewerkt. In de natte zone is Alnus glutinosa aanvaardbaar qua boomkeuze, maar voor het overige dienen de voorziene bomen te worden vervangen door duurzame inheemse boomsoorten. Verder dienen er 2 picknickbanken in gerecycleerd kunststof te worden voorzien in plaats van 1 bank, meer bepaald 1 bank aangepast aan mindervalide en 1 gewone zitbank. De speelheuvel is niet wenselijk. De speelzone krijgt best vorm door het integreren van 2 natuurlijke lage speeltoestellen.
De hellingsgraad van de groenzone en de hellingsgraad van de gracht moet geringer worden en meer uitgevlakt worden. Alle wadi’s moeten met een ingangszone van 2m breedte met een laag hellingspercentage worden uitgevoerd, zodat deze wadi’s machinaal kunnen worden gemaaid.
Aangaande de groenzone worden in de bermen veel wadi’s voorzien en wordt de groenzone met verschillende niveau’s gewerkt. Dit leidt tot een niet-toegankelijk en niet-onderhoudsvriendelijk openbaar domein. In dat opzicht moet het geheel aan wadi’s, bermen en de groenzone worden herwerkt in functie van een onderhoudsvriendelijk openbaar domein en moeten de verschillende niveauverschillen worden weggewerkt en geminimaliseerd in het kader van een toegankelijke groenzone. Indien er alsnog in de bermen wadi’s worden voorzien, moeten deze worden aangelegd met de nodige beplanting.
Op basis van de voormelde adviezen blijkt dat het ontwerp van het tracé van de wegenis op verschillende aspecten moet worden herwerkt, waaronder de bermen waarin wadi’s zijn verwerkt.
Zo moeten alle wadi’s met een ingangszone van 2m breedte met een laag hellingspercentage worden uitgevoerd, zodat deze wadi’s machinaal kunnen worden gemaaid. Eveneens moet het geheel aan wadi’s, bermen en de groenzone worden herwerkt in functie van een onderhoudsvriendelijk openbaar domein en moeten de verschillende niveauverschillen worden weggewerkt en geminimaliseerd in het kader van een toegankelijke groenzone. Indien er alsnog in de bermen wadi’s worden voorzien, moeten deze worden aangelegd met de nodige beplanting.
De vele te remediëren elementen samen leiden ertoe dat de gemeenteraad het voorliggend tracé van de wegenis niet kan goedkeuren.
De gemeenteraad keurt de zaak van de wegen af, met name het tracé van de wegenis en de inrichting van het nieuwe openbaar domein voor de aanleg van een verkaveling van 13 loten voor eengezinswoningen, zoals ontworpen in de omgevingsvergunningsaanvraag tot het verkavelen van gronden - V/2024/6.
Beroepsmogelijkheden
Artikel 31/1 Omgevingsvergunningsdecreet:
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
Guy De Neve, schepen
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 februari 2021 tot goedkeuring gunning Veneco - opmaak gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van de gemeenteraad van 26 mei 2021 over de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan voor Lievegem
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 22 maart 2022 tot de goedkeuring van de conceptnota gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van de gemeenteraad van 27 april 2022 tot kennisname van de conceptnota gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 mei 2022 tot goedkeuring gunning opmaak plan-MER gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 april 2023 tot goedkeuring van de kennisgevingsnota milieueffectenrapport voor het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 22 augustus 2023 tot goedkeuring van het voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van de gemeenteraad van 31 januari 2024 tot goedkeuring van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van de gemeenteraad van 31 januari 2024 tot goedkeuring van het ontwerp plan-MER gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 juni 2024 tot kennisname verslag van de ontvangen adviezen en bezwaren openbaar onderzoek gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 september 2024 tot voorstel van aanpassing in het kader van de voorbereiding definitieve vaststelling gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan
De gemeenteraad heeft op 26 mei 2021 beslist om een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem op te maken. Veneco werd aangesteld voor de opmaak ervan.
