De voorzitter opent de zitting om 20:00.
Door de coronacrisis wordt deze raad via een digitale vergadering door middel van MS Teams gehouden.
De vergadering werd om 21.21 uur tijdelijk geschorst tussen agendapunten 2 en 3 om de gelegenheid te geven aan de raad voor maatschappelijk welzijn om inzonderheid in haar agendapunt 2 deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2025 aanpassing 1 vast te stellen. Deze vaststelling is noodzakelijk om de gemeenteraad toe te laten haar agendapunt 3, meerjarenplan 2020-25 aanpassing 1 deel OCMW goed te keuren.
De vergadering werd hernomen met punt 3 om 21.25 uur en geschorst (na het beëindigen van de openbare zitting) om 22.46 uur om de openbare agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn af te werken.
Om 22.52 uur werd de besloten zitting geopend.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is in te kijken op https://youtu.be/cb2U1Qnb4D8
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 18 november 2020 goed.
Kim Martens, schepen
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, 3° en 10°, 249 t.e.m. 257
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
Het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het Ministerieel besluit van 13 november 2018 betreffende de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen die de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen toepassen vanaf 1 januari 2019, onder andere de gemeente Lievegem en het ocmw Lievegem
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende vaststelling meerjarenplan 2020-2025 deel gemeente Lievegem
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
Het decreet lokaal bestuur voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het OCMW. Dit beleidsrapport omvat dus de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de gemeente als het OCMW. Gezien beide entiteiten als aparte rechtspersonen blijven bestaan, stemmen de gemeenteraad en de ocmw-raad in uitvoering van artikel 249 §3 van het decreet lokaal bestuur elk over hun deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025, waarna de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025, zoals vastgesteld door de OCMW-raad, goedkeurt.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 is in financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor geen enkel van de onderliggende jaren negatief is en de autofinancieringsmarge voor het boekjaar 2025, het laatste jaar van de meerjarenplanning, minstens gelijk is aan nul. Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2025 is positief. Gezien de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan 2020 - 2025 hebben opgesteld, wordt het financieel evenwicht ook beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
De gemeenteraad stelt het deel van de gemeente van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 vast.
Beschikbaar budgettair resultaat in 2020: 11.960.989 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2021: 793.827 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2022: 3.349 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2023: 7.339 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2024: 3.565 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2025: 2.259.394 euro
Autofinancieringsmarge in 2025: 1.757.774 euro
Artikel 1
De aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020 - 2025 deel gemeente Lievegem wordt vastgesteld zoals gevoegd in bijlage.
Artikel 2
De investeringen opgenomen in 'Overzicht nominatieve investeringen (schema D8)' worden overeenkomstig artikel 41, 10° van het decreet lokaal bestuur beschouwd als overheidsopdrachten waarvoor de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die opdrachten nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd.
Kim Martens, schepen
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, 3° en 10°, 249 t.e.m. 257
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
Het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het Ministerieel besluit van 13 november 2018 betreffende de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de autonome gemeentebedrijven en de welzijnsverenigingen die de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen toepassen vanaf 1 januari 2019, onder andere de gemeente Lievegem en het ocmw Lievegem
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring meerjarenplan 2020-2025 deel ocmw Lievegem
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
Het decreet lokaal bestuur voorziet in een geïntegreerde planning van het beleid van de gemeente en het OCMW. Dit beleidsrapport omvat dus de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel de gemeente als het OCMW. Gezien beide entiteiten als aparte rechtspersonen blijven bestaan, stemmen de gemeenteraad en de ocmw-raad in uitvoering van artikel 249 §3 van het decreet lokaal bestuur elk over hun deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025, waarna de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025, zoals vastgesteld door de OCMW-raad, goedkeurt.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 is in financieel in evenwicht (schema M2) gezien het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor geen enkel van de onderliggende jaren negatief is en de autofinancieringsmarge voor het boekjaar 2025, het laatste jaar van de meerjarenplanning, minstens gelijk is aan nul. Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor 2025 is positief. Gezien de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan 2020 - 2025 hebben opgesteld, wordt het financieel evenwicht ook beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
De gemeenteraad keurt het deel van het OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 goed. Door deze goedkeuring is de aanpassing van het meerjarenplan 2020 - 2025 in zijn geheel definitief vastgesteld.
Beschikbaar budgettair resultaat in 2020: 11.960.989 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2021: 793.827 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2022: 3.349 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2023: 7.339 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2024: 3.565 euro
Beschikbaar budgettair resultaat in 2025: 2.259.394 euro
Autofinancieringsmarge in 2025: 1.757.774 euro
Enig artikel
De aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 deel OCMW Lievegem wordt goedgekeurd zoals gevoegd in bijlage.
Kim Martens, schepen
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41,23°
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring lijst gemeentelijke nominatieve subsidies 2020
Gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020 houdende vaststelling aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 voor haar gedeelte
Jaarlijks wordt de lijst met nominatieve subsidies opgenomen in het meerjarenplan en voorgelegd aan de raad.
Omdat bij deze eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 ook nominatieve subsidies voor 2020 gewijzigd zijn, worden zowel de subsidies voor 2020 als 2021 voorgelegd aan de raad.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de lijst met nominatieve subsidies voor 2020 en 2021 goed.
Artikel 2
Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende goedkeuring lijst gemeentelijke nominatieve subsidies 2020 wordt opgeheven.
Kim Martens, schepen
De nieuwe gemeentewet, artikel 135 § 2, 5°
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen artikel 40 §1 : onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen artikel 40 §3 : de gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen artikel 41 §1 23° : volgende bevoegdheden worden uitdrukkelijk aan de gemeenteraad toevertrouwd: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies;
Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en latere wijzigingen van 24 maart, 27 maart, 3 april, 17 april, 30 april, 8 mei, 15 mei, 27 mei, 30 mei, 2 juni en 5 juni, 30 juni, 22 augustus, 25 september, 8, 18 en 28 oktober, en 1 november 2020.
Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2020 waarin het ondersteuningsplan Lievegem n.a.v. de coronacrisis werd besproken en toegelicht
Gemeenteraadsbesluit van 1 juli 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - Collegebesluit van 16 juni 2020 over de goedkeuring van de uitvoeringsmaatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem : bekrachtiging
Gemeenteraadsbesluit van 18 november 2020 houdende Coronacrisis COVID-19 - collegebesluit van 27 oktober 2020 over de uitvoering van maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 2): bekrachtiging
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 maart 2020 over de beslissingen omtrent Coronavirus - federale en bijkomende maatregelen - weerslag en uitwerking op gemeentelijke vlak
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2020 over de beslissingen omtrent Coronavirus - federale maatregelen - weerslag en uitwerking op gemeentelijke vlak
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 juni 2020 over de coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem: goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 oktober 2020 over de coronacrisis COVID-19 meer bepaald de uitvoering van maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (Deel 2)
Algemeen
Door de aanhoudende coronacrisis en de verstrengde maatregelen die sinds 19 oktober 2020 van kracht zijn, is het wenselijk om voor enkele maatregelen uit het ondersteuningsplan de modaliteiten te wijzigen.
Niet-nominatieve subsidies
In het collegebesluit van 16 juni 2020 over de coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem: goedkeuring (zoals bekrachtigd door de gemeenteraad in zitting van 1 juli 2020), werd voorzien in een éénmalige subsidie voor sociale voorzieningen op het grondgebied van Lievegem voor het organiseren van een culturele activiteit waarbij beroep wordt gedaan op een Lievegemse artiest of culturele organisatie uit de evenementensector. Hiervoor werd een bedrag van 4.000 euro gereserveerd (vanuit het noodfonds voor de sectoren sport, cultuur en jeugd).
In het collegebesluit van 27 oktober 2020 over de coronacrisis COVID-19 - Uitvoering maatregelen inzake lokale economie en het verenigingsleven ondersteuningsplan Lievegem (deel 2): goedkeuring (zoals bekrachtigd door de gemeenteraad in zitting van 18 november 2020), werd ter ondersteuning van de lokale economie voor elke actieve handelaarsvereniging een bijkomend krediet ter beschikking gesteld voor het organiseren van een winkelactie in de periode december 2020 – januari 2021. Hiervoor zou een gemeentelijke tussenkomst worden verleend voor de gemaakte onkosten en beperkt tot maximaal 8.000 euro (geraamde kostprijs: 32.000 euro).
Gezien aan de toekenning van beide subsidies voorwaarden werden gekoppeld die op heden niet meer kunnen worden nagekomen omwille van de verstrengde coronamaatregelen, wordt voorgesteld om zowel de periode van uitvoering als de deadline voor het indienen van een subsidieaanvraag voor beide steunmaatregelen op te schuiven in de tijd.
Dit besluit brengt geen bijkomende financiële impact met zich mee.
Wel zal een deel van de hiervoor ter beschikking gestelde middelen naderhand moeten worden hernomen in boekjaar 2021. Dit zal worden geregeld bij een eerstvolgende meerjarenplanaanpassing in 2021 eens concreet zicht is op het krediet dat hiervoor effectief opnieuw moet worden voorzien.
Artikel 1
In artikel 4 van het collegebesluit van 16 juni 2020 worden de uitvoeringsmodaliteiten voor toekenning van een cultuurtoelage voor zorginstellingen gewijzigd waardoor dit artikel met betrekking tot de cultuurtoelage voor zorginstellingen als volgt wordt aangepast :
Als bijkomende ondersteuning voor de culturele sector beslist het college van burgemeester en schepenen om volgende subsidies toe te kennen :
Artikel 2
In artikel 5 van het collegebesluit van 27 oktober 2020 worden de modaliteiten voor toekenning van een bijkomende toelage ter ondersteuning van de lokale economie gewijzigd waardoor dit artikel als volgt wordt aangepast :
Inzake ondersteuning van de lokale economie beslist het college van burgemeester en schepenen om volgende bijkomende niet-nominatieve subsidie toe te kennen:
Tony Vermeire, burgemeester
Koninklijk Besluit van 6 februari 1837, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1913 en 9 maart 1995 (respectievelijk Bulletin du Ministère de l’Intérieur 1837, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1913 en 22 maart 1995).
Decreet houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie van 27 april 2007
Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 april 2007 houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie van 3 december 2010
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40
Iedere gemeente heeft een eigen wapen en een eigen vlag. Het wapen van de gemeente bestaat uit een wapenschild, eventueel met buitenversierselen. Het wapen komt voor op de zegel/ stempel van de gemeente. De decreetgever heeft bepaald dat de wapens en vlaggen slechts opnieuw kunnen worden vastgesteld op grond van nieuwe feiten of motieven. Bij een fusie van twee of meer aangrenzende gemeenten worden de oorspronkelijke gemeenten opgeheven en ontstaat er een nieuwe entiteit. De bestaande vlaggen en wapens van de betrokken gemeenten vervallen in geval van een fusie van twee of meer gemeenten. Het feit dat deze mogelijk de naam draagt van één van de opgeheven gemeenten doet hier geen afbreuk aan. De fusie is duidelijk te interpreteren als een ‘nieuw feit’ en heeft dus tot gevolg dat de nieuwe gemeente een gemotiveerd verzoek moet indienen bij de Vlaamse Regering om een wapen en een vlag vast te stellen voor de nieuwe gemeente. De nieuwe gemeente kan vragen om het wapen (en/of de vlag) van één van de vroegere gemeenten te behouden. Ook kan er een geheel nieuw wapen bedacht worden (bijvoorbeeld bij vrijwillige fusie tussen gemeenten van gelijkaardige grootte en profiel).
De gemeenteraad van Lievegem neemt een gemotiveerd besluit voor een nieuw gemeentewapen en -vlag. De nieuwe feiten en motieven tot vaststelling van het wapen en de vlag van de gemeente worden gemotiveerd in het onderzoeksrapport van 15 november 2020 door Pieter De Reu, historicus en expert.
Dit gemotiveerd besluit in de vorm van een dossier stelt de Vlaamse Regering in staat om het nieuwe wapenschild en vlag te bekrachtigen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de inhoudelijke achtergrond en motivering van het gemeentewapen van Lievegem goed:
In sinopel een golvende dwarsbalk van zilver, een schildhoofd van zilver.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de inhoudelijke achtergrond en motivering van de wapenvlag van Lievegem goed:
Vier even hoge banen van wit en van groen, waarvan de derde baan golvend is.
Kim Martens, schepen
Het decreet lokaal bestuur van 17 december 2017, artikel 41, 23°
Besluit van de gemeenteraad van Zomergem van 26 maart 2014 houdende goedkeuring samenwerkingsovereenkomst EVA vzw Gemeentelijke Sportcentra Zomergem
Beslissing van het College van burgemeester en schepenen van 23 november 2020 over de principiële goedkeuring van begroting 2021 voor EVA vzw gemeentelijke sportcentra Zomergem vzw (BIJLAGE NOG TOE TE VOEGEN)
Conform samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Zomergem en de EVA vzw Gemeentelijke Sportcentra Zomergem, artikel 10 en 11, dient de vzw jaarlijks een ontwerp van budget voor het volgend boekjaar op te maken en voor te leggen aan de gemeenteraad.
De begroting 2021 voor de EVA vzw Gemeentelijke Sportcentra Zomergem.
Algemene Vergadering vzw Gemeentelijke Sportcentra Zomergem van 7 december 2020: goedkeuring begroting 2021
De werkingstoelage ten bedrage van € 179.937 is voorzien in het ontwerp van aanpassing 1 meerjarenplanning 2020 – 2025 op jaarbudgetrekening 2021/GBB-SPORT/0742-02/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Het visum van de financieel directeur wordt toegekend aan deze verbintenis. Daarmee bevestig ik dat ik geen enkele aanwijzing heb gevonden dat deze uitgave onwettig, onregelmatig of zonder krediet op het budget zou worden aangegaan.
In het ontwerp aanpassing 1 meerjarenplan 2020-2025 is hiervoor € 180.000 voorzien op 2021/GBB-SPORT/0742-02/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gunstig visum 2020/207 van Bart Van Petegem van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de begroting 2021 van de EVA vzw Gemeentelijke Sportcentra Zomergem en de werkingstoelage ten bedrage van € 179.937 goed.
Chris De Wispelaere, schepen
Wet van 28 december 1967 over de onbevaarbare waterlopen, artikel 8
Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 november 2020 over de kennisname van de uit te voeren werken 2021 door Watering De Burggravenstroom, Watering De Lieve, Watering Oude Kale en Meirebeek en Watering De Wagemakerstroom
Brief van de Watering Oude Kaele en Meirebeek van 26 oktober 2020 over de raming van de onderhoudswerking aan waterlopen van 3e categorie in het dienstjaar 2020.
Over de raming van Watering Oude Kale en Meirebeek voor gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan onbevaarbare waterlopen van 3e categorie op grondgebied Lievegem moet advies verleend worden.
Er is hiervoor € 4.030 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Het visum van de financieel directeur wordt toegekend aan deze verbintenis. Daarmee bevestig ik dat ik geen enkele aanwijzing heb gevonden dat deze uitgave onwettig, onregelmatig of zonder krediet op het budget zou worden aangegaan.
In het ontwerp aanpassing 1 meerjarenplan 2020-2025 is hiervoor € 4.030 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gunstig visum 2020/192 van Bart Van Petegem van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad geeft gunstig advies aan de raming voor de vooropgestelde werken voor 2021 voor onbevaarbare waterlopen van derde categorie van de watering Oude Kale en Meirebeek voor een totaal bedrag van € 4.030,00.
Chris De Wispelaere, schepen
Wet van 28 december 1967 over de onbevaarbare waterlopen, artikel 8
Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 november 2020 over de kennisname van de uit te voeren werken 2021 door Watering De Burggravenstroom, Watering De Lieve, Watering Oude Kale en Meirebeek en Watering De Wagemakerstroom
Brief van de Watering Burggravenstroom van 3 november 2020 over de raming van de onderhoudswerking aan waterlopen van 3e categorie in het dienstjaar 2021.
Over de raming van Watering De Burggravenstroom voor gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan onbevaarbare waterlopen van 3" categorie op grondgebied Lievegem moet advies verleend worden.
Er is € 52.443 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Het visum van de financieel directeur wordt toegekend aan deze verbintenis. Daarmee bevestig ik dat ik geen enkele aanwijzing heb gevonden dat deze uitgave onwettig, onregelmatig of zonder krediet op het budget zou worden aangegaan.
In het ontwerp aanpassing 1 meerjarenplan 2020-2025 is hiervoor € 52.443 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gunstig visum 2020/191 van Bart Van Petegem van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad geeft gunstig advies aan de raming voor de vooropgestelde werken voor 2021 voor onbevaarbare waterlopen van derde categorie van de Watering De Burggravenstroom voor een totaal bedrag van € 52.442,53.
Chris De Wispelaere, schepen
Wet van 28 december 1967 over de onbevaarbare waterlopen, artikel 8
Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 november over de kennisname van de uit te voeren werken 2021 door Watering De Burggravenstroom, Watering De Lieve, Watering Oude Kale en Meirebeek en Watering De Wagemakerstroom
Brief van de Watering Wagemakersstroom van 23 november 2020 over de raming van de onderhoudswerking aan waterlopen van 3e categorie in het dienstjaar 2021.
Over de raming van Watering Wagemakersstroom voor gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan onbevaarbare waterlopen van 3" categorie op grondgebied Lievegem moet advies verleend worden.
Er is hiervoor € 38.016 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Het visum van de financieel directeur wordt toegekend aan deze verbintenis. Daarmee bevestig ik dat ik geen enkele aanwijzing heb gevonden dat deze uitgave onwettig, onregelmatig of zonder krediet op het budget zou worden aangegaan.
In het ontwerp aanpassing 1 meerjarenplan 2020-2025 is hiervoor € 38.016 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gunstig visum 2020/190 van Bart Van Petegem van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad geeft gunstig advies aan de raming voor de vooropgestelde werken voor 2021 voor onbevaarbare waterlopen van derde categorie van de watering Wagemakersstroom voor een totaal bedrag van € 38.015,20.
Chris De Wispelaere, schepen
Wet van 28 december 1967 over de onbevaarbare waterlopen, artikel 8
Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 november over de kennisname van de uit te voeren werken 2021 door Watering De Burggravenstroom, Watering De Lieve, Watering Oude Kale en Meirebeek en Watering De Wagemakerstroom
Brief van de Watering De Lieve van 1 oktober 2020 over de raming van de onderhoudswerking aan waterlopen van 3e categorie in het dienstjaar 2021.
Over de raming van Watering De Lieve voor gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan onbevaarbare waterlopen van 3" categorie op grondgebied Lievegem moet advies verleend worden.
In het meerjarenplan is hiervoor € 69.882 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Het visum van de financieel directeur wordt toegekend aan deze verbintenis. Daarmee bevestig ik dat ik geen enkele aanwijzing heb gevonden dat deze uitgave onwettig, onregelmatig of zonder krediet op het budget zou worden aangegaan.
In het ontwerp aanpassing 1 meerjarenplan 2020-2025 is hiervoor € 69.882 voorzien op 2021/GBB-INFRA/0319-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gunstig visum 2020/189 van Bart Van Petegem van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad geeft gunstig advies aan de raming voor de vooropgestelde werken voor 2021 voor onbevaarbare waterlopen van derde categorie van de watering De Lieve voor een totaal bedrag van € 69.881,25.
Guy De Neve, schepen
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56
Het decreet grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.7
De Vlaamse Codex Wonen, artikel 2.6
Het besluit van de Vlaamse Regering over het lokaal woonbeleid van 16 november 2018
Situering
Het gemeentelijk actieprogramma moet verplicht worden opgemaakt door alle gemeenten. Het actieprogramma vormt een overzicht van alle onbebouwde bouwgronden in eigendom van Vlaamse besturen, die kunnen worden ingezet voor de sociale woningbouw, zoals bedoeld in het decreet grond- en pandenbeleid (hierna: DGPB).
De gemeente Lievegem heeft conform het DGPB een register van onbebouwde percelen en daarin een module voor de gronden in handen van Vlaamse besturen.
Er geldt een activeringsplicht voor deze gronden in eigendom van Vlaamse besturen. Concreet houdt dit in dat minstens 25% van deze gronden moet worden aangewend voor de realisatie van een sociaal woonaanbod. Als de gemeente haar BSO bereikt, vervalt de verplichting om 25% te activeren. De activatie van het actieprogramma blijft wel een verplichting, als de gemeente er niet in slaagt het BSO te realiseren tegen 31 december 2025.
Het actieprogramma is bindend voor de gemeente zelf: een engagement om de geselecteerde gronden te proberen te laten ontwikkelen met sociale woonprojecten. In principe moeten de Vlaamse besturen die eigenaar zijn meewerken. Doen die dat niet, dan kan de Vlaamse overheid in 2025 art. 5.107 van de Vlaamse Codex toepassen en activeringstoezicht uitoefenen. Dat activeringstoezicht komt erop neer dat de Vlaamse regering in de plaats van die besturen kan treden en de gronden alsnog laten ontwikkelen.
De opmaak en het actualiseren van het actieprogramma werd ingeschreven in het besluit van de Vlaamse Regering van van 16 november 2018. Binnen de prioriteit waarin de gemeente voorziet in een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden, worden enkele concrete opdrachten opgelijst. Artikel 6, 5°, c) bevat een specifieke activiteit dat door de gemeente uitgevoerd moet worden waarin het actieprogramma zit vervat. Het gaat om het voeren van een gecoördineerd lokaal sociaal woonbeleid, met volgend aspect: “een beleid voeren rond de activering van gronden en panden voor sociaal wonen”.
Deze actieprogramma's waren in het verleden door de deelgemeenten opgemaakt. In principe ligt het actieprogramma eenmaal goedgekeurd verder vast voor de periode tot 2025. In het licht van de fusie is de opmaak van een nieuw actieprogramma voor de gemeente Lievegem wenselijk.
Het gemeentelijk actieprogramma dient uiterlijk eind 2020 te zijn opgemaakt en goedgekeurd door de gemeenteraad. Deze verplichting wordt vanaf 2021 overgenomen in artikel 2.6 van de Vlaamse Codex Wonen.
Opmaak gemeentelijk actieprogramma Lievegem 2020
Woonwijzer heeft de lijst met alle onbebouwde gronden in eigendom van Vlaamse besturen gefilterd en alle eigendommen van semi-publieke rechtspersonen eruit gehaald en naast het actieprogramma van de deelgemeenten van 2013 gelegd. Woonwijzer heeft ons deze info bezorgd op 16 november 2020.
De percelen in eigendom van semi-publieke rechtspersonen (meer bepaald Meetjeslandse Bouwmaatschappij en Volkshaard) hoeven niet opgenomen te worden in het actieprogramma. Dit is geen verplichting en de keuze ligt bij het bestuur.
Vervolgens heeft Team Omgeving deze lijst onderzocht op de bestaande toestand en een stedenbouwkundige beoordeling gemaakt van de ontwikkelingsmogelijkheden.
Deze lijst is uitgebreider dan de wettelijke minimumvereisten voorschrijven. De vraag is dan natuurlijk welke percelen wel wettelijk verplicht op te nemen zijn in het actieprogramma.
Het betreft onbebouwde percelen, meer specifiek bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen. Heel concreet: de gronden, die verplicht dienen opgenomen te worden in het actieprogramma, voldoen aan de volgende voorwaarden:
- zijn gelegen in een woongebied of woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing
- palend aan een voldoende uitgeruste weg; en
- er is geen uitsluitingsgrond van toepassing.
Met andere woorden moeten de onbebouwde percelen of woonuitbreidingsgebieden die nog niet aangesneden zijn en waarover nog geen principiële beslissing werd genomen, niet verplicht opgenomen worden in de totale berekening van het actieprogramma.
De suggestie van Woonwijzer is enkel de intentie weer te geven, indien deze gekend is, en te beargumenteren dat deze niet verplicht dienen opgenomen te worden, zodoende een vertekend beeld te voorkomen en een overschatting van het totaal te ontwikkelen oppervlakte voor sociale huisvesting tegen te gaan. Het is aangewezen de percelen, die niet opgenomen worden in de totale berekening, toch te inventariseren vanuit het idee dat wanneer er wel een beslissing wordt genomen omtrent de bestemming van het perceel, deze makkelijk kunnen worden opgenomen. Dit in het kader van de actualisatie/ periodiek bijsturen van het actieprogramma bij een niet behaald BSO (evaluatie om de twee jaar). De keuze hiervoor ligt hiervoor bij het bestuur.
De percelen in eigendom van Vlaamse publieke besturen, andere dan de eigen gemeente/OCMW, moeten verplicht worden opgenomen in de totale te berekenen oppervlakte voor sociale woningbouw, voor zover ze voldoen aan de voormelde voorwaarden. De beslissing omtrent de intenties ligt niet bij het bestuur van Lievegem. In de toekomst zullen dan ook de intenties van deze besturen worden opgevraagd, maar de duidelijke uitsluitingsgronden worden reeds weergegeven.
De gemeente zal haar regisseursrol moeten opnemen om met alle betrokkenen te onderhandelen zodat de sociale woonprojecten gerealiseerd worden. De gemeente kan via VCRO art. 4.3.1, §3 de vergunningen toetsen aan haar actieprogramma en de vergunning weigeren, maar ze heeft geen dwangmiddelen om effectief een project te laten uitvoeren. In 2025 kan de Vlaamse Overheid wel optreden.
Het goedgekeurde actieprogramma wordt om de twee jaar geëvalueerd. De opvolging van het actieprogramma gebeurt op het lokaal woonoverleg en op het College van Burgemeester en Schepenen.
Beslissing
1) Oplijsting percelen
De wettelijk op te nemen percelen van zowel de gemeente/OCMW als van publieke rechtspersonen, andere dan de eigen gemeente/OCMW moeten opgenomen worden in het actieprogramma (onbebouwde percelen van de gemeente en OCMW gelegen in woongebied of woonuitbreidingsgebied dat voor bebouwing in aanmerking komt blijkens principiële beslissing, palend aan een uitgeruste weg)
De percelen van de semi-publieke rechtspersonen (percelen MBV en Volkshaard) worden niet opgenomen in de lijst, aangezien deze ook niet meetellen bij de berekening van de oppervlakte.
De percelen die niet gelegen zijn in woonuitgebied of geordend woonuitbreidingsgebied en niet gelegen zijn aan een uitgeruste weg, werden in de lijst in bijlage in rood gezet als niet in aanmerking komende percelen.
2) Vrijgestelde percelen
Van deze opgelijste percelen komen percelen in aanmerking voor vrijstelling (zoals opgenomen in art. 3.2.1, 1° van het Decreet Grond- en Pandenbeleid).
Artikel 3.2.1, 1° Decreet Grond- en Pandenbeleid bepaalt het volgende:
Indien het bindend sociaal objectief, vermeld in artikel 4.1.2, in een gemeente niet is verwezenlijkt binnen de daartoe voorziene termijn, kan de Vlaamse Regering maatregelen van activeringstoezicht treffen ten aanzien van Vlaamse besturen die voldoen aan beide hiernavolgende voorwaarden :
1° zij zijn op het grondgebied van die gemeente eigenaar van onbebouwde bouwgronden of kavels die niet beantwoorden aan één of meer van volgende bijzondere karakteristieken :
a) zij zijn kennelijk rechtstreeks dienstig voor de uitoefening van de taak van de betrokken rechtspersoon;
b) zij zijn ingericht als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden;
c) zij zijn het voorwerp van een recht van erfpacht, van opstal, van vruchtgebruik of van gebruik;
d) zij worden verpacht ingevolge de Pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht door alle middelen rechtens mag worden geleverd;
e) zij zijn in het kalenderjaar voorafgaand aan het heffingsjaar geregistreerd in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem;
f) zij zijn onderworpen aan een bouwverbod of aan enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt;
g) de onmogelijkheid om woningen op te richten vloeit voort uit een vreemde oorzaak die het Vlaamse bestuur niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de bouwgronden of kavels, of hun ligging, vorm of fysieke toestand;
h) zij zullen blijkens een ten minste reeds voorlopig vastgesteld of voorlopig aangenomen ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg een met wonen onverenigbare bestemming krijgen;
De eerste screening hiervan is gebeurd door team Omgeving, waardoor gekende parkjes, speelterreinen, voetwegen, parking ..., alsook percelen met een rare vorm waarop ontwikkeling stedenbouwkundig niet mogelijk wordt geacht, in de lijst in het bruin aangeduid,t.
De vrijgestelde gronden worden tevens niet opgenomen in de berekening.
3) Overblijvende percelen
Van de overgebleven percelen wordt dan de totale oppervlakte berekend om zo de te ontwikkelen oppervlakte voor sociale huisvesting te berekenen (25%).
In de lijst staat in de kolom bestaande toestand reeds een korte beoordeling/beschrijving van de percelen. In de kolom "bestemming" staat de beoordeling van het college aangaande haar eigen intenties en de mogelijkheid tot ontwikkeling sociale woningbouw.
In de lijst zijn in het groen de 25% van de berekende gezamenlijk oppervlakte aangeduid die geschikt zijn voor de ontwikkeling van sociale huisvesting. De overblijvende witte rijen zijn de percelen die als niet geschikt worden geacht voor de realisatie van sociale huisvesting.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het gemeentelijk actieprogramma aangaande het inzetten van gronden van Vlaamse besturen voor sociale woningbouw goed.
Guy De Neve, schepen
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3
Optimalisatiedecreet van 20 maart 2019 (van kracht vanaf 1 januari 2021)
De Vlaamse Codex Wonen (van kracht vanaf 1 januari 2021) en uitvoeringsbesluit; met in het bijzonder boek 3 “woningkwaliteitsbewaking”, deel 4 “conformiteitsattest”
Het reglement inzake geldigheidsduur conformiteitsattest van Lievegem goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 16 oktober 2019
Een conformiteitsattest geeft de conformiteit aan van een woning of kamer die verhuurd wordt of te huur gesteld wordt als hoofdverblijfplaats met de vereisten en nomen, vastgesteld met toepassing van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Het conformiteitsattest vermeldt ook de toegestane maximale woningbezetting.
In het reglement inzake geldigheidsduur conformiteitsattest van Lievegem van 16 oktober 2019 worden strafpunten vermeld voor de verdere bepaling van maatregelen. Er wordt tevens verwezen naar de Vlaamse Wooncode.
Vanaf 1 januari 2021 treedt de Vlaamse Codex Wonen van kracht. Conform de bepalingen in het optimalisatiedecreet worden vanaf 2021 technische verslagen niet meer opgemaakt aan de hand van strafpunten maar op basis van gebreken binnen 3 categorieën. Er wordt bepaald dat een conformiteitsattest met een geldigheidsduur van 10 jaar wordt afgeleverd door de burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van Wonen-Vlaanderen voor alle woningen die bij een conformiteitsonderzoek minder dan 6 gebreken hebben in categorie I, voorzien zijn van rookmelders en niet onbewoonbaar zijn.
Het conformiteitsattest wordt afgegeven door de burgemeester op eigen initiatief of op verzoek.
Uitzonderingen:
- Als de woning te huur wordt aangeboden via een sociaal verhuurkantoor wordt het conformiteitsattest normaliter uitgereikt door de gewestelijk ambtenaar;,
- Als voor de woning een Vlaamse huursubsidie wordt aangevraagd, wordt het conformiteitsattest meestal uitgereikt door de gewestelijk ambtenaar;
- Het proces-verbaal waaruit blijkt dat in het kader van een strafrechtelijke procedure de nodige werkzaamheden werden uitgevoerd, geldt evenzeer als conformiteitsattest (als blijkt dat de woning conform de normen is).
Het conformiteitsattest vervalt van rechtswege vanaf het ogenblik dat:
- aan de woning werkzaamheden uitgevoerd worden als vermeld in artikel 18 van het Vlaams Woninghuurdecreet;
- de woning ongeschikt of onbewoonbaar verklaard wordt met toepassing van deel 5,titel 1;
- de woning onbewoonbaar verklaard wordt met toepassing van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet;
- er voor de woning een proces-verbaal als vermeld in artikel 3.37, opgesteld wordt;
- er een termijn van tien jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van tien jaar, verstreken is na de afgifte van het conformiteitsattest.
De gemeente wil in eerste plaats een preventief woningkwaliteitsbeleid voeren. Met het in voege gaan van het Vlaamse woninghuurdecreet op 1 januari 2019, is een belangrijke rol voor het conformiteitsattest weggelegd. Het conformiteitsattest geeft zowel de huurder als de verhuurder een houvast over de basiskwaliteit van de woning bij aanvang van een verhuring.
Voor woningen die bij een conformiteitsonderzoek minder dan 6 gebreken hebben in categorie I, voorzien zijn van rookmelders en niet onbewoonbaar zijn, wordt een conformiteitsattest afgeleverd. Niet alle gebreken wegen even zwaar door en uiteraard is het wenselijk te streven naar zo min mogelijk gebreken. Problemen van opstijgend, insijpelend en doorslaand vocht hebben een grote impact op de leefbaarheid voor de bewoner en de kwaliteit van een woning.
Het spreekt voor zich dat woningen waarvoor een inspanning gedaan is om slechts een beperkt aantal gebreken van categorie I (0 tot 4) een betere woonkwaliteit bieden dan woningen waarvoor de inspanningen ertoe leiden dat er 4 of meer gebreken van categorie I zijn.
Renovaties ten gronde moeten dan ook gestimuleerd worden en halfslachtige ingrepen moeten vermeden worden. Dit kan door voor woningen die 4 of meer gebreken van categorie 1 vertonen, of gebreken inzake doorslaand, opstijgend of insijpelend vocht vertonen, de duurtijd van het conformiteitsattest te beperken.
De beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten was reeds van toepassing in het reglement van 16 oktober 2019 inzake de geldigheidsduur voor conformiteitsattesten in Lievegem.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het gewijzigde reglement vast dat de geldigheidsduur van conformiteitsattesten regelt die voor de woningen op het grondgebied Lievegem worden afgeleverd.
Artikel 2
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021.
Artikel 3
Het gemeenteraadsbesluit van Lievegem betreffende het reglement inzake geldigheidsduur conformiteitsattest van 16 oktober 2019 wordt opgeheven op 1 januari 2021.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Kadernota van 9 oktober 2020 van de Vlaamse Regering die de visie op regiovorming weergeeft en het kader voor de verdere aanpak tijdens deze regeerperiode.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 november 2020 met het advies over de regiovorming Oost-Vlaanderen
De Vlaamse Regering wil inzetten op regiovorming die van onderuit wordt opgebouwd en wordt gedragen door de lokale besturen. De burgemeesters vormen daarbij de spil.
De nota geeft invulling aan de passage in het regeerakkoord over de regiovorming. Ze bevat de visie van de Vlaamse Regering en het kader voor de verdere aanpak in deze regeerperiode.
Via e-mail van 13 oktober 2020 van de kabinetschef van de gouverneur werd de visie van de burgemeesters gevraagd op kadernota van 9 oktober 2020 van de Vlaamse Regering over de regiovorming. De burgemeester gaf zijn bedenkingen via e-mail op op 13 oktober 2020.
Op 16 november 2020 vond het Oost-Vlaams burgemeestersoverleg plaats over de regiovorming. Door de gouverneur werd gevraagd om in een collegebesluit een advies over de afbakening van referentieregio te formuleren.
Op de vraag van de burgemeester in de vorige gemeenteraad aan de raadsleden, indien er interesse was om dit dossier ook in de gemeenteraad te bespreken, werd positief gereageerd. In die zin wordt het dossier nu aan de gemeenteraad voorgelegd.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de kadernota van 9 oktober 2020 van de Vlaamse Regering die de visie op regiovorming weergeeft en het kader voor de verdere aanpak tijdens deze regeerperiode en bespreekt de regiovorming met behulp van de presentatie van 16 november 2020 van het Agentschap Binnenlands Bestuur over regiovorming.
Artikel 2
De raad besluit dat, zolang het einddoel van de regiovorming niet gekend is, men geen echt advies kan geven.
Op zich is het goed dat Vlaanderen de ambitie heeft om de verrommeling op bestuursniveau tegen te gaan. De regio’s mogen daarom niet te klein afgebakend worden. De eigenheid van regio Gent moet versterkt worden door dit ruimer te zien dan een “stadsregio”. Een andere regionaam met verwijzing naar Gent-Meetjesland-Leiestreek dringt zich op.
De regio mag geen tussenniveau worden. De werking van de gemeenteraad mag niet uitgehold worden. De burgemeester als enige spilfiguur laat het democratisch gehalte dalen.
Hilde De Graeve, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, 23° over de bevoegdheden van de gemeenteraad inzake toekenning nominatieve subsidies.
De beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2019 betreffende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 waarin onder meer is beslist om jaarlijks € 3.000 te voorzien voor noodhulp.
Gemeente Lievegem voorziet jaarlijks een budget van 3000 euro voor noodhulp in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Tot op heden is hiervoor nog geen reglement werkzaam.
"Noodhulp is de hulp die door een organisatie geboden wordt aan slachtoffers van natuurrampen of gewapende conflicten. Het doel van noodhulp is het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het bewaren en beschermen van menselijke waardigheid. Eigen aan noodhulp is dat deze hulp ad hoc aangeboden wordt bij rampen, conflicten die hoogdringende ondersteuning nodig hebben."
Omwille van de schrijnende situatie door toedoen van corona in heel wat projectgebieden waar Lievegemse burgers en Lievegemse erkende verenigingen voor ontwikkelingssamenwerking actief zijn, is voorgesteld om het budget voorzien voor noodhulp dit jaar ook toe te kennen aan hulp in het kader van corona. Er dienden 7 organisaties een aanvraag voor noodhulp in.
Daar deze middelen dringend nodig zijn in het kader van de corona-pandemie vroegen we in november reeds bij hoogdringendheid aan het college van burgemeester en schepenen om deze subsidies goed te keuren. Deze worden nu ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Er werd gevraagd aan de Lokaal Mondiale Raad om een advies m.b.t. de verdeling van de middelen voor noodhulp te formuleren.
Deze aanvragen werden aan de lokaal mondiale raad voorgesteld tijdens de algemene vergadering op 15 oktober 2020. De Lokaal Mondiale Raad formuleerde positief advies voor toekenning van noodhulp voor alle aanvragen, waarbij voorgesteld werd om het bedrag van 3000 euro evenredig te verdelen over alle aanvragen, zijnde 428,5 euro per aanvraag.
De Lokaal Mondiale Raad stelt volgende verdeling voor:
Organisatie | Aanvrager | Adres aanvrager (Lievegem) | Noodhulp |
1. Ayude for a New Day | Charles Verberckmoes | Leliestraat 23, 9920 Lievegem | 428,5 euro |
2. Children's Welfare Organisation Africa (CWOA) | Pascale Maeyens | Hoekje 44, 9950 Lievegem | 428,5 euro |
3. Difam ngo | Marijke Cambier | Oostveldkouter 183, 9920 Lievegem | 428,5 euro |
4. Vleugels van Hoop | Jean-Paul De Feyter | Koning Leopoldstraat 40, 9920 Lievegem | 428,5 euro |
5. VZW BIKAS, Belgian Brick Children School Foundation | Anna Maria Baelden | Oostveldkouter 4, 9920 Lievegem | 428,5 euro |
6. Vrienden van KeMoPoDi | Mong Rosseel | Rostraat, 2, 9930 Lievegem | 428,5 euro |
7. Rode Kruis Zomergem – Lievegem |
Luc Lampaert | Kruisdreef 3, 9930 Lievegem | 428,5 euro |
Voor toekenning van deze toelagen inzake noodhulp voor een totaal bedrag van 2.999,50 euro, is het benodigd krediet beschikbaar onder jaarbudgetrekening 2020/GBB-WELZYN/0160-00/6493000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van 24 november 2020 tot goedkeuring van de subsidies noodhulp ( corona-hulp ) t.b.v. 428,5 euro per organisatie voor :
Hilde De Graeve, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad.
De beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2019 betreffende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 waarin onder meer is beslist om jaarlijks € 3.000 te voorzien voor noodhulp.
Met de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 besliste de gemeenteraad op 18 december 2019 om jaarlijks € 3.000 te voorzien voor noodhulp.
Tot op heden is hiervoor nog geen reglement voorzien.
"Noodhulp is de hulp die door een organisatie geboden wordt aan slachtoffers van natuurrampen of gewapende conflicten. Het doel van noodhulp is het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het bewaren en beschermen van menselijke waardigheid. Eigen aan noodhulp is dat deze hulp ad hoc aangeboden wordt bij rampen, conflicten die hoogdringende ondersteuning nodig hebben."
De ambtenaar lokaal mondiaal beleid werkte in samenwerking met de Lokaal Mondiale Raad dit reglement voor noodhulp in het kader van ontwikkelingssamenwerking uit.
Het krediet is voorzien onder jaarbudgetrekening GBB-WELZYN/0160-00/6493000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Eniq artikel
De gemeenteraad stelt het reglement voor noodhulp in het kader van ontwikkelingssamenwerking vast.
Dit reglement gaat in werking op 1 januari 2021.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 en over de kennisname van het budget 2020 van de kerkfabriek Sint Gangulfus
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd goedgekeurd door de kerkraad op 2 juni 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd ingediend bij het gemeentebestuur op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2020/01 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
De kredieten zijn voorzien op :
• 2020/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage : € 12.532,42
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 en over de kennisname van het budget 2020 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd goedgekeurd door de kerkraad op 27 juli 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 29 juli 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het gemeentebestuur op 21 september 2020.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
De budgetwijziging 2020 /1 past niet in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad dit moet goedkeuren.
De kredieten zijn voorzien op :
• 2020/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage : € 8.567,53, waarvan het deel voor Lievegem 59,31% bedraagt = € 5.081,40
De kredieten zullen voorzien worden :
Investeringstoelage: € 168 580,00, waarvan het deel voor Lievegem 59,31% bedraagt = € 99.984,80
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/004 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel goed.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 en over de kennisname van het budget 2020 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd goedgekeurd door de kerkraad op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het gemeentebestuur op 3 juni 2020.
De budgetwijziging 2020/01 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot .
De kredieten zijn voorzien op :
• 2020/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage : € 15.754,21 wordt verminderd met € 1.122,85 en komt op € 14.631,36
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot .
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluiten van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 en over de kennisname van het budget 2020 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd goedgekeurd door de kerkraad op 7 september 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 21 september 2020.
De budgetwijziging 2020/01 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het gemeentebestuur op 21 september 2020.
De budgetwijziging 2020/01 past niet in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad dit moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
De kredieten (€ 6.732,76) zijn voorzien, de bijkomende kredieten (€ 7.200) worden voorzien op :
• 2020/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage : € 6.762,76 + € 7.200 = € 13.962,76
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/005 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2020/01 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute goed.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd goedgekeurd door de kerkraad op 8 mei 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 9 mei 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem werd ingediend bij het gemeentebestuur op 15 april 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
De kredieten zijn voorzien op :
• 2021 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage :
In het meerjarenplan werd voor 2021 € 31.846,51 voorzien.
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2021 12.370,35 euro zijnde 19.476,16 euro minder dan voorzien in het meerjarenplan.
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/006 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Zomergem.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd goedgekeurd door de kerkraad op 28 januari 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 28 januari 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem werd ingediend bij het gemeentebestuur op 15 april 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
De kredieten worden voorzien op :
• 2021 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage :
In het meerjarenplan werd voor 2021 € 28.807,60 voorzien.
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2021 16.908,37 euro zijnde 11.898,63 euro minder dan voorzien in het meerjarenplan.
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/007 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Martinus Lovendegem.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd goedgekeurd door de kerkraad op 24 juni 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 30 juni 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot werd ingediend bij het gemeentebestuur op 21 september 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
De exploitatiebijdrage voor het boekjaar 2021 ten bedrage van 9 695,33 euro wordt voorzien onder jaarbudgetrekening 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN. In de meerjarenplanning werd voor 2021 een bijdrage van 23 326,26 euro in het vooruitzicht gesteld wat een minderuitgave betekent van 13.630,93 euro.
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/008 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Ghislenus Waarschoot.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd goedgekeurd door de kerkraad op 27 juli 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 12 september 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel werd ingediend bij het gemeentebestuur op 15 september 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
Exploitatietoelage : € 7 459,66, waarvan het deel voor Lievegem 59,31% bedraagt = € 4 424,32
De kredieten worden voorzien op :
• 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
In het MJP 2020-2025 was voor 2021 € 11.285 voorzien waarvan het deel voor Lievegem € 6 693,13 bedroeg.
Dit is een vermindering met € 2268,81.
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/009 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Jans Onthoofding Oostwinkel.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd goedgekeurd door de kerkraad op 3 februari 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 15 juni 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele werd ingediend bij het gemeentebestuur op 16 juni 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
Exploitatietoelage : € 15.863,00
De kredieten worden voorzien op :
• 2021/GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/010 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Gangulfus Ronsele.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd goedgekeurd door de kerkraad op 30 april 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 30 april 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute werd ingediend bij het gemeentebestuur op 16 juni 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
De kredieten worden voorzien op :
• 2021 /GBB-SSC/0790-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de exploitatiebijdragen
Exploitatietoelage :
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2021 8.960,72 euro.
In het MPJ was 13.807,72 euro voorzien. Dit is een vermindering met 4.847 euro.
• 2021 /GBB-SSC/0790-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor de investeringsbijdrage
De investeringstoelage :
De gemeentelijke toelage in het budget bedraagt voor 2021 60000 euro.
Het visum wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 1 2020 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2020.
Gunstig visum FD/2020/011 van Bart Kerkhof van 26 november 2020
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Bavo Vinderhoute.
Jeroen Van Acker, schepen
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 48 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 over de goedkeuring van het MJP 2020-2025 van de kerkfabriek Sint Maurus Beke
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2020 met het advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Maurus Beke
De gemeenteraad keurt het budget van de kerkfabrieken goed.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Maurus Beke werd goedgekeurd door de kerkraad op 13 januari 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Maurus Beke werd ingediend bij het centraal kerkbestuur op 13 maart 2020.
Het budget 2021 voor de kerkfabriek Sint Maurus Beke werd ingediend bij het gemeentebestuur op 24 februari 2020.
Het budget 2021 past in het MJP hetgeen inhoudt dat de gemeenteraad enkel moet kennisnemen en dit niet meer moet goedkeuren.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 13 oktober 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Maurus Beke
Het Bisdom verleende op 24 november 2020 gunstig advies over het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Maurus Beke.
Er wordt geen gemeentelijke toelage gevraagd voor 2021.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Maurus Beke.
Kim Martens, schepen
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
artikel 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, dat bepaalt dat een aanbestedende overheid werken, leveringen en/of diensten verwerven van een aankoopcentrale die gecentraliseerde aankoopactiviteiten als bedoeld in artikel 2, 7° b) verricht
artikel 47 §2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, dat bepaalt dat de aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen
Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, samen te lezen met artikel 41, 10°, waaruit voortvloeit dat de beslissing om toe te treden tot een aankoopcentrale toekomt aan de raad
Artikel 266 van het decreet lokaal bestuur dat bepaalt dat de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum van de financieel directeur in het kader van zijn opdracht zoals vermeld in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan
Context
Besturen kunnen zelf optreden als aankoopcentrale. Daarnaast kunnen zij beroep doen op aankoopcentrales voor werken, leveringen en diensten. De beslissing om toe te treden tot een aankoopcentrale komt toe aan de raad.
Als de aankoopcentrale optreedt als tussenpersoon (artikel 47, §1, alinea 2), dan moet het lokaal bestuur zelf nog een overeenkomst te sluiten met de gekozen aannemer, leverancier of dienstverlener. Deze bevoegdheid komt toe aan het college (voor de gemeente,n op basis van artikel 56 §3, 4° Decreet over het Lokaal Bestuur) of het vast bureau (voor het OCMW, op basis van artikel 84, §3, 4° Decreet over het Lokaal Bestuur).
Het bestuur kan ook gebruik maken van de mogelijkheid tot delegatie en budgethouderschap conform de bepalingen in het Decreet over het Lokaal Bestuur. De gemeenteraad kan bij reglement bepalen dat de beslissingen omtrent toetredingen tot aankoopcentrales worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen (toepassing van artikel 41, eerste lid DLB). Indien deze (algemene) delegatie niet is geregeld in een reglement, valt het bestuur terug op de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Motivering
De opdracht "multifunctionals en beheersysteem" van Provinciebestuur Oost-Vlaanderen is een raamovereenkomst waarbij Provinciebestuur Oost-Vlaanderen optreedt als aankoopcentrale in de zin van artikelen 2,6°en 47 van de wet van 17 juni 2016. De opdracht staat open voor alle Oost-Vlaamse gemeentebesturen en de Vlaamse Provinciebesturen.
De Provincieraad van Oost-Vlaanderen keurde op 28 april 2010 het bestek goed met nr. ICT/2010/003 voor de opdracht 'Raamcontract multifunctionals en beheersysteem” met "algemene offerteaanvraag' als wijze van gunnen.
De deputatie gunde de opdracht op 16 december 2010 aan de firma Canon Belgium NV. De raamovereenkomst is op 7 januari 2011 in werking getreden met een looptijd van 7 jaar, waarna ze nog driemaal kon worden verlengd met één jaar.
In de deputatievergadering van 12 december 2019 is de overeenkomst verlengd tot en met 4 januari 2021, dit is de laatste mogelijke verlenging.
Om van de raamovereenkomst gebruik te kunnen maken, moet het lokaal bestuur Lievegem toetreden tot de opdrachtencentrale van Provinciebestuur Oost-Vlaanderen. Het lokaal bestuur Lievegem kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale gebruik maken, waardoor zij krachtens artikel 47 §2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten vrijgesteld is van de verplichting om zelf een volledige gunningsprocedure te organiseren.
Het is aangewezen dat de het lokaal bestuur Lievegem gebruik maakt van deze opdrachtencentrale om volgende redenen:
- de in de opdrachtencentrale voorziene multifunctionals en beheersysteem voldoen aan de behoefte van het lokaal bestuur Lievegem;
- het bestuur moet zelf geen gunningsprocedure voeren, wat een besparing aan tijd en geld betekent;
- Provinciebestuur Oost-Vlaanderen beschikt over knowhow of de technische expertise inzake multifunctionals en beheersysteem door aanbestedende overheden
- de raamovereenkomst is volledig vrijblijvend. Het lokaal bestuur Lievegem is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst (geen afname- of aankoopverplichting) en geen budgettaire impact
- dankzij de samenwerking met partners kunnen vaak competitieve prijzen en/of extra service afgedwongen worden bij de leveranciers
- de overeenkomst houdt geen exclusiviteit in
Voorstel
Aan de gemeenteraad wordt goedkeuring gevraagd om toe te reden tot het raamcontract 2011-2021 multifunctionals en beheersysteem waarbij Provincie Oost-Vlaanderen als opdrachtencentrale fungeert, zodat lokaal bestuur Lievegem producten/dienstverlening kan afnemen binnen de raamovereenkomst.
Daarnaast wordt gevraagd om aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe te kennen om dienstverlening van het raamcontract af te nemen binnen de afspraken bepaald in het meerjarenplan.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de toetreding goed tot het raamcontract 2011-2021 multifunctionals en beheersysteem waarbij Provincie Oost-Vlaanderen als aankoopcentrale fungeert.
Artikel 2
De gemeenteraad kent aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe om dienstverlening van het raamcontract af te nemen binnen de afspraken bepaald in het meerjarenplan.
Caroline Fredrick, schepen
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 40, §2
Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 (BS 25 juli 2014) houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters (Uitbreidingsronden voor kinderopvang)
Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 (BS 18 juni 2013) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Artikel 7 bepaalt dat het lokaal bestuur advies kan geven aan Kind en Gezin over de uitbreiding van kinderopvang binnen het eigen grondgebied.
De Vlaamse Regering maakt deze legislatuur iets meer dan 27 miljoen euro vrij voor minstens 2500 nieuwe plaatsen met inkomenstarief (trap 2 A). De Vlaamse regering wil hiermee vooral nieuwe plaatsen creëren in die gemeenten waar de nood het hoogst is. Er wordt gewerkt met een meerjarenprogrammatie. De oproep zal zich vooral richten op groepsopvang, maar ook aanvragen gezinsopvang zullen mogelijk zijn.
Tijdspad:
- 2021:
* Oproep aan de organisatoren voor meerjarenprogrammatie: 90 % van het budget (30 % voorafnames grootsteden + 60 % voor de rest van Vlaanderen)
* Opgroeien voorziet uiterlijk 30 juni 2021 te beslissen over de ingediende aanvragen
* Lievegem komt in aanmerking voor 10 nieuwe plaatsen kinderopvang baby’s en peuters met de subsidie inkomenstarief
- 2022:
* Oproep naar lokale besturen die de nood aan bijkomende opvangplaatsen aantonen op basis van cijfers van Lokaal Loket Kinderopvang (5% van het budget)
- 2023:
* Eerste jaarhelft: tussentijdse evaluatie (van de meerjarenprogrammatie voor de herinzet van eventuele vrije middelen (bv uit stopgezette plaatsen en niet- gerealiseerde subsidiebeloftes). Er zal bekeken worden hoe de eventuele vrijgekomen middelen op basis van deze evaluatie opnieuw ingezet kunnen worden.
* Tweede jaarhelft: oproep naar lokale besturen die de nood aan bijkomende opvangplaatsen aantonen op basis van het Lokaal Loket Kinderopvang (5 % van het budget)
- 2024: toekenning plaatsen op basis van oproep 2023
Het budget wordt zo verdeeld dat tegemoet kan worden gekomen aan de lokale verschillen in nood aan bijkomende kinderopvangplaatsen.
Het is de bedoeling om bijkomende middelen eerst toe te kennen in gemeenten waar de nood aan bijkomende plaatsen het grootst is, zodat Opgroeien verder kan inzetten op een evenwichtige spreiding van het aanbod waar ouders betalen naar inkomen.
Daarnaast is het minstens even belangrijk dat ook binnen de gemeente plaatsen gerealiseerd worden waar de nood het hoogst is, daar kan het lokaal bestuur via zijn adviesrol een rol in spelen.
Rol van het lokaal bestuur
Het lokaal bestuur heeft als lokale regisseur een belangrijke inbreng bij de ontwikkeling van het lokale kinderopvangaanbod.
Het lokaal bestuur kan over elke aanvraag in zijn gemeente een negatief of positief advies uitbrengen. Een goed opgesteld advies is een meerwaarde bij de beoordeling van aanvraagdossiers. Dit advies is vaak mee bepalend in wie de subsidie toegekend krijgt.
- Als het lokaal bestuur geen advies uitbrengt, dan beslist Opgroeien over de aanvragen op basis van criteria opgenomen in het beslissingskader
- Een negatief advies kan ertoe leiden dat een aanvraag uitgesloten wordt en dus niet in aanmerking komt voor de subsidie.
Een negatief advies is enkel mogelijk:
- Als de aanvraag niet tegemoetkomt aan de lokale behoeften aan kinderopvang van baby’s en peuters.
- Als de organisator, ondanks herhaaldelijk verzoek van het lokaal loket, weigert samen te werken met het lokaal loket.
Als een lokaal bestuur een positief advies uitbrengt, dan kent het ook een score toe op basis van vooraf vastgelegde criteria. Een positief advies met score bepaalt mee welke aanvraag in de gemeente subsidie toegekend krijgt.
Om een zorgvuldig advies te kunnen formuleren, moet het lokaal bestuur uiterlijk op 31 december 2020 de criteria bekend maken waarop ze zich zullen baseren om hun advies te formuleren. Zo kan men daar rekening mee houden op het moment dat men een aanvraag wenst in te dienen. De criteria moeten relevant, objectief en transparant zijn.
Er is een gunstig advies verleend door het LOK op 2 december 2020.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de vooropgestelde beoordelingscriteria, de hieraan gekoppelde vraagstelling, de toe te kennen scores en beoordelingsprocedure m.b.t het formuleren van een advies door het lokaal bestuur inzake aanvraag van gemeentelijke opvanginitiatieven naar (bijkomende) overheidssubsidiëring goed.
Chris De Wispelaere, schepen
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
De wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
De wet van 28 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft
Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de modaliteiten voor de oprichting van een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk;
Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers
Het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk
Het koninklijk besluit van 24 april 2014 betreffende de wijziging van diverse bepalingen in het kader van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Elke werkgever is verantwoordelijk voor de structurele planmatige aanpak van preventie, door middel van een dynamisch risicobeheersingssysteem.
Het dynamisch risicobeheersingssysteem is gesteund op de algemene preventiebeginselen en heeft betrekking op de volgende domeinen:
1° de arbeidsveiligheid;
2° de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk;
3° de psychosociale aspecten van het werk;
4° de ergonomie;
5° de arbeidshygiëne;
6° de verfraaiing van de arbeidsplaatsen;
7° de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu, wat betreft hun invloed op de
punten 1° tot 6°.
Het dynamisch risicobeheersingssysteem heeft tot doel de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk mogelijk te maken.
Dit beleid heeft tot doel arbeidsongevallen en beroepsziekten te voorkomen en de verhouding tussen mens en werk nader te bepalen, zodat beter rekening gehouden wordt met de mens in zijn totaliteit. Dit preventiebeleid dient rekening te houden met een aantal specifieke wettelijke en reglementaire bepalingen, die door de overheid werden
uitgevaardigd om het kader aan te geven waarbinnen dit preventiebeleid kan tot stand komen.
De veruitwendiging van dit dynamisch risicobeheersingssysteem is het globaal preventieplan (GPP) dat de werkgever in overleg met de leden van de hiërarchische lijn en team voor Preventie en Bescherming op het werk opstelt. Dit GPP wordt opgesteld voor een termijn van vijf jaar maar dient minstens jaarlijks herzien te worden in functie van de wijzigende risico’s, prioriteiten en veranderingen in de organisatie.
Het bestuur legt de noodzakelijke middelen, de taakverdeling, eventuele fasering en de doelstellingen vast.
Uit het globaal preventieplan (GPP) wordt het jaaractieplan (JAP) getrokken. Dit jaaractieplan bepaalt de acties voor 1 jaar. Dit jaaractieplan dient steeds door het college
van burgemeester en schepenen, het vast bureau en het HOC BOC te worden goedgekeurd, voor 1 november voorafgaand aan het jaar van het JAP.
Het globaal preventieplan en jaaractieplan 2021 werden behandeld in het comité preventie en bescherming van het werk van het vakbondsoverleg op 8 oktober 2020.
Gegevens en bronnen waaruit het GPP kan worden opgemaakt
De resultaten van de risicoanalyses:
Risicoanalyses dienen te worden uitgevoerd over gans de organisatie, per functie, per werkpost, per taak.
De preventiemaatregelen die nodig zijn om de vastgestelde risico’s in te dekken, worden opgenomen in het GPP.
De bevindingen van de arbeidsongevallenanalyse:
Elk arbeidsongeval wordt geanalyseerd om maatregelen te kunnen treffen om dergelijke ongevallen in de toekomst te vermijden.
Indien deze maatregelen niet onmiddellijk uitgevoerd kunnen worden, zullen deze opgenomen worden in het GPP.
De werkplaatsbezoeken:
Werkplaatsbezoeken kunnen worden uitgevoerd door verschillende diensten: brandweer, politie, Inspectie Toezicht Welzijn op het Werk (TWW), onderwijsinspectie, Kind & Gezin, de verzekeraar en de interne en externe preventiedienst (Securex). Opmerkingen van deze inspecties worden opgenomen in het GPP of in een aparte actietabel, die een onderdeel vormt van het GPP.
De resultaten van de audit:
indien het bestuur kiest om een audit te laten doen, zullen opmerkingen betreffende welzijn op het werk worden opgenomen in het GPP.
De adviezen van het HOC BOC:
De maandverslagen van de interne dienst voor preventie op het werk worden besproken op het HOC BOC en de opmerkingen op die vergaderingen
worden opgenomen in het GPP.
De te bereiken doelstelling:
De werkgever streeft naar een veilige, aangename werkomgeving voor zijn werknemers.
Dit plan is een dynamisch gegeven dat elk jaar kan bijgestuurd worden, ook in functie van invulling formatie en mensen en middelen die beschikbaar zijn.
Er werd ook overeengekomen dat voor de implementatie van de GPP de volgorde is waarin we best te werk gaan de volgende is:
- Inventariseren;
- risico analyse opdracht – toestel – omgeving
- opmaak instructie kaarten
Het is de overtuiging dat er wel al heel wat aanwezig is maar dat dit op niveau van Lievegem nog moet in kaart gebracht worden.
Voor de risico analyses (RA) werd volgende verduidelijking gegeven. Een algemene RA zal vooral in overzicht de organisatie bekijken en de risico’s in het algemeen benaderen. Dit vraagt ook meestal organisatorische maatregelen.
Een RA per functie is eigenlijk een taakrisicoanalyse. Die ontleedt in detail elke taak die een medewerker in zijn functie uitvoert.
RA’s worden opgemaakt op niveau organisatie, op niveau afdeling en op niveau medewerker.
Artikel 1
Het Globaal Preventie Plan (GPP) 2021–2026 wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De gemeenteraad neemt akte van het Jaar Actie Plan (JAP) 2021.
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur artikel 40, §3 en 286
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Besluit van de gemeenteraad van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring, gewijzigd door de besluiten van 1 juli 2020 en 18 november 2020
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring, gewijzigd door de besluiten van 1 juli 2020 en 18 november 2020
Agendapunt van het college van burgemeester en schepenen van 2 juni 2020 over Personeel - Ontwerp arbeidsreglement, uurregelingen en reglement tijdsregistratie: bespreking
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 november 2020 over Personeel - Ontwerp arbeidsreglement, uurregelingen en reglement tijdsregistratie: principiële goedkeuring
Team personeel is bezig met de opmaak van het arbeidsreglement. Prioritair is alles wat met de implementatie van ons nieuw tijdsregistratiesysteem te maken heeft. Dit gaat voor op het volledige arbeidsreglement. In concreto gaat dit over het hoofdstuk arbeidsduur, bijlage uurregelingen (zowel vaste als glijdende) en bijlage reglement tijdsregistratie.
Er werd geopteerd voor één arbeidsreglement voor gemeente en OCMW samen. Een eerste voorontwerp werd besproken op de zitting van het College van 2 juni 2020. Het aangepaste voorontwerp werd bezorgd aan alle personeelsleden via e-mail van 12 juni 2020. Dit voorontwerp werd besproken op een informeel vakbondsoverleg van 3 juli 2020 (verslag in bijlage).
Het tweede voorontwerp houdt rekening met de opmerkingen die geformuleerd werden door de teamleiders en tijdens het informeel vakbondsoverleg. Verder werden de ontbrekende uurregelingen van een aantal teams toegevoegd. Enkel de uurregelingen voor de begeleiders BKO ontbreken nog; zij behouden voorlopig hun bestaande uurregeling. Het tweede voorontwerp principieel goedgekeurd op de zitting van het College van 24 november 2020. Het aangepaste voorontwerp werd bezorgd aan alle personeelsleden via e-mail van 30 november 2020.
In bijlage ook een vergelijkingstabel. Hierbij wordt vertrokken van het ontwerp Lievegem en daarnaast wat er eventueel in de prefusiebesturen hieromtrent was bepaald.
Het ontwerp van arbeidsreglement werd voorgelegd aan het bijzonder onderhandelingscomité van 4 december 2020 (verslag in bijlage). Bij de bespreking werd bevestigd dat het uitvoerend personeel van team infrastructuur hun middagpauze niet moet registreren. Zij nemen immers hun middagpauze op de plaats waar ze op dat moment aan het werk zijn. Dit kan dus buiten het magazijn zijn waardoor ze niet kunnen badgen. Dit is bij vergetelheid niet opgenomen in het ontwerp van arbeidsreglement; de tekst wordt bijgestuurd bij artikel 10 in bijlage I.
Er kon met het ACV - Openbare diensten geen akkoord bereikt worden over de uurregeling van de bibliotheekmedewerkers. Ook de vakbondsafgevaardigde van het ACOD - Openbare diensten had geen mandaat om al dan niet een akkoord te sluiten. Om die reden werd een tweede bijzonder onderhandelingscomité gehouden op 7 december 2020 (verslag in bijlage). Er is een protocol van akkoord met beide vakorganisaties onder de voorwaarde dat de uurregeling van de bibliotheekmedewerkers - met overuren op zaterdag of zondag via een beurtrolsysteem - wordt geëvalueerd na een termijn van vier maanden. Tegen 30 april 2021 hebben de medewerkers enkele weekenddiensten (ongeveer driewekelijks) gedaan en kan er nagegaan worden of de gepresteerde overuren binnen de termijn van vier maanden kunnen gerecupereerd worden. Tegen dan zijn ook de nieuwe openingsuren al vier maanden in voege evenals het nieuwe tijdsregistratiesysteem met glijtijdregeling voor alle bibliotheekmedewerkers.
Dit beperkte luik van het arbeidsreglement wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de raad. We starten sowieso met het nieuwe tijdsregistratiesysteem SynCore en SynMobile (de mobiele app) vanaf 1 januari 2021. Team personeel is volop bezig met inbrengen van de diverse uurregelingen en ook het testen is begonnen. De huidige systemen Protime (Waarschoot) en Primetime (Lovendegem) kunnen niet meer gebruikt worden vanaf 2021.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het arbeidsreglement voor gemeente en OCMW Lievegem - deel arbeidsduur, uurregelingen en reglement tijdsregistratie - vast. De uurregeling voor de bibliotheekmedewerkers (artikel 9 in bijlage I) wordt geëvalueerd na vier maanden.
Tony Vermeire, burgemeester
Guy De Neve, schepen
Gerrit Van Brabandt, schepen
Jeroen Van Acker, schepen
Hilde De Graeve, schepen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 31 en 278
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. Een kopie van de vraag en het antwoord worden per e-mail bezorgd aan de raadsleden.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.
Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
De behandeling van een mondelinge vraag beperkt zich tot vraag en antwoord en kan geen aanleiding geven tot een discussie tussen raadsleden.
In de notulen van de zitting wordt melding gemaakt van de naam van de vraagsteller, aan wie de vraag is gericht en het onderwerp.
De zittingsverslagen van de vergadering van de gemeenteraad vermelden de mondelinge en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
Vragen en antwoorden omtrent :
1. Mondelinge vraag van Steven Van Gansbeke: geweld tegen de politie
Geweld tegen de politie, tegenwoordig heeft een politieman een hele zware job, niet altijd veel begrip: hoe staat ons college en de burgemeester tegenover verbaal en fysiek geweld tegen politie. Hoe tonen we aan ons mensen dat ze hierin gesteund worden?
Antwoord van burgemeester Tony Vermeire: Geweld kan niet getolereerd worden ook al wonen we in een landelijke gemeente en is dit niet gelijkaardig als in een stad. Maar dan ook zeker niet tolereren in een landelijke gemeente als de onze. We moedigen aan om telkens een klacht neer te leggen en geven ook juridische ondersteuning bij een eventuele rechtszaak.
2. Mondelinge vragen Wout Bonroy:
a. statiegeldalliantie: op de website zien we enkel gemeente Zomergem, kan Lievegem niet in zijn geheel?
Antwoord schepen Gerrit Van Brabandt: We zullen de vraag meenemen naar het college. Ik ben akkoord om dit mee te nemen in de discussie die we gaan doen in 2021 omtrent zwerfvuil. Dus eerst bespreken in het college vooraleer een officieel standpunt in te nemen, maar ik sta daar zeker achter.
b. RUP agrarisch landschap Zomergem : stand van zaken
Antwoord schepen Guy De Neve: Ik kan daar niets over zeggen. Wij zijn nog alles aan het aftasten. Er is nog niks concreet vastgelegd. Er komen nog hoorzittingen. Het is nog volop aan het lopen.
c. De bibliotheken kregen meer openingsuren maar ik vind nergens uitleenpost in Beke. Wat zal er gebeuren?
Antwoord schepen Jeroen Van Acker: Er zijn drie bibs en een uitleenpost in Beke. Deze laatste is nu niet ter beschikking aangezien hij draait op vrijwilligers en dus gesloten door corona. Als de vrijwilligers dit willen blijven doen, dan zal de uitleenpost open blijven.
3. Mondelinge vraag Lut Van der Spurt
Welzijnsband: project kinderarmoede. Lievegem zou daarmee niet verder doen? Aalter en Wachtebeke wel. Hoe gaat Lievegem dit dan wel alleen verder doen?
Antwoord schepen Hilde De Graeve: We waren ingeschreven, maar hebben gemerkt dat er veel naar projectbeschrijving en personeelskosten ging en niet naar de acties zelf. Wij hebben dit een kans willen geven maar vastgesteld dat men niet zo efficiënt werkt. Het project dat toen bestond bestaat niet meer. In het Lievegems kinderarmoedeplan zitten tal van acties.
De voorzitter sluit de zitting om 22:54.
Namens Gemeenteraad,
Eddy De Mits
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter