De voorzitter opent de zitting op 15/09/2021 om 20:02.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is te bekijken op https://youtu.be/xHXJMwfFfMU
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 30 juni 2021 goed.
Tony Vermeire, burgemeester
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, de gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
Collegebesluit van 17 augustus betreffende reglement infoportieken Lievegem: principiële goedkeuring.
De gemeente Lievegem biedt infoportieken aan aan erkende verenigingen, adviesraden en algemene initiatieven per onderwijsniveau (lager, middelbaar, buitengewoon onderwijs, kunst) om op deze manier activiteiten aan het brede publiek kenbaar te kunnen maken.
Sinds de fusie is er nog geen eenduidig reglement voor het gebruik van deze portieken. Ook beschikt Waarschoot momenteel niet over portieken. Er wordt gezorgd voor infrastructurele ingrepen - verplaatsen van bepaalde portieken die zich door de fusie niet meer op gemeentegrenzen bevinden - om op deze manier de 'grenzen van Lievegem' voldoende te kunnen coveren met infoportieken.
De fysieke infoborden die in de portieken worden gehangen worden door de gemeente aangekocht - via een raamcontract dat zal worden opgesteld - en in voorraad gehouden. Verenigingen en adviesraden die gebruik willen maken van de borden dienen enkel de bestickering te bekostigen.
Er worden aan de verenigingen geen verplichtingen betreffende lay-out opgelegd. Gemeente Lievegem geeft algemene richtlijnen en tips mee met betrekking tot de ontwerpen op de stickers. Dit om de identiteit van de verenigingen niet af te nemen. Team communicatie wil zich indien nodig beschikbaar stellen om de ontwerpen van de verenigingen te beoordelen indien zij twijfels hebben vooraleer zij hun stickers laten drukken.
Borden worden bekostigd door de gemeente Lievegem. Voorlopig zijn er nog voldoende infoborden die gerecupereerd kunnen worden. Indien nodig zal er budget van 2021/GBB-SSC/0119-01/6143007/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN genomen worden om borden bij te bestellen bij een leverancier via een nog toe te kennen raamcontract.
Kosten voor de bestickering is ten laste van de verenigingen en algemene initiatieven per onderwijsniveau (lager, middelbaar, buitengewoon onderwijs, kunst). Zij hebben vrijblijvend de mogelijkheid bestickering aan te kopen via raamcontract dat zal worden afgesloten door de gemeente met de leverancier van de borden.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het reglement infoportieken en het proces vast.
Artikel 2
Het reglement treedt in werking op 1 oktober 2021.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 41 2°
Erkennings- en subsidiereglement voor (socio-)culturele verenigingen Lievegem: vastgesteld op de gemeenteraad van 3 juni 2020
Erkennings- en subsidiereglement voor (socio-)culturele verenigingen Lievegem- aanpassing, principieel goedgekeurd op de collegevergadering van 3 augustus 2021
In 2020 werd de 13.500 euro “plussubsidies bijzondere culturele projecten” niet uitbetaald: corona maakte het onmogelijk voor het verenigingsleven om bijzondere projecten op te starten. Na herhaaldelijke besprekingen tussen schepen van cultuur en het dagelijks bestuur van de cultuurraad besliste het college om de 13.500 euro voor 2020 en 2021 alsnog te investeren in het culturele verenigingsleven. Eerder dan het bedrag lineair te verdelen onder de verenigingen, ziet het college dit liever toegekend waar het echt nodig is. Er werd dan ook beslist om een bevraging te organiseren om te kijken waar de noden bij de verenigingen het hoogst zijn en welke maatregelen en injecties zij zelf het interessantst vinden.
Om deze situatie in de toekomst te vermijden stelt het dagelijks bestuur van de cultuurraad voor om een aanpassing door te voeren aan het subsidiereglement cultuur. Meer specifiek vraagt het bestuur om aan artikel 21 volgende zin toe te voegen: "Indien na deze verdeling blijkt dat er een overschot is, wordt dit saldo aan het budget van de variabele werkingssubsidie toegevoegd."
Dit aanpassingsvoorstel werd door het dagelijks bestuur ter bekrachtiging voorgelegd op de algemene vergadering van de cultuurraad van 7 juni 2021. Helaas waren er toen niet voldoende aanwezigen om rechtsgeldig te vergaderen. Het voorstel werd, conform de regels vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de cultuurraad, op 9 juli via mailstemming voorgelegd aan de algemene vergadering. Het voorstel werd positief geadviseerd door de algemene vergadering (2 onthoudingen en 1 negatief).
Dit voorstel van aanpassing werd op de collegevergadering van 3 augustus 2021 principieel goedgekeurd.
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de aanpassing aan het erkennings- en subsidiereglement voor (socio-)culturele verenigingen Lievegem vast.
Jeroen Van Acker, schepen van cultuur
De nieuwe gemeentewet, artikel 135 § 2, 5°
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40 §3.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd op 23 juni 2021
Beslissing van de Nationale Veiligheidsraad van 11 mei 2021 omtrent Coronavirus: geleidelijke heropstart cultuur vanaf 9 juni 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2021 - huishoudelijk reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling, bekrachtigd op de gemeenteraad van 30 juni 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 - huishoudelijk reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 - huishoudelijk reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling
Ten gevolge van de coronacrisis en de veiligheidsmaatregelen die opgelegd worden moest het huishoudelijk reglement rond de verhuur van de gemeentelijke culturele infrastructuur aangepast worden.
Gezien de aanpassing van het Ministerieel besluit rond het organiseren van activiteiten in coronatijden en de daaruitvolgende maatregelen rond CIRM-certificering pas op 23 juni 2021 gepubliceerd werd en het college opteerde om de gemeentelijke ruimtes zo snel mogelijk en in de mate van het mogelijke (conform de geldende hygiënemaatregelen) aan het verenigingsleven ter beschikking te stellen, was een afwijking van het huishoudelijk reglement rond de verhuur van de gemeentelijke culturele infrastructuur dringend noodzakelijk.
De beslissing rond deze wijziging aan het huishoudelijk reglement van 8 juni 2021 werd genomen in het college van 6 juli 2021.
Inmiddels werd met het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 - huishoudelijk reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis: vaststelling, een volgende stap gezet die van toepassing werd op 1 september 2021 zodat het hier voorgelegd collegebesluit van 6 juli 2021 niet meer van kracht is op het ogenblik van het voorleggen aan de gemeenteraad zodat de gemeenteraad dit niet meer hoeft te bekrachtigen maar er enkel kennis kan van nemen.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 over de aanpassing van het huishoudelijk reglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur.
Jeroen Van Acker, schepen van cultuur
De nieuwe gemeentewet, artikel 135 § 2, 5°
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40 §3.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd op 25 augustus 2021
Beslissing van de Nationale Veiligheidsraad van 11 mei 2021 omtrent Coronavirus: geleidelijke heropstart cultuur vanaf 9 juni 2021
Het Overlegcomité van 20 augustus 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2021 - huishoudelijk reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling, bekrachtigd op de gemeenteraad van 30 juni 2021
Huishoudelijk reglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis, vastgesteld op de collegevergadering van 6 juli 2021 en kennis van genomen in de gemeenteraad van heden
Huishoudelijk reglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis, vastgesteld op de collegevergadering van 24 augustus 2021
Ten gevolge van de coronacrisis en de veiligheidsmaatregelen die opgelegd worden moet het huishoudelijk reglement rond de verhuur van de gemeentelijke culturele infrastructuur aangepast worden.
Het Overlegcomité heeft op vrijdag 20 augustus 2021 beslist om vanaf 1 september de volgende stap in het Zomerplan te zetten waardoor een reeks beperkingen geschrapt worden. Zie onderstaande informatie via https://www.info-coronavirus.be/nl/news/occ-2008/, inzonderheid dan met betrekking tot het verenigingsleven:
Horeca:
geen beperkingen meer op openings- en sluitingsuren (inclusief dienstverlening aan huis), aantal personen per tafel, afstand tussen tafelgezelschappen, terrassen, geluidsniveau en bediening aan de bar.
Ook de verplichting om enkel zitplaatsen te voorzien vervalt.
Bij verplaatsingen binnen een horecazaak blijft de mondmaskerplicht gelden.
Georganiseerde activiteiten:
geen beperkingen meer voor activiteiten in georganiseerd verband, in bijzonder georganiseerd door een club of vereniging.
Evenementen:
geen beperkingen meer voor evenementen binnen met minder dan 200 toeschouwers en minder dan 400 toeschouwers buiten, tenzij de bevoegde lokale overheid anders beslist.
Vanaf 1 september is het dragen van het mondmasker niet meer verplicht in het publiek toegankelijke ruimtes van ondernemingen, openbare besturen of verenigingen en in de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector voor evenementen en private feesten met minder dan 200 toeschouwers binnen en 400 toeschouwers buiten, tenzij de lokale overheid daar anders over beslist.
Evenementen met meer dan 200 toeschouwers binnen of meer dan 400 toeschouwers buiten zullen vanaf 1 september gebruik kunnen maken van het Covid Safe Ticket. Enkel in dat geval vervallen de verplichtingen inzake mondmasker, sociale afstand en CIRM/CERM.