Het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem wordt in een aantal fasen opgemaakt:
- De fase van de conceptnota
- De fase van het voorontwerp
- De fase van het ontwerp
- De fase van de definitieve vaststelling
Dit loopt parallel aan het milieueffectenonderzoek.
Het voorontwerp is goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 22 augustus 2023 en is voor advies voorgelegd aan de nodige adviesinstanties. Vervolgens is dit voorontwerp verder verfijnd aan de hand van de ontvangen adviezen op het voorontwerp.
De gemeenteraad heeft op 31 januari 2024 het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem, alsook het ontwerp plan-MER voorlopig vastgesteld.
De onderzoeksnota bevat het gevoerde onderzoek, waarop de strategische visie en de beleidskaders zijn uitgewerkt. De strategische visienota bevat de visie op lange termijn voor de ruimtelijke ontwikkeling en is vrij algemeen. De beleidskaders beschrijven onder meer hoe en met wie de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd.
Het openbaar onderzoek hierover is georganiseerd van 1 maart 2024 tot en met 29 mei 2024 (90 dagen).
Tijdens dit openbaar onderzoek zijn verschillende adviezen van aangeschreven adviesinstanties en verschillende bezwaren ontvangen.
Deze adviezen en bezwaren zijn behandeld in de vergaderingen van de Gecoro van 25 juni en 4 juli 2024.
Het college van burgemeester en schepenen heeft zich in de zitting van 3 september 2024 aangesloten bij de behandeling van de bezwaren en de adviezen van de Gecoro en heeft nog 2 bijkomende aanpassingen aan het ontwerp ruimtelijk beleidsplan voorgesteld op basis van ingediende adviezen en bezwaren.
Op basis van de behandeling van de adviezen en bezwaren door de Gecoro en het college is het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan herwerkt tot de voorliggende definitieve versie.
Het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan Lievegem bestaat uit de volgende niet te onderscheiden delen:
- Onderzoeksnota
- Strategische visie
- Beleidskader "kernen en economisch netwerk"
- Beleidskader "open ruimte en groenblauw netwerk"
- Procesnota
- Plan-milieueffectenrapport en bijbehorende bijlagen
Het Team Omgevingseffecten van het Departement Omgeving moet het plan-milieueffectenrapport waarin de milieueffecten in kaart werden gebracht goedkeuren, vooraleer de gemeenteraad tot goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan kan overgaan.
Enig artikel
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan definitief vast, met bijhorende niet te scheiden onderdelen en documenten: de strategische visie, het beleidskader ‘kernen en economisch netwerk’, het beleidskader ‘open ruimte en groenblauw netwerk’, de procesnota, de onderzoeksnota, het plan-milieueffectenrapport en bijbehorende bijlagen.
Kim Martens, burgemeester
De wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 23§1
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het bestuursdecreet van 7 december 2018
De omzendbrief van het Parket van de procureur des Konings Oost-Vlaanderen van 25 september 2024
De gemeenteraadsbeslissing van 26 februari 2020 over het vaststellen van de algemene zonale politieverordening Deinze/Zulte/Lievegem
Het gemeenteraadsbesluit van 29 april 2020 over protocolakkoorden tussen het college van burgemeester en schepen en de procureur des Konings van het parket van Oost-Vlaanderen over gemeentelijke administratieve sancties - inbreuken op verkeer en niet-verkeer: bekrachtiging
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 oktober 2024 over de goedkeuring van de wijziging van het protocolakkoord - niet-verkeer
Op 29 april 2020 werden de protocolakkoorden tussen het college van burgemeester en schepenen en de procureur des Konings van het parket van Oost-Vlaanderen over gemeentelijke administratieve sancties bekrachtigd over inbreuken op verkeer en niet-verkeer in de gemeenteraad.
Dit protocolakkoord verduidelijkt de samenwerking tussen de gemeente en de Procureur des Konings en legt de voorwaarden voor het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie vast.
Het gewijzigde protocolakkoord niet-verkeer voorziet in de volgende wijziging bij winkeldiefstal: de ondergrens wordt opgetrokken van 250,00 € naar 500,00 €.
Dit akkoord moest ondertekend worden voor 10 oktober, daarom werd deze eerst op het college van burgemeester en schepenen gebracht en goedgekeurd op 8 oktober 2024.
De gemeenteraad bekrachtigt dit akkoord.
Het nieuwe ondertekende protocolakkoord niet-verkeer waarborgt de verderzetting van de lopende GAS-procedures.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt, zoals goedgekeurd in het college van burgemeester en schepenen van 8 oktober 2024, het protocolakkoord tussen het college van burgemeester en schepen en de procureur des Konings van het parket van Oost-Vlaanderen over de gemeentelijke administratieve sancties- inbreuken niet-verkeer.
Nicholas Spinel, voorzitter
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 31 en 278
Gemeenteraadsbesluit van 14 september 2022 over de goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Voor het stellen van een vraag is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. Een kopie van de vraag en het antwoord worden per e-mail bezorgd aan de raadsleden.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.
Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
De behandeling van een mondelinge vraag beperkt zich tot vraag en antwoord en kan geen aanleiding geven tot een discussie tussen raadsleden.
In de notulen van de zitting wordt melding gemaakt van de naam van de vraagsteller, aan wie de vraag is gericht en het onderwerp.
Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad vermeldt de mondelinge en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
1.Schriftelijke vragen:
Er waren geen schriftelijke vragen.
2. Mondelinge vragen:
2.1 Raadslid Patrick Dossche: Gemeentelijke basisschool Eeksken.
Een aantal ouders stellen zich de vraag om, wanneer de school af is, de ingang te kunnen bereiken via de brug over de Lieve. Deze brug is momenteel niet aangeduid of beschermd.
Schepen Chris De Wispelaere: Dit is een privébrug. Dit wordt ter plaatste bekeken.
De Klavertjesbrug is een alternatief.
2.2 Raadslid Patrick Dossche: Integrale toegankelijkheid van het Huis van Lievegem
Het Huis van Lievegem zal een toegankelijk huis volgens de verkiezingsfolders. Bij de laatste verkiezingen kwamen 2 partijen op met kandidaten met een beperking. De integrale toegankelijkheid van het gebouw is belangrijk.
Het is raadzaam om deze toegankelijkheid in z'n ruimste vorm te bekijken, hetgeen graag wordt toegelicht in een volgende gemeenteraad. Het gebouw moet lang gebruikt worden en wordt best zo optimaal mogelijk uitgewerkt. Denk aan de hoogte van de loketten en tafels die aangepast moeten zijn voor inwoners in een rolstoel (naar analogie van de inrichting in een ziekenhuis). Ook bij evacuatie (bijvoorbeeld bij brand) moet er hier aandacht aan gespendeerd worden.
Schepen Chris De Wispelaere: De plannen werden uitgewerkt in samenwerking met Inter.
De gemaakte voorstellen worden alleszins bekeken.
2.3 Raadslid Wouter De Muynck: Wegversmallingen in de Weststraat
Zijn er sinds de opening van de Weststraat meer ongevallen gebeurd in deze straat?
Er staan vaak auto's geparkeerd dicht bij de wegversmallingen. De wegversmalling is een strook van 30m en door de geparkeerde wagens wordt de ruimte om te overbruggen groter, hetgeen gevaarlijker lijkt.
Burgemeester Kim Martens: De cijfers van het aantal interventies van de politie worden opgevraagd. (Ongevallen zonder interventie is niet gekend).
De voorzitter sluit de zitting op 23/10/2024 om 21:17.
Namens Gemeenteraad,
Kenneth Pauwels
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter