De voorzitter opent de zitting op 24/11/2021 om 20:00.
Door de coronacrisis wordt deze raad via een digitale vergadering door middel van MS Teams gehouden.
Raadslid Wout Bonroy vervoegt de zitting bij agendapunt 2, Wouter De Muynck bij punt 11 en Véronique Mussche bij 13.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 31 en 32
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Het zittingsverslag is te bekijken via https://www.youtube.com/watch?v=dopKGvxTLbUGR
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 20 oktober 2021 goed.
Tony Vermeire, burgemeester
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 40, §3, artikel 41, §1, 14° en artikel 177
Het Burgerlijk Wetboek wet van 18 juni 2018, inzonderheid artikel 75, artikel 76 en de artikelen 143 t.e.m. 167
Het besluit van de gemeenteraad van 27 maart 2019 over het retributiereglement huwelijken: goedkeuring
Het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2021 over de locaties voor huwelijksvoltrekking: goedkeuring
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 26 oktober 2021 over het retributiereglement huwelijken: principiële goedkeuring tarieven
De retributie voor het voltrekken van huwelijken in de gemeente Lievegem werd vastgesteld op 27 maart 2019 en moet geactualiseerd worden aan de huidige werking.
Er wordt de mogelijkheid geboden om te kiezen tussen een huwelijksplechtigheid met of zonder receptie zoals beslist in reglement 'locaties voor huwelijksvoltrekking' waar huwen met of zonder receptie mogelijk is.
Indien er gekozen wordt voor een huwelijksplechtigheid met receptie worden de prijzen vastgelegd naargelang het aantal aanwezigen bij de plechtigheid.
De inkomsten worden geregistreerd in het meerjarenplan onder jaarbudgetrekening: xxxx/GBB-BURGER/0130-00/7020999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het retributiereglement op huwelijksvoltrekkingen vast.
Artikel 2
Het retributiereglement treedt vanaf 1 januari 2022 in werking. Het retributiereglement van 27 maart 2019 wordt opgeheven.
Jeroen Van Acker, schepen van cultuur
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel art. 40. § 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
Het besluit van college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2021 over het voorstel gemeentelijke cultuurraad voor het Ondersteuningsplan Corona Lievegem: kennisname en goedkeuring
Reglement voor de huurcompensatiepremie niet-gemeentelijke zalen voor erkende (socio-) culturele verenigingen, principieel goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2021
In het kader van de heropstart na corona voorziet het college van burgemeester en schepenen een aantal ondersteunende maatregelen voor het (socio-)culturele verenigingsleven.
Op de bestuursvergadering cultuurraad van 15 maart 2021 werd beslist om alle (socio-)culturele verenigingen te bevragen om te kijken waar de grootste noden liggen. De corona-impactbevraging werd via verschillende kanalen (nieuwsbrief cultuurraad, mailing) bezorgd aan de verenigingen. Op basis van de resultaten van de bevraging adviseerde de cultuurraad op 6 juli 2021 om volgende ondersteunende maatregelen in te voeren: gratis gemeentelijke zalen voor de socio-culturele verenigingen van 14 juni tot 31 december 2021,voorzien van coronakits in de gemeentelijke uitleendienst en huurcompensatiepremie niet-gemeentelijke zalen voor socio-culturele verenigingen. Dit advies werd gevolgd door het college van burgemeester en schepenen.
Om een huurcompensatiepremie voor niet-gemeentelijke zalen voor (socio-)culturele verenigingen te kunnen voorzien moet een reglement opgemaakt worden. De bestuursvergadering van de cultuurraad stelde een ontwerpreglement op (vergadering van 20 september 2021) en legde dit voor aan de algemene vergadering van de cultuurraad: via mailstemming op 30 september, conform het huishoudelijk reglement van deze adviesraad. Het positief advies werd door de leden bevestigd. Een meerderheid stemde positief.
De cultuurraad vraagt om dit reglement in te voeren met terugwerkende kracht vanaf 14 juni 2021, naar analogie met het gratis ter beschikking stellen van de gemeentelijke zalen voor (socio-)culturele verenigingen van 14 juni tot 31 december 2021.
Voor de uitvoer van dit reglement wordt, in het kader van het Ondersteuningsplan Corona, 9.000 euro voorzien onder jaarbudgetrekening 2021/GBB-CULT/0709-00/6493000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen).
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het reglement voor de huurcompensatiepremie niet-gemeentelijke zalen voor (socio-)culturele verenigingen vast.
Artikel 2
Jeroen Van Acker, schepen van cultuur
Kim Martens, schepen van sport
Caroline Fredrick, schepen van jeugd
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 40. § 3, de gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.
Het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB), van 10 april 1992, artikel 145/35
Reglement voor de erkenning van niet-commerciële Lievegemse opvanginitiatieven, principieel goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen van 15 september 2021
De lokale overheid kan niet-commerciële opvang- en/of vakantie-initiatieven erkennen om hen de mogelijkheid te geven fiscale attesten aan ouders uit te schrijven.
Deze opvanginitiatieven kunnen ingedeeld worden in 2 categorieën:
De federale overheid legt volgende voorwaarden vast:
o De primaire doelstelling is vrijetijdsbesteding of opvang van kinderen.
o Het initiatief is niet-commercieel, heeft geen commerciële doelen en is er niet op uit om winst te maken. Financiële acties om de werking draaiende te houden kunnen natuurlijk wel maar dit mag niet de hoofddoelstelling van de organisator zijn. Uitgesloten zijn dus commerciële ondernemingen, zoals bijvoorbeeld binnen- en buitenspeeltuinen, fitnesscentra, reisbureaus,…
o De activiteiten vinden plaats buiten de normale lesuren, in de vrije tijd. Het gaat hier zowel om initiatieven tijdens de schoolvakanties, in de weekends, op vrije dagen, op woensdagnamiddagen, maar ook om alle opvanginitiatieven vóór de aanvang van de lessen, na de normale lesuren en eventueel opvang tijdens de middagpauzes.
De federale overheid stipuleert ook duidelijk dat de lokale overheid autonoom de voorwaarden en procedure bepaalt.
Er wordt door de team vrije tijd geopteerd om de uitreiking van fiscale attesten in eerste instantie te beperken tot initiatieven tijdens de schoolvakanties, naar het voorbeeld van andere gemeenten.
Er zijn momenteel een 3-tal vragen van organisaties in Lievegem die graag fiscale attesten willen uitschrijven: allemaal vakantie-initiatieven in de jeugd-, sport- of cultuursector die niet in aanmerking komen voor erkenning onder het huidige erkenningsreglement. Teams sport, jeugd en cultuur hebben dit beperkte reglement opgesteld: dit kunnen we als teams zelf voor een groot deel coördineren via aansturing van team evenementen, deze laatste staan in voor de verwerking van de dossiers. Uit intern overleg blijkt dit de meest haalbare en werkbare kortetermijnoplossing (naar analogie met enkele andere gemeentes). Het reglement uitbreiden kan in een latere fase. Uitbreiding impliceert betrokkenheid van meerdere teams zoals team kinderopvang en een complexe regelgeving, dus dit vraagt tijd en aansturing van de directeur vrije tijd. De kortetermijnoplossing zorgt er voor dat er al een oplossing is voor de huidige aanvragen.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het reglement voor de erkenning van niet-commerciële Lievegemse opvanginitiatieven vast.
Artikel 2
Dit reglement treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 juli 2021.
Chris De Wispelaere, schepen
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 tweede lid, 11°
Besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2020 met de goedkeuring van het grondinnemingsplan Vellare opgemaakt door het ontwerpbureau Plantec nv, Nieuwpoortsesteenweg 399 te 8400 Oostende
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2 februari 2021 met de goedkeuring van de verkaveling Vellare 67-71
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2021 over de uitweg van lot 6 van de verkaveling Vellare 67-71
De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking.
De 9 grondverwervingen gebeuren in de Vellare, 9920 Lievegem om reden van openbaar nut, meer bepaald om de geplande wegenis- en rioleringswerken te kunnen uitvoeren inclusief de aanleg van fietspaden en de herprofilering van de grachten.
Het betreft de grondinname met nr. 9 van het goedgekeurde grondinnemingsplan Vellare met planref. 44452-10242 opgemaakt door het ontwerpbureau Plantec nv, Nieuwpoortsesteenweg 399 te 8400 Oostende.
Er werd op 2 februari 2021 een verkavelingsvergunning met referentie V/2020/00378 afgeleverd voor Vellare 67 - 71 op voorwaarde dat de loten 7 en 8 kosteloos worden afgestaan door de verkavelaar aan de gemeente om een bouwvrije erfdienstbaarheids- en onderhoudsstrook van 5 m langsheen de waterloop “Centerloop” te bekomen en de geplande wegenis- en rioleringswerken te kunnen uitvoeren. De verkavelaar dient de kosten te dragen voor deze kosteloze grondafstand.
Op 5 oktober 2021 bezorgde het Kantoor Notaris Pascale Van den Bossche, Keizersplein 61, 9300 Aalst, aan de gemeente een ontwerp akte voor de kosteloze grondafstand en een PV van opmeting van 23 juni 2021. De over te dragen zone bestaat uit twee loten (nrs. 7 en 8 van de vermelde verkaveling) met een oppervlakte van respectievelijk 255 m² en 18 m². Lot 8 komt overeen met de inneming nr. 9 van het goedgekeurde grondinnemingsplan Vellare. De over te dragen loten maken deel uit van de kadastrale percelen gekend als afdeling 2, sectie B, nrs. 611B en 611E en kregen volgende gereserveerde perceelsidentificatienrs. afdeling 2, sectie B, nr. 1576 G (lot 7) en nr. 1576 H (lot 8). Er werden voor beide percelen blanco bodemattesten afgeleverd op 23 juli 2021.
Zoals voorzien in de verkavelingsvergunning wordt in de akte voor lot 6 een recht van overgang gevestigd op lot 7.
Er is geen financiële impact voor de gemeente.
De kosteloze grondafstand is conform de bepalingen van de op 2 februari 2021 goedgekeurde verkavelingsvergunning met referentie V/2020/00378.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de akte voor de kosteloze grondafstand tussen Marie Staesens, Regine De Beer, Herman De Beer, Christiane De Beer, Kathleen De Beer en Marc De Beer enerzijds en de gemeente Lievegem anderzijds, opgemaakt door Kantoor Notaris Pascale Van den Bossche, Keizersplein 61, 9300 Aalst, voor de percelen van verkaveling te Vellare 67-71, 9920 Lievegem, kadastraal gekend als afdeling 2, sectie B, nrs. 1576G en 1576H met een oppervlakte volgens meting van respectievelijk 255 m² en 18 m² goed.
Tim Maenhout, vertegenwoordiger AV
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
De gemeente Lievegem is lid van de opdrachthoudende vereniging Westlede .
De gemeente werd op 7 oktober 2021 opgeroepen voor de algemene vergadering van Westlede op 7 december 2021.
De gemeenteraad duidde op 30 januari 2019 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van Westlede aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Tim Maenhout, gemeenteraadslid, wonende te 9932 Lievegem, Daalmen 2a Lievegem, als effectieve vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Westlede op 7 december 2021 vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Martine Gyssels, gemeenteraadslid, wonende te Kloosterstraat 21 Lievegem, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Westlede op 7 december 2021 vast.
Artikel 3
De agenda van de algemene vergadering op 7 december 2021 bestaat uit volgend punt:
1. Goedkeuring verslag van de Algemene Vergadering van 1 juni 2021
2. Goedkeuring Activiteiten en Strategie 2022
3. Goedkeuring Begroting 2022
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering en de individuele agendapunten goed.
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan voormelde digitale algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Tony Vermeire, burgemeester - bestuurder IVM
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Gemeenteraad van 30 januari 2019 over de aanduiding van de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van IVM voor de duurtijd van de huidige legislatuur
Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2020 over IVM - aanpassing vertegenwoordigers in de raad van bestuur
De gemeente Lievegem is lid van de ov IVM .
De gemeente werd op 31 augustus 2021 opgeroepen voor de algemene vergadering van IVM op 8 december 2021.
Er werd op 25 oktober 2021 een aangepast agenda verzonden.
De gemeenteraad duidde op 30 januari 2019 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van IVM aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van
Martine Gyssels, gemeenteraadslid, wonende te Kloosterstraat 21, 9930 Lievegem,
Jeroen Van Acker, schepen, wonende te Verbindingsweg 9, 9920 Lievegem,
Gerrit Van Brabandt, schepen, wonende te Kerkenlanddreef 12 9920 Lievegem,8 december 2021, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van
Steven Lambert, gemeenteraadslid, wonende te Kleitstraat 21, 9930 Lievegem,
Ivan Goethals, gemeenteraadslid, wonende te Oostveld Kouter 12, 9920 Lievegem,
Nik Braeckman, gemeenteraadslid, wonende te Stationsstraat 16, 9950 Lievegem,
als plaatsvervangend vertegenwoordigers voor de algemene vergadering van IVM op 8 december 2021, vast.
Artikel 3
De agenda van de algemene vergadering op op 8 december 2021 bestaat uit volgende punten:
1. Statutenwijziging - goedkeuring.
2. Activiteiten en strategieën voor volgend boekjaar (2022) - bespreking.
3. Begroting IVM 2022 - goedkeuring
4. Aanstelling plaatsvervangend vertegenwoordiger raad van bestuur (Zulte) - beslissing
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering en de individuele agendapunten goed, inzonderheid agendapunt 1 dat in artikel 4 wordt goedgekeurd.
Artikel 4
De gemeenteraad keurt de voorgestelde statutenwijzing goed.
Artikel 5
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordigers van de gemeente die zullen deelnemen aan voormelde algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Artikel 6
In toepassing van artikel 30bis van de statuten van IVM, worden de stemmen van de gemeente (26.007 stemmen) waarover iedere vertegenwoordiger voor dit mandaat beschikt, evenredig verdeeld onder de verschillende vertegenwoordigers die aan de algemene vergadering van IVM van 8 december 2021 deelnemen.
Guy De Neve, vertegenwoordiger AV
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Statuten van de dv Veneco
De gemeente Lievegem is lid van de dv Veneco .
De gemeente werd op 20 oktober 2021 opgeroepen voor de algemene vergadering van Veneco op 9 december 2021.
De gemeenteraad duidde op 27 februari 2019 en op 18 november 2020 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van Veneco aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Guy De Neve, schepen, wonende te Stoktevijver 50, 9930 Lievegem, als effectieve vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Veneco op 9 december 2021, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Ann Boterdaele, gemeenteraadslid, wonende te Arisdonk 141A, 9950 Lievegem, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van Veneco op 9 december 2021, vast.
Artikel 3
De agenda van de algemene vergadering op 9 december 2021 bestaat uit volgende punten:
1. Goedkeuring schriftelijke en digitale vergaderwijze wegens uitzonderlijke omstandigheden (indien noodzakelijk)
2. Akteneming/goedkeuring verslag Algemene Vergadering 17 juni 2021
3. Werkprogramma en begroting 2022
4. Toetreding nieuwe vennoten
o IGS Westlede
o Politiezone Leie - Schelde
o Hulpverleningszone Centrum
o OCMW De Pinte
5. Goedkeuring dubbel presentiegeld voorzitter
6. Benoeming en desgevallend ontslag van bestuurders en deskundigen
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering en de individuele agendapunten goed.
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan voormelde algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist en om deel te nemen aan elke latere algemene vergadering met dezelfde dagorde.
Martine Gyssels, bestuurder TMVS
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Gemeenteraadsbesluit van 27 februari 2019 over de vertegenwoordigers in de algemene vergadering van TMVS
Statuten van TMVS, artikel 28 en 31
De gemeente Lievegem is lid van de dv TMVS .
De gemeente werd op 1 oktober 2021 opgeroepen voor de algemene vergadering van TMVS op 14 december 2021.
De gemeenteraad duidde op 27 februari 2019 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van TMVS aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Ann Boterdaele, gemeenteraadslid, wonende te Arisdonk 141 A, 9950 Lievegem, als effectieve vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van TMVS op 14 december 2021, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Vincent Laroy, gemeenteraadslid, wonende te Varensbos 39, 9920 Lievegem, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van TMVS op 14 december 2021, vast.
Artikel 3
1. Toetreding van deelnemers
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
6. Statutaire benoemingen
Varia
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering en de individuele agendapunten goed.
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan voormelde algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Nik Braeckman, vertegenwoordiger AV
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 (vaststelling mandatering)
Gemeenteraadsbesluit van 27 februari 2019 over de aanduiding van de vertegenwoordigers in de algemene vergadering.
De statuten van TMVW
De gemeente Lievegem is lid van de ov TMVW .
De gemeente werd op 13 oktober 2021 opgeroepen voor de algemene vergadering van TMVW op 17 december 2021.
De gemeenteraad duidde op 27 februari 2019 de vertegenwoordigers in de algemene vergaderingen van TMVW aan.
De gemeenteraad is bevoegd om het mandaat van de vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vast te stellen en het standpunt te bepalen dat de gemeentelijke vertegenwoordigers moeten innemen op een algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het mandaat van Nik Braeckman, gemeenteraadslid, wonende te 9950 Lievegem, Stationsstraat 16 Lievegem, als effectieve vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van TMVW op 17 december 2021, vast.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het mandaat van Vincent Laroy, gemeenteraadslid, wonende te 9920 Lievegem, Varensbos 39 Lievegem, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van TMVW op 17 december 2021 vast.
Artikel 3
De agenda van de algemene vergadering op 17 december 2021 bestaat uit volgende punten:
1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB )
5. Samenwerkingsverband De Watergroep – FARYS (cfr artikel 472 DLB)
6. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
7. Statutaire benoemingen
Varia
Artikel 4
De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan voormelde buitengewone algemene vergadering om te stemmen zoals de gemeenteraad heeft beslist.
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, °2, 186 en 286
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Besluit van de Vlaamse regering van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de OCMW's en de provincies.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau van 16 maart 2021 over Personeel - VIA6-akkoord van 22 december over koopkrachtmaatregelen publieke sector 2021-2025: kennisname en goedkeuring toepassingsgebied
Het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 tussen de sociale partners van de publieke sector houdende de aanpassing van de koopkrachtmaatregelen uit het VIA6-akkoord, de vervroegde uitkanteling van de publieke socio-culturele sector uit de VIA-akkoorden en de compensatie aan de lokale besturen voor het personeel dat niet onder het VIA6-akkoord valt
Brief van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen van juni 2021 over het sectoraal akkoord van 9 juni 2021
Besluit van de gemeenteraad van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring
Besluit van de gemeenteraad van 1 juli 2020 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem - wijziging: goedkeuring
Besluit van de gemeenteraad van 18 november 2020 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem - toepassing sectoraal akkoord 2020 - wijziging: goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 over Personeel - Toepassing sectoraal akkoord 2021 - Ontwerp wijzigingen rechtspositieregeling: principiële goedkeuring
De rechtspositieregeling voor gemeente en OCMW Lievegem werd voor de eerste maal goedgekeurd in de raad van 3 juli 2019 en gewijzigd en volledig hernomen op 1 juli 2020 en 18 november 2020. Ondertussen zijn er een aantal bepalingen die we wensen aan te passen, te verduidelijken, te verbeteren. Naar aanleiding van het BVR van 12 maart 2021 worden ook nog een aantal wijzigingen doorgevoerd. En de wijzigingen naar aanleiding van het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 worden ook meegenomen.
Wijzigingen rechtspositieregeling
Toevoeging artikel 21-1 - Er wordt een bepaling toegevoegd voor personeelsleden die zelf wensen te zetelen in een externe selectiecommissie. Er wordt toelating gevraagd aan de rechtstreeks leidinggevende en team personeel wordt ook op de hoogte gebracht. Prestaties die hiervoor geleverd worden, worden niet beschouwd als arbeidstijd.
Wijziging artikel 139 - Er was een verschil in de duurtijd van de wervingsreserves bij aanwerving en bij bevordering. Het is logischer dat dit voor beide procedures gelijk is. Team personeel stelt voor om dit bij aanwervingen op te trekken naar drie jaar en om de mogelijkheid om dit nog te verlengen, te schrappen.
Wijziging artikel 153 - De voorwaarde van graadanciënniteit om deel te kunnen nemen aan een procedure van interne personeelsmobiliteit wordt verduidelijkt.
Wijziging artikel 204 en 207 - De zes besturen hadden voor de fusie ogenschijnlijk dezelfde vakantieregeling. Voor contractuelen werd de vakantieregeling privésector gevolgd en de vakantiedagen werden opgebouwd op basis van het voorgaande jaar. Dit werd dan ook zo overgenomen in de rechtspositieregeling Lievegem. Bij nieuwe indiensttredingen bleek achteraf dat er in de verschillende besturen op een andere manier werd omgegaan met het (al dan niet) toekennen van de bijkomende vakantiedagen. De tekst in de rechtspositieregeling bood niet echt uitsluitsel en werd letterlijk toegepast. Dit had echter een aantal nadelen.
Team personeel heeft daarom een nieuw voorstel uitgewerkt voor alle contractuele personeelsleden; zowel voor personeelsleden die al in dienst zijn, als voor latere indiensttredingen. Dit omwille van het principe van gelijke behandeling. Voorstel is om vanaf het jaar 2022 de 15 bijkomende vakantiedagen toe te kennen op basis van het lopende dienstjaar. Als bijlage vind je een overzicht met mogelijke scenario’s en de concrete vertaling ervan in het aantal toe te kennen vakantie-uren.
Wijziging artikel 205 - Er wordt ook een bepaling toegevoegd dat de algemeen directeur in uitzonderlijke en objectieve omstandigheden, die ingegeven zijn door dienstorganisatorische redenen, gemotiveerd kan afwijken en kan toestaan om meer dan vijf vakantiedagen over te dragen naar het volgende jaar.
Wijziging artikel 209 - Feestdagen die op een zaterdag of een zondag vallen, zijn in principe vrij te nemen. In november 2019 werd het huishoudelijk reglement van de buitenschoolse kinderopvang goedgekeurd. Hierin werd bepaald dat de kinderopvanglocaties gesloten zijn op feestdagen en gemeentelijke sluitingsdagen (zoals de brug met Hemelvaart). Er zijn zeven opvanglocaties. De kleinere (Bekinop, De Speelhut, De Speeltrein en Pardoes) zijn ook gesloten tijdens de schoolvakanties en op schoolvrije dagen. De grote opvanglocaties (De Speelboom, De Vlinder en Domino) zijn telkens twee weken gesloten tijdens de zomervakantie en tijdens de kerstvakantie vanaf 24 december om 14.00 uur tot en met 2 januari. Dit betekent dat personeelsleden verplicht vakantie of inhaalrust moeten inzetten tijdens deze periodes. Voor de kerstvakantie 2019 merkten we dat dit soms problemen geeft voor nieuwe medewerkers die geen of onvoldoende
vakantiedagen hebben. Daarom werd voorgesteld om de feestdagen die op een zaterdag of een zondag vallen te verplaatsen naar de collectieve sluitingsperiode tijdens de kerstvakantie. De collectieve sluitingsperiode werd voorgelegd aan de vakorganisaties en werd goedgekeurd op het Hoog Overlegcomité van 17 december 2019. Dit wordt nu ook verankerd in de rechtspositieregeling.
Wijziging artikel 313 - Bij overlijden van het personeelslid of van de gepensioneerde van gemeente of OCMW Lovendegem wordt de premie van de hospitalisatieverzekering van de partner en hun kinderen enkel nog ten laste genomen gedurende het lopende jaar en het jaar na overlijden. Ze kunnen wel nog aangesloten blijven maar dan tegen betaling van de premie.
Wijzigingen ingevolge het BVR van 12 maart 2021 (Artikel 219 t.e.m. 219-2)
Het BVR van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID 19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de OCMW's en de provincies heeft een aantal wijzigingen aangebracht aan het opvangverlof voor statutairen. Er worden ook twee nieuwe verloven toegekend namelijk het pleegzorgverlof en het pleegouderverlof. Deze bepalingen hoeven niet opgenomen te worden in de RPR; ze zijn hoe dan ook van toepassing. Voor de duidelijkheid nemen we deze bepalingen wel over en verwijzen we ook naar de contractuele tegenhanger.
Wijzigingen ingevolge het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 (artikel 288)
Het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 voorziet in een aanpassing van de koopkrachtmaatregelen VIA6-akkoord voor de publieke sector en een koopkrachtverhoging voor niet-VIA personeel. Het VIA6-akkoord van 30 maart 2021 bevat een pakket aan maatregelen die de koopkracht van het personeel in de VIA-sectoren versterken en de kwaliteit van deze voorzieningen verhogen. Het akkoord is van toepassing op zowel de publieke als de private sector. Voor de publieke sector werd onder meer afgesproken dat alle personeelsleden die tot de VIA-sectoren behoren vanaf het jaar 2021 een koopkrachtverhoging van 1,1 % krijgen. Dit gebeurt door een verhoging van het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage van 2,5 % naar 3,6 % van het jaarsalaris. De besluiten over de rechtspositieregeling van het personeel van de lokale en provinciale besturen stellen dat het bedrag van de eindejaarstoelage begrensd is tot een twaalfde van het jaarsalaris. Daardoor
kunnen de personeelsleden met de laagste lonen niet volledig genieten van de 1,1 % koopkrachtverhoging zoals afgesproken in het VIA6-akkoord, wat onbillijk is. Daarom schrapt dit sectoraal akkoord deze begrenzing en zullen de rechtspositiebesluiten overeenkomstig dit akkoord aangepast worden.
Het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 bepaalt dat de lokale en provinciale besturen aan alle personeelsleden die onder het toepassingsgebied van de sectorale akkoorden voor het personeel van de lokale en provinciale besturen vallen maar geen VIA-personeelslid zijn, vanaf het jaar 2021 dezelfde koopkrachtverhoging van 1,1 % toekennen. Dit gebeurt door middel van een verhoging van het variabele gedeelte van de eindejaarstoelage tot 3,6 % van het jaarsalaris. Ook voor deze personeelsleden zal de begrenzing van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris wegvallen. De rechtspositiebesluiten zullen ook hiertoe aangepast worden.
De voorgestelde wijzigingen werden voorgelegd aan het managementteam op 18 augustus 2021 en principieel goedgekeurd in het College van 24 augustus 2021.
Het ontwerp van de wijzigingen van de rechtspositieregeling werd geagendeerd op een vakbondsoverleg op 13 oktober 2021 en resulteerde in een protocol van akkoord.
Als bijlage een overzicht van alle voorgestelde wijzigingen.
De verhoging van de eindejaarstoelage heeft uiteraard een financiële impact.
Voor de recurrente verhoging van de eindejaarstoelage 2021 voor het VIA-personeel werd op 10 maart 2021 reeds een gunstig visum 2021/037 verleend door Bart Van Petegem. Dit wordt bijna volledig betoelaagd door VIA-middelen.
Er werd nu ook een raming opgemaakt voor de recurrente verhoging van de eindejaarstoelage voor het andere personeel. De Vlaamse regering kent hiervoor een compensatie toe aan de lokale besturen. Deze compensatieregeling is recurrent: ze geldt vanaf 2021 en loopt door de volgende jaren, ook na 2025. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de index. Ze bedraagt voor het jaar 2021 30 miljoen euro. Dat bedrag stemt overeen met ongeveer 2/3 van de kostprijs van een koopkrachtverhoging van 1,1% voor de niet-VIA personeelsleden bij lokale besturen.
De loonkost voor de eindejaarstoelage, inclusief de verhoging van 1,1%, bedraagt voor het jaar 2021 voor alle personeelsleden samen € 610.045 en het brutoloon is voorzien op jaarbudgetrekening 2021/GBB-PER/xxxx-xx/620x200/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN. De extra loonkost voor de verhoging van de eindejaarstoelage voor het gemeentepersoneel bedraagt voor 2021 € 97.139. Voor personeelsuitgaven groter dan € 8.500 is een visum vereist.
Overeenkomstig artikel 266 van het decreet lokaal bestuur wordt hiervoor bijgevolg een visum verleend, onder voorbehoud van goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 2 2021 - 2025 door de gemeenteraad in zitting van 22 december 2021.
Gunstig visum AFD/2021/178/VW van Bart Van Petegem van 03 november 2021
Artikel 1
Artikel 21-1 wordt toegevoegd: "Het personeelslid dat zelf wenst te zetelen in een externe selectiecommissie vraagt hiervoor toelating aan zijn rechtstreeks leidinggevende en meldt dit aan team personeel. Prestaties die hiervoor geleverd worden, worden niet beschouwd als arbeidstijd. Als dit niet buiten de werktijd kan georganiseerd worden, moet er vakantie of inhaalrust worden aangevraagd."
Artikel 2
Artikel 32, paragraaf 1, eerste en tweede lid, wordt gewijzigd als volgt: "Na elke selectie kan er een wervingsreserve voor de betreffende functie of graad worden aangelegd voor de maximale duur van drie jaar.
De duur van de wervingsreserves is niet verlengbaar."
Artikel 3
Artikel 153, punt 1, wordt gewijzigd als volgt: "1. een minimale graadanciënniteit van twee jaar hebben in dezelfde graad als de vacante betrekking of in een andere graad die in dezelfde rang is ingedeeld."
Artikel 4
Artikel 204 wordt gewijzigd als volgt:
"§1. Begrippen
Het vakantiejaar is het jaar waarin men verlof neemt.
Het vakantiedienstjaar is het jaar waarin men zijn verlofdagen opbouwt die men in het vakantiejaar mag opnemen.
De wettelijke vakantiedagen zijn de vakantiedagen die voor de contractuele en op proef benoemde personeelsleden verplicht worden toegekend op basis van het BVR Rechtspositiebesluit en waarop de Gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers en het Koninklijk Besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers integraal van toepassing zijn
De bijkomende vakantiedagen: de vakantiedagen die voor de contractuele en op proef benoemde personeelsleden verplicht worden toegekend op basis van het BVR Rechtspositiebesluit maar op dewelke de in paragraaf 3 vernoemde wetten niet integraal kunnen toegepast worden.
§2. Hoe worden de vakantiedagen toegekend?
Voor vast aangestelde statutaire personeelsleden wordt het lopende dienstjaar in aanmerking genomen als vakantiedienstjaar voor alle vakantiedagen.
Voor de contractuele personeelsleden wordt voor de wettelijke vakantiedagen het vorige dienstjaar in aanmerking genomen als vakantiedienstjaar; voor de bijkomende vakantiedagen wordt vanaf 1 januari 2022 het lopende dienstjaar in aanmerking genomen.
§3. Wat bij indiensttreding?
Bij indiensttreding worden de wettelijke vakantiedagen toegekend na voorlegging van een vakantieattest van de vorige werkgever. De wettelijke vakantiedagen worden verminderd met de reeds opgenomen vakantiedagen vermeld op het vakantieattest. De bijkomende vakantiedagen worden toegekend op basis van de prestaties in het lopende dienstjaar."
Artikel 5
Artikel 205, paragraaf 4, wordt gewijzigd als volgt: "Er kunnen maximum vijf vakantiedagen (of 38 uren) worden overgedragen naar het volgende jaar. Voor deeltijdse personeelsleden wordt dit aantal verhoudingsgewijze verminderd. Deze vakantiedagen moeten opgenomen worden vóór 1 mei van dat jaar.
De algemeen directeur kan in uitzonderlijke en objectieve omstandigheden, die ingegeven zijn door dienstorganisatorische redenen, gemotiveerd afwijken en toestaan om meer vakantiedagen over te dragen naar het volgende jaar."
Artikel 6
Artikel 207, paragraaf 7, wordt gewijzigd als volgt: "Indien de vermindering niet tijdens het jaar zelf kan worden aangerekend, wordt de aanrekening verschoven naar het daaropvolgende jaar.
Indien bij uitdiensttreding blijkt dat er te veel vakantie werd opgenomen, wordt dit omgezet in onbetaald verlof."
Artikel 7
Artikel 209, paragraaf 2, wordt gewijzigd als volgt: "Als een feestdag samenvalt met een zaterdag of een zondag wordt deze dag vervangen door een vrij te kiezen dag. Deze dag kan slechts opgenomen worden nà de betreffende feestdag. Een vrij te nemen vervangingsdag voor 25 en 26 december kan opgenomen worden tot 31 januari.
Voor de personeelsleden tewerkgesteld in de kinderopvang worden de vrij te nemen feestdagen verplaatst naar de collectieve sluitingsdagen tijdens de kerstvakantie of, als deze ontoereikend zijn, naar een of meerdere andere collectieve sluitingsdagen."
Artikel 8
Titel V wordt gewijzigd als volgt: "Bevallingsverlof - vaderschapsverlof - opvangverlof - pleegzorgverlof - pleegouderverlof". Voor de duidelijkheid wordt in de rechtspositieregeling zelf voor elk soort verlof een hoofdstuk toegevoegd:
I. Bevallingsverlof (artikel 217)
II. Vaderschapsverlof (artikel 218)
III. Opvangverlof of adoptieverlof (artikel 219)
IV. Pleegzorgverlof (jaarlijks recht) (artikel 219-1)
V. Pleegouderverlof (eenmalig recht) (artikel 219-2)
Artikel 9
Artikel 219 wordt gewijzigd als volgt: "§1. Het contractueel aangestelde personeelslid heeft recht op adoptieverlof in toepassing van artikel 30ter van de Arbeidsovereenkomstenwet.
§2. Het statutaire personeelslid krijgt op zijn verzoek opvangverlof als een minderjarig kind in zijn gezin wordt opgenomen met het oog op adoptie of pleegvoogdij.
Het opvangverlof bedraagt zes weken per personeelslid. Dat verlof verhoogt met twee weken voor een adoptieouder of pleegvoogd en, voor beide adoptieouders of pleegvoogden samen:
1. met drie weken vanaf 1 januari 2023;
2. met vier weken vanaf 1 januari 2025;
3. met vijf weken van 1 januari 2027.
De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als beide ouders het kind adopteren of pleegvoogd worden.
De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
1. het heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;
2. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;
3. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag.
De maximumduur van het opvangverlof wordt per personeelslid met twee weken verlengd bij de gelijktijdige adoptie of pleegvoogdij van meerdere minderjarige kinderen.
Als slechts een van de samenwonende partners adopteert of de pleegvoogdij uitoefent, kan alleen die persoon het verlof genieten.
Tijdens het opvangverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn gebruikelijke salaris.
Het adoptieverlof moet opgenomen worden in een aaneengesloten periode.
Het verlof begint binnen twee maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.
In het kader van een interlandelijke adoptie kan het opvangverlof ook de periode bestrijken die voorafgaat aan de daadwerkelijke opvang van het geadopteerde kind in België, als die voorafgaande periode niet meer bedraagt dan vier weken en als ze wordt besteed aan de voorbereiding van de daadwerkelijke opvang van het kind."
Artikel 10
Artikel 219-1 wordt toegevoegd: "§1. Het contractueel aangestelde personeelslid heeft recht op pleegzorgverlof in toepassing van artikel 30quater van de Arbeidsovereenkomstenwet.
§2. Het statutaire personeelslid heeft per kalenderjaar recht op zes dagen pleegzorgverlof.
Het pleegzorgverlof wordt aan het statutaire personeelslid toegekend conform artikel 30quater, paragraaf 1, van de Arbeidsovereenkomstenwet, en artikel 2 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen.
Het statutaire personeelslid heeft recht op 82% van het brutosalaris."
Artikel 11
Artikel 219-2 wordt toegevoegd: "§1. Het contractueel aangestelde personeelslid heeft recht op pleegouderverlof in toepassing van artikel 30sexies van de Arbeidsovereenkomstenwet.
§2. In deze paragraaf wordt verstaan onder langdurige pleegzorg: de pleegzorg waarvan bij het begin duidelijk is dat het pleegkind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin zal verblijven.
In geval van langdurige pleegzorg heeft het statutaire personeelslid dat pleegzorger is als vermeld in artikel 2, 12°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg, een eenmalig recht op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken voor de zorg van het pleegkind.
Het pleegouderverlof van zes weken van het statutaire personeelslid verhoogt met twee weken voor een pleegouder en, voor beide pleegouders samen:
1. met drie weken vanaf 1 januari 2023;
2. met vier weken vanaf 1 januari 2025;
3. met vijf weken vanaf 1 januari 2027.
De bijkomende weken, vermeld in het vorige lid, worden onderling verdeeld als het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beide zijn aangesteld als pleegouder van het kind.
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
1. het heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;
2. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;
3. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag.
De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per pleegouder verlengd bij het gelijktijdige onthaal van meerdere minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.
Het verlof begint binnen 12 maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmaken van het gezin.
Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof heeft het personeelslid recht op een doorbetaling van het salaris. Vanaf de vierde dag heeft een statutair personeelslid recht op 82% van het brutosalaris."
Artikel 12
Artikel 288, paragraaf 1, wordt gewijzigd als volgt: "Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage tot en met 2020 nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de index verhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar."
Artikel 288, paragraaf 3, wordt gewijzigd als volgt: "Het veranderlijke gedeelte wordt als volgt berekend:
2,5 procent van het jaarsalaris en vanaf 2021 3,6 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend."
Artikel 13
Artikel 313 wordt gewijzigd als volgt: "Het bestuur sluit een collectieve hospitalisatieverzekering af en neemt de premie – basisformule – volledig ten laste als volgt:
- de statutaire personeelsleden en de contractuelen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, ongeacht hun prestatieverhouding;
- de contractuele personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur op voorwaarde dat zij een effectieve ononderbroken tewerkstelling hebben van minimaal één jaar;
- de partners van voornoemde personeelsleden;
- de kinderen van voornoemde personeelsleden voor zover ze gerechtigd zijn op kinderbijslag;
- de personeelsleden van gemeente of OCMW Lovendegem die op pensioen gesteld zijn tussen 1 januari 2001 en 31 december 2015; hun partners en hun kinderen voor zover ze gerechtigd zijn op kinderbijslag.
Bij overlijden van het personeelslid of van de gepensioneerde van gemeente of OCMW Lovendegem wordt de premie van de partner en hun kinderen enkel nog ten laste genomen gedurende het lopende jaar en het jaar na overlijden. Ze kunnen wel nog aangesloten blijven maar dan tegen betaling van de premie."
Artikel 14
Artikel 346 wordt toegevoegd: "§1. Deze rechtspositieregeling werd gewijzigd door de raad op 24 november 2021. De gewijzigde bepalingen treden in werking op 1 december 2021 meer bepaald:
- artikel 21-1, in verband met zetelen in externe selectiecommissies;
- artikel 32, in verband met duurtijd wervingsreserves;
- artikel 153, in verband met voorwaarden interne personeelsmobiliteit;
- artikel 205, paragraaf 4, in verband met afwijken om meer vakantiedagen over te dragen;
- artikel 207, paragraaf 7, in verband met omzetten te veel opgenomen vakantie in onbetaald verlof;
- artikel 209, paragraaf 2, in verband met verplaatsen vrij te nemen feestdagen voor personeelsleden tewerkgesteld in de kinderopvang;
- artikel 313, in verband met premie hospitalisatieverzekering van de partner en kinderen bij overlijden van de hoofdverzekerde.
§2. In afwijking van paragraaf 1 treden volgende gewijzigde of nieuwe bepalingen in werking op 1 januari 2021:
- artikel 288, paragraaf 1 en 3, in verband met de verhoging van de eindejaarstoelage.
§3. In afwijking van paragraaf 1 treden volgende gewijzigde of nieuwe bepalingen in werking op 25 april 2021:
- artikel 219, paragraaf 2, in verband met het opvangverlof;
- artikel 219-1 in verband met het pleegzorgverlof;
- artikel 219-2 in verband met het pleegouderverlof.
§4. In afwijking van paragraaf 1 treden volgende gewijzigde of nieuwe bepalingen in werking op 1 januari 2022:
- artikel 204, paragraaf 2, in verband met opbouw jaarlijkse vakantiedagen."
Chris De Wispelaere, schepen
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur artikel 40 §3 en 286
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Besluiten van de gemeenteraad van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring, gewijzigd door de besluiten van 1 juli 2020 en 18 november 2020
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juli 2019 over Rechtspositieregeling gemeente Lievegem: goedkeuring, gewijzigd door de besluiten van 1 juli 2020 en 18 november 2020
Besluit van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 16 december 2020 over Personeel - Arbeidsreglement gemeente en OCMW Lievegem - Deel arbeidsduur, uurregelingen en reglement tijdsregistratie: vaststelling
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 februari 2021 over Personeel - Ontwerp arbeidsreglement - Organisatie permanentieregelingen: principiële
goedkeuring
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 7 september 2021 over Personeel - arbeidsreglement - ontwerp thuiswerkpolicy: principiële goedkeuring
Het arbeidsreglement, deel arbeidsduur, uurregelingen en reglement tijdsregistratie werd vorig jaar goedgekeurd. Dit was slechts een beperkt deel van het arbeidsreglement. Dit wordt nu stelselmatig aangevuld.
Organisatie permanentieregelingen
Het personeelslid dat door de algemeen directeur wordt aangewezen om zich buiten de normale diensturen thuis beschikbaar te houden voor interventies voor strooidiensten of voor calamiteiten op het openbaar domein en binnen het gemeentelijk patrimonium ontvangt een permanentietoelage. Het bedrag van de permanentietoelage bedraagt € 2,01 euro tegen 100% voor elk uur dat werkelijk aan de permanentie wordt besteed. Dat bedrag is gekoppeld aan de gezondheidsindex.
In de rechtspositieregeling werd opgenomen dat de organisatie van de permanentieregelingen verder geregeld wordt in het arbeidsreglement.
De mogelijkheid om een permanentietoelage toe te kennen voor de strooidiensten werd al ingevoerd met de eerste rechtspositieregeling op 1 september 2019. De permanentietoelage voor calamiteiten op het openbaar domein en binnen het gemeentelijk patrimonium werd ingevoerd op 1 juli 2020. Voor de strooidiensten werd dit vorige winter al toegepast volgens het ontwerp in bijlage.
Telewerkpolicy
In het college van 14 juli 2020 werd het kaderreglement telewerken besproken. Enkele weken nadien werd door de slechte evolutie van Covid-19 en het stijgend aantal besmettingen het thuiswerken verplicht opgelegd door de federale overheid. Het verplicht thuiswerken werd de norm voor alle administratieve functies. Met ingang van 1 september 2021 werden de regels voor het thuiswerken van de federale overheid terug versoepeld in die mate dat het werken op kantoor terug mogelijk wordt en zelfs aangewezen is.
Telewerk maakt onderdeel uit van een modern personeelsbeleid. Het lokaal bestuur Lievegem wil telewerk structureel verankeren in de organisatie. Om dit in goede banen te leiden en goed samenwerken mogelijk te maken, werd door team personeel een telewerkpolicy voorbereid. Het is de bedoeling dat deze telewerkpolicy een bijlage bij het arbeidsreglement wordt.
Bijgevoegde telewerkpolicy werd besproken in het managementteam van 1 september 2021.
De organisatie van de permanentieregelingen en de telewerkpolicy werden voorgelegd aan het bijzonder onderhandelingscomité van 13 oktober 2021 (verslag in bijlage). Bij de bespreking van de telewerkpolicy rezen vragen wat het nut is van het verwittigen van de brandverzekeraar. Er werd daarom beslist om in artikel 8, paragraaf 8, te schrappen.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt twee bijlagen bij het arbeidsreglement voor gemeente en OCMW Lievegem goed; bijlage III. Organisatie permanentieregelingen en bijlage IV. Telewerkpolicy.
Tony Vermeire, burgemeester
Het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden.
De Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (AVG).
De Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad.
Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en de uitvoeringsbesluiten ter zake:
Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera’s door de politiediensten te regelen, tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en tot wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
Gemeenschappelijke richtlijn van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de bepaling van de nadere regels voor de toereikende, terzake dienende en niet overmatige maatregelen met betrekking tot de koppeling of correlatie van de technische gegevensbanken ingevolge het gebruik van intelligente camera’s en systemen voor de automatische nummerplaatherkenning, bedoeld in artikel 44/2, §3 van de wet op het Politieambt, met de gegevensbanken bedoeld in artikel 44/2, §§ 1 en 2 WPA, of met andere gegevensbanken waartoe de politiediensten toegang hebben door of krachtens de wet of internationale verdragen die België binden.
De ministeriële richtlijn MFO 3 bepaalt de nadere regels m.b.t. informatieverwerking ANPR.
De wet op het politieambt, artikel 25/4 over de voorafgaandelijke principiële toestemming van de gemeenteraad voor het gebruik van camera's door de politiediensten overeenkomstig artikel 25/3.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, artikel 2, §2 over de bevoegdheid van de gemeenteraad en artikel 285-286 over regelgeving openbaarheid.
Aanleiding en context
De politiezone Deinze-Zulte-Lievegem zal, mede in het licht van haar missie: “ het maximaal bijdragen tot een veilige leefomgeving”,” haar werking optimaliseren door sterk in te zetten op camera’s om de lokale overlast- en veiligheidsproblematieken een hoofd te bieden. De analyses van de criminaliteitsstatistieken illustreren bijvoorbeeld dat de gemeentes op het grondgebied van de politiezone kwetsbaar zijn voor inbraken in woningen en bedrijven, onder meer omwille van de ligging in de nabijheid van gewestwegen en een gemakkelijke toegang tot de snelweg. Uit de analyses doorheen de verschillende beleidscycli, wordt vastgesteld dat de veiligheidsproblematiek structureel van aard is.
Het gebruik van camera’s kunnen als onderdeel van een groter pakket aan maatregelen een gepast antwoord bieden op tal van onveiligheidsproblematieken en als technisch hulpmiddel de politiediensten ondersteunen in hun kernopdrachten. De camera’s worden daarbij ingezet conform de doeleinden en voorwaarden zoals bepaald in de Wet op het Politieambt (WPA) en met respect voor de beperkingen gesteld in art. 25/3, §2 en §3 WPA en de beginselen en verplichtingen inzake gegevensbescherming zoals bepaald in de wetgeving terzake.
Art. 25/4, §1, 1° WPA bepaalt dat de gemeenteraad voorafgaandelijk principiële toestemming moet verlenen om aan de politiediensten toe te laten camera’s te gebruiken op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt.
De toestemmingsaanvraag van de korpschef aan de gemeenteraad dient daarbij:
De korpschef wilde met deze toestemmingsaanvraag de leden van de gemeenteraad transparant en zo volledig mogelijk te informeren van de huidige stand van zaken van de (beoogde) inzet van camera’s door de politiezone zodat zij met kennis van zaken hun democratische rol kunnen vervullen bij de afweging van het al dan niet verlenen van hun geïnformeerde toestemming. De toestemmingsaanvraag bevat dan ook alle vereiste punten en licht bovendien, naast de algemene gebruiksmodaliteiten, meer concreet de specifieke gebruiksmodaliteiten voor het mobiele cameragebruik (bodycam en drone) en de ANPR (vast en mobiel) toe.
De politiezone informeert, overeenkomstig artikel 25/4, lid 3 WPA de gemeenteraad uitgebreid bij significante wijzigingen van de reeds ingezette camera’s en, indien nodig, wordt een nieuwe toestemming gevraagd van zodra toekomstig beoogd cameragebruik wordt geconcretiseerd. Dit zal bijgevolg het geval zijn bij wijziging en/of uitbreiding van de huidige inzet, de doeleinden of de technologie of desgevallend bij de wijziging van de plaats van de vaste camera’s.
Overwegingen
De aanwezigheid van de camera’s zal toelaten om de lokaal gestelde doeleinden te realiseren, de pakkans en de ophelderingsgraad van misdrijven verhoogt alsook de kwaliteit van de tussenkomsten en de vaststellingen en daarnaast ook sterk bijdraagt tot de informatiegestuurde politiezorg.
Camera’s zorgen ervoor dat de politiemensen op het terrein efficiënt kunnen aangestuurd worden en tegelijk het veiligheidsgevoel bij de inwoners van de gemeente wordt vergroot.
De politiezone zal de camera’s plaatsen en de beelden ervan gebruiken overeenkomstig de WPA en de wetgeving inzake gegevensbescherming.
Er is een uitgebreide toestemmingsaanvraag van de korpschef. (zie bijlage)
Artikel 1
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan de politiezone Deinze-Zulte-Lievegem voor het gebruik van vaste camera’s op het grondgebied van de gemeente:
Toekomstige locaties waar een camera zal geplaatst worden:
Artikel 2
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan politiezone Deinze-Zulte-Lievegem voor de plaatsing en/of het gebruik van zichtbare, intelligente vaste camera’s (ANPR) op het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake:
Trajectcontrole:
Toekomstige gekende locaties:
Artikel 3
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan politiezone Deinze-Zulte-Lievegem voor het gebruik van zichtbare en niet-zichtbare mobiele ANPR-camera’s op het grondgebied van de gemeente overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.
Artikel 4
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan politiezone Deinze-Zulte-Lievegem voor de (mogelijk toekomstige) plaatsing en het gebruik van zichtbare tijdelijke vaste camera’s overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.
Artikel 5
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan politiezone Deinze-Zulte-Lievegem voor het gebruik van zichtbare mobiele camera‘s, zoals omschreven in de toestemmingsaanvraag, overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.
Artikel 6
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan alle leden van de geïntegreerde politie voor het gebruik van mobiele camera’s (bodycam, dashcam, drone, mobiele ANPR) op het grondgebied van politiezone Deinze-Zulte-Lievegem.
Tony Vermeire, burgemeester
Decreet lokaal bestuur van 20 december 2017, artikel 40
Wet van 07.12.1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, meer bepaald artikel 40 en 71;
Koninklijk besluit van 16.11.2001 over de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone
Omzendbrief PLP 51 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting ten behoeve van de politiezones
Politieraadsbesluit van 18 oktober 2021 over het goedkeuren van het politiebudget 2022
Mail van 19 oktober 2021 van de PZ Deinze Zulte Lievegem met als bijlage de begroting 2022.
De dotatie wordt berekend aan de hand van volgende verdeelsleutel :
Voor de gemeente Lievegem resulteert dit in volgende bijdragen :
Bart Kerkhof, financieel directeur, verleende over dit punt een advies op 4 november 2021.
De benodigde kredieten worden voorzien onder volgende jaarbudgetrekeningen :
2022/GBB-SSC/0400-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN – exploitatietoelage (gewone dienst)
2022/GBB-SSC/0400-00/6640000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN – investeringstoelage (buitengewone dienst)
Financieel advies van de financieel directeur van 4 november 2021:
De dotatie aan de politiezone Deinze - Zulte - Lievegem wordt voor het boekjaar 2022 als volgt bijgestuurd in de meerjarenplanning :
De bijdrage voor de gewone dienst (exploitatiebijdrage) stijgt met 43.293 euro (tot 2.556.786 euro) maar door een daling van de buitengewone toelage (investeringsbijdrage) met 83.098 euro is er met betrekking tot de begroting voor het boekjaar 2022 een gunstige financiële impact van 39.805 euro.
De dotatie aan de politiezone Deinze - Zulte - Lievegem wordt voor het boekjaar 2022 als volgt bijgestuurd in de meerjarenplanning :
De bijdrage voor de gewone dienst (exploitatiebijdrage) stijgt met 43.293 euro (tot 2.556.786 euro) maar door een daling van de buitengewone toelage (investeringsbijdrage) met 83.098 euro is er met betrekking tot de begroting voor het boekjaar 2022 een gunstige financiële impact van 39.805 euro.
Advies ADV/2021/176 van Bart Kerkhof van 04 november 2021: Gunstig
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de dotatie van de gemeente Lievegem, zoals berekend en ingeschreven in het budget 2022 van de politiezone Deinze - Zulte - Lievegem, goed voor een bedrag van :
Schepen Gerrit Van Brabandt
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 31 en 278
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2019 houdende goedkeuring huishoudelijk reglement gemeenteraad, artikel 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Voor het stellen van een vraag is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. Een kopie van de vraag en het antwoord worden per e-mail bezorgd aan de raadsleden.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.
Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
De behandeling van een mondelinge vraag beperkt zich tot vraag en antwoord en kan geen aanleiding geven tot een discussie tussen raadsleden.
In de notulen van de zitting wordt melding gemaakt van de naam van de vraagsteller, aan wie de vraag is gericht en het onderwerp.
Het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad vermeldt de mondelinge en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
Vragen en antwoorden omtrent :
1. Schriftelijke vraag van de N-VA-fractie (Véronique Mussche) aan schepen Gerrit Van Brabandt: opvolging PFAS- verontreiniging
Didier Garré licht dit toe:
- Zijn de resultaten bekend over het onderzoek van de PFAS-verontreiniging in het Merelpark, het terrein van de brandweerpost en de vrachtwagenparking Oostmoer in Waarschoot?
- En ik heb nu ook horen zeggen dat op de terreinen van de oude brandweerkazerne in Zomergem nu wel met schuim, dus PFAS, gespoten zou zijn op opendeurdagen. Ik vraag om bij twijfel ook deze gronden te laten onderzoeken.
Antwoord schepen Gerrit Van Brabandt:
Ovam heeft in oktober al het bodemonderzoek gedaan op de drie sites, we verwachten het resultaat binnen 2 maand. Momenteel dus nog niet ontvangen, maar zodra binnen zullen we die cijfers overmaken.
En wat de oude brandweerkazerne betreft in Zomergem, het lijkt me raar bij opendeurdagen of demo's PFAS te gebruiken. Dit wordt alleen gebruikt bij uitzonderlijke omstandigheden wanneer normaal blussen niet kan. Maar ik zal het navragen. En als dit zo is dan moet daar opgetreden worden. We kunnen niet voorzichtig genoeg zijn.
De burgemeester reageert: Aan de brandweer is expliciet door mij gevraagd of op die oude brandweerkazerne PFAS is gebruikt. Ze hebben hierop uitdrukkelijk ontkennend geantwoord.
Overmaken aan team omgeving (milieu) inz. Rudy Van Hove voor opvolging in overleg met Gerrit
2. Mondelinge vraag van Didier Garré aan schepen Freddy Haegeman: participatie kinderen op de begraafplaatsen
In de maand november herinneren we de overledenen. Ook voor kinderen is het belangrijk hen te laten participeren. Daarom vragen we om een kindvriendelijke concept uit te werken zoals bijvoorbeeld nu al gebeurt in Beringen: brievenbussen waarin kinderen een tekening of brief kunnen achterlaten of via een spreekbuis in de grond waarin ze kunnen spreken met hun overledenen.
Antwoord schepen Freddy Haegeman:
We zullen dit bekijken.
3. Mondelinge vraag van Wouter De Muynck aan schepen Gerrit Van Brabandt: kwaliteit restafvalzakken
De restafvalzakken zijn in kwaliteit iets achteruit gegaan. Ze scheuren gemakkelijker. Is dit probleem gekend en kan daar iets aan gedaan worden?
Antwoord schepen Gerrit Van Brabandt:
Om de drie maand heb ik overleg met IVM. Persoonlijk heb ik geen probleem met de vuilniszakken maar ik ga dit doorgeven.
4. Steven Van Gansbeke aan schepen Caroline Fredrick: Hoe ouders activeren om te lezen en hun kinderen aan te zetten om te lezen?
Mijn vraag is naar aanleiding van het debat in Vlaams parlement waarin gesteld werd dat er serieuze vermindering is van de Vlaming die leest. Wat kunnen we er aan doen als gemeente om, zonder meer budget, volwassenen en kinderen te stimuleren om te lezen? Waar zitten die ouders allemaal? Lezen vermindert drastisch, wat kunnen we daar aan doen en vooral de ouders ? Ik heb als kind thuis zien lezen. We hebben dat dus meegekregen van thuis: zien lezen doet lezen. Het stoort dat me dat nu altijd naar de overheid wordt gewezen. Maar waar zitten die ouders? Is eigenlijk een open vraag.
Hoe kunnen we ouders activeren en stimuleren om te lezen en hun kinderen aan te zetten om te lezen?
Antwoord schepen Caroline Fredrick:
Ik deel die bezorgdheid maar, naar schepen van bibliotheek Jeroen Van Acker kijkend, er zijn al heel wat initiatieven vanuit de bib: leeskoffers, tijdens de laatste onderwijsraad kwam de bib zijn werking toelichten naar de scholen toe, met de leesjury in de klassen is men reclame komen maken, actie naar de 1-3 jarigen,...
We moeten inderdaad voorbeelden stellen, kinderen stimuleren en hopen dat ze hun ouders aansteken. Ik deel de mening dat er een grote verantwoordelijkheid ligt bij de ouders.
5. Patrick Dossche aan schepen Caroline Fredrick: evaluatie tarieven kinderopvang
Bij het begin van deze legislatuur werden de tarieven van de kinderopvang opgetrokken. Een half jaar terug heb ik de vraag gesteld of er een evaluatie komt van onder andere die tarieven. Wordt daar nog aan gedacht? Ik zet daar geen druk op.
Antwoord schepen Caroline Fredrick:
Zeker en vast. Een tweetal weken geleden nog het aanbod en de bezetting van de hele zomervakantie gekregen. Maar het is nog een verkleurd beeld met corona. En we monitoren elke inschrijfperiode. We bezorgen je dit overzicht schriftelijk.
De voorzitter sluit de zitting op 24/11/2021 om 20:41.
Namens Gemeenteraad,
Eddy De Mits
algemeen directeur
Nicholas Spinel
voorzitter