Gezien de aanpassing door het Overlegcomité, en in afwachting van het nieuw Ministerieel besluit rond het organiseren van activiteiten in coronatijden en de daaruitvolgende maatregelen, en het college opteert om de gemeentelijke ruimtes zo snel mogelijk aan het verenigingsleven ter beschikking te stellen, was nog een minimale afwijking van het huishoudelijk reglement rond de verhuur van de gemeentelijke culturele infrastructuur dringend noodzakelijk en werd reglement in het college van 24 augustus vastgesteld.
Deze beslissing moet bekrachtigd worden door de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 over de aanpassing van het huishoudelijk reglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur.
Jeroen Van Acker, schepen van cultuur
De nieuwe gemeentewet, artikel 135 § 2, 5°
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40 §3.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd op 23 juni 2021
Beslissing van de Nationale Veiligheidsraad van 11 mei 2021 omtrent Coronavirus: geleidelijke heropstart cultuur vanaf 9 juni 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2021 - retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling, bekrachtigd door de gemeenteraad op 30 juni 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 - retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis: vaststelling
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 - retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling
Ten gevolge van de coronacrisis en de veiligheidsmaatregelen die opgelegd worden moest het retributiereglement rond de verhuur van de gemeentelijke zalen aangepast worden.
Gezien de aanpassing van het Ministerieel besluit rond het organiseren van activiteiten in coronatijden en de daaruitvolgende maatregelen rond CIRM-certificering pas op 23 juni 2021 gepubliceerd werd en het college opteerde om de gemeentelijke ruimtes zo snel mogelijk en in de mate van het mogelijke (conform de geldende hygiënemaatregelen) aan het verenigingsleven ter beschikking te stellen, was een afwijking van het retributiereglement rond de verhuur van de gemeentelijke culturele infrastructuur dringend noodzakelijk.
De beslissing rond deze wijziging aan het retributiereglement van 8 juni 2021 werd genomen in het college van 6 juli 2021.
Inmiddels werd met het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 - retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis: vaststelling, een volgende stap gezet die van toepassing werd op 1 september 2021 zodat het hier voorgelegd collegebesluit van 6 juli 2021 niet meer van kracht is op het ogenblik van het voorleggen aan de gemeenteraad zodat de gemeenteraad dit niet meer hoeft te bekrachtigen maar er enkel kennis kan van nemen.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 over de aanpassing van het retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur.
Jeroen Van Acker, schepen van cultuur
De nieuwe gemeentewet, artikel 135 § 2, 5°
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40 §3.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd op 25 augustus 2021
Beslissing van de Nationale Veiligheidsraad van 11 mei 2021 omtrent Coronavirus: geleidelijke heropstart cultuur vanaf 9 juni 2021
Het Overlegcomité van 20 augustus 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2021 - retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis - vaststelling, bekrachtigd door de gemeenteraad op 30 juni 2021
Retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis, vastgesteld op de collegevergadering van 6 juli 2021 en kennis van genomen in de gemeenteraad van heden
Retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur in Lievegem - coronaproof - tijdelijke aanpassing naar aanleiding van coronacrisis, vastgesteld op de collegevergadering van 24 augustus 2021
Ten gevolge van de coronacrisis en de veiligheidsmaatregelen die opgelegd worden moet het retributiereglement rond de verhuur van de gemeentelijke zalen aangepast worden.
Het Overlegcomité heeft op vrijdag 20 augustus 2021 beslist om vanaf 1 september de volgende stap in het Zomerplan te zetten waardoor een reeks beperkingen geschrapt worden. Zie onderstaande informatie via https://www.info-coronavirus.be/nl/news/occ-2008/, inzonderheid dan met betrekking tot het verenigingsleven:
Horeca:
geen beperkingen meer op openings- en sluitingsuren (inclusief dienstverlening aan huis), aantal personen per tafel, afstand tussen tafelgezelschappen, terrassen, geluidsniveau en bediening aan de bar.
Ook de verplichting om enkel zitplaatsen te voorzien vervalt.
Bij verplaatsingen binnen een horecazaak blijft de mondmaskerplicht gelden.
Georganiseerde activiteiten:
geen beperkingen meer voor activiteiten in georganiseerd verband, in bijzonder georganiseerd door een club of vereniging.
Evenementen:
geen beperkingen meer voor evenementen binnen met minder dan 200 toeschouwers en minder dan 400 toeschouwers buiten, tenzij de bevoegde lokale overheid anders beslist.
Vanaf 1 september is het dragen van het mondmasker niet meer verplicht in het publiek toegankelijke ruimtes van ondernemingen, openbare besturen of verenigingen en in de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector voor evenementen en private feesten met minder dan 200 toeschouwers binnen en 400 toeschouwers buiten, tenzij de lokale overheid daar anders over beslist.
Evenementen met meer dan 200 toeschouwers binnen of meer dan 400 toeschouwers buiten zullen vanaf 1 september gebruik kunnen maken van het Covid Safe Ticket. Enkel in dat geval vervallen de verplichtingen inzake mondmasker, sociale afstand en CIRM/CERM.
Gezien de aanpassing door het Overlegcomité, en in afwachting van het nieuwe Ministerieel besluit rond het organiseren van activiteiten in coronatijden en het college opteert om de gemeentelijke ruimtes zo snel mogelijk aan het verenigingsleven ter beschikking te stellen, was een minimale afwijking van het retributiereglement rond de verhuur van de gemeentelijke culturele infrastructuur dringend noodzakelijk en en werd reglement in het college van 24 augustus vastgesteld.
Deze beslissing moet bekrachtigd worden door de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 over de aanpassing van het retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur.
Tony Vermeire, burgemeester
Guy De Neve, schepen
Grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41 14°, 285-288, 330
Decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009, artikel 2.2.6
Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997
Besluit van de Vlaamse Regering houdende subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid van 21 september 2007
Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit
Besluit voor de opmaak en beheer leegstandsregister door Wooncentrum Meetjesland van het college van burgemeester en schepenen van 11 februari 2019
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende registratie en belasting op leegstand van gebouwen en woningen
Voor onderstaande belastingtypes was het de intentie van het bestuur om voor Lievegem de berekeningswijze voor de belasting vanaf het tweede aanslagjaar over te nemen vanuit het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen van de voormalige gemeente Zomergem :
• Belasting op leegstand van woningen en gebouwen (GR 18.12.2019)
• Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen (GR 16.10.2019)
• Belasting op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en gebouwen (GR 16.10.2019)
In deze reglementering voor Zomergem was de berekeningswijze voor de belasting vanaf het tweede aanslagjaar als volgt bepaald :
"Te betalen belasting = belastingsbedrag van het voorgaand jaar vermenigvuldigd met 1,25"
In de vigerende reglementen voor Lievegem, zoals vastgesteld in de gemeenteraden van 16 oktober 2019 en 18 december 2019, is weliswaar ook nog altijd sprake van een verhoging met 25%. In vergelijking met de reglementering van Zomergem is dit echter anders verwoord wat een belangrijke nuance met zich meebrengt met betrekking tot de berekening van de belasting. In hoger vermelde belastingreglementen voor Lievegem is dit momenteel als volgt bepaald :
"Te betalen belasting = (basisbelasting eerste heffing + 25% per bijkomend registratiejaar)"
Hieruit volgt dat voor elk nieuw aanslagjaar niet wordt vertrokken van de belasting van het voorgaande aanslagjaar maar voor elk nieuw aanslagjaar het basisbedrag per bijkomende registratiejaar wordt verhoogd met 25% van het basisbedrag.
Het verschil in berekeningswijze wordt verduidelijk aan de hand van volgende tabel (basisbedrag = 1.500 euro) :
Vanaf het 3de registratiejaar treedt een verschil op tussen beide berekeningswijzen dat vervolgens exponentieel toeneemt.
Het reglement inzake registratie en belasting op leegstand van gebouwen en woningen wordt hernomen waarbij de berekeningswijze (art. 10, §2) wordt aangepast naar de berekeningswijze zoals deze van toepassing was in het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen van de voormalige gemeente Zomergem.
De nieuwe berekeningswijze zal voor het eerst van toepassing zijn op het lopende aanslagjaar 2021.
Tevens wordt één van de vrijstellingsgronden gecorrigeerd (artikel 11 §3, 2 derde streepje) naar aanleiding van een opmerking van het team Fiscaliteit van het Agentschap Binnenlands Bestuur ten aanzien van deze vrijstellingsgrond bij het belastingreglement.
Aangaande de uitzondering op de vrijstelling werd gewezen op het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 26 juni 2018. In dit arrest oordeelde het Hof van Beroep van Gent dat de uitzondering op de vrijstelling van leegstandsbelasting ten behoeve van belastingplichtigen die nog geen jaar houder zijn van het zakelijk recht op het gebouw, die gesteund is op de in het belastingreglement bepaalde bloed- of aanverwantschap, niet redelijk verantwoord is om misbruik van de vrijstellingsregeling tegen te gaan. Gelet op de relatief grote omvang van de registratierechten en notariskosten (in verhouding tot de belasting die in geding kan zijn), valt het volgens het Hof niet in te zien dat een verkoop aan bloed- of aanverwanten een vorm van collusie is die, mogelijk gemaakt door de onderlinge band van bloed- of aanverwantschap, tot doel zou hebben om aan de belasting te ontsnappen.
Deze uitzondering op de vrijstelling van leegstandsreglement wordt dan ook verwijderd.
De belasting zal geïnd worden in het meerjarenplan, op budgetrekening xxxx/GBB-OMG/0020-00/7374000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Enig artikel
Het reglement over de belasting op en de registratie van leegstaande woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 wordt vastgesteld.
Tony Vermeire, burgemeester
Guy De Neve, schepen
Grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41 14°, 285-288, 330
Decreet houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen van 23 december 2016
Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996
Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit
Gemeenteraadsbesluit van 16 oktober 2019 houdende de belasting op woningen die geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar
Voor onderstaande belastingtypes was het de intentie van het bestuur om voor Lievegem de berekeningswijze voor de belasting vanaf het tweede aanslagjaar over te nemen vanuit het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen van de voormalige gemeente Zomergem :
• Belasting op leegstand van woningen en gebouwen (GR 18.12.2019)
• Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen (GR 16.10.2019)
• Belasting op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en gebouwen (GR 16.10.2019)
In deze reglementering voor Zomergem was de berekeningswijze voor de belasting vanaf het tweede aanslagjaar als volgt bepaald :
"Te betalen belasting = belastingsbedrag van het voorgaand jaar vermenigvuldigd met 1,25"
In de vigerende reglementen voor Lievegem, zoals vastgesteld in de gemeenteraden van 16 oktober 2019 en 18 december 2019, is weliswaar ook nog altijd sprake van een verhoging met 25%. In vergelijking met de reglementering van Zomergem is dit echter anders verwoord wat een belangrijke nuance met zich meebrengt met betrekking tot de berekening van de belasting. In hoger vermelde belastingreglementen voor Lievegem is dit momenteel als volgt bepaald :
"Te betalen belasting = (basisbelasting eerste heffing + 25% per bijkomend registratiejaar)"
Hieruit volgt dat voor elk nieuw aanslagjaar niet wordt vertrokken van de belasting van het voorgaande aanslagjaar maar voor elk nieuw aanslagjaar het basisbedrag per bijkomende registratiejaar wordt verhoogd met 25% van het basisbedrag.
Het verschil in berekeningswijze wordt verduidelijkt aan de hand van volgende tabel (basisbedrag = 1.500 euro) :
Vanaf het 3de registratiejaar treedt een verschil op tussen beide berekeningswijzen dat vervolgens exponentieel toeneemt.
Het belastingreglement op woningen die geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar wordt hernomen waarbij de berekeningswijze (art. 4, §2) wordt aangepast naar de berekeningswijze zoals deze van toepassing was in het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen van de voormalige gemeente Zomergem.
De nieuwe berekeningswijze zal voor het eerst van toepassing zijn op het lopende aanslagjaar 2021.
Tevens wordt één van de vrijstellingsgronden gecorrigeerd (artikel 5 §1,2 derde streepje) naar aanleiding van een opmerking van het team Fiscaliteit van het Agentschap Binnenlands Bestuur ten aanzien van deze vrijstellingsgrond bij het belastingreglement.
Aangaande de uitzondering op de vrijstelling werd gewezen op het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 26 juni 2018. In dit arrest oordeelde het Hof van Beroep van Gent dat de uitzondering op de vrijstelling van leegstandsbelasting ten behoeve van belastingplichtigen die nog geen jaar houder zijn van het zakelijk recht op het gebouw, die gesteund is op de in het belastingreglement bepaalde bloed- of aanverwantschap, niet redelijk verantwoord is om misbruik van de vrijstellingsregeling tegen te gaan. Gelet op de relatief grote omvang van de registratierechten en notariskosten (in verhouding tot de belasting die in geding kan zijn), valt het volgens het Hof niet in te zien dat een verkoop aan bloed- of aanverwanten een vorm van collusie is die, mogelijk gemaakt door de onderlinge band van bloed- of aanverwantschap, tot doel zou hebben om aan de belasting te ontsnappen.
Deze redenering aangaande deze uitzondering op de vrijstelling van leegstandreglement kan doorgetrokken worden naar dit reglement en wordt dan ook uit dit reglement verwijderd.
De inkomsten die voortvloeien uit dit belastingreglement worden geregistreerd onder jaarbudgetrekening 2021/GBB-OMG/0020-00/7375000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Enig artikel
De gemeenteraad stelt het belastingreglement op woningen die geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar vast.
Tony Vermeire, burgemeester
Guy De Neve, schepen
Grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41 14°, 285-288, 330
Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 van 22 december 1995
Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit
Belastingsreglement van Zomergem op verwaarloosde woningen en gebouwen van 29 maart 2017
Gemeenteraadsbesluit van 16 oktober 2019 houdende de belasting op en registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen
Voor onderstaande belastingtypes was het de intentie van het bestuur om voor Lievegem de berekeningswijze voor de belasting vanaf het tweede aanslagjaar over te nemen vanuit het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen van de voormalige gemeente Zomergem :
• Belasting op leegstand van woningen en gebouwen (GR 18.12.2019)
• Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen (GR 16.10.2019)
• Belasting op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en gebouwen (GR 16.10.2019)
In deze reglementering voor Zomergem was de berekeningswijze voor de belasting vanaf het tweede aanslagjaar als volgt bepaald :
"Te betalen belasting = belastingsbedrag van het voorgaand jaar vermenigvuldigd met 1,25"
In de vigerende reglementen voor Lievegem, zoals vastgesteld in de gemeenteraden van 16 oktober 2019 en 18 december 2019, is weliswaar ook nog altijd sprake van een verhoging met 25%. In vergelijking met de reglementering van Zomergem is dit echter anders verwoord wat een belangrijke nuance met zich meebrengt met betrekking tot de berekening van de belasting. In hoger vermelde belastingreglementen voor Lievegem is dit momenteel als volgt bepaald :
"Te betalen belasting = (basisbelasting eerste heffing + 25% per bijkomend registratiejaar)"
Hieruit volgt dat voor elk nieuw aanslagjaar niet wordt vertrokken van de belasting van het voorgaande aanslagjaar maar voor elk nieuw aanslagjaar het basisbedrag per bijkomende registratiejaar wordt verhoogd met 25% van het basisbedrag.
Het verschil in berekeningswijze wordt verduidelijk aan de hand van volgende tabel (basisbedrag = 1.500 euro) :
Vanaf het 3de registratiejaar treedt een verschil op tussen beide berekeningswijzen dat vervolgens exponentieel toeneemt.
Het reglement inzake de belasting op en registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt hernomen waarbij de berekeningswijze (art. 10, §2) wordt aangepast naar de berekeningswijze zoals deze van toepassing was in het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen van de voormalige gemeente Zomergem.
De nieuwe berekeningswijze zal voor het eerst van toepassing zijn op het lopende aanslagjaar 2021.
Tevens wordt één van de vrijstellingsgronden gecorrigeerd (artikel 11 §2,1 c)) naar aanleiding van een opmerking van het team Fiscaliteit van het Agentschap Binnenlands Bestuur ten aanzien van deze vrijstellingsgrond bij het belastingreglement.
Aangaande de uitzondering op de vrijstelling werd gewezen op het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 26 juni 2018. In dit arrest oordeelde het Hof van Beroep van Gent dat de uitzondering op de vrijstelling van leegstandsbelasting ten behoeve van belastingplichtigen die nog geen jaar houder zijn van het zakelijk recht op het gebouw, die gesteund is op de in het belastingreglement bepaalde bloed- of aanverwantschap, niet redelijk verantwoord is om misbruik van de vrijstellingsregeling tegen te gaan. Gelet op de relatief grote omvang van de registratierechten en notariskosten (in verhouding tot de belasting die in geding kan zijn), valt het volgens het Hof niet in te zien dat een verkoop aan bloed- of aanverwanten een vorm van collusie is die, mogelijk gemaakt door de onderlinge band van bloed- of aanverwantschap, tot doel zou hebben om aan de belasting te ontsnappen.
Deze redenering aangaande deze uitzondering op de vrijstelling van leegstandreglement kan doorgetrokken worden naar dit reglement en wordt dan ook uit dit reglement verwijderd.
De inkomsten die voortvloeien uit dit belastingreglement worden geregistreerd onder jaarbudgetrekening 2021/GBB-OMG/0020-00/7375000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Enig artikel
Het reglement over de belasting op en registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 wordt vastgesteld.
Guy De Neve, schepen
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2021, artikel 41-11° over bevoegdheid van de gemeenteraad inzake daden van beschikking
Collegebesluit Lovendegem van 7 augustus 2009 waarbij een bouwvergunning voor het bouwen van een meergezinswoning met garages in de Kerkstraat 8 te 9920 Lovendegem werd afgeleverd op voorwaarde dat de eigenaar een perceel kosteloos afstaat aan de gemeente
De bouwvergunning voor het bouwen van een meergezinswoning in de Kerkstraat 8 te 9920 Lovendegem, kadastraal gekend als Lovendegem tweede afdeling sectie B nrs. 884e, 888b en 892a, werd op 7 augustus 2009 afgeleverd op voorwaarde dat de eigenaar een perceel kosteloos afstaat aan de gemeente. Door deze overdracht wordt een achterliggend perceel in eigendom van de gemeente ontsloten.
Op 17 september 2016 maakte Meetburo Biebuyck het opmetingsplan op (referentienr. 44452-10144). Het af te staan perceel (lot 1) heeft een oppervlakte van 1 a 58 ca.
Op 15 maart 2021 verleed Dirk Van Bockstal, commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties, de akte van gratis grondafstand voor lot 1 kadastraal gekend als Lievegem Tweede afdeling sectie B nr 888C P0000.
Er zijn over deze akte en het bijhorend opmetingsplan verder geen opmerkingen. Beide kunnen worden goedgekeurd.
Dit besluit heeft geen financiële impact op het budget van de gemeente Lievegem.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de akte verleden door Dirk Van Bockstal, Vlaams commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties, op 15 maart 2021 met repertoriumnummer 2021/0984 en het bijhorend opmetingsplan voor de kosteloze grondafstand te Kerkelare, 9920 Lievegem - Kadastrale gekend als LIEVEGEM 2 AFD - Sectie B - nummer 888C P0000 met een oppervlakte volgens meting van 1 a 58 ca goed.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Decreet van 19 december 2014 over de Vlaamse Vastgoedcodex, waarbij de bevoegdheid van de Vlaamse commissarissen werd vastgelegd tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechterlijke verrichtingen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse gemeenschaps- en gewestinstellingen en bepaalde entiteiten zoals de gemeenten
Het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2019 tot principiële goedkeuring aankoop grond Korteboeken en opdracht Vastgoedtransacties
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 juli 2020 tot kennisname van het schattingsverslag van grond Korteboeken 130
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 tot kennisname van de bijkomende wederbeleggingsvergoedering voor de aankoop grond Korteboeken 130
De aankoop van een deel van het perceel Korteboeken 130, 9930 Lievegem, kadastraal gekend als vijfde afdeling, sectie B, nr. 675D P000, met gereserveerd individueel perceelsidentificatienummer B 675 E P000, voor de oppervlakte van 26ca 30dm² conform het proces-verbaal van meting, opgemaakt op 18 februari 2020, gebeurt om reden van openbaar nut en meer in het bijzonder met het oog op de realisatie van het nieuwe fietspad langs Korteboeken - Tuimelaar.
De afdeling Vastgoedtransacties heeft onderhandeld met de eigenaars en de aankoopakte van 22 juli 2021 getekend onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad.
Als bijlage de aankoopakte voor de grond gelegen Korteboeken 130 te 9930 Lievegem.
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De kosten voor deze aankoop bedraagt € 8.000,00.
Het meerjarenplan 2020-2025 voorziet dit krediet onder jaarbudgetrekening 2021/ACT-136/0200-00/2200000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aankoopakte van 22 juli 2021 tussen Juliën Van de Steene en Paulette Goditiabois enerzijds en de gemeente Lievegem anderzijds, opgemaakt door Jeroen De Corte, Vlaams commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties, van het perceel Korteboeken 130, 9930 Lievegem, kadastraal gekend als vijfde afdeling, sectie B, nr. 675D P000, met gereserveerd individueel perceelsidentificatienummer B 675 E P000, goed, voor de oppervlakte van 26ca 30dm² conform het proces-verbaal van meting, opgemaakt op 18 februari 2020.
Artikel 2
De gemeente verwerft het in artikel 1 bedoeld goed:
- voor de prijs van € 8.000
- onder de voorwaarden vastgelegd in de bij deze beslissing en als dusdanig deel uitmakend van deze beslissing gevoegde akte aankoop van 22 juli 2021 verleden door Jeroen De Corte, Vlaams commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Zomergem van 16 september 2010 tot goedkeuring wijziging overeenkomst, meer bepaald het verlenen van een recht van erfpacht aan de vzw Katholiek Basisonderwijs Zomergem over een onroerend goed gelegen te Stoktevijver 21b, Ronsele
Het besluit van het college van 25 mei 2021 tot verlenging erfpachtovereenkomst school Ronsele: principieel akkoord en opdracht notaris
Vraag vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Zomergem
Zij wensen de erfpachtovereenkomst voor ‘Ronseleschool’ te verlengen om volgende redenen:
• De school is de laatste jaren ingrijpend gerenoveerd (nieuw dak, isolatie, ramen, brandveiligheidswerken)
• De school heeft een bloeiende werking en is gedragen door de ouders en de lokale gemeenschap
• Voor toekomstige werken (stookinstallatie/omgeving) willen wij beroep doen op middelen van Agion. Op het moment van principieel akkoord voor deze werken moet er een zakelijk recht zijn van minimum 30 jaar.
• De huidige erfpachtovereenkomst loopt tot 31 augustus 2050 en heeft voor gevolg dat toekomstige infrastructuurwerken NIET kunnen gesubsidieerd worden.
Ze vragen om de erfpachtovereenkomst te verlengen tot 2065.
Beoordeling
Het terrein betreft Stoktevijver 21, 9932 Lievegem, kadastraal gekend als Lievegem 6e afdeling/Ronsele, sectie A, nr. 494C.
De voormelde redenen zijn redelijk om een verlenging toe te staan onder de reeds bestaande voorwaarden volgens de erfpachtakte van 21 september 2010.
De erfpacht wordt geboekt op de volgende jaarbudgetrekening: 2021/GBB-JGDBKO/0050-00/7060999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
De cijns of jaarlijkse canon werd op 24 mei 2010 door de ontvanger der registratie geschat op 2.000 euro, hierbij rekening houdend dat de overeenkomst tussen twee overheden wordt gesloten ten behoeve van het openbaar nut, namelijk de organisatie van kleuteronderwijs.
Artikel 1
De gemeenteraad is akkoord met de verlenging van de erfpachtovereenkomst met de vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Zomergem voor de school Stoktevijver 21b, 9930 Lievegem, kadastraal gekend als Lievegem 6e afdeling/Ronsele, sectie A, nr. 494C, met een oppervlakte van 2060 m², onder de reeds bestaande voorwaarden conform de erfpachtakte van 21 september 2010 en zoals vastgelegd in het ontwerp van akte verlenging erfpachtovereenkomst.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om deze erfpachtovereenkomst uit te voeren en het nodige te doen voor het verlijden van de authentieke akte. Alle kosten voor het verlijden van de akte zijn ten laste van de vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Zomergem.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Decreet van 19 december 2014 over de Vlaamse Vastgoedcodex, waarbij de bevoegdheid van de Vlaamse commissarissen werd vastgelegd tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechterlijke verrichtingen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse gemeenschaps- en gewestinstellingen en bepaalde entiteiten zoals de gemeenten
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2020 met de definitieve goedkeuring van het onteigeningsplan en rooilijnplan Appensvoordestraat opgemaakt door het ontwerpbureau Plantec nv, Nieuwpoortsesteenweg 399 te 8400 Oostende
De grondverwervingen, een 45-tal, gebeuren in de Appensvoordestraat, 9920 Lievegem om reden van openbaar nut, meer bepaald om de geplande wegenis- en rioleringswerken te kunnen uitvoeren inclusief de aanleg van fietspaden en de herprofilering van de grachten.
Het betreft de grondinnames met nrs. 8, 9, 10, 11, 31, 32 en 33 van het definitief goedgekeurde onteigeningsplan en rooilijnplan Appensvoordestraat opgemaakt door het ontwerpbureau Plantec nv, Nieuwpoortsesteenweg 399 te 8400 Oostende.
De afdeling Vastgoedtransacties heeft onderhandeld met de eigenaars en de aankoopakte van 16 augustus 2021 met repertoriumnummer 2021/2655 in der minne en onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad opgemaakt.
Als bijlage de aankoopakte voor de grondinnemingen nrs. 8, 9, 10, 11, 31, 32 en 33 in de Appensvoordestraat te 9920 Lievegem.
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De kosten voor deze grondinnames inclusief opstal bedragen € 47.000,00.
Het meerjarenplan 2020-2025 bevat voldoende krediet onder jaarbudgetrekening 2021/ACT-174/0200-00/2200000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gunstig visum AFD/2021/154 van Bart Van Petegem van 25 augustus 2021
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aankoopakte van 16 augustus 2021 met repertoriumnummer 2021/2655 tussen Marie Julienne Staesens, Regine Aline De Beer, Herman Marie De Beer, Christiane Marie De Beer, Kathleen Nelly De Beer en Marc Herman De Beer enerzijds en de gemeente Lievegem anderzijds, opgemaakt door Jeroen De Corte, Vlaams commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties, ter hoogte van de percelen in de Appensvoordestraat, 9920 Lievegem, kadastraal gekend als tweede afdeling, sectie B:
- nr. 1126 P0000 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 4 m² (inneming 8)
- nr. 1128/B P0001 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 89 m² (inneming 9)
- nr. 1127/K P0000 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 41 m² (inneming 10)
- nr. 1133/A P0000 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 189 m² (inneming 11)
- nr. 1327/D P0000 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 278 m² (inneming 31)
- nr. 1326 P0000 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 240 m² (inneming 32)
- nr. 1325 P0000 met een in te nemen oppervlakte volgens het onteigeningsplan van 247 m² (inneming 33)
Artikel 2
De gemeente verwerft het in artikel 1 bedoeld goed:
- voor de prijs van € 47.000,00.
- onder de voorwaarden vastgelegd in de bij deze beslissing en als dusdanig deel uitmakend van deze beslissing gevoegde akte minnelijke onteigening van 16 augustus 2021 met repertoriumnummer 2021/2655 verleden door Jeroen De Corte, Vlaams commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2021 tot principiële goedkeuring erfpachtovereenkomst elektriciteitscabine Kleine Weg
Het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2021 tot goedkeuring van de correctie van Gemeente Lievegem - S-divisie Zomergem en Waarschoot (Farys) - 'gemeenteraadsbesluit van 15 oktober 2008 tot uitbreiding van toetreding tot de S-divisie voor de deelgemeente Zomergem, en de inbreng van het gebruiksrecht op 3 sporthallen, 2 voetbalterreinen, 5 tennisterreinen en een atletiekterrein, met ingang vanaf 1 november 2008' en 'gemeenteraadsbesluit van 9 september 2020 tot uitbreiding van toetreding tot de S-divisie voor de deelgemeente Waarschoot, en inbreng van het gebruiksrecht op de petanqueterreinen, een Finse looppiste, een beachvolleybalveld, de basketterreinen, een speelterrein, 4 tennisterreinen en voetbalvelden A en B met bijhorende kleedkamers, met ingang vanaf 1 oktober 2020'
Het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2021 tot goedkeuring stuk grond uit beheer Farys halen gemeente Lievegem - S-divisie Waarschoot (Farys)
Voor de uitbating van het elektriciteitsnet (openbaar nut) wenst de opdrachthoudende vereniging Imewo, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle (erfpachter) de bestaande elektriciteitscabine langs de Kleine Weg af te breken en te vervangen door een nieuwe elektriciteitscabine en deze in erfpacht te nemen in Kleine Weg te 9950 Lievegem.
Deze elektriciteitscabine wordt gesitueerd op een deel van de percelen gekend als Lievegem 4de afdeling, sectie E, perceelnrs. 244F en 244G. De grond waarop de cabine zal komen, heeft een oppervlakte van ongeveer 19,48m² en is definitief opgemeten op kosten van de erfpachter.
Op 30 juni 2021 is dit stukje grond van deze percelen, conform de contouren van het bijgevoegde opmetingsplan, uit het beheer van Farys gehaald met de gemeenteraadsbeslissing van 30 juni 2021. Met ingang van 30 juni 2021 is beslist tot terugname van het gebruiksrecht uit de S-divisie van TMVW voor wat betreft een deel van het perceel te 9950 Waarschoot, Kleine Weg 3, kadastraal gekend onder 4e afdeling, sectie E, nr. 244G en nr. 244F zoals aangeduid op bijgevoegd plan. De gemeente Lievegem (erfpachtgever) is thans eigenaar en beheerder van de percelen.
Imewo stelt een erfpachtovereenkomst met bijgevoegd plan voor een termijn van 99 jaar voor en dit tegen een eenmalige vergoeding van een symbolische euro/m².
Alle kosten van deze erfpachtovereenkomst en van de authentieke akte zijn ten laste van de erfpachter.
De gemeente Lievegem zal éénmalig een bedrag van 1€/m² (ongeveer € 20) innen op de jaarbudgetrekening: 2021/GBB-FIN/0640-00/7060999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de erfpachtovereenkomst met Imewo - Fluvius en bijhorend plan goed voor de realisatie van de nieuwe elektriciteitscabine in Kleine Weg, 9950 Lievegem. Deze elektriciteitscabine is gesitueerd op de percelen gekend als 4de afdeling, sectie E, deel van perceelnr. 224F en deel van perceelnr. 244G.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om deze erfpachtovereenkomst uit te voeren en het nodige te doen voor het verlijden van de authentieke akte.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur artikel 482, 485 en 490 over de welzijnsvereniging:
Artikel 482, tweede lid stelt dat de instemming van alle deelgenoten vereist is voor de toetreding van nieuwe deelgenoten
Artikel 485 stelt dat de bepalingen van deel 2, titel 7, inzake het bestuurlijk toezicht van toepassing zijn op de welzijnsvereniging.
Artikel 490 paragraaf 2 stelt dat de welzijnsverenigingen de jaarrekening, samen met de toelichting en een kopie van het desbetreffende besluit van de Algemene Vergadering bezorgen aan de deelgenoten
Gemeenteraadsbesluit van 16 oktober 2019 houdende Audio, vereniging van publiek recht - toetreding, interne auditcharter en oprichting plaatselijk auditcomité: goedkeuring
Mail van 26 juli 2021 van Audio over de jaarrekening 2020 en de toetreding van twee nieuwe leden.
1. Jaarrekening 2020 Audio
Op 25 juni keurde de Algemene Vergadering Audio de jaarrekening 2020 goed.
Audio verzoekt de jaarrekening 2020 ter kennis voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad kan binnen vijftig dagen na verzending zijn advies/opmerkingen ter kennis brengen van de provinciegouverneur (toezichthoudende overheid).
Als de gemeenteraad geen advies verstuurd heeft aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, wordt hij geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Het is uiteindelijk de gouverneur die de jaarrekening Audio goedkeurt, mits deze juist en volledig is, en een waar en getrouw beeld geeft.
2. Nieuwe leden Audio
Tijdens deze zitting van de Algemene Vergadering werd ook de toetreding van twee lokale besturen of lokale entiteiten, nl. gemeente Assenede en Zorgbedrijf Oudezorg Gent, als nieuwe leden van de vereniging goedgekeurd.
Teneinde aan alle juridisch-administratieve verplichtingen te voldoen moet de gemeenteraad deze beslissingen formeel goedkeuren.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekening 2020, de toelichting en het besluit van de algemene vergadering over de jaarrekening 2020 van Audio.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de toetreding van de gemeente Assenede tot de vereniging Audio goed.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt de toetreding van het zorgbedrijf Ouderenzorg Genk tot de vereniging Audio goed.
Hilde De Graeve, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende interlokale verenigingen, artikel 392 tot 395 betreffende interlokale verenigingen
Statuten Interlokale Vereniging Lokaal Mondiaal Beleid LoWaZoNe, artikel 23
Volgens de artikelen 23 van de statuten van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi moet het beheerscomité de gemeenteraden van de leden van de IV jaarlijks op de hoogte brengen van haar werking van het voorbije werkingsjaar aan de hand van een jaarverslag en een financiële nota.
Door de financiële dienst van de Stad Deinze, die beherende gemeente is voor de IV, werd de financiële nota over werkingsjaar 2020 opgesteld en voorgesteld aan het beheerscomité van de IV op 02/06/2021. Het boekjaar van de IV loopt van 1 januari tot 31 december 2020, de financiële nota werd vastgesteld en goedgekeurd door het beheerscomité, nu wordt deze ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraden van de leden van de IV, zijnde de gemeente Lievegem en de stad Deinze.
De werking van de Interlokale Vereniging Lokaal Mondiaal Beleid LoWaZoNe is sinds 1 januari 2020 overgegaan naar de nieuwe Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem/Deinze/KeMoPoDi. Deze jaarrekening is dus van het eerste werkingsjaar van de nieuwe IV.
Toelichting Jaarrekening 2020:
Ontvangsten 2020 = 47 865,3 euro
De ontvangsten 2020 bedroegen 47 865,3 euro, zijnde intergemeentelijke bijdragen van Lievegem en Deinze (zoals beschreven in de statuten) + betaalde factuur door Lievegem voor de 10% loonkost Brigitte Noordwerking Lievegem + bijdrage maaltijdcheques.
Uitgaven 2020 = 40 934,81 euro
De uitgaven 2020 bedroegen 40 934,81 euro. Daarvan is het grootste gedeelte de loonkost van de stedenbandcoördinator (hierbij is ook de 10% loonkost Noordwerking Lievegem die Brigitte uitvoert voor Lievegem als ambtenaar lokaal mondiaal beleid).
De uitgaven 2020 aan werkingsmiddelen waren 7099,94 euro. Omwille van corona zijn werkreizen niet kunnen doorgaan en werden de toelagen 2020 aan GRAIM nog niet uitbetaald. Daardoor zijn de uitgaven 2020 lager dan andere jaren.
In het begin van het jaar zijn nog een aantal uitgaven van facturen 2019 die moesten betaald worden van de oude IV LMB LoWaZoNe (Fairtrade Beurs Lievegem, werkreis Benin).
De grootste uitgave is voor het scholenproject computerzaal in Thor (ontvangen subsidie provincie + ontvangen middelen stedenbandraad + GBS De Vaart) en 500 euro inbreng van de IV Stedenband zelf.
In 2020 werden geen toelagen aan GRAIM uitbetaald op de AR 649210, omdat de projectcoördinator bij GRAIM wegviel en er geen financieel rapport werd ingediend. Dit is een tweede reden van de lage uitgaven 2020. Deze “toelage GRAIM 2020”, zijnde 4 440 euro, is nu wel in 2021 uitbetaald.
Overschot: ontvangsten - uitgaven = 6.930,49 euro
Dat betekent dat er voor 2020 een overschot is van 6.930,49 euro. Dit overschot zal overgedragen worden naar budgetjaar 2021 van de IV Stedenband.
Het gecumuleerde overschot die de vorige IV LMB LoWaZoNe overdroeg naar de nieuwe IV Stedenband bedroeg 32 419,84 euro.
Resultaat:
Dat betekent dat het gecumuleerd overschot van de IV Stedenband 2020 39 317,15 euro bedraagt, die zullen overgedragen worden naar budget 2021.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de jaarrekening en het jaarverslag 2020 van de Interlokale Vereniging Stedenband Lievegem Deinze/ KeMoPoDi goed.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 43 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Besluit van de gemeenteraad van 18 december 2019 over de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute
De gemeenteraad keurt de meerjarenplannen en zijn wijzigingen van de kerkfabriek goed.
De wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 voor de kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute werd goedgekeurd door de kerkraad op 3 mei 2021
De wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 voor de kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 28 mei 2021.
De wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 voor de kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het gemeentebestuur op 28 mei 2021.
Het college van burgemeester en schepenen verleende op 29 juni 2021 gunstig advies
Het Bisdom verleent op 19 juli 2021 gunstig advies over de wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute.
De exploitatiebijdragen voor de boekjaren 2020 t.e.m. 2025 zijn in de gemeentelijke meerjarenplanning opgenomen onder jaarbudgetrekening xxxx/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
De investeringsbijdrage ten bedrage van 60.000 euro + 16.000 euro = 76.000 euro (2021) worden in de gemeentelijke meerjarenplanning opgenomen onder jaarbudgetrekening 2021/GBB-SSC/0790-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de wijziging 2021/1 van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Bavo Vinderhoute goed.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 en van heden over de goedkeuring en aanpassing van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 over de kennisname van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd goedgekeurd door de kerkraad op 3 mei 2021
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 28 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het gemeentebestuur op 28 mei 2021
De budgetwijziging 2021/1 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
De exploitatietoelage blijft ongewijzigd op € 8 960,67 waarvoor het benodigd krediet is voorzien onder jaarbudgetrekening 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
De investeringstoelage wordt verhoogd met € 16.000 van € 60.000 tot € 76.000. In de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing (najaar 2021) zal hiertoe het krediet onder jaarbudgetrekening 2021 /GBB-SSC/0790-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN worden bijgestuurd.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van heden over de aanpassing van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd goedgekeurd door de kerkraad op 3 mei 2021
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 28 mei 2021
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het gemeentebestuur op 28 mei 2021.
Het budget 2022 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
Exploitatietoelage :
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2022 9 869,93 euro.
In het MPJ was 13.807,72 euro voorzien. Dit is een vermindering met 4 193,37 euro.
De kredieten worden voorzien op :
• 2022 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
De investeringstoelage :
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2022 nul euro.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd goedgekeurd door de kerkraad op 22 april 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 1 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd ingediend bij het gemeentebestuur op 1 mei 2021.
Het budget 2022 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
Exploitatietoelage :
€ 16.001,00 (MJP) - € 12.506,00= € 3.495,00
De kredieten zijn voorzien op :
• 2022/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Investeringstoelage:
nul
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 over de kennisname van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd goedgekeurd door de kerkraad op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het gemeentebestuur op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2021/1 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Het Bisdom verleende op 22 juli 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
De kredieten zijn voorzien op :
• 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage : € 10 722,48
Investeringstoelage : € 0
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd goedgekeurd door de kerkraad op 26 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 28 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het gemeentebestuur op 28 mei 2021.
Het budget 2022 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
Het Bisdom verleende op 22 juli 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
De exploitatiebijdrage voor het boekjaar 2022 ten bedrage van 19 764,52 euro wordt voorzien onder jaarbudgetrekening 2022/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN. In de meerjarenplanning werd voor 2022 een bijdrage van 23 746,13 euro in het vooruitzicht gesteld wat een minderuitgave betekent van 3 981,61 euro.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 over de kennisname van het budget 2021 van de kerkfabriek kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd goedgekeurd door de kerkraad op 17 februari 2021.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 1 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het gemeentebestuur op 1 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/1 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
De kredieten zijn voorzien op :
• 2021 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage :
In het meerjarenplan werd voor 2021 € 28.807,60 voorzien.
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2021 € 16.908,37.
Door de budgetwijzing bedraagt de toelage € 26.508,37.
Dit is € 9600,00 meer dan het budget 2021 en € 2.299,23 minder dan voorzien in het meerjarenplan.
Inversteringstoelage:
nul
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd goedgekeurd door de kerkraad op 28 april 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 1 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het gemeentebestuur op 1 mei 2021.
Het budget 2022 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
De kredieten worden voorzien op :
• 2022 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage :
In het meerjarenplan werd voor 2022 € 29 326,00 voorzien.
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2022 € 24 743,80 zijnde € 4 582,20 minder dan voorzien in het meerjarenplan.
Investeringstoelage:
nul
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 over de kennisname van het budget 2021 van de kerkfabriek kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd goedgekeurd door de kerkraad op 26 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 27 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/1 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het gemeentebestuur op 27 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/1 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Het Bisdom verleende op 22 juli 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
De kredieten zijn voorzien op :
• 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage : € 12 368,59
Investeringstoelage : nul
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd goedgekeurd door de kerkraad op 26 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 27 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het gemeentebestuur op 27 mei 2021.
Het budget 2022 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Het Bisdom verleende op 22 juli 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
De kredieten worden voorzien op :
• 2022 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage :
In het meerjarenplan werd voor 2022 € 32 716,30 voorzien.
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2022 € 10 084,76 zijnde € 22 631,54 minder dan voorzien in het meerjarenplan.
Investeringstoelage:
nul
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 over de kennisname van het budget 2021 van de kerkfabriek kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over de budgetwijziging 2021/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2021/01 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd goedgekeurd door de kerkraad op 25 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/01 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 25 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/01 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het gemeentebestuur op 25 mei 2021.
De budgetwijziging 2021/01 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over de budgetwijziging 2021/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
Exploitatietoelage : € 7 459,66, waarvan het deel voor Lievegem 59,31% bedraagt = € 4 424,32
De kredieten zijn voorzien op :
• 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Investeringstoelage: € 34 189,68, waarvan het deel voor Lievegem 59,31% bedraagt = € 20.277,90
De kredieten zullen voorzien worden :
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2021/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 met het advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd goedgekeurd door de kerkraad op 25 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 25 mei 2021.
Het budget 2022 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het gemeentebestuur op 25 mei 2021.
Het budget 2022 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Het Bisdom verleende op 19 juli 2021 gunstig advies over het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
Exploitatietoelage : € 7 373,91, waarvan het deel voor Lievegem 59,31% bedraagt = € 4 373.47
De kredieten worden voorzien op :
• 2022/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
In het MJP 2020-2025 was voor 2022 in totaal € 11 510,00 voorzien en er wordt nu voor 2022 € 7 373,91 voorzien. Dit is een vermindering met € 4 136,09.
Investeringstoelage: nul
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
Tony Vermeire, burgemeester
Hilde De Graeve, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, 5° over de bevoegdheden van de gemeenteraad inzake het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de Covid-19-pandemie te versterken
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 augustus 2020 over de goedkeuring deelname aan contactopvolging COVID-19-team - keuze scenario 2
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 december 2020 en besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2021 over de goedkeuring bij hoogdringendheid van de COVID-19 projectsubsidie tracing - keuze optie 1 en samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
Besluit Vlaamse Regering 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 april 2021 en het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2021 over de goedkeuring COVID-19 projectsubsidie tracing -verlenging keuze optie 1
Besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken tot verderzetting van de engagementen in het kader van het wijzigingsbesluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2021
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 en het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2021 over de goedkeuring COVID-19 projectsubsidie tracing - verlenging keuze optie 1
Besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 augustus 2021 over de goedkeuring bij hoogdringendheid van COVID-19 projectsubsidie tracing - verlenging keuze optie 1
De Vlaamse Regering keurde op 16 juli 2021 een nieuw BVR voor de lokale preventie, sensibilisering, quarantaine coaching en bronopsporing goed.
Het besluit van 16 juli 2021 kent een specifieke subsidie toe aan de Vlaamse gemeentebesturen ter ondersteuning van optie 1: de lokale bronopsporing (d.w.z. de complementaire werking en inzet in preventie, sensibilisering, lokale bronopsporing, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personen) en dit van 1 september tot en met 15 oktober 2021.
De financiering voor optie 1 blijft ongewijzigd: een forfaitaire financiering op basis van het aantal inwoners van de gemeente: 0,125 euro per inwoner en per maand.
Het betreft een nieuw besluit van de Vlaamse regering, daarom moeten nieuwe addenda of (nieuwe) samenwerkingsovereenkomsten worden ingediend bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. De uiterste deadline is 30 september 2021.
Gemeentebesturen die nu reeds een samenwerkingsovereenkomst hebben met het Agentschap Zorg en Gezondheid, hebben volgende keuzemogelijkheden:
- het bestuur heeft reeds een overeenkomst voor optie 1, dan kan deze met een addendum verlengd worden voor optie 1.
- het bestuur heeft een overeenkomst voor optie 2, dan kan men overstappen naar optie 1. Hiervoor is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst nodig. Optie 2 verlengen is niet meer mogelijk.
- het bestuur kan ook kiezen om de samenwerking niet te verlengen. Dan dienen we het Agentschap Binnenlands Bestuur op de hoogte te brengen van de stopzetting.
Ons bestuur heeft reeds een overeenkomst voor optie 1 en we ervaren deze werking als zeer nuttig en efficiënt.
Het insturen van de nodige documenten gebeurt via het Loket voor lokale besturen, via de module Berichtencentrum.
Gezien de korte tijdspanne om dit nieuwe addendum in te sturen, werd de overeenkomst bij hoogdringendheid ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen van 17 augustus 2021, waarbij gevraagd werd om de wijziging voor de verlenging optie 1 goed te keuren.
Optie 1
We ontvangen vanaf 1 september 2021 verder een forfaitair bedrag per maand, a rato van 0,125 euro per inwoner per maand en dit voor een periode tot en met 15 oktober 2021.
Op 1 januari 2020 telde de gemeente Lievegem officieel 26.242 inwoners. Op basis van dit inwonersaantal komt een vergoeding van 0,125 euro per inwoner neer op een tussenkomst van 3.280,25 euro per maand dewelke zal worden geregistreerd onder de jaarbudgetrekening 2021/GBB-WELZYN/0190-00/7406999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van 17 augustus 2021 over de goedkeuring van het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het besluit Vlaamse Regering 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19- pandemie te versterken en het geconsolideerde besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken tot verderzetting van de engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken – optie 1.
Kim Martens, schepen
De nieuwe gemeentewet, artikel 135 § 2, 5°
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen artikel 40 §1 : onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen artikel 40 §3 : de gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen artikel 41 §1 23° : volgende bevoegdheden worden uitdrukkelijk aan de gemeenteraad toevertrouwd: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, artikel 269: in dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Het college van burgemeester en schepenen brengt de gemeenteraad daarvan onmiddellijk op de hoogte
Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wijziging 24 en 28 juli, 22 augustus, 25 september, 8 en 16 en 28 oktober 2020.
Ministeriële besluiten van 28 november 2020 en 11, 19, 20, 21 en 24 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
Ministerieel besluit van 12, 26 en 29 januari, 6 februari, 6 en 20, 26 maart, 25, 27 april, 7 mei en 4, 23 juni, 27 juli en 25 augustus 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 betreffende het retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur
Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2020 waarin het ondersteuningsplan Lievegem n.a.v. de coronacrisis werd besproken en toegelicht
Gemeenteraadsbesluit van 1 juli 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Collegebesluit van 16 juni 2020 over de goedkeuring van de uitvoeringsmaatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem : bekrachtiging
Gemeenteraadsbesluit van 18 november 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - collegebesluit van 27 oktober 2020 over de uitvoering van maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 2): bekrachtiging
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering van maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 3): goedkeuring
Gemeenteraadsbesluit van 28 april 2021 houdende Coronacrisis COVID-19 - Collegebesluit van 30 maart 2021 over de goedkeuring van de uitvoeringsmaatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (deel 4): bekrachtiging
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 maart 2020 houdende beslissingen omtrent Coronavirus - federale en bijkomende maatregelen - weerslag en uitwerking op gemeentelijke vlak
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2020 houdende beslissingen omtrent Coronavirus - federale maatregelen - weerslag en uitwerking op gemeentelijke vlak
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem: goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 oktober 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 2): goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2021 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 4): goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 houdende voorstel gemeentelijke cultuurraad voor het Ondersteuningsplan Corona Lievegem: kennisname en goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 17 augustus 2021 over de coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 5): goedkeuring
Naar aanleiding van de coronacrisis is werk gemaakt van een ondersteuningsplan voor Lievegem wat inmiddels resulteerde in heel wat concrete maatregelen en initiatieven.
Overeenkomstig artikel 56, §1 van het Decreet Lokaal Bestuur bereidt het college van burgemeester de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor en is het belast met de uitvoering van de gemeenteraadsbesluiten.
Overeenkomstig artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur kan het college van burgemeester en schepenen in dezelfde omstandigheden zoals bepaald voor de gemeenteraad en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Het college van burgemeester en schepenen brengt de gemeenteraad daarvan onmiddellijk op de hoogte. In dat geval worden de financiële gevolgen opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.
Door middel van de besluiten van het college van burgemeester en schepenen van respectievelijk 16 juni 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem, 27 oktober 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 2) en 30 maart 2021 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 4) werd al uitvoering gegeven aan tal van coronamaatregelen ter ondersteuning van het verenigingsleven, de lokale economie en de inwoners (in het bijzonder de meest kwetsbare groepen).
In een volgende fase werd het doorvoeren van deze maatregelen nogmaals bekrachtigd door de gemeenteraad op basis van de besluiten van respectievelijk 1 juli 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Collegebesluit van 16 juni 2020 over de goedkeuring van de uitvoeringsmaatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem, 18 november 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - collegebesluit van 27 oktober 2020 over de uitvoering van maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 2) en 28 april 2021 houdende Coronacrisis COVID-19 - Collegebesluit van 30 maart 2021 over de goedkeuring van de uitvoeringsmaatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (deel 4).
Finaal was er nog het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Uitvoering van maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 3) op basis waarvan enkele uitvoeringsmodaliteiten van reeds eerder doorgevoerde coronamaatregelen werden gewijzigd.
Om sneller te kunnen inspelen op de opeenvolgende en wijzigende maatregelen van de hogere overheden en gezien het ondersteuningsplan voor Lievegem (en de achterliggende gedachte ervan) al eens werd voorgelegd aan en unaniem goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2020 en de omstandigheden precair blijven, wordt door middel van dit collegebesluit wederom versneld uitvoering gegeven aan volgende, bijkomende maatregel :
In overleg met het college werd het ondersteuningsplan voor Lievegem (n.a.v. de coronacrisis) op 19 maart 2021 geactualiseerd op basis waarvan ook een extra budget van 27.000 euro ter beschikking werd gesteld voor bijkomende maatregelen ter ondersteuning van de socio-culturele sector in Lievegem (onder impuls van de cultuurraad).
Op vraag van het college van burgemeester en schepenen bezorgde het dagelijks bestuur van de cultuurraad een voorstel tot financiële ondersteuning van het (socio-)culturele verenigingsleven in Lievegem in haar heropstart na de culturele corona-lockdown.
In april/mei 2021 werd een corona-impactbevraging uitgevoerd bij de (socio-)culturele verenigingen. 39 verenigingen vulden de bevraging in: een respons van 57%. De resultaten van de bevraging (zie bijlage) werden besproken op de bestuursvergadering van 17 mei 2021 en 28 juni 2021 en de algemene vergadering van 7 juni 2021. Volgende voorstellen ter ondersteuning van het (socio-)culturele verenigingsveld werden voorgesteld aan het college van 6 juli 2021 en goedgekeurd:
1. Gratis gemeentelijke zalen voor bestuurs- en ledenactiviteiten voor de erkende (socio-)culturele verenigingen via aanpassing retributiereglement op de zalen tot einde 2021
Achterliggende redenering:
Raming:
2. Tussenkomst in de huurprijs niet-gemeentelijke zalen voor (socio-)culturele verenigingen via tijdelijk coronareglement tot einde 2021 (percentage van de huurprijs- wordt nog verder uitgewerkt)
Achterliggende redenering:
Raming:
3. Coronakits via de uitleendienst
Achterliggende redenering:
Raming:
4. Infobundel corona en organiseren
Achterliggende redenering:
Raming:
Totaal budget:
Wijziging retributiereglement
In uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021, meer bepaald het eerste voorstel, werd bij wijze van afwijking dus voorgesteld om voor het retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur geen vergoeding aan te rekenen aan Lievegemse (socio)-culturele verenigingen voor de periode van 14 juni 2021 t.e.m. 31 december 2021.
Alle belanghebbenden zullen worden geïnformeerd over de uitvoering van deze bijkomende maatregel.
Deze maatregel is enkel voor erkende socio-culturele verenigingen. (Jeugd-, senioren- en sportverenigingen vallen hier niet onder.)
De vooropgestelde afwijking van het retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur (artikel 1) geeft in de begroting 2021 aanleiding tot circa 15.000 euro minder inkomsten op jaarbudgetrekening 2021/GBB-CULT/0705-00/7050001/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de collegebeslissing van 17 augustus 20021 waarbij voor het retributiereglement op het gebruik van de culturele gemeentelijke infrastructuur beslist is om een afwijking op het reglement toe te staan om voor Lievegemse (socio)-culturele verenigingen geen retributie in rekening te brengen voor de periode van 14 juni 2021 tot en met 31 december 2021.
Schepen De Graeve
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 31 en 278
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Voor het stellen van een vraag is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. Een kopie van de vraag en het antwoord worden per e-mail bezorgd aan de raadsleden.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.
Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
De behandeling van een mondelinge vraag beperkt zich tot vraag en antwoord en kan geen aanleiding geven tot een discussie tussen raadsleden.
In de notulen van de zitting wordt melding gemaakt van de naam van de vraagsteller, aan wie de vraag is gericht en het onderwerp.
De zittingsverslagen van de vergadering van de gemeenteraad vermelden de mondelinge en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
Schriftelijke vragen:
1. Raadslid Véronique Mussche namens de fractie N-VA aan schepen Hilde De Graeve: Wat is de stand van zaken in verband met de hervorming van het sociaal woonbeleid?
Hoe ver staan de onderhandelingen na het ontvangen van de aangevraagde info van de maatschappijen en de facilitator ?
Is er een aanvaardbare oplossing geboden om de identiteit van ons eigen patrimonium ( Kerkelare) te blijven garanderen ?
Antwoord Schepen Hilde De Graeve:
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente.
Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen, hebben de lokale besturen een trekkersrol toegewezen gekregen.
Er dienen een aantal criteria gevolgd te worden:
• heeft minstens 1.000 SHM-woningen (aantal 2019)
• werkt binnen de grenzen van de referentieregio’s
• in een aaneensluitend werkingsgebied
• waarbij in iedere gemeente slechts één WM actief is
• verenigt de complementaire expertise van SHM’s en SVK’s, van huur en koop (leningen)
• is bestuurlijk verankerd met de lokale besturen
• blijven autonome woonactoren, erkend door het Vlaamse Gewest
• behouden het bestaand personeel van het SVK en SHM.
Voor de gemeente Lievegem was dit geen gemakkelijke opdracht omdat de afbakening van een referentieregio ook betekende dat men moest kiezen tussen de verschillende woonactoren die nu op ons grondgebied gevestigd zijn, waar wij tot op heden tevreden over zijn. Geen enkele gemeente was trouwens vragende partij om deze oefening te moeten doen, wat op verschillende vergaderingen meermaals werd herhaald.
Op 26 maart gingen de burgemeesters aan de slag op het Burgemeestersoverleg. Daar werd gesteld dat een fusie tussen de bestaande woonactoren wenselijk was. Vanuit het Burgemeestersoverleg vertrok een brief naar de woonactoren om deze piste te bekijken en graag verder uit te werken.
Op de collegezitting van 27 april 2021 herhaalde het College van Burgemeester en Schepenen de vraag aan de woonmaatschappijen MBV en Volkshaard/ Het Volk naar een fusie.
Op 13 mei 2021 bezorgt MBV haar antwoord, waarin de voor- en nadelen van een fusie vanuit haar standpunt werden verduidelijkt. De voorkeur van MBV ging uit naar één Meetjeslandse woonactor, waarbij een fusie helemaal niet wenselijk is.
Op 17 mei 2021 bezorgde Volkshaard/ Het Volk haar antwoord, waarin zij herhaalt wat reeds aan het burgemeestersoverleg is overgemaakt. Volkshaard/ Het Volk zijn bereid om te praten over een fusie, maar wensen het initiatief van de gemeentes, bij voorkeur onder begeleiding van een facilitator, af te wachten.
Schepen Guy en ik woonden de vergaderingen van de “Werkingsgebieden van de Woonmaatschappijen” bij die zowel aansloten bij Meetjesland-Noord als Meetjesland-Zuid- Leie.
Het was voor Lievegem belangrijk dat er nabijheid was voor de sociale dienstverlening, met een voorkeur voor zitdagen in onze drie deelgemeenten, een financieel krachtige woonmaatschappij, een referentieregio waarbij alle gemeenten ons welkom vinden om een coherent en gelijklopend beleid te voeren op het vlak van sociale huisvesting.
Het college van Lievegem heeft de beide trajecten van de werkingsgebieden op de voet gevolgd en geanalyseerd.
Op 16 augustus vernamen we verbaasd op een vergadering met de woonactoren dat in Meetjesland-Noord plots een fusie was uitgewerkt met CVBA van Zelzate. Ook de meeste andere gemeenten reageerden verbaasd.
Dit was vreemd aangezien MBV eerder had aangegeven een fusie met een andere woonmaatschappij niet te zien zitten. En in Lievegem, zie onze slogan, zien we graag wel iets zitten…
Met deze nieuwe informatie ging het college opnieuw in overleg. Zelzate was, net als voor andere gemeentes, geen favoriete partner. We maken ons zorgen over de toestand van het patrimonium die nog vele en verregaande renovaties vergen. De financiële draagkracht van de nieuw op te richten maatschappij krijgt meteen een zwaar dossier binnen.
Het college besloot om met volgende beslissing naar de onderhandelingstafel van Meetjesland-noord te gaan: We onderhandelen met het Meetjesland maar zonder de gemeente Zelzate.
Op deze vergadering werd echter meteen duidelijk dat de fusiegesprekken al ver gevorderd waren en dat ons voorstel van tafel geveegd werd. Schepen Guy en ik hebben onze piste nog verdedigd, maar het was duidelijk dat men niet verder wou zonder Zelzate.
Lievegem heeft toen gekozen om resoluut verder te onderhandelen met Meetjesland-Zuid –Leie.
De maatschappij die daar aan de slag is trekt zich terug uit Gent en ontvangt voor omstreeks 3600 woningen geld dat men verplicht moet investeren in de nieuwe regio. Een financieel krachtige maatschappij in een referentieregio waarbij elke gemeente zin heeft om samen met ons een stevig sociaal huisvestingsbeleid uit te voeren, met de belofte van zitdagen en een sterke maatschappelijke dienstverlening.
Het college is blij dat de puzzel gemaakt is en dat alle argumenten die voor ons belangrijk zijn, kunnen gerealiseerd worden binnen de nieuwe referentieregio. Huurders mogen hiervan immers geen negatieve gevolgen hebben: lokale zitdagen, sterk maatschappelijk dienstverlening die de samenlevingsopbouw versterkt. Wat onze gestelde vraag omtrent Kerkelare betreft beide maatschappijen gaven een afdoend en gelijkwaardig antwoord, dit heeft dus geen rol gespeeld in ons oordeel.
Bovendien zullen we een sterke speler zijn aangezien we in de regio de tweede grootste speler zijn a.d.h.v. de criteria door de Vlaamse overheid bepaald: het aantal huishoudens en het aantal sociale woningen.
Raadslid Véronique Mussche vraagt nog om alle documentatie met beslissing en verantwoording over te maken zodat we dit op de volgende gemeenteraad kunnen bespreken.
De schepen antwoordt dat op de volgende gemeenteraad dit inderdaad zal worden geagendeerd en alle toelichtende stukken uiteraard zullen worden toegevoegd.
Mondelinge vragen:
1. Raadslid Wouter De Muynck heeft een vraag over de verkeerssignalisatie tijdens Waarschoot kermis
Het raadslid heeft vragen omtrent de bewegwijzering van de wegomlegging, deze was verwarrend. Er was onder andere een dubieuze bewegwijzering bij het binnenrijden van de Schoolstraat met de N9. Daar zag je een omleidingsbord richting de Schoolstraat maar tegelijkertijd kwam je op een wegversperring?
Blijkbaar zou de omleiding ook niet echt doorgesproken zijn geweest met De Lijn, want de lijnbus heeft daar ook stilgestaan.
Voor de fietsers in de Stationsstraat ter hoogte Nieuwstraat stond er een bord dat je verplicht rechtsaf moest slaan, terwijl je linksaf moest.
Is dit doorgesproken met de bewoners en waarom een wegomleiding, vorig jaar was die er niet en ging iedereen vlot door het dorp?
Hij vermoedt dat de signalisatie geplaatst is door medewerkers die niet op de hoogte waren van de lokale situatie en dat het plan niet echt doordacht was.
Schepen van feestelijkheden voor Waarschoot Freddy Haegeman antwoordt dat er tussendoor al is ingegrepen en het bord voor fietsers is weggehaald op aanwijzen van bewoners op vrijdag. De Lijn is volgens hem wel verwittigd, er was zelfs een bijkomende stopplaats voorzien.
Wat de omleiding vanaf de N9 betreft dat zal inderdaad wat verwarrend geweest zijn. Het bord zal te ver in de straat gestaan hebben.
Hij bedankt het raadslid voor de opmerkingen en zegt deze te zullen doornemen en meenemen voor de volgende keer.
De voorzitter sluit de zitting op 15/09/2021 om 20:43.
Namens Gemeenteraad,
Eddy De Mits
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